Doe es gewoon vrijwillig

"Vrijwilligers vormen het fundament van de samenleving"

| Doe es gewoon vrijwillig

‘Fundament’. Pieter van Maaren, waarnemend burgemeester van gemeente Koggenland, hoeft niet lang na te denken over welk woord voor hem het belang van vrijwilligerswerk beschrijft. “Ik denk dat vrijwilligerswerk zwaar wordt onderschat. Zonder vrijwilligers staat de samenleving stil.” Burgemeester Van Maaren is als we hem spreken nog maar vijf maanden aan het werk in gemeente Koggenland. Maar het is hem direct opgevallen: veel mensen doen hier vrijwilligerswerk. “Koggenland is samengesteld uit verschillende dorpskernen", zegt hij. “En daar zetten mensen zich met hart en ziel voor in. De dorpsraden, maar ook het ouderenwerk, de kerken, de sportverenigingen: de vrijwilligers zijn van onschatbare waarde. Dat is al jaren zo, maar er verandert wel wat. De mensen die zich hun hele leven lang inzetten voor één vereniging, de mastodonten van het vrijwilligerswerk, die verdwijnen. Jongere mensen willen graag in kortere projecten meedoen.” Samen sporten De waarde van vrijwilligerswerk moet niet worden onderschat. De burgemeester ziet het in alle aspecten van de samenleving. “Vrijwilligerswerk vormt de samenleving. Neem nou jongeren op een sportvereniging. Ze zijn lekker bezig, hangen niet op straat. Door de week moeten ze trainen, in het weekend spelen ze een wedstrijd, en daarna rollen ze moe hun bed in. Bovendien leren ze samen spelen en samenwerken met allerlei mensen. Jong, oud, verschillende opleidingen, verschillende achtergronden; iedereen komt bij elkaar op de sportvereniging. En zo’n vereniging kan bestaan dankzij al die vrijwilligers die zich ervoor inzetten.” De burgemeester weet waar hij over praat. Hij heeft vier kinderen, dus hij heeft de nodige sportshirts gewassen, teams naar uitwedstrijden vervoerd en kantinediensten gedraaid. “Dat is me met de paplepel ingegoten, mijn ouders hielpen ook overal mee. Ik kom uit een klein dorp, daar is dat toch gebruikelijker. En ik zie dat dat hier in de dorpskernen ook zo is. Mensen zetten zich vanzelfsprekend voor elkaar in.” Ga bij een club! Vrijwilligerswerk kan ook een mooie manier zijn om in een nieuwe woonplaats te aarden, ziet de burgemeester. “Aan nieuwkomers in onze gemeente adviseer ik dat ook: ga bij een club, sluit je aan bij een kerk of een vereniging. Doe mee. Dan leer je de taal en de cultuur pas echt kennen.” Want laten we vooral niet uit het oog verliezen waar het in de samenleving om gaat, zegt de burgemeester. “Uiteraard zijn stenen belangrijk, plekken om te wonen, een opleiding volgen enzovoort. Maar de mensen die iets voor elkaar over hebben, maken de samenleving. En dat is bij uitstek wat vrijwilligers doen. Ze zorgen voor een spelletjesmiddag in het verzorgingstehuis, ze coachen een sportteam of bieden kinderen na schooltijd een warm welkom. Dat netwerk van vrijwilligers vormt het fundament, zonder vrijwilligers staat de samenleving stil.”
Lees meer

De Zonnebloem zoekt gezellige bestuursleden

| Doe es gewoon vrijwillig

Goede vrijwilligers zijn hun gewicht in goud waard. En goede bestuursleden? Diamant, zo’n beetje. Zonnebloem Enkhuizen zoekt een paar van die diamantjes, namelijk een secretaris, een voorzitter en een algemeen bestuurslid. “We zijn een heel gezellig bestuur. Bij elke vergadering hebben we wat lekkers bij de koffie en over saaie onderwerpen vergaderen we maar kort.” Al jaren draait de Zonnebloem in Enkhuizen als een zonnetje. Een grote groep vrijwilligers is in touw om de gasten, dat zijn er zo’n driehonderd, blij te maken met bezoekjes, excursies en gezellige middagen. Een bingo, een Sinterklaasfeest, een boottochtje naar Urk of met de bus naar een muziekfestival, ze regelen het allemaal. Maar in het bestuur is stress. “We hebben een secretaris, een voorzitter en een bestuurslid nodig”, zegt scheidend voorzitter Lia Schuijt. “Het is moeilijk om nieuwe mensen te vinden. Jongere mensen hebben het te druk met hun baan, gezin en sociale contacten. En gepensioneerden willen zich niet vastleggen.” Lia moet na zestien jaar stoppen met haar bestuurswerk, dat is nou eenmaal een regel van de landelijke Zonnebloem. “Dat vind ik heel jammer. Het is zo’n leuke groep mensen en we brengen samen heel wat voor elkaar.” Met de boot naar Urk Dat kan Agaath Fluitman beamen. Zij is nu drie jaar penningmeester bij Zonnebloem Enkhuizen. “Toen ik stopte met werken, werd ik gevraagd voor deze functie. Het lijkt een beetje op mijn oude werk, ik heb altijd administratief werk gedaan. Het stelt eigenlijk niet zoveel voor: een of twee uur per week, ik kan het zelfs op vakantie in de camper doen. Soms is het wat drukker, vlak voor een evenement bijvoorbeeld.” Binnenkort staat er weer zo’n evenement op het programma: een boottocht naar Urk met een groot schip, vrijwilligers van De Zonnebloem varen gratis mee. Mensen verbinden met elkaar Het is opvallend hoeveel organisaties en mensen klaar staan om De Zonnebloem te helpen. Dat heeft vast te maken met de attente manier waarop het bestuur iedereen betrekt bij de activiteiten. “Elke sponsor krijgt een kaartje om te bedanken voor hun bijdrage”, vertelt Agaath. “Ook als het een kleine donatie is, doen we dat. En we hebben altijd aardigheidjes voor de mensen die ons helpen, zoals nu de schippers van de boot in Urk.” Lia vult aan: “We doen elk jaar een actie met cyclamen, die we cadeau krijgen van Syngenta. En onze zonnebloemplantjes, die we in het najaar uitdelen bij de supermarkt, worden ook gesponsord.” Zo verbindt de organisatie allemaal bedrijven in Enkhuizen en omgeving met De Zonnebloem, met soms een verrassing. “Een makelaar bood ons een paaslunch aan, voor 35 mensen. Hartstikke leuk, daar konden we veel mensen mee blij maken. En de plaatselijke kapper gaf een cadeaubon voor een knipbeurt weg, die hebben we verloot onder de leden. Degene die won, kon niet blijer zijn: ze kon mooi worden geknipt en geföhnd voor haar huwelijksjubileum.” Vergaderen met wat lekkers erbij Iedereen spant zich in voor De Zonnebloem, maar naar nieuwe bestuursleden moeten ze toch hard zoeken. “Zoveel werk is het niet”, zegt Agaath. “We vergaderen ongeveer zes keer per jaar. Dat zijn gezellige vergaderingen. We beginnen met koffie met wat lekkers, we sluiten af met een glaasje. Vier keer per jaar hebben we een vrijwilligersvergadering. De saaie agendapunten handelen we altijd zo snel mogelijk af. En als je onze gasten ziet genieten van onze activiteiten, weet je waar je het voor doet.” Waar moet het ideale bestuurslid aan voldoen? Dat is niet zo ingewikkeld, volgens Lia. “Man of vrouw, jong of oud, het maakt ons niet uit. Een beetje vaardig met Excel en Word is wel handig. Maar vooral: als iemand maar in Enkhuizen woont en een beetje gezellig is.” Als vrijwilliger aan de slag bij De Zonnebloem Enkhuizen? Meld je aan via de vacature op onze vacaturebank!
Lees meer

"Liefde is maar een woord, ontfermen is een daad"

| Doe es gewoon vrijwillig

Urmie, kun je me helpen met deze brief? Kun je een bezwaarschrift voor me opstellen? Heb jij misschien meubels voor mij? Of een baan? Iedereen weet dat Urmie Seedorf altijd wil helpen. In 2017 richtte ze een stichting op, AyúdaMe, en nu helpen haar vrijwilligers en zij elk jaar zo’n vijfhonderd mensen. "Het is heel simpel: iemand vraagt of we kunnen helpen, en wij doen dat. Of we verwijzen ze door." Maatschappelijke organisaties en kerken uit de regio, allemaal weten ze AyúdaMe te vinden als er hulp nodig is. “En mensen bellen ook rechtstreeks, die hebben mijn nummer gekregen via vrienden of hulporganisaties. De telefoon rinkelt non stop, ook midden in de nacht word ik wel eens gebeld. Met allerlei hulpvragen, je kunt het soms zo gek niet verzinnen. Een voorbeeld is dat mensen die vanuit een opvanghuis naar een eigen woning verhuizen, hulp vragen bij het inrichten van hun huis. Zij hebben niks, krijgen een klein budget om de woning in te richten en dat is vaak al op als de vloerbedekking erin ligt. Met de spullen die wij van donateurs krijgen, maken onze vrijwilligers van een huis een thuis. Die spullen krijgen we gedoneerd van particulieren en bedrijven. Nu hebben we van een beddenzaak dertig boxspring-bedden aangeboden gekregen. De komende week gaan we die bij mensen neerzetten die dat echt goed kunnen gebruiken.” Bus maakt overuren Jammer dat de nieuwe bus van AyúdaMe niet op de foto kan, vindt Urmie. Want die bus speelt een grote rol bij het werk. “Mensen met een krap budget die via Marktplaats gratis meubels of spullen kunnen ophalen, hebben niet altijd vervoer. Dan komt onze bus met chauffeur te hulp. Hoe krijg je alle spullen naar het grof vuil? Of de meubels naar je nieuwe huis? Ja hoor, daar is de bus voor. We maken flink wat kilometers!” Sommige hulpvragen blijven Urmie verbazen. “Kun je mijn begrafenis regelen, was een keer de vraag. En dat kan. En iemand vroeg: heb je een baan voor me? Had ik toevallig net die ochtend iemand gesproken die een restaurant in het centrum van Hoorn heeft en hard op zoek was naar hulp.” Toeval bestaat niet, zegt Urmie. “Iemand heeft een koelkast nodig, een dag later krijg ik een telefoontje van een donateur die een koelkast aan ons wil geven. Dat gebeurt vaker. Mooi he?” Ontfermen En wat denk je van de maaltijdservice? De man van Urmie werkt bij een take-away-restaurant, op zondag kan hij meenemen wat niet is verkocht. Dat verdeelt Urmie in portiebakjes en op maandag brengt ze het rond. Zo helpt Stichting AyúdaMe dag in dag uit allemaal mensen, ongeveer vijfhonderd mensen per jaar. Prachtig, maar waarom doet Urmie dat? “Het is me met de paplepel ingegoten. Mijn moeder is net zo. Ze woont in Suriname en is daar ook altijd in touw om mensen te helpen. En wat je ziet, doe je na. En natuurlijk heeft het met mijn Christelijke achtergrond te maken. Heb je naasten lief, is me geleerd. Maar ik noem het liever: ontferm je over je naasten. Want liefde, dat zijn maar woorden. Door je over iemand te ontfermen, iemand echt te helpen, laat je zien wat liefde is.”
Lees meer

“Wij maken connecties die werken”

| Doe es gewoon vrijwillig

Hoe maak je Westfriesland nog meer maatschappelijk betrokken? Door connecties te leggen tussen bedrijven en stichtingen, en ervoor te zorgen dat ze elkaar helpen. Dat is waar de Westfriese Uitdaging voor staat, al elf jaar lang. “De kracht van een goede match? Dat beide partijen er blij van worden, ook zonder geld.” Veel bedrijven willen iets voor de maatschappij doen, maar ze weten niet zo goed hoe. Wendy Spil-Zoutendijk en haar team kunnen ze helpen. Via de Westfriese Uitdaging koppelen ze bedrijven aan vrijwilligersorganisaties. Tweedehands kantoormeubels, picknicktafels of een fietsenrek, maar ook belastingadvies of een nieuwe website, allemaal manieren om verenigingen en stichtingen te helpen. “Ik geef je een voorbeeld: een paardrijvereniging houdt regelmatig wedstrijden maar de stoelen voor de jury waren verre van comfortabel. Als Westfriese Uitdaging hebben wij de connectie gelegd met een meubelbedrijf. Zij hebben een rijtje stoelen gesponsord, zodat de jury er nu bij elke wedstrijd lekker bijzit. Zo makkelijk kan het zijn!” Driehonderd organisaties Je kunt het zo gek niet verzinnen, of de Westfriese Uitdaging weet het wel voor elkaar te krijgen. Krijgt een kantoorgebouw een nieuwe inrichting? Dan zorgt de Westfriese Uitdaging ervoor dat de oude spullen een nieuwe plek krijgen. Wendy: “De grote vaatwassers uit een bedrijfsrestaurant hebben we aan een voetbalvereniging kunnen schenken. Lekker, want elk weekend is het topdrukte in de kantine, dan komt een snelle vaatwasser wel van pas. Ook de vergadertafels en de zitjes hebben daar een plek gevonden.” Elk jaar worden zo ongeveer driehonderd organisaties geholpen door het team, twintig man sterk. Ook heeft de Westfriese Uitdaging een website waar vraag en aanbod bij elkaar komen. En op de Westfriese Beursvloer, georganiseerd door het Vrijwilligerspunt Westfriesland in samenwerking met de Westfriese Uitdaging, komen in een paar uur tijd honderden matches tot stand. Bedankt met een appeltaart Het gaat niet altijd over spullen, soms bieden bedrijven hun kennis en hun tijd aan. “Een hovenier gaf advies aan een kerk hoe ze de tuin mooi kunnen inrichten en goed onderhouden. En een glazenwasser heeft de ramen gelapt van de glazen koepel in de verhalentuin.” Waardering speelt daarbij een grote rol, merkt Wendy. Want de matches zijn met gesloten beurs, de ontvangers doen wel iets terug. Wendy: “Een zelfgebakken appeltaart is altijd welkom. En de vrijwilligersorganisaties kunnen ook creatief kijken naar wat zij te bieden hebben. Misschien een mooie locatie die ze aan de sponsor ter beschikking kunnen stellen voor een bijeenkomst of een feestje.” Het gaat daarbij niet om de waarde, maar om echte connectie tussen mensen die elkaar anders misschien nooit hadden ontmoet. Dat is de kracht van een goede match, zegt Wendy. “Dan hebben beide partijen er een goed gevoel over. Soms hebben mensen echt de tranen in hun ogen, zo blij zijn ze met de hulp. Prachtig als we dat tot stand kunnen brengen.”
Lees meer

"Evenementen zorgen voor verbinding"

| Doe es gewoon vrijwillig

De agenda van Gerard van den Hengel, (inmiddels voormalig) burgemeester van gemeente Opmeer, is helemaal volgepland. Niet alleen met vergaderingen en werkbezoeken, ook met vrolijke activiteiten zoals het Timmerdorp en de Gabberweek. “Ongelofelijk veel vrijwilligers in onze gemeente zetten zich in voor al die mooie evenementen en activiteiten. Ik denk dat bijna iedereen die hier woont, ergens aan meedoet.” Het belang van vrijwilligerswerk voor gemeente Opmeer? Gigantisch, als je het Gerard van den Hengel vraagt. “Er worden hier zoveel activiteiten georganiseerd, daar ben ik diep van onder de indruk. Niet alleen de kermis, want dat heeft elke Westfriese gemeente wel, heb ik geleerd toen ik hier kwam wonen. Maar wij hebben ook de Gabberweek, de Tour de Fris en het Huttendorp.” Wie niet in Opmeer woont, heeft misschien meer uitleg nodig. Gabberweek? “Een week lang allemaal activiteiten voor kinderen en jongeren, in de voorjaarsvakantie. Excursies naar Texel, naar AZ of naar een speeltuin, maar ook muziekles en creatieve activiteiten. Allemaal georganiseerd door vrijwilligers.” De Gabberweek is zo’n groot succes, dat het vorig jaar ook voor senioren werd georganiseerd. De burgemeester heeft er zelf aan deelgenomen: “Ik heb als buschauffeur meegeholpen om mensen van de ene naar de andere activiteit te brengen. De stemming was opperbest, het leek wel een schoolreisje.” Deelnemer wordt leiding Tour de Fris, ook zoiets. Toen Westfriese jongeren negatief in de pers kwamen, bedachten vrijwilligers een activiteit om te laten zien dat tieners echt wat positiefs kunnen neerzetten. “Dat is een lange fietstocht,” legt de burgemeester uit, “van vijfhonderd of zeshonderd kilometer, met onderweg allerlei leerzame excursies. Elk jaar kiezen ze een andere bestemming. Het wordt heel strak georganiseerd.” Geldt ook voor het timmerdorp, hoogtepunt van de zomervakantie, waar kinderen hun eigen hut timmeren van oude houten pallets. “En het mooie is: kinderen die groter worden, gaan als leiding meehelpen. En later gaan ze zelfs in de organisatie zitten. Tot ze zelf kinderen hebben, die weer meedoen met timmerdorp.” Professionele vrijwilligers Serieus, elk moment van het jaar is er wel wat te doen. Wat denk je van het Jazzfestival in Aartswoud? De concerten en voorstellingen in de kerkjes van Wadway en Aartswoud? De museumboerderij in Hoogwoud? Het rundveemuseum in Aartswoud? Van den Hengel: “En dan hebben we het nog niet gehad over de voetbalverenigingen, de carnavalsfeesten, de activiteiten die de Zonnebloem organiseert voor ouderen, de zangkoren, de toneelgroepen. Allemaal dankzij ongelofelijk veel vrijwilligers, die dat uiterst professioneel organiseren, voorbereiden, uitvoeren en achteraf weer opruimen. Hier wordt zoveel georganiseerd, dat ik soms het gevoel heb dat bijna iedereen die hier woont, wel ergens vrijwilligerswerk doet.” Fijn, want die evenementen zorgen voor verbinding in de dorpsgemeenschap, merkt de burgemeester. “Tijdens het dorpsdiner zaten we met achthonderd Opmeerders aan tafel. Iedereen is welkom, niemand uitgezonderd. Ook als je budget niet toereikend is of als je nieuw bent in de gemeente Opmeer of in Nederland: iedereen kan meedoen.”
Lees meer

"Ik doe graag iets om andere mensen te helpen"

| Doe es gewoon vrijwillig

“Stilzitten is niks voor mij”, zegt Armal Fahimi. Zo maakte hij verkleed als Piet kinderen blij, sjouwde hij met spullen voor een tentenkamp en knapte hij een tuin op. Allemaal onderdeel van zijn Maatschappelijke Diensttijd, maar ook omdat hij nou eenmaal zo in elkaar zit. Zijn toekomstplannen zijn duidelijk, Armal Fahimi wil werken bij defensie. Het liefst als onderofficier van de pantserinfanterie, een functie waar hij al een keer op heeft gesolliciteerd. “Het is echt mijn kinderdroom, die baan. Ik wil altijd mensen helpen, of dat nou direct of indirect is. Niet alleen in oorlogstijd, want militairen worden bijvoorbeeld ook ingezet tijdens rampen.” Om zijn kansen op die droombaan te vergroten, meldde hij zich bij Vrijwilligerspunt aan voor de Maatschappelijke Diensttijd. Dat betekent o.a.: tachtig uur vrijwilligerswerk. Koud in het Pietendorp “Een militaire missie was mijn eerste klus”, vertelt hij. “Op de kazerne, met andere mensen die ook bij defensie willen werken. Op die manier kon ik ontdekken of dit werk echt bij me past. We sliepen in een tentenkamp, we moesten informatie verzamelen. En vooral: goed samenwerken.” Daar had hij al ervaring mee opgedaan tijdens het vrijwilligerswerk via zijn middelbare school, toen als Piet in het Pietendorp in het Openluchtmuseum. “Het was koud en het waaide hard. Maar het is prachtig als je de kinderen ziet genieten. Ze zijn in het begin verlegen, maar ze komen steeds meer los als ze zich ontspannen.” Kick Zijn kennismaking met defensie smaakte naar meer. Dus toen hij werd gevraagd om te helpen bij het opzetten van een tentenkamp, meldde hij zich direct aan. “Stilzitten is nou eenmaal niks voor mij,” legt hij uit. “En samen met andere mensen zoiets voor elkaar krijgen geeft me echt een kick. Drie dagen zijn we bezig geweest, iedereen zet zich in voor het gezamenlijke doel.” Maar zijn balboekje was nog niet vol, hij had tijd voor meer vrijwilligerswerk. En dus ging hij naar Vrijwilligerspunt en vroeg wat hij nog meer kon doen. Dat werd een tuin-opknap-klus bij een mevrouw in Grootebroek. “Zij was er jaren niet aan toegekomen, dus het was best wat werk. In één dag heb ik de voortuin aangepakt, met de achtertuin was ik langer bezig. Het onkruid was zo gegroeid, het leken wel struiken.” Ook de schutting heeft Armal gerepareerd, de pergola gesloopt en de tegels schoongemaakt. Tuinset erin, schommelbank geregeld: de tuin is onherkenbaar. Armal is bescheiden: “Ik vind werken in de tuin gewoon leuk om te doen, dus het was een kleine moeite.” Certificaat op cv De Maatschappelijke Diensttijd was voor Armal eigenlijk een manier om uit te zoeken of defensie bij hem past. En hij weet dat het certificaat goed op zijn cv staat bij de volgende sollicitatie naar zijn droombaan. “Maar ik heb het vooral gedaan omdat ik graag mensen wil helpen. Dat zit er bij mij gewoon in, ik ben een dienend type. En eigenlijk vind ik dat meer jongeren dit moeten doen. Je leert er veel van, bijvoorbeeld doorzetten. Als iemand anders blij is, geeft mij dat een goed gevoel.” Vrijwilligerspunt 40 jaar Dit jaar viert Vrijwilligerspunt Westfriesland haar 40ste verjaardag. Daarom hebben we speciaal voor dit jubileum interviews afgenomen met de burgemeesters van West-Friesland en organisaties en vrijwilligers die een bijzondere bijdrage leveren aan vrijwilligerswerk in de regio. Iedere maand zullen we een verhaal delen.
Lees meer

Fleur ontwikkelde zichzelf via MDT

| Doe es gewoon vrijwillig

Weet je niet welke opleiding je wilt volgen? En weet je ook niet precies waar je talenten liggen? Volg een MDT-traject, adviseert Fleur Janssen. Zij deed voor haar MDT-traject tachtig uur vrijwilligerswerk op een woonzorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking. “Super leerzaam!” “Daar is Fleur weer!”, riepen de bewoners van De Vlindertuin blij als haar blauwe auto de parkeerplaats opdraaide. Want ze wisten dat ze met de 17-jarige konden afspreken om te gaan wandelen, een kopje thee te drinken, een spelletje te doen of samen te koken. “Op het prikbord hing een lijst, waar mensen op konden aangeven als ze met mij iets wilden ondernemen”, vertelt Fleur. "Soms stond er niks op het lijstje. Dan ging ik gezellig theedrinken in de woonkamer met de bewoners. Maar al snel meldde zich dan iemand om samen te tekenen of te knutselen. En een keer ben ik met twee bewoners gaan wandelen, we hebben wel drie uur door de Kersenboogerd gelopen. Ja, ik kende de omgeving niet, dus zij bepaalden de route én het tempo.” Korter, eenvoudiger De Vlindertuin is een kleinschalige woonzorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Een doelgroep waar Fleur helemaal geen ervaring mee had, tot haar vrijwilligerswerk. “Ik heb geleerd dat ik mijn taal moet aanpassen aan deze mensen”, zegt ze. “Ik gebruikte soms woorden die ze niet begrepen, waardoor mensen afhaakten. Ik moet rekening houden met wat ik zeg en hoe ik het zeg, en het vooral kort houden.” Waardevolle ervaring voor haar huidige loopbaan als radiodiagnostisch laborant. “Sommige patiënten in het ziekenhuis, waar ik nu werk, hebben ook een beperking. Ik weet dan dat ik goed moet uitleggen wat we gaan doen. En blijven opletten wat mensen begrijpen en hoe ze reageren op mij.” Persoonlijke ontwikkeling Het vrijwilligerswerk deed Fleur in het kader van het MDT-traject (afkorting voor: Maatschappelijke Diensttijd). En dat traject was dan weer onderdeel van haar opleiding MBRT aan de Hogeschool InHolland. “Iedereen moet daar in een schooljaar 128 uur besteden aan persoonlijke ontwikkeling. Dat kan op allerlei manieren. De school biedt activiteiten aan en je kunt bijvoorbeeld ook online cursussen volgen. Maar toen kwam ik in contact met Vrijwilligerspunt Westfriesland op een banenbeurs en zij vertelden over MDT. Ik voelde gelijk dat dat meer iets voor mij is. Vrijwilligerspunt helpt je vrijwilligerswerk zoeken dat echt bij je past. Bovendien kun je allerlei trainingen volgen om jezelf te ontwikkelen.” De MDT-uren zijn al twee jaar achter de rug, maar bij de trainingen blijft Fleur aanhaken. “Vooral EHBO-workshops en training reanimatie vind ik interessant. Maar ook de les over autisme en de training communicatievaardigheden zijn de moeite waard voor mij. Ik krijg een appje van Vrijwilligerspunt als er nog een plekje is bij een van de trainingen, meestal schuif ik aan. Je leert toch elke keer weer wat nieuws. Bovendien is het leuk om met de andere deelnemers te kletsen.” Geen idee Fleur was al bezig met haar opleiding toen MDT op haar pad kwam, maar ze ziet bij de trainingen ook mensen die nog geen idee hebben wat ze willen gaan doen na de middelbare school. “Daar is MDT heel geschikt voor. Vrijwilligerspunt heeft een grote vacaturebank, met organisaties waar je als gewone scholier niet zo makkelijk aanklopt. Bovendien is er een Jongerenbegeleider die je helpt met contact leggen en je kan begeleiden tijdens je vrijwilligerswerk. Voor mij was het een unieke ervaring, ik heb hier veel geleerd. Ik zou het iedereen aanraden.” Meer weten over MDT? Check onze webpagina .
Lees meer

Ton rijdt met aandacht en plezier

| Doe es gewoon vrijwillig

“Ik krijg elke dag betaald in liefde en waardering,” zegt Ton Appelman, vrijwillig chauffeur bij de Baanbreker. “Daar kan geen salaris tegenop.” Al meer dan tien jaar zet hij zich in voor anderen, en dat doet hij met zichtbaar plezier. Al meer dan tien jaar doet Ton Appelman vrijwilligerswerk. Eerst bij de Bosman, het verzorgingshuis in Venhuizen, want dat is bij hem op de hoek van de straat. “Ik begon er als manusje van alles, schilderijtjes ophangen en lampje aansluiten. Maar al snel kwam de organisatie erachter dat ik nogal een sociaal dier ben. Ik kan met alle bewoners gezellig kletsen. Toen werden mijn activiteiten ook wat anders, ik hielp bij activiteiten voor de bewoners, drie dagdelen in de week.” Maar tijdens corona kwam dat werk tot stilstand. Stilzitten? Niks voor Ton. Hij meldde zich bij de Baanbreker in Enkhuizen, een dagbesteding voor mensen met een beperking of psychische klachten. “Daar kon ik chauffeurswerk gaan doen. Ik haal de deelnemers ’s ochtends vroeg op, zodat ze op tijd bij de dagbesteding zijn. Voor sommige mensen is ander transport geen optie, dan komen ze te laat of ze zijn te lang onderweg.” Creativiteit en plezier Baanbreker heeft de deelnemers heel wat te bieden: een retro-winkel, een giftshop vol creatieve, zelfgemaakte cadeautjes, een kringloopwinkel en veel werkruimtes, onder andere een ruimte voor keramiek, een houtwerkplaats en een atelier. “Een plek vol creativiteit en energie”, zegt Ton. “Het is leuk om hier te werken. Een tijd geleden kreeg een schoolklas een rondleiding. Juf vroeg aan de kinderen: wat zijn vrijwilligers? De kinderen dachten dat het mensen zijn die werken, maar niet betaald krijgen. Ik zei meteen: niet betaald? Ik krijg hartstikke goed betaald. Niet met geld, maar met liefde en waardering. Dat is voor mij meer dan voldoende om dit werk te doen.” Bijzondere eigenschappen De verschillen tussen de deelnemers, de vrijwilligers en de begeleiding is niet groot, legt hij uit. “We zeggen hier: we werken met mensen met bijzondere eigenschappen. Eigenlijk heeft iedereen toch een bijzondere eigenschap? Ik ook, de begeleiding ook. Ik raakte werkloos na 25 jaar bikkelen. Dat was een klap, ik had het niet aan zien komen. Ik had tijd nodig om aan mijn problemen te werken en te herstellen van mijn burn-out. Maar na een tijdje wilde ik weer wat bijdragen aan de samenleving. Door mijn vrijwilligerswerk sta ik er niet naast, maar ik doe mee.” Kat uit de boom kijken Ton kan nog wat collega’s gebruiken, De Baanbreker is op zoek naar nieuwe chauffeurs. Volgens Ton een mooie vrijwilligersklus voor iemand die sociaal, geduldig en zorgzaam is. “Soms moet je een beetje de kat uit de boom kijken met de deelnemers”, zegt hij. “Iemand kan de ene dag vrolijk zijn en de volgende dag in de put zitten. Daar moet je mee om kunnen gaan. Soms is het zo gezellig en druk in de bus, dat ik tegen de passagiers moet zeggen: nu even rustig, want ik kan door de herrie de verkeerslichten niet horen. Dus humor, ja, dat is ook belangrijk.”
Lees meer

'Vrijwilligerswerk geeft zin aan je leven'

| Doe es gewoon vrijwillig

"Vrijwilligerswerk geeft zin aan je eigen leven, aan dat van een ander en aan de samenleving", zegt Michiel Pijl, burgemeester van de gemeente Medemblik. Volgens hem is zingeving de kern van vrijwilligerswerk: iets doen dat ertoe doet, niet uit commercieel belang, maar omdat je samen iets in stand wilt houden. Of het nu het zwembad, het museum of de sportclub is. "Zonder vrijwilligers geen samenleving", vervolgt hij. “Vrijwilligerswerk doe je vrijwillig, vanuit een eigen motivatie, betrokkenheid en het verlangen iets bij te dragen aan je omgeving, hoe klein dat ook is. Ik hoor ook vaak terug van vrijwilligers dat ze niet altijd bezig willen zijn met geld verdienen, maar ook iets willen doen dat ze zelf echt zinvol vinden, waar ze iets van leren en dat iets toevoegt aan hun eigen leven.” Volgens de burgemeester is dat precies waar zingeving over gaat: je voegt iets toe aan het leven van een ander én aan jezelf. "Dat geeft het leven kleur en waarde. Iets doen voor een ander, al is het maar een schoonmaakklusje voor de sportclub. Het bepaalt ons menszijn." Werkbezoek en vrijwilligerswerk Voor zijn werk, bezoekt de burgemeester geregeld maatschappelijke organisaties, waardoor hij heel goed zelf ziet hoe waardevol vrijwilligerswerk is. Zo was hij aanwezig bij het Stoommachinemuseum, waar vrijwilligers een kerstdiner hadden georganiseerd voor mensen die tijdens de feestdagen behoefte hebben aan gezelschap. “Ik sprak een aanwezige mantelzorger die het zo fijn vond hier te zijn; ze was even een avondje uit ‘het zorgen’. Zonder de inzet van een groepje vrijwilligers, had zij simpelweg niet die fijne avond gehad! " Ook noemt hij een schoonmaakactie van het zwembad in Midwoud. "Een groep mensen uit het dorp maakt het zwembad klaar voor het seizoen. Dat is vrijwilligerswerk in zijn puurste vorm: mensen offeren hun tijd op, zodat de hele gemeenschap ervan kan genieten." NLdoet Hoewel zijn agenda weinig ruimte laat voor structureel vrijwilligerswerk, deed de burgemeester dit jaar mee met NLdoet. "Vrijwilligerspunt zoekt voor ons de klussen. We hebben dit jaar koper gepoetst in het Witte Kerkje. Het college doet ieder jaar mee. Zo werd er vorig jaar geholpen met de lunch voor bewoners in een woonzorgcentrum. Zo ervaar je ook hoe divers vrijwilligerswerk is." Hij ziet deelname aan zulke activiteiten ook als een soort werkbezoek: “Het is een mooie manier om te ervaren wat er speelt in de samenleving en om mensen écht te ontmoeten.” Daarnaast is hij lid van de Raad van Toezicht van Vrijwilligerspunt. "Dat is ook vrijwilligerswerk. Hierdoor leer ik de organisatie beter kennen, maar ook de samenleving. En ik zie nog scherper hoe belangrijk vrijwilligerswerk is." De kracht van kleine daden Vrijwilligerswerk zit vaak in kleine dingen: een vuilnisbak buitenzetten voor de buurvrouw, boodschappen doen, een praatje maken. "Zeker in dorpen zie je dat gemeenschapsgevoel nog sterk terug", zegt de burgemeester. "Maar ook in een kleine stad als Medemblik is dat aanwezig. Het zijn die kleine dingen die een groot verschil maken en ervoor zorgen dat we als gemeenschap zelfvoorzienend blijven.” Volgens de burgemeester hoeven vrijwilligers geen bloemen of applaus. "Ze doen het omdat ze zich verantwoordelijk voelen voor hun omgeving. Niet vanuit hoogdravende ideeën, maar omdat ze vinden dat we het samen moeten doen. Dat vind ik zo mooi." Vrijwilligerspunt 40 jaar Dit jaar viert Vrijwilligerspunt Westfriesland haar 40ste verjaardag. Daarom hebben we speciaal voor dit jubileum interviews afgenomen met de burgemeesters van West-Friesland en organisaties en vrijwilligers die een bijzondere bijdrage leveren aan vrijwilligerswerk in de regio. Iedere maand zullen we een verhaal delen.
Lees meer

Michel organiseert het onvergetelijk diner

| Doe es gewoon vrijwillig

Locatie: de kookstudio van kookvereniging De Eenhoorn in Hoorn. Op het menu: pastinaaksoep, een stamppotje, ijs met kersen als nagerecht. In de keuken: de onvergetelijke kookclub van Alzheimer Nederland. Michel Rosier is de chef-kok bij de kookgroepen in West-Friesland. “Het is altijd gezellig en iedereen vindt hier z’n plek.” De geur van bouillon en knoflook komt je al tegemoet als je de kookstudio van De Eenhoorn in de Huesmolen binnenstapt. De pannen sissen, de messen kletteren en alle koks in de keuken zijn geconcentreerd aan het werk. Het is een bijzondere groep amateurchefs die zich hier uitslooft op het driegangenmenu, want we kijken even om de hoek bij De Onvergetelijke Kookclub, een initiatief van Alzheimer Nederland. Eens in de maand komen mensen met dementie en hun naasten bij elkaar om samen een fantastisch menu in elkaar te draaien. Met partner (of iemand anders) Het menu verzinnen, de recepten uitwerken en de boodschappen halen, dat regelt Michel Rosier allemaal. “In Hoorn staan we met acht koppels in de keuken. Het is een vaste groep, de meeste mensen komen elke maand. Sommige mensen nemen hun partner mee, of hun zoon of dochter. Samen werken we aan een driegangenmenu. Geen sterrenniveau, maar gewoon goed eten. Vaak zijn het gerechten die mensen thuis ook kunnen maken, op de kookclub doen ze soms nieuwe ideeën op.” Locatie plus chef Michel is al jarenlang lid van de kookvereniging. Alzheimer Nederland klopte bij hem aan toen ze een locatie zochten voor hun kookclub. Kon De Eenhoorn ze daarbij helpen? Michel was meteen enthousiast. “Ik ben niet alleen een van de chefs bij De Eenhoorn, ik kook ook als vrijwilliger in het hospice in Hoorn. Ik ben gek op koken en ik vind het prachtig om zulke avonden te begeleiden. Dus uiteindelijk zochten ze alleen een plek om te koken, maar ze vonden ook een kok die de groep kan begeleiden.” Koppels uit elkaar Is er een groot verschil tussen de Onvergetelijke Kookclub en gewone kookclubs die Michel begeleidt? Eigenlijk niet, zegt hij. “Het is altijd gezellig, iedereen vindt z’n plek. Wij proberen de koppels vaak uit elkaar te halen, het is leuk om ook eens iemand anders te spreken. Zo komen mantelzorgers ook met elkaar in gesprek, ik merk dat dat ze goed doet.” Michel en de andere vrijwilligers houden alles scherp in de gaten, want juist in deze kookclub kan het eens voorkomen dat iemand voor de tweede keer zout in de soep doet, of zelfs een derde keer. “Dat voorkomen we door goed op te letten. Maar verder passen we niet zoveel aan.” Succes Na het koken schuiven ze samen aan tafel om van hun werk te genieten. Michel: “Iedereen kan meedoen met de Onvergetelijke Kookclub, met een paar voorbehouden: mensen moeten nog zelfstandig wonen en het fysiek aankunnen. Iemand met valproblemen is bijvoorbeeld niet handig in de keuken. Maar als een deelnemer het liefst aan tafel zit en de aardappelen schilt, en de meer ingewikkelde bereidingen aan andere leden van de kookclub overlaat, is dat ook prima.” De Onvergetelijke Kookclub is zo’n succes, dat inmiddels ook een grote groep in Stedebroec loopt “Binnenkort gaan we in Opmeer starten. Ik zou graag nog wat vrijwilligers willen aanhaken, wat hulp kan ik goed gebruiken. Vooral wat jongere mensen, en dan bedoel ik rond een jaar of vijftig, zijn van harte welkom.”
Lees meer

'Vrijwilligerswerk geeft veerkracht aan de samenleving'

| Doe es gewoon vrijwillig

Waar blijft gemeente Hoorn zonder vrijwilligers? Helemaal nergens, als je het burgemeester Jan Nieuwenburg vraagt. Taalmaatjes, hockeycoaches, leiding bij de scouting of carnavalsvierders, alle vrijwilligers samen maken van Hoorn een warme, sociale gemeente. “Van vrijwilligerswerk leer je: als je onbaatzuchtig geeft, krijg je veel terug.” Jan Nieuwenburg is een trotse burgemeester. Trots op de historische stad, op de dorpen waar iedereen elkaar helpt zonder poeha, op de verenigingen waar jong en oud lekker kunnen sporten, om maar wat te noemen. En hij is heel trots op de vrijwilligers in de gemeente Hoorn die dat allemaal mogelijk maken. “Op talloze plekken in onze gemeente zie ik veel mensen die zich vrijwillig inzetten. Hele bijzondere mensen zie ik jaarlijks bij de lintjesregen waarbij ik vrijwilligers die al jarenlang hun werk doen mag onderscheiden. Niet als vrijwilliger bij één organisatie, maar meestal bij meer. En dat allemaal naast hun werk en privéleven. Iets willen bijdragen aan de samenleving, ik ben er trots op dat dat leeft hier. Het zit de mensen in mijn gemeente in het DNA.” Structuur en zeilen De burgemeester heeft zelf jarenlang vrijwilligerswerk gedaan voor de scouting, een organisatie die hij nog steeds koestert. “Als 15-jarige heb ik daar veel geleerd: verantwoordelijkheid, structuur en natuurlijk zeilen. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe leuk en belangrijk scouting is, daar worden kinderen en jongeren goed begeleid, zonder aanziens des persoons. Ik heb er ook geleerd: als je onbaatzuchtig geeft, krijg je veel terug.” Elkaar begrijpen Het belang van vrijwilligerswerk voor Hoorn, Zwaag en Blokker is niet te onderschatten. “Al onze sportclubs draaien op vrijwilligers. En denk eens aan de carnavalsvereniging in Zwaag, die de grootste optocht boven de rivieren organiseert: allemaal vrijwilligers die een week na de optocht alweer plannen maken voor volgend jaar. Aan de vrijwillige budgetmaatjes en de andere vrijwilligers in het sociaal domein. Of de taalvrijwilligers, die nieuwkomers in onze gemeente helpen bij de taal en de Nederlandse cultuur. Bij de naturalisatiebijeenkomsten, elke maand, zie ik ze voorbij komen en daar benadruk ik ook hoe belangrijk hun werk is: zonder taal kunnen mensen elkaar niet begrijpen. En zonder communicatie kunnen we niet goed samenleven.” De vrijwilligers zorgen met elkaar voor een plezierige, sociale samenleving. En dat is hard nodig, zegt de burgemeester. “Kijk maar naar het huidige politieke klimaat, kijk maar naar het wereldnieuws. We moeten op elkaar kunnen rekenen, op elkaar kunnen bouwen. Zo blijft de samenleving vitaal en veerkrachtig.” Vrijwilligerspunt 40 jaar Dit jaar viert Vrijwilligerspunt Westfriesland haar 40ste verjaardag. Iedere maand delen we een verhaal met het thema ‘vrijwilligerswerk’ van de burgemeesters van West-Friesland en organisaties en vrijwilligers die een bijzondere bijdrage leveren aan vrijwilligerswerk in de regio.
Lees meer

Frank brengt groene magie in de klas

| Doe es gewoon vrijwillig

Lijkt je klaslokaal ineens op een jungle of een tuincentrum, dan is Frank Timmerman van GreenBee Foundation op je basisschool. Zijn GreenBee Foundation geeft gastlessen op de basisschool over de power van planten. Frank: “Ik weet zeker dat in elke klas bij een paar kinderen een vonkje overslaat. En daar doen we het voor.” Hij weet zelf wanneer bij hem een schakelaar om ging: de les bloemschikken op de basisschool, gegeven door een broer van mijn opa. “Alles wat mijn oudoom vertelde over de bloemen ben ik nooit vergeten, van de andere lessen kan ik me niks meer herinneren. Dat maakte zo’n indruk op me, dat ik me meer ging verdiepen in bloemen en planten.” Dat heeft uiteindelijk geleid tot GreenBee, de organisatie met een team van vier mensen, die gastlessen geven op scholen om de kinderen een liefde voor planten bij te brengen. Planten hebben superkrachten Zo’n gastles begint altijd op dezelfde manier: Frank - of een van z’n collega’s - staat voor de klas, omringd door allemaal kamerplanten. Op elke pot staat de naam van een kind in de klas. “Ik deel die planten uit en vertel bij elke plant wat voor superkrachten hij heeft. De lepelplant, hij heet officieel spathiphyllum, zuivert bijvoorbeeld de lucht. De geldboom kan stokoud worden en de aloe vera helpt een droge huid. Zo heeft elke plant zijn eigen verhaal.” Ieder kind krijgt z’n eigen plant, die gaat na de les mee naar huis. “Sommige kinderen slaan meteen hun armen om de pot van hun plant. In de les die volgt gaan we uitzoeken wat planten nodig hebben om te groeien en te bloeien. Lucht, licht, warmte en vooral: liefde. En we praten over wat de planten voor ons doen. Ze geven ons zuurstof, ze zorgen ervoor dat het in huis gezellig is, je kunt je beter concentreren als er planten in de buurt zijn en je wordt creatiever, om maar wat voorbeelden te noemen.” Groen is belangrijk Elke klas is anders, maar in elke klas ziet Frank hetzelfde gebeuren: de kinderen worden enthousiast, ze zijn blij met hun plant en ze raken geïnteresseerd in groen. “De kracht van planten is wat dat betreft ongelofelijk. Als je je erin gaat verdiepen, merk je dat planten om je heen zo ontzettend belangrijk zijn. Ik weet zeker dat er in elke klas een paar kinderen zijn bij wie een vonk overslaat. Dat worden de change makers, die gaan op een andere manier naar de natuur kijken. Dat is ook de reden dat we met GreenBee zijn begonnen: we willen de liefde van kinderen voor groen aanwakkeren. Zo groeit hun respect voor planten en dat draagt weer bij aan een mooiere wereld, met evenwicht tussen mensen en de natuur.” Daarom wil GreenBee uitbreiden. Ze hebben al 85 gastlessen gegeven, in het hele land, maar streven er nu naar om alle 220 basisscholen in Noord-Holland te bezoeken. Daar is wel wat extra menskracht voor nodig. Frank: “Ik zou graag in contact willen komen met mensen die als vrijwilliger die gastlessen willen geven. Natuurlijk lopen ze eerst een paar keer met ons mee om te zien hoe we dat doen. En daarna kunnen ze zelf aan de slag met de draaiboeken en de uitgewerkte methode.” De planten, de potten en het lesmateriaal: voor alles heeft GreenBee sponsors kunnen vinden of donaties weten binnen te halen. Wat nog ontbreekt, is een bedrijfsbus. “We proppen nu alle spullen in de auto, ik kan in mijne voor twee klassen planten kwijt. Maar een bus zou veel praktischer zijn.” Bedrijven die op een of andere manier willen samenwerken, zijn ook van harte welkom. “We staan open voor verbinding,” zegt Frank. “We zoeken partners, die op welke manier dan ook iets willen terugdoen voor de maatschappij. Financieel of zelf lesgeven, vanuit je bedrijf of in je eentje, iedereen doet het op z’n eigen manier.” Goed zorgen En wie nu bang is dat die prachtige planten die mee naar huis gaan, binnen de kortste keren zijn veranderd in bossen stro of een handje snot: mis. “De kinderen zorgen allemaal vol overgave voor hun planten. In het boekje dat ze mee naar huis kunnen nemen, staat hoe ze dat het beste kunnen doen. En na een tijdje krijgen ze er zelf gevoel voor of de plant water nodig heeft, of misschien op een lichtere plek moet staan. Vorige week sprak ik een jongen die vijf jaar geleden in een van de eerste gastlessen zat. Hoe gaat het met je plant, vroeg ik. Die is zó groot", wees hij aan met z’n handen. "Prachtig toch?” Vrijwilligerswerk Ook vrijwilliger worden bij GreenBee? Check hier hun organisatiepagina voor de openstaande vrijwilligersfuncties.
Lees meer

Foto’s als spiegel van je leven

| Doe es gewoon vrijwillig

Vakantiefoto’s, selfies voor Instagram en tientallen plaatjes van de kat: we maken de hele dag foto’s. Wat zeggen die foto’s over onszelf? In West-Friesland start Jan Sitvast, bestuurslid van Humanitas West-Friesland, een fotogroep waarbij beelden meer zijn dan mooie plaatjes: ze worden een spiegel van je leven. “Foto’s geven inzicht in wat jij belangrijk vindt,” zegt hij. De activiteiten van Humanitas in West-Friesland beslaan een breed aanbod aan hulp. Dat gaat van hulp bij het op orde brengen van de administratie, hulp bij opvoeden, tot het schrijven van een levensboek en een telefooncirkel van mensen die elkaar elke ochtend opbellen om kort te kletsen. Naast directe hulp bij concrete problemen gaat het ook om verbinding en zingeving, vertelt Jan Sitvast: “Onderling contact en verbinding helpt tegen eenzaamheid.” Dat is ook het uitgangspunt van de nieuwe activiteit die Jan gaat starten in Stede Broec: de fotogroep. Scherpe foto’s? Niet nodig Perfecte foto’s maken of technisch je camera leren kennen, daar is de fotogroep van Jan Sitvast niet mee bezig. “De foto’s hoeven zelfs niet scherp te zijn”, zegt hij. “Het gaat erom wat je vastlegt, en wat het verhaal daarbij is. De fotogroep begint met het maken van foto’s van de omgeving. Dat kan van alles zijn: dingen die je leven de moeite waard maken, waar je van geniet of waar je je goed door gaat voelen.” Jan heeft al jaren ervaring met fotogroepen om jezelf beter te leren kennen. Sterker nog: hij ontwikkelde zelf deze methode om met foto’s te werken. “Na mijn opleiding als historicus ben ik in de psychiatrie gaan werken. Daar heb ik meerdere fotogroepen begeleid, uiteraard met mensen die vastliepen en een diagnose hadden. Maar ik weet zeker dat de fotogroep zoals ik die voor me zie, voor iedereen interessant kan zijn.” Diepere laag De foto’s uit de eerste bijeenkomst worden in de volgende bijeenkomsten geordend en besproken. De inzichten komen op papier en ook die teksten worden besproken. “Op die manier komen we tot een verhaal bij de foto’s. We komen uiteindelijk op een diepere, meer abstracte laag. En dat kan inzicht geven in alles wat je echt belangrijk vindt.” Jan heeft het meerdermalen zien gebeuren: mensen die aan de hand van foto’s die zelf hadden gemaakt, gingen nadenken over hun eigen leven en over wat ze misschien daarin willen veranderen. “Indrukwekkend. Het is ook mooi om aan de hand van de foto’s in gesprek te gaan met andere mensen. Zo leer je elkaar op een andere manier kennen.” Expositie Uiteindelijk kan de fotogroep toewerken naar een expositie. “Die tentoonstelling is in eerste instantie bedoeld voor onszelf, voor de deelnemers. Maar als iedereen dat leuk vindt, kunnen we ook vrienden en familie uitnodigen om de foto’s te bekijken.” Maar zover is het nog niet, nu zoekt Jan vooral mensen die mee willen doen met de fotogroep die in september gaat beginnen. Jan: “Ervaring met fotografie is niet nodig, deelname kost geen geld en iedereen kan meedoen. De enige voorwaarde is dat je het leuk vindt om over de foto’s te praten met andere mensen en dat je ervoor open staat om jezelf beter te leren kennen.” Humanitas zoekt vrijwilligers Ook vrijwilliger worden bij Humanitas West-Friesland zoals Jan Sitvast? Op onze vacaturebank vind je de vacatures die openstaan bij Humanitas! Klik op deze link voor een overzicht.
Lees meer

Caressa viert de Hoornse stadsfeesten op een andere manier

| Doe es gewoon vrijwillig

Naar een bandje kijken, een dansvoorstelling zien en meedoen met de stadskaraoke: tijdens de Hoornse Stadsfeesten (13, 14 en 15 juni) kan het allemaal. Vrijwilliger Caressa de Vries en nog tachtig andere vrijwilligers maken dat mogelijk. “Ik maak de optredens allemaal mee achter de schermen.” Vorig jaar gaf Caressa zich voor het eerst op als vrijwilliger. “Het leek me gewoon leuk. Hoorn is mijn stad en dit is het feestje van de stad, dus daar wil ik graag aan bijdragen. Ik werd ingedeeld bij de kinderactiviteiten. Bij de springkussens en bij andere activiteiten hielp ik mee zodat alles rustig verliep.” Dat ging hartstikke goed, maar haar andere vrijwilligersklusje tijdens de Stadsfeesten beviel haar beter. “Ik werkte achter de schermen bij het hoofdpodium op het Roode Steen, waar de artiesten dus wachten op hun optreden. Achteraf blijven ze er ook nog even hangen. Ik was ingedeeld bij de bar, dus het kwam goed van pas dat ik wat horeca-ervaring heb.” Vriendin overgehaald Direct na afloop heeft ze zich weer opgegeven voor dit jaar. Geen springkussen meer, maar volop bij het grote podium aan de slag. “Ik heb een goede vriendin overgehaald om zich ook op te geven, ik heb haar voortdurend geappt. Ik weet zeker dat ze dit heel leuk gaat vinden. Je maakt een praatje met de artiesten, zorgt ervoor dat ze een drankje krijgen, laat ze zien waar ze hun spullen kunnen neerleggen.” Het is voor de organisatie geen probleem om de vriendinnen gezamenlijk in te delen, vertelt ze. “We hebben twee keer van tevoren een overleg met alle vrijwilligers. Dan wordt geïnventariseerd wat je graag wilt doen en wanneer je beschikbaar bent. Met alle voorkeuren wordt zoveel mogelijk rekening gehouden. Ook krijg je zo alvast een idee van het team vrijwilligers, en dat is altijd heel gezellig.” Rock ‘n roll Werken in de artiestenlounge bij het grote podium, dat klinkt hartstikke rock ‘n roll. Kijk maar even naar die line-up: The Very 80’s, JERRA& Chippa, Marianne Lighthart, om maar wat namen te noemen. En zondag de grote afsluiter op het hoofdpodium, de Night of the Gitar. Als bonus zullen Caressa en haar vriendin alle optredens wel vanuit de coulissen kunnen zien, of niet? “Nouja, dat is een beetje de vraag. We zijn waarschijnlijk druk bezig bij de artiestenbar. Maar ik weet zeker dat we de muziek wel horen, dus we staan zeker lekker te zingen en te swingen tijdens het werk.” Toch is het echt werken, vertelt ze. “Artiesten proberen toch meer gasten mee te nemen achter het podium dan ze van tevoren hebben aangegeven. Dan moeten we streng zijn, want de ruimte is beperkt. Anders is het achter het podium propvol.” Energie genoeg Aan het einde van de drie dagen stadsfeesten is Caressa helemaal versleten. “Bekaf,” zegt ze. “Er komt zoveel op je af, dat is gigantisch. Maar het geeft ook energie. Ik spreek allemaal leuke mensen, oude bekenden en nieuwe vrienden. En het is fantastisch om de Hoornse Stadsfeesten mee te maken als onderdeel van de organisatie, je ziet wat er allemaal bij komt kijken om een evenement zoals dit te organiseren.”
Lees meer

‘Niet voor jezelf, maar voor een ander’

| Doe es gewoon vrijwillig

Hoe moeten sportverenigingen, kerken, de brandweer, politie en alle evenementen het redden zonder vrijwilligers? Dat is onmogelijk, interim-burgemeester Pieter Dijkman (inmiddels opgevolgd door Bram Diepstraten). “Mensen die zich belangeloos inzetten, maken de samenleving sterker.” Pieter Dijkman is van oorsprong geen Westfries en omdat hij interim-burgemeester is, woont hij ook niet in Hoogkarspel. Als relatieve buitenstaander vallen hem dus zaken op, die voor de echte Westfries doodnormaal zijn. Zo blijft hij zich verbazen over de gemeenschapszin van de inwoners van ‘zijn’ gemeente. “Neem nou woonzorgcentrum het Noorderlandhuis, vlakbij ons gemeentehuis in Hoogkarspel. Is het kermis, dan nodigen de kermisexploitanten de bewoners van het Noorderlandhuis uit. Als burgemeester mag ik ook mee, ambtsketen om, het is een feestelijk dagje uit. En datzelfde gebeurt bij woonzorgcentrum De Bosman in Venhuizen. Een groep vrijwilligers zorgt ervoor dat alle bewoners lekker naar de kermis kunnen, ook als ze in een rolstoel zitten of met een rollator lopen. Mensen genieten enorm als ze de attracties bekijken, een kopje koffie drinken, zelfs een rondje in de zweefmolen maken. En als die vrijwilligers er niet zouden zijn, ging het hele feest mooi niet door.” Ontsnappen uit het gemeentehuis Ook zo’n typisch Westfriese traditie als de dorpsveiling maakt elke keer weer een diepe indruk. “De lokale middenstand en de bewoners stellen kavels beschikbaar. Als gemeente bieden wij ook een kavel aan, vorig jaar was dat een escaperoom in ons gemeentehuis, een groot succes. Inwoners bieden tijdens de veiling op die kavels en met de opbrengst worden weer vrijwilligersprojecten mogelijk gemaakt. Dat is toch een geweldig initiatief!” Schouderklopje of een bedankje En wat nog het meeste indruk maakt: alle vrijwilligers doen hun werk niet om schouderklopjes te krijgen. Een bedankje? Nee hoor, niet nodig. “Natuurlijk zijn we als gemeente de vrijwilligers oneindig dankbaar. Het mooiste is dat mensen hun vrijwilligerswerk volledig belangeloos doen. Daar wordt niet over geteut, ze doen het gewoon. Niet voor zichzelf, maar voor de ander, voor de samenleving. De vrijwillige brandweer, sportverenigingen, vrijwilligers en zelfs de plaatselijke politiek; ze maken het allemaal mogelijk. En dat geldt ook voor mensen die een keertje de score bijhouden van een pubquiz in het dorpshuis, zoals ik laatst heb gedaan in mijn dorp, of die af en toe omkijken naar een buur die het niet makkelijk heeft. Als we ons met z’n allen inzetten, wordt de samenleving sterker en weerbaarder.” Vrijwilligerspunt Westfriesland 40 jaar Dit jaar viert Vrijwilligerspunt Westfriesland haar 40 ste verjaardag. Het hele jaar door delen we een verhaal met het thema ‘vrijwilligerswerk’ van de burgemeesters van West-Friesland en organisaties en vrijwilligers die een bijzondere bijdrage leveren aan vrijwilligerswerk in de regio.
Lees meer

Een luisterend oor bij Pisa

| Doe es gewoon vrijwillig

Het begint met een kop koffie. En daarna volgt een gesprek. En daarna misschien nog veel meer gesprekken. Of activiteiten zoals wandelen of koken, reiki of een lunch. En misschien regelmatig lotgenotencontact. Pisa betekent veel voor mensen met kanker en hun naasten. En de gastheren en gastvrouwen spelen daarbij een voorname rol, vertelt Gerard Janssen Duijghuijsen, nu twee jaar gastheer in het huis. Krijgen mensen de diagnose ‘kanker’, dan komen ze in een emotionele achtbaan terecht. Afspraken in het ziekenhuis, gesprekken met familie en vrienden, en al die vragen in je hoofd… Lastig. “Informatie is er voldoende”, weet Gerard uit ervaring. “Met een stapel brochures en folders loop je het ziekenhuis uit. Maar op zo’n moment sta je daar misschien nog niet voor open. Of de informatie komt niet bij je binnen.” Hoe moet je dan verder? “Mensen worden naar ons verwezen vanuit het ziekenhuis, door hun arts of verpleegkundige. En soms via mond-tot-mondreclame, vrienden of familie die ons kennen.” Positieve gezondheid Pisa, een Ipso-centrum voor leven met en na kanker, is een toevluchtsoord voor iedereen met kanker en hun naasten. De gastvrouw of gastheer is de eerste die een gast van Pisa tegenkomt. “Het begint met een kopje thee”, zegt Gerard. “We praten met elkaar. We luisteren naar het verhaal van de gast en samen proberen we erachter te komen wat de gast nodig heeft. Alle vrijwilligers werken vanuit het model van ‘positieve gezondheid’. Samen met de gast bekijken we hoe ze scoren op aspecten als kwaliteit van leven, dagelijks functioneren en mentaal welbevinden. “Door de kanker of door de behandeling kom je bij het aspect ‘lichaamsfuncties’ misschien laag uit. Je hebt misschien pijn of je kunt fysiek niet meer wat eerder wel ging. Maar als we gaan werken aan ‘zingeving’ of aan ‘meedoen’, kan de score op die punten juist stijgen.” Volle agenda Om die positieve gezondheid te bevorderen, biedt Pisa allerlei activiteiten aan. Je kunt het zo gek niet verzinnen of je kunt eraan meedoen: van lotgenotencontact tot een wandelgroepje, van yoga tot samen lunchen – de agenda is bomvol. Gerard: “Dat is eigenlijk ook de reden dat we nieuwe gastheren en gastvrouwen zoeken. We willen liefst altijd met twee gastheren of gastvrouwen per dag aanwezig zijn. Dan kunnen we aandacht geven aan iemand die zomaar komt binnenlopen, terwijl geplande activiteiten ook worden begeleid. Mensen vinden hier altijd een luisterend oor, of ze nou vooraf een afspraak hebben gemaakt of niet.” Liever doen dan praten De groep vrijwilligers bij Pisa telt nu zo’n veertig man, nouja: vooral vrouwen. Als je het Gerard vraagt, mogen daar best wat mannen bijkomen. “Sommige mannen praten makkelijker met een andere man. Als we een paar dagen per week een man als gastheer hebben rondlopen, hoop ik dat dat ook andere mannen aantrekt die zich als gast bij Pisa melden. Ik heb gemerkt dat mannen over het algemeen liever doen dan praten. We staan overal voor open: als iemand een idee heeft voor een activiteit, krijg je alle ruimte om dat te organiseren.” Nieuwe gastvrouwen en gastheren krijgen een driedaagse cursus van Ipso, de organisatie achter centra voor mensen met kanker en hun naasten, voorheen: inloophuizen, in heel Nederland. En daarna lopen ze drie maanden mee met de ervaren gastheren en gastvrouwen in Pisa. Gerard: “Veel mensen die bij ons werken, hebben ervaring met kanker. Vaak is dat de reden dat ze vrijwilligerswerk voor Pisa willen doen. Tegelijkertijd staat bij ons de gast altijd centraal. Dat betekent dat je in de verwerking van je ziekte al wat stappen moet hebben gemaakt om een goede gastheer of gastvrouw te zijn. Zitten mensen nog met zichzelf en hun ziekte in de knoop, dan lukt dat niet.” Gesprekken met gasten van Pisa kunnen soms verdrietig zijn, weet Gerard. “Tijdens de training van Ipso leer je hoe je daarmee om kunt gaan. In intervisiegroepen met onze collega’s kunnen we als gastheer of gastvrouw elkaar ondersteunen en adviseren.” Goed voor gast én voor jezelf Een goede gastheer of gastvrouw is sociaal, vindt het fijn om met mensen om te gaan en wil graag iets betekenen voor een ander. “Je biedt ruimte aan iemand anders, ruimte om weer zelf de regie te pakken in een situatie waarin je je onmachtig kunt voelen,” zegt Gerard. “Dat is fijn voor onze gasten, maar ook voor jezelf, merk ik. Het werken bij Pisa zorgt ervoor dat ik meer zingeving ervaar. Daardoor stijgt mijn kwaliteit van leven ook.” Vrijwilliger bij Pisa Lijkt de rol van gastheer of gastvrouw je iets? Reageer dan op de vacature via deze link .
Lees meer

'Je doet het voor elkaar en samen'

| Doe es gewoon vrijwillig

Vrijwilligerswerk kan een prachtige manier zijn om je eigen talenten te ontdekken. Zo kwam burgemeester Jeltje Hoekstra van de gemeente Enkhuizen via haar bestuurswerk voor een voetbalvereniging als twintiger in de lokale politiek terecht. En je ziet maar waar dat toe kan leiden. “Het voelt niet als werk, het voelt als zorgen voor elkaar en gezamenlijk iets voor elkaar krijgen.” Jeltje Hoekstra is de nieuwe burgemeester van Enkhuizen, begonnen in december. Als ze uit het raam kijkt van deze tijdelijke werkkamer – het gemeentehuis verhuist binnenkort naar een historisch pand in de binnenstad - dan ziet ze het al: die oude pandjes, de historische binnenstad, het Zuiderzeemuseum, de gemeente zou nergens zijn zonder al die vrijwilligers die zich inzetten om alles laten reilen en zeilen. “Dit is een gemeente met een rijk cultureel leven en veel evenementen. Of ze nou posters plakken, het verkeer regelen of activiteiten begeleiden: zonder vrijwilligers zou het onmogelijk zijn.” Wil je iets voor elkaar krijgen? Van jongs af aan doet burgemeester Hoekstra zelf ook vrijwilligerswerk – al zou ze het op die leeftijd nooit zo genoemd hebben. “Mijn ouders waren betrokken bij het verenigingsleven van het dorp waar we opgroeiden. Ik zat ook al jong in het bestuur van de ondernemersvereniging en van de plaatselijke voetbalvereniging. Ik ontdekte: als je iets gedaan wilt krijgen, moet je je daar zelf voor inspannen.” Moest de vereniging iets regelen met de gemeente, dan dook de jonge Jeltje daarin. “Ik nam contact op met de gemeenteraad, ging in fractie-overleggen uitleggen wat we wilden. En soms lukte het ook nog. Zo is als twintiger mijn belangstelling voor politiek ontstaan.” Als vrijwilliger kun je niet alleen iets bijdragen aan de samenleving, maar ook iets nieuws ontdekken van jezelf. “Vrijwilligerswerk kan mensen sterker maken. Bij een carrière-switch kun je via vrijwilligerswerk bijvoorbeeld andere werkervaring opdoen.” Mooie samenleving bouwen Ze maakte, naast haar werk in de lokale politiek, carrière bij grote verzekeraars. Maar werken voor de aandeelhouders stond haar op een bepaald moment tegen. “Het draait niet allemaal om geld en carrière maken”, zegt ze. “Een mooie, sterke samenleving bouwen vind ik veel belangrijker. Het voelt niet als werk, het voelt als zorgen voor elkaar en gezamenlijk iets voor elkaar krijgen. En juist vrijwilligerswerk is bij uitstek werk dat je doet vanuit liefde voor de samenleving. Je doet het voor elkaar en je doet het samen, dat is de succesfactor van vrijwilligerswerk.” Vrijwilligerspunt Westfriesland 40 jaar Dit jaar viert Vrijwilligerspunt Westfriesland haar 40 ste verjaardag. Iedere maand delen we een verhaal met het thema ‘vrijwilligerswerk’ van de burgemeesters van West-Friesland en organisaties en vrijwilligers die een bijzondere bijdrage leveren aan vrijwilligerswerk in de regio.
Lees meer

Koen maakt het leuker in het Risdamhuis

| Doe es gewoon vrijwillig

Koen Dingemans ging van een middagje schoffelen en harken naar een jaar lang vrijwilligerswerk. De 15-jarige scholier uit Hoorn deed via NLdoet vrijwilligerswerk in het Risdamhuis. Dat vond hij zo leuk, dat hij bleef hangen. En nu gaat hij vaak dammen en pimpampetten met ouderen met dementie. Koen: “Leven is de moeite waard, ook met dementie. Dat heb ik hier geleerd.” Oscar Romero, de middelbare school van Koen Dingemans, doet elk jaar mee met NLdoet, georganiseerd door Vrijwilligerspunt Westfriesland. De leerlingen kiezen waar ze een dag vrijwilligerswerk willen doen. Vorig jaar ging Koen met een paar klasgenoten aan de slag in de tuin van het Risdamhuis. “Lekker dicht bij huis”, verklaart hij zijn keuze. “En ik was wel benieuwd wat daar gebeurt. Ik was nog nooit met mensen met dementie in aanraking gekomen.” Toen de tuin was geschoffeld, al het oude blad was weggeharkt en zelfs de voorjaarsbloemen in de grond waren gezet, vroeg Koen of hij hier niet zou kunnen blijven. “De activiteitenbegeleider van het Risdamhuis vertelde me dat er veel mogelijkheden zijn voor vrijwilligers, ook als ze nog op school zitten. Ik liet mijn telefoonnummer achter en na een paar weken kon ik beginnen als vrijwilliger.” Praat maar gewoon Dat kwam niet helemaal uit de lucht vallen. Koen is geïnteresseerd in werken in de zorg, ook door het voorbeeld van zijn tante die als verpleegkundige werkt en zijn nichtje die een zorgopleiding volgt. “Dat wil ik ook. Als ik m’n examen achter de rug heb, over ruim een jaar, ga ik mbo-verpleegkunde doen. Dit vrijwilligerswerk is een goede voorbereiding. Ik leer bijvoorbeeld hoe ik met kwetsbare mensen moet omgaan. Sommige bewoners kunnen bijvoorbeeld niet goed uitleggen wat ze willen of hoe ze zich voelen. Ik heb gemerkt dat gewoon met ze praten dan het beste is. Sommige mensen doen alsof ze met een klein kind praten, maar dat is echt niet nodig.” Koen vertelt dat het werken bij het Risdamhuis hem een ander beeld heeft gegeven hoe het is om dement te zijn. “Daar denken mensen vaak negatief over: dement, in een verzorgingshuis. Maar dit is een kleinschalige woonvorm. En hoewel dementie voor familie en vrienden ingrijpend is, zie ik dat de bewoners er goed mee kunnen leven. Hier is aandacht voor elkaar, het is gewoon zoals thuis. Het leven is de moeite waard, ook met dementie.” Pimpampet of de duo-fiets Elke week komt Koen naar het Risdamhuis om activiteiten te begeleiden. “Als het wat rustiger is, ga ik met een bewoner dammen. Nu wordt het weer wat drukker, er komen meer bewoners naar de activiteiten. Dan gaan we pimpampet spelen, of we doen een balspel. En als het weer het toelaat, gaan we binnenkort met bewoners op een duo-fiets erop uit. Een uitstapje naar de kinderboerderij staat ook op de planning.” De bewoners zijn heel blij met de vrijwilligers, merkt hij. “Hun wereld is klein geworden. Sommige mensen komen bijna niet buiten het Risdamhuis. Met de activiteiten maken we de bewoners blij, hun leven wordt een beetje mooier. Daarom zou ik iedereen aanraden om ook vrijwilligerswerk te doen. Vrienden vinden het leuk dat ik dit doe, maar zelf kiezen ze voor hun bijbaantjes. Dan verdienen ze tenminste nog wat, zeggen ze. Als ik volwassenen vertel over m’n vrijwilligerswerk, zeggen ze soms dat ze ook zoiets wel willen doen.” Hij zou het iedereen aanraden om vrijwilligerswerk te doen, vooral jongeren. “Het kan een goede voorbereiding zijn op je vervolgopleiding. Maar vooral is het gewoon erg leuk.”
Lees meer

‘Een samenleving maak je samen’

| Doe es gewoon vrijwillig

Vrijwilligers zijn de ruggengraat van Stede Broec: van buurtruzies sussen tot nieuwkomers helpen, ze maken samenleven écht samen. Burgemeester Ronald Wortelboer ziet dagelijks hoe vrijwilligersorganisaties het verschil maken. ‘En vergis je niet: iemand die een praatje maakt met een eenzame buur, is net zo goed vrijwilliger.’ De vrijwilligers zijn het cement én de smeerolie van Stede Broec, zegt Ronald Wortelboer. ‘Ze houden de samenleving bij elkaar, op de vrijwilligers kunnen we bouwen. En door samen de schouders ergens onder te zetten, gaat het werk sneller en makkelijker. Of het nou bardiensten zijn bij de voetbalvereniging, nieuwkomers begeleiden in het Taalhuis of als buurtbemiddelaar burenruzies sussen; vrijwilligers zijn onmisbaar.’ De burgemeester weet waar hij over praat, want jaren geleden ging hij zelf als buurtbemiddelaar de boer op. ‘Ik was toen natuurlijk nog geen burgemeester, maar werkte als mediator. En dat wilde ik ook als vrijwilliger doen. Een conflict dat jarenlang voortsleepte, kon door één gesprek worden opgelost. Indrukwekkend, toch? Toen ik in Stede Broec ging werken, heb ik direct voorgesteld om hier ook met buurtbemiddeling te gaan werken.’ Meedoen met NLdoet Tegenwoordig is in de drukke agenda van de burgemeester echt geen gaatje meer te vinden om een vrijwilligersklus op te pakken. ‘Mijn afspraken zijn ook ’s avonds, en soms in het weekend’, zegt hij. ‘Maar elk jaar in maart doen we als college mee met NLdoet. Uiteenlopende klussen zijn dat. We hebben al eens een schuur geschilderd met z’n allen en geholpen bij het bijenstation. Zo’n dagje klussen bij een organisatie in de gemeente is niet alleen leuk om te doen, je steekt er ook wat van op.’ Wie maakt het verschil? Welke vrijwilligersorganisaties maken in Stede Broec het verschil? Aan dat antwoord gaat hij zich niet wagen, zegt hij. ‘Dat wordt een lange lijst, bij veel initiatieven in deze regio zijn vrijwilligers betrokken. En als ik dan een vereniging of een persoon vergeet te noemen, doe ik ze tekort. Maar er zijn een paar mensen die ik overal tegen lijk te komen. Ze herkennen zichzelf vast als ik dit vertel: altijd vrolijk, nooit een lang gezicht, met enorm veel energie. Spontaan zetten ze zich in voor verschillende organisaties. Trouwens, vrijwilligerswerk wordt niet alleen in organisaties gedaan. Mensen die gewoon een kopje koffiedrinken met een eenzame buur, of een praatje maken als ze weten dat daar behoefte aan is, doen eigenlijk ook vrijwilligerswerk, al zullen ze dat zelf niet zo noemen. Alle mensen die omzien naar elkaar, zich betrokken voelen bij hun dorp en bij de buurt, verdienen een groot compliment. Want een samenleving, het woord zegt het al, maken we samen.’ Vrijwilligerspunt Westfriesland 40 jaar Dit jaar viert Vrijwilligerspunt Westfriesland haar 40ste verjaardag. Iedere maand delen we een verhaal met het thema ‘vrijwilligerswerk’ van de burgemeesters van West-Friesland en organisaties en vrijwilligers die een bijzondere bijdrage leveren aan vrijwilligerswerk in de regio.
Lees meer

Taalvrijwilliger Renske bouwt een brug tussen culturen

| Doe es gewoon vrijwillig

Het begon met Nederlandse conversatieles, maar het werden wekelijkse gesprekken over het leven, gezamenlijke etentjes en een warm familiegevoel. Taalvrijwilliger Renske Gaal: “Op de taaltraining leert Omar Nederlandse grammatica, wij oefenen samen hoe hij al die kennis kan toepassen.” Van harte welkom, kom binnen en voordat je met je ogen hebt geknipperd staan er baklava, thee en glazen water op tafel. “Zo gaat dat bij Syrische mensen”, zegt Omar Alomran. “Eten aanbieden, drinken aanbieden, het hoort bij onze cultuur. Als mensen weigeren, vragen we het nog een keer. Dat is gastvrijheid.” Renske Gaal komt nu al meer dan een jaar bij Omar en zijn vrouw Bodour Shurki Kordi over de vloer, ze weet inmiddels hoe het werkt. Elke week oefenen Omar en zij Nederlands. “Taalles is het niet”, zegt Renske. “Grammatica, spelling, al dat soort dingen leert Omar op de Nederlandse les in Hoorn. Dat is de voorbereiding op het inburgeringsexamen. Wij oefenen hoe hij die kennis kan toepassen in gesprekken. Omar is perfectionistisch en miste het vertrouwen dat hij bijvoorbeeld met mensen een praatje kon aanknopen. Dat zorgde voor een hoge drempel.” Groeiend zelfvertrouwen Wat oefenen ze dan? Samen bedenken ze opdrachten, zoals: ga vragen of je iets kunt kopiëren in de bibliotheek, vraag waar de studieplekken zijn. Alle mogelijke vragen en antwoorden bereiden ze voor en dan kan Omar erop af. “Dat lukt heel goed”, zegt hij, bijna tot zijn verbazing. “Mensen begrijpen me en ze helpen me. Op die manier groeit mijn zelfvertrouwen.” Renske heeft een tas vol slimme leermiddelen bij zich, zoals de taalplaten. Dat zijn grote tekeningen waarop van alles gebeurt, die aanleiding kunnen vormen voor een gesprek. Ook de kletskoek-kaartjes werken heel goed. “Dat zijn vragen die je aan elkaar kunt stellen om een gesprek te starten. Laatst trokken we het kaartje ‘Welke muziek heeft u ontroerd?’. Toen hadden we een gesprek over allerlei soorten muziek, van klassiek tot pop. En zo hebben we regelmatig mooie gesprekken met elkaar, waarin we allerlei aspecten van de Nederlandse cultuur bespreken.” Nederlands is moeilijk Renske en Omar kennen elkaar nu twee jaar, want toen begon Renske als taalvrijwilliger bij Bodour, zijn echtgenote. “Zij sprak al goed Engels en was vertrouwd met ons alfabet. Voor haar was het makkelijker om Nederlands te leren, hoe moeilijk onze taal ook is. Ze heeft nu een baan als regionaal assistent op de internationale marketingafdeling van een groot bedrijf, ze heeft mijn hulp niet meer nodig. Toen ze vroeg of ik Omar kon helpen, hoefde ik niet lang na te denken.” Nederlands leren is niet makkelijk. De inconsequenties in de taal vallen extra op als je het moet uitleggen aan iemand die de taal leert, merkt Renske. Omar vertelt: “Nederlandse muziek is ook moeilijk te verstaan. Maar ik probeer het journaal te kijken, dat wordt elke dag uitgezonden in duidelijke taal. En ik kijk op Youtube naar allemaal oefenvideo’s.” Drie uur per dag besteedt Omar aan het leren van de taal, nog afgezien van de taallessen in Hoorn en de wekelijkse afspraak met Renske. Geen wonder dat hij met sprongen vooruitgaat. Brug tussen culturen Omar: “De lessen zijn erg gezellig. Bodour en ik hebben ook een keer bij Renske en haar man Anton gegeten, ons zoontje Sam ging gezellig mee. Toen heb ik met Renske samen pannenkoeken gebakken. Erg lekker!” Renske: “En dat is meteen een leerzame ervaring, want we hebben allemaal woorden in de keuken behandeld. De beslagkom, de garde, de koekenpan, noem maar op.” Daarna werden Renske en Anton uitgenodigd bij het Syrische gezin thuis. Lamsvlees uit de oven, muhamara (een paprika-dipsaus) en humus, het was allemaal heerlijk. En op zijn telefoon laat Omar foto’s zien van een uitstapje naar kasteel Radboud. “Ik ben ook een keer naar de moskee geweest, op de open dag”, vertelt Renske. “Dat is voor mij het mooie van mijn vrijwilligerswerk als taalvrijwilliger; ik leer veel over andere culturen.” Omar zoekt naar de juiste woorden om uit te leggen wat Renske voor hem betekent. “Ze bouwt een brug tussen onze culturen. En ze is voor mij familie geworden, mijn familie in Nederland.”
Lees meer

'Vrijwilligers zijn de ruggengraat van onze organisatie'

| Doe es gewoon vrijwillig

Stichting Netwerk zet zich al 40 jaar in voor het welzijn van Hoorn en haar inwoners. Met de inzet van tientallen medewerkers en circa 850 vrijwilligers kunnen inwoners, jong en oud, hun talenten ontdekken en ontwikkelen, elkaar ontmoeten en meedoen in de samenleving. Carina Hooiveld, directeur-bestuurder van Stichting Netwerk: “Onze vrijwilligers zijn de ruggengraat van Hoorn en Stichting Netwerk. Zonder hen kunnen wij niet doen wat we nu doen.” Stichting Netwerk verbindt mensen met elkaar, versterkt hun eigen kracht en voorkomt dat kleine problemen groot worden. Carina: “Verbinden, versterken en voorkomen: na 40 jaar staat deze missie nog steeds als een huis. Wij doen dat voor alle bewoners, met speciale aandacht voor mensen die in een kwetsbare situatie zitten.” Daarin werkt Stichting Netwerk samen met partners, zoals Vrijwilligerspunt Westfriesland. Carina: “Soms zijn wij voor bepaalde vraagstukken niet de juiste partij en verwijzen wij door naar bijvoorbeeld Vrijwilligerspunt. We trekken ook samen op in projecten die te maken hebben met bijvoorbeeld vergrijzing, of eenzaamheid. We zijn niet elkaars concurrent, we versterken elkaar juist. Door samen te werken, kun je ook sámen iets opbouwen dat toekomstbestendig is.” Ruggengraat De 850 vrijwilligers zijn voor Stichting Netwerk onmisbaar. Carina: “Zij staan dichtbij mensen en buurten, weten wat er leeft en zien wat de bewoners nodig hebben. Ze denken met ons mee, houden ons scherp en zijn onze ogen en oren. En dat is enorm waardevol. Zij zijn de ruggengraat van onze organisatie, en van Hoorn. Vrijwilligers doen ertoe en ook vrijwilligerswerk doet ertoe. Als je vrijwilliger bent, doet dat ook iets voor jouw persoonlijke ontwikkeling en zingeving.” Vrijwilligerswerk Wat voor vrijwilligerswerk doet Carina? “Ik moet bekennen dat ik momenteel geen tijd kan vinden voor vrijwilligerswerk. Al kun je je wel afvragen: ‘Hoe definieer je vrijwilligerswerk?’ Want toen ik klassenmoeder was, of lid was van de huisvestingscommissie van de sportclub van mijn dochters, noemden we dat geen vrijwilligerswerk, maar dat is het eigenlijk wel. Ik denk dat ook veel Nederlanders vrijwilligerswerk doen, zonder dat ze het weten.” Carina heeft wel al veel vrijwilligerswerk gedaan. “Zoals bestuurslid van een wijkcentrum, vrijwilliger bij de atletiekvereniging en bij de voedselbank op Curaçao, waar ik gewoond heb. Ik merk wel dat ik altijd vrijwilligerswerk kies, dat raakvlakken heeft met mijn werk. Dus misschien moet ik juist wel totaal iets anders doen. Ik houd bijvoorbeeld van de natuur en van lekker buiten zijn, dus misschien vrijwilliger bij Natuurmonumenten? Want dat is het leuke aan vrijwilligerswerk; je kunt alles doen, als je er maar blij van wordt en het bijdraagt aan de samenleving!” Vrijwilliger worden bij Stichting Netwerk? Kijk op netwerkhoorn.nl/vrijwilligers Vrijwilligerspunt Westfriesland 40 jaar Dit jaar viert Vrijwilligerspunt Westfriesland haar 40ste verjaardag. Iedere maand delen we een verhaal met het thema ‘vrijwilligerswerk’ van de burgemeesters van West-Friesland en organisaties en vrijwilligers die een bijzondere bijdrage leveren aan vrijwilligerswerk in de regio.
Lees meer

"Vrijwilligerswerk heeft een positieve uitwerking op mijn zelfbeeld"

| Doe es gewoon vrijwillig

Stichting Netwerk bestaat in 2025 40 jaar. Al 40 jaar is Netwerk dé organisatie voor welzijnswerk in Hoorn. Samen met medewerkers, vrijwilligers, partners en inwoners bouwen zij aan een sociale stad. Stichting Netwerk verbindt mensen, versterkt de eigen kracht en voorkomt dat kleine problemen groot worden. Vrijwilliger en MDT’er Linde van der Gulik (19) vertelt wat Netwerk voor haar betekent. Linde kwam via Vrijwilligerspunt Westfriesland met MDT (Maatschappelijke Diensttijd) in aanraking. Met MDT doe je iets voor een ander en/of de samenleving, ontwikkel je je talenten én kun je rekenen op betekenisvolle ontmoetingen. Vrijwilligerspunt koppelde haar aan Stichting Netwerk. Linde: “Ik ben begonnen met een MDT-traject wat betekent dat ik op vrijwillige basis ervaring opdoe in een maatschappelijke organisatie. Stichting Netwerk bood mij de kans om te helpen bij verschillende activiteiten om zo te kijken wat het beste bij mij past. Ik ben begonnen bij het Mama Café in wijkcentrum Kersenboogerd en ik hielp mee in de tweedehandskledingwinkel Groene Cirkel Netwerk Boutique. Het was leuk, maar ik haalde er niet genoeg voldoening uit. We kwamen uit bij de Girlsclub in MFA De Kreek en hier ben ik écht op mijn plek! Elke week help ik stagiaires met het organiseren van activiteiten voor de Girlsclub en begeleid ik de deelnemers.” Wat vindt Linde het mooiste aan dit vrijwilligerswerk? “Dat de meiden en stagiaires weten dat ze bij mij terecht kunnen voor vragen, advies of gewoon om een leuk praatje te maken.” Positieve kant van de wereld Stichting Netwerk heeft Linde de positieve kant van de wereld laten inzien. “Ik heb geleerd dat er wél mensen zijn die om elkaar geven en voor een liefdevollere samenleving willen zorgen. Door de Girlsclub heb ik het gevoel dat ik iets goeds doe en ik haal hier veel voldoening uit. En het heeft een positieve uitwerking op mijn zelfbeeld.” En hoe kijkt Linde terug op haar tijd bij Girlsclub? Linde: “Ik heb veel gelachen en mooie gesprekken gevoerd en dat doe ik nog steeds. Mensen geven vaak aan dat ze blij zijn met mijn openheid. Ik ben dankbaar voor de liefde die ik bij Stichting Netwerk mag ontvangen.” MDT iets voor jou? Lees hier meer.
Lees meer

Het is prachtig om te zien hoe hun zelfvertrouwen in de taal groeit

| Doe es gewoon vrijwillig

In een knusse woonkamer in Bovenkarspel leest Ilona Stolwijk elke maandagmiddag voor aan een Syrisch gezin dat probeert zijn weg te vinden in de Nederlandse taal. Via het project SamenVoorlezen van Taalhuis Westfriesland helpt zij kinderen met een taalachterstand. En meer, want deze impact gaat verder dan alleen het lezen van verhalen. Redacteur: Jordy Gomes, Rodi Media “Ik was op zoek naar vrijwilligerswerk toen ik via een kennis hoorde over SamenVoorlezen”, vertelt Ilona. “Taal is ontzettend belangrijk in onze maatschappij. Het is de sleutel tot zelfredzaamheid en het begrijpen van alles om je heen. Het idee dat ik daarmee een gezin kan helpen, gaf me meteen inspiratie om dit traject aan te gaan.” Door Vrijwilligerspunt werd Ilona gekoppeld aan een Syrisch gezin met drie jonge kinderen. Het oudste meisje, van zeven jaar, was voor het traject aangemeld, maar haar jongere broertje en zusje doen ook mee. Zelfs de ouders schuiven regelmatig aan. “We beginnen meestal samen”, legt Ilona uit. “De moeder is er altijd bij en als het uitkomt, is de vader ook van de partij. Een warm welkom De betrokkenheid van het gezin geeft Ilona veel voldoening. “Ze zijn heel enthousiast en blij om me te zien. Zodra ik bij de deur aanbel, zie ik de handjes van de kinderen al door de brievenbus komen en hoor ik ze ‘Juf Ilona’ roepen. Het voelt goed om zo warm onthaald te worden, en langzaam bouw je toch een vertrouwensband met hen op.” Meer dan voorlezen Voor Ilona draait het voorlezen niet alleen om de verhalen. “Ik combineer het vaak met een taalspelletje”, vertelt ze. “Ik vraag bijvoorbeeld om het tegenovergestelde van woorden zoals dik en dun, of laat de kinderen voorwerpen in huis aanwijzen, zoals de deurkruk of een tafel. Dit soort oefeningen maken het interactief en zorgen ervoor dat de kinderen betrokken blijven. Over het algemeen hebben jonge kinderen een korte spannings- boog, dus het is essentieel om de activiteit af te wisselen. Beginnen met lezen werkt het beste omdat ze dan nog gefocust zijn. Daarna spelen we dus taalspelletjes om het leuk en leerzaam te houden.” Hoewel het lastig is om de exacte vooruitgang te meten, merkt Ilona dat het oudste meisje steeds meer durft te praten. “In het begin was ze heel stil en terughoudend, maar nu vertelt ze me steeds vaker verhalen. Als ze een fout maakt in haar zinsopbouw, help ik haar dat te verbeteren. Het is prachtig om te zien hoe haar zelfvertrouwen groeit.” Onvergetelijk moment De gastvrijheid van het Syrische gezin heeft diepe indruk op Ilona gemaakt. “Een keer had de moeder het over eten tijdens het voorlezen, maar ik begreep niet goed waar ze precies op doelde. Aan het einde van het uur werd ik verrast met een compleet avondmaal, wat ik natuurlijk niet kon weigeren. Het was zo hartverwarmend en typisch voor hun cultuur om me zo welkom te laten voelen. Dat soort momenten vergeet ik nooit.” Het project SamenVoorlezen biedt niet alleen ondersteuning aan de gezinnen, maar ook aan de vrijwilligers. “Ik krijg tussentijds contact en begeleiding. Dat is fijn, want je wilt zeker weten dat je op de goede weg zit”, legt Ilona uit. Het traject duurt meestal twintig weken, met als optie een verlenging van vijf weken. Bij de afsluiting is de contactpersoon van Vrijwilligerspunt aanwezig om alles netjes, maar vooral feestelijk af te ronden. Het voorleeskind wordt namelijk beloond met een heus diploma en een cadeautje. Voor Ilona is het duidelijk dat dit vrijwilligerswerk voor herhaling vatbaar is. “Na dit gezin ga ik graag verder met een ander voorleesgezin. Ik wil blijven bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen.” Voorlezer worden Ilona moedigt anderen aan om zich ook aan te melden bij SamenVoorlezen. “Het is een leuke manier om iets bij te dragen aan je omgeving. Je kunt je eigen tijd indelen en het voelt goed om te weten dat je echt helpt. In sommige gevallen profiteert niet alleen het kind, maar ook het hele gezin ervan.” Lijkt het jou leuk om voor te lezen en al met slechts één uurtje in de week het verschil te maken? Of ken je een gezin dat taalondersteuning kan gebruiken? Vul het aanmeldformulier in via d eze link , of stuur een mail naar [email protected] of bel naar 0229-216499.
Lees meer

'Vrijwilligerswerk moet vooral energie geven'

| Doe es gewoon vrijwillig

Al van jongs af aan doet directeur-bestuurder Miranda Zwart van Vrijwilligerspunt Westfriesland vrijwilligerswerk. Wat er onder vrijwilligerswerk verstaan wordt, mag dan in de loop der jaren veranderd zijn, maar niet waar vrijwilligerswerk voor Miranda aan moet voldoen. “Ik wil als vrijwilliger echt iets kunnen bijdragen. En, het vrijwilligerswerk moet me energie geven. Dat is mijn belangrijkste voorwaarde, anders doe ik het niet.” Op 25 september 2025 wordt Vrijwilligerspunt Westfriesland 40 jaar. Dit jaar werkt Miranda 25 jaar voor Vrijwilligerspunt. Er is veel veranderd in die 40 jaar. Miranda: “Tegenwoordig is het onderscheid tussen betaald en vrijwilligerswerk veel minder duidelijk. Daarnaast werd vrijwilligerswerk in de jaren ’80 vaak gezien als een morele verplichting. Nu doe je vooral vrijwilligerswerk om jezelf te ontwikkelen, om je netwerk te verbreden en om zingeving te vinden door iets voor een ander te doen. Je kunt als vrijwilliger werkzaamheden doen, die je niet in een betaalde baan hebt kunnen vinden. Je talenten inzetten. Dat is toch mooi?! We kijken daarom nu ook meer naar wat de vrijwilliger te bieden heeft en zoeken daar vrijwilligerswerk bij, en minder andersom.” Energie Miranda was 8 jaar toen ze kennis maakte met vrijwilligerswerk. Miranda: “Ik collecteerde voor de Dierenbescherming en verkocht kalenders. Prachtig vond ik dat; ik was verliefd op alle dieren die erop stonden! Nu ben ik collectanten-coördinator bij de Brandwondenstichting en voorzitter van stichting Hòfi Chikí, een stichting die bosjes met inheemse planten en bomen plant op Curaçao. Ieder jaar is mijn doel bij de Brandwondenstichting dat we meer ophalen dan het jaar ervoor. Uiteraard ga ik zelf ook de deuren langs en het feit dat mensen bereid zijn een gift te doen, klein of groot, maakt mij oprecht blij. Met Hòfi Chikí wordt bijgedragen aan de natuur en de biodiversiteit op het eiland. Het is dan toch geweldig dat je daaraan kunt en mag bijdragen? Dat geeft me zoveel energie!” Waarom zou iedereen vrijwilligerswerk moeten doen? Miranda: “Iets doen voor een ander, zonder dat daar geld tegenover staat, dat zou eigenlijk iedereen moeten doen. In deze maatschappij is al zoveel geld gedreven. Dat je iets doet vanuit je intrinsieke motivatie, puur omdat je dat belangrijk en leuk vindt. Daar hou ik van.” Vrijwilligerspunt Westfriesland 40 jaar Dit jaar viert Vrijwilligerspunt Westfriesland haar 40ste verjaardag. Iedere maand delen we een verhaal met het thema ‘vrijwilligerswerk’ van de burgemeesters van West-Friesland en organisaties en vrijwilligers die een bijzondere bijdrage leveren aan vrijwilligerswerk in de regio.
Lees meer

Freek groeide van taalvrijwilliger naar vriend

| Doe es gewoon vrijwillig

Freek Boon komt al sinds maart 2023 over de vloer bij Oreen Hussein en Akkach Haïdir uit Syrië. Hij begon als taalvrijwilliger via Taalhuis Westfriesland, maar zo ziet hij zichzelf niet meer: “Ik zie het niet meer als vrijwilligerswerk. Als ik op bezoek kom, kom ik als vriend.” Oreen en Akkach zijn met hun twee zonen acht jaar geleden gevlucht uit Syrië naar Turkije. Na drie jaar ging Akkach naar Nederland. Alleen. Pas na bijna 1,5 jaar alleen gewoond te hebben in een AZC in Nederland, mochten zijn vrouw en kinderen overkomen. “Dat was een zware tijd”, vertelt Akkach. “Het was druk in het AZC en er waren veel problemen. En dan het gemis van mijn vrouw en kinderen. Gelukkig wonen we nu al ruim 3 jaar met onze zonen van inmiddels 12 en 15 jaar in dit fijne huis in Enkhuizen. Daar zijn we heel dankbaar voor.” Nadat Oreen en Akkach hun inburgeringsexamen hadden gehaald, stopten ze niet met het leren van de Nederlandse taal. Oreen: “We gaan geregeld naar het Taalcafé hier in Enkhuizen. Daar komen mensen uit allerlei landen, zoals Amerika, China, Indonesië en Columbia. Ook uit Arabisch sprekende landen, maar daar ga ik bewust niet bij zitten. Want, ik wil de Nederlandse taal leren en zo moet ik wel Nederlands spreken!” Taalvrijwilliger Maar Oreen en Akkach wilden nog meer Nederlands oefenen en hun vriendin Malika, die bij Vrijwilligerspunt Westfriesland werkt, adviseerde om bij Taalhuis Westfriesland om een taalvrijwilliger te vragen. En dat werd Freek Boon. Freek: “Ik heb samen met mijn vriendin een jaar in Málaga gewoond. Daar zijn we gelijk op Spaanse les gegaan, want de taal spreken van het land waar je woont, is heel belangrijk om je thuis te kunnen voelen. Dat hebben we zelf ondervonden. Daarom wilde ik daar ook wat mee doen toen we weer terug waren in Nederland. Ik meldde me aan als Taalvrijwilliger bij Taalhuis en ging op kennismakingsgesprek bij Oreen en Akkach. Het klikte meteen.” Huiswerk De eerste periode leerde Oreen en Akkach de taal door het doen van o.a. taalopdrachten en kregen ze huiswerk mee. “Dat doe ik nu niet meer”, vertelt Freek. “Ik deed ook vaak mijn huiswerk niet”, biecht Akkach al lachend op. Hoewel Oreen wel altijd ijverig was, pakt Freek het nu anders aan: “Ik overleg nu met beiden waar we het over gaan hebben. Zo vindt Oreen geschiedenis heel interessant en praat Akkach graag over politiek. We vinden altijd wel een onderwerp waar we over kunnen praten.” “Of Freek helpt ons met ingewikkelde formulieren”, vult Akkach aan. “Bijvoorbeeld van de belastingdienst of de gemeente. En Freek is mee geweest naar het oudergesprek op school. Dat was echt heel fijn.” (Vrijwilligers)werk Akkach werkt inmiddels als elektricien voor een bedrijf in Andijk en Oreen is vrijwilliger op de basisschool Het Driespan in Enkhuizen. Oreen: “Ik liet Freek weten dat ik het leuk vind met kinderen te werken. Freek is voor de zomervakantie met mij langs een aantal basisscholen gegaan om te vragen of ik de docenten kon helpen met de kinderen. Het Driespan was direct enthousiast en na de zomervakantie kon ik al aan de slag. Ik speel spelletjes met de kinderen en help de leerkrachten waar nodig. Heel goed voor mijn Nederlands en wat zo leuk is: de kinderen verbeteren me! Ik ging eerst maar een uurtje per week naar school. Ik wilde wel vaker, maar dat durfde ik niet te zeggen in het Nederlands. Maar, uiteindelijk was ik toch dapper genoeg om het te zeggen en nu mag ik zo vaak komen als ik wil.” Het Nederlands praten gaat Akkach gemakkelijker af. “Ik praat graag Nederlands. Ik praat het liefst met iedereen die ik tegenkom. Ik vind het zo fijn dat mensen nooit boos worden als ik iets niet begrijp. Dan doen ze altijd hun best om andere woorden te kiezen, die ik wel begrijp. Daarom vind ik het ook niet eng om Nederlands te praten.” Vriendschap Hoewel normaliter een taalvrijwilliger na een tijd wisselt van gezin, is Freek niet van plan weg te gaan. “Dat wil ik helemaal niet. Ik zie ze echt als vrienden. Je gaat toch niet ineens nooit meer langs je vrienden? En hele bijzonder vrienden, want ze hebben veel meegemaakt en hebben zó een ander levensverhaal dan Nederlanders! Dat vind ik interessant. En ik vind het geweldig om te zien dat ze enorm hun best doen om hier te integreren. Mooi dat ik daar een bijdrage aan kan leveren. Niet alleen door “les te geven”, maar ook door veel leuke dingen samen te doen. Zo gaan we bijvoorbeeld samen naar de vrijmarkt, of de Sinterklaasintocht, of we gaan varen met onze boot. Ze zijn zelfs op kraamvisite geweest van onze zoon Ruben. Ik neem Ruben ook vaak mee als ik hier kom. Als ik zonder Ruben kom, zijn ze gewoon teleurgesteld.” Oreen en Akkach zijn heel blij met Freek. Akkach: “Freek is heel aardig en we zijn heel dankbaar dat hij ons altijd wil helpen. Freek is voor ons een lid van de familie.”
Lees meer

Joyce geeft haar taalmaatjes ruimte om te bloeien

| Doe es gewoon vrijwillig

Taalvrijwilliger Joyce Bol doet haar vrijwilligerswerk met hart en ziel. Met een mooie reden: ze wil nieuwkomers weer zichzelf laten zijn en laten zien. ‘Op de Nederlandse les leren ze de d’s en de t’s, maar ik wil met ze praten zodat ze met andere mensen in Nederland een verbinding kunnen maken en zichzelf in hun nieuwe land kunnen terugvinden.’ De overburen vingen een Oekraïens gezin op en via via kwam Joyce in contact met dit stel. ‘Ik had ze aangeboden: als jullie kinderen willen spelen, we hebben allemaal speelgoed in onze schuur staan, ze zijn van harte welkom. Toen hun kinderen kwamen springen op onze trampoline, kwam ik met de ouders in gesprek. Zij werden eigenlijk mijn eerste taalmaatjes. Eerder had ik wel over dit vrijwilligerswerk nagedacht, maar ik durfde de stap niet te nemen.’ Wie ben je? Op dit moment begeleidt Joyce als taalvrijwilliger van Taalhuis Westfriesland twee taalmaatjes. Eens per week bezoeken ze elkaar, soms bij Joyce thuis en soms bij het taalmaatje thuis. Haar insteek is duidelijk: gewoon gezellig kletsen. ‘Ze zitten ook op school, dat is allemaal goed georganiseerd. Daar leren ze nieuwe woorden en grammatica, maar tijdens onze afspraak wil ik gewoon met elkaar praten. Wie ben je? Hoe vind je jezelf weer terug in een ander land? Volgens mij kunnen mensen sneller integreren in onze samenleving als ze zichzelf kunnen zijn en zich welkom voelen.’ Speelafspraak plannen Dus oefent Joyce met de taalmaatjes hoe je een praatje met de buurman maakt, speelafspraken maakt op het schoolplein of hoe het allemaal werkt in de kledingwinkel. En Joyce moedigt haar taalmaatjes aan mee te doen met activiteiten, bijvoorbeeld op school. ‘Waarom zit jouw kind niet op het timmerdorp, vroeg ik aan een van de taalmaatjes. Ze wist niet wat het was en hoe dat werkte. Aanmelden, zeg ik dan. En als er op de school van de kinderen vrijwilligers worden gevraagd voor een activiteit, zeg ik tegen de taalmaatjes dat ze zich daar ook voor kunnen opgeven. Vaak willen mensen wel, maar durven ze niet.’ Dus Joyce is niet alleen een begripvolle vriendin voor de taalmaatjes, maar soms ook een stok achter de deur of een schop onder de kont. ‘Nouja, een lief duwtje in de rug, zou ik zeggen. Want zo streng ben ik nou ook weer niet.’ Ga in gesprek Gelukszoekers? Joyce noemt ze liever ‘liefdeszoekers’. ‘Die negativiteit in het nieuws over vluchtelingen vind ik lastig. Mensen die hier naartoe vluchten, hebben van alles achter de rug. Stel je voor dat je een jaar of veertig bent, maar je spreekt de taal alsof je hooguit drie jaar oud bent en je doet werk op het niveau van een twintigjarige. Dan wordt niet gezien wie je bent en wat je kunt. Mensen die zo kritisch zijn, zou ik adviseren: ga eens in gesprek. De mensen die ik heb ontmoet zijn buitengewoon ontwikkeld, heel vriendelijk en ze doen enorm hun best voor hun nieuwe leven.’ Koffiedrinken De gesprekken die Joyce voert met de taalmaatjes, brachten haar op een nieuw idee. Ze organiseert binnenkort een koffiegroepje. Eens in de twee weken zet ze op dinsdagochtend een goeie pot koffie, nieuwkomers uit Midwoud die willen kletsen, kunnen aanschuiven. ‘Via de school heb ik een oproepje gedaan, ook mijn taalmaatjes komen. Ik vind het maar spannend, ik weet niet hoe het gaat lopen. Toen ik dat tegen een taalmaatje zei, reageerde ze verbaasd. ‘Jij? Maar je spreekt al Nederlands!’ Heb je ook zin om taalvrijwilliger te worden? Joyce raadt het je van harte aan. Als zij het kan, kan iedereen het, zegt ze. “Ik ben dyslectisch, ik ben geen juf en ik kan geen lesgeven. Maar wat ik taalmaatjes wel kan meegeven: dat ze mens mogen zijn. Dat is het belangrijkste van alles.’ Taalvrijwilliger worden Ga naar de pagina van Taalhuis voor meer informatie over de mogelijkheden.
Lees meer

Marian en Janneke brengen buren in gesprek

| Doe es gewoon vrijwillig

Dreigt er burenruzie, maar hou je het liever gezellig in de straat? Dan schakel je De Bemiddelingskamer in. Janneke en Marian zijn vrijwilligers bij De Bemiddelingskamer. Zij brengen buren met elkaar in gesprek, om te voorkomen dat ruzies escaleren. “Ze hoeven geen beste vrienden te worden, als ze maar met elkaar in gesprek blijven.” Iedereen denkt gelijk aan de Rijdende Rechter als het over burenruzies gaat. Mensen die elkaar de huid vol schelden op de televisie, tot de rechter met zijn hamer op tafel slaat en zegt hoe het zit. De schutting mag blijven staan, de boom wordt omgezaagd en de kinderen mogen niet meer stampen op de trap, dat is zijn uitspraak en daar moet iedereen het mee doen. Zo werkt De Bemiddelingskamer dus niet, leggen Marian en Janneke uit. “Wij komen het liefst in een eerder stadium in actie. Als mensen al volop ruzie maken, is het moeilijk om een oplossing te vinden”, zegt Janneke. “Wij blijven neutraal, geven niemand gelijk of ongelijk. Het gaat erom dat de buren met elkaar in gesprek komen.” Elke kant van het verhaal Burenruzies maken nogal wat los, merkt het tweetal. Als een van de buren contact met De Bemiddelingskamer opneemt, bijvoorbeeld op aanraden van de woningbouwvereniging of de gemeente, gaan ze met z’n tweeën naar de aanmelder toe. Janneke: “We laten iemand z’n verhaal doen. We luisteren heel goed en we benadrukken dat wij geen partij kiezen. In het relaas zoeken we naar het gevoel en het verlangen wat eronder zit. Mensen zijn boos, verdrietig, bang soms. Daar is ruimte voor.” Na het verhaal van de eerste buur, lopen ze direct naar de andere buur. “We maken geen afspraak vooraf, we bellen gewoon aan. Dat pakt meestal goed uit. We geven aan dat we hun kant van het verhaal willen horen. Komt het echt niet uit, dan komen we later terug.” Op neutraal terrein Zijn de bemiddelaars bij beide partijen geweest, dan vragen ze: staan jullie open voor een bemiddelingsgesprek? Vaak willen mensen dat wel, zegt Marian. “Op neutraal terrein gaan we met elkaar in gesprek, in een buurthuis of een café. Wij zorgen tijdens dat gesprek dat iedereen zijn verhaal kan doen, dat emoties de ruimte krijgen en dat het verlangen van beide buren op tafel komt. Vaak komt dit overeen. Iedereen wil natuurlijk prettig wonen. Aan het einde van zo’n gesprek maken de buren afspraken met elkaar. Daarmee is de kou meestal uit de lucht. Voor de buren is het goed om te weten dat de bemiddelaars niks noteren of registreren. “We hebben geen dossiers, we maken geen verslag. Dus wat er tussen de buren wordt afgesproken, of juist niet, blijft tussen ons. Geen andere instantie heeft daar iets mee te maken. Als de buren het prettig vinden, kunnen ze daar ter plekke wel zelf de afspraken noteren.” Goed luisteren Om een goede bemiddelaar te zijn, moet je geïnteresseerd zijn in mensen. Goed kunnen luisteren is ook een voorwaarde, vragen stellen en vooral: doorvragen. En je eigen oordeel uitzetten, niet direct uitspreken wat je ergens van denkt of vindt. “Je wordt niet direct op buren afgestuurd”, zegt Janneke. “Nieuwe bemiddelaars krijgen eerst een training van drie dagen. Daar leren ze hoe ze neutraal blijven, welke gesprekstechnieken je kunt toepassen en hoe we ons werk het beste doen.” Janneke en Marian werken soms samen, maar vaker gaan ze met een andere bemiddelaar op pad. Dat kan net zo goed werken, vertellen ze. “Soms vind je dan makkelijker aansluiting bij de mensen waar je mee praat.” En de combinatie met een baan is goed te regelen. “Sommige mensen werken wat meer, sommige wat minder. Je kunt zelf aangeven hoeveel tijd je beschikbaar bent.” Mooi gesprek Soms is buurtbemiddeling niet het juiste instrument om problemen op te lossen. Er spelen andere problemen, of soms ziet de andere buur het niet zitten. Maar dat betekent niet dat alle inspanning voor niks was, zegt Janneke. “Mensen hebben hun verhaal kunnen doen. Soms is dat al voldoende. Je merkt toch dat iedereen z’n eigen waarheid heeft. Maar misschien dat mensen denken: ik zet toch m’n muziek wat zachter. Dan is er toch iets veranderd.” Ook de buurtbemiddelaars gaan dan niet teleurgesteld weg. “Welnee, vaak hebben we toch een mooi gesprek kunnen voeren”, zegt Janneke. “We hebben iets kunnen betekenen, al is het maar iets kleins. Zo dragen we ons steentje bij aan een betere woon- en leefomgeving.” Op de foto: Marian (l) en Janneke (r)
Lees meer
Spelende kinderen in een speeltuin.

Eenzaamheid van jonge ouders: niemand om mee te praten

| Doe es gewoon vrijwillig

Stel je voor: je hebt jonge kinderen, en geen netwerk om je te helpen. Geen buurvrouw die een pan soep brengt, geen opa die een middag kan oppassen, geen vriendin om stoom bij af te blazen. Dat is behoorlijk eenzaam, weet organisatie Home-Start. De vrijwilligers van Home-Start helpen elk jaar zo’n 40 Westfriese gezinnen die het alleen niet meer redden, vertelt projectcoördinator Christine Samsom. Jonge ouders hebben het ontzettend druk met alles wat ze moeten doen om hun gezin draaiend te houden. Ontbreekt het ze aan mensen in de buurt om eens bij te springen, dan kan het isolement van de ouders groot worden. “Ik spreek veel ouders die zich eenzaam voelen. Met wie kunnen ze praten over alles wat ze meemaken? Wie kan eens met ze meedenken over de organisatie van het jonge gezin? En bij wie kunnen ze even, al is het maar een uurtje, uitpuffen van alle hectiek? Er zijn mensen die niet kunnen rekenen op hulp van familie, vrienden of buren. En dat is behoorlijk eenzaam.” Netwerk groeit Vrijwilligers van Home-Start, een initiatief van Humanitas, helpen die jonge gezinnen. Eens per week komt iemand langs, vaak ervaringsdeskundigen die weten hoe een gezin met kleine kinderen reilt en zeilt. “We werken vraaggericht,” zegt Christine. “Dat betekent dat we gaan inventariseren waar het gezin behoefte aan heeft. Vaak is een klein sociaal netwerk het probleem. Daar kunnen we bij ondersteunen.” Praatje aanknopen Niet iedereen stapt makkelijk op mensen af om een praatje te maken, laat staan om eens hulp te vragen. Heerlijk als je daar ondersteuning bij krijgt. “Kom, we gaan met de kinderen naar de speeltuin op de hoek, zegt zo’n vrijwilliger. Of ze gaan mee naar een ouder en kind ochtend. Lopen samen naar het schoolplein, om een praatje aan te knopen met de andere ouders die daar staan. Die eerste stappen zijn belangrijk, dan komt de boel in beweging. Er verandert iets. Het isolement waar je door de drukte in kunt komen, wordt doorbroken.” Win-win De hulp van Home-Start is tijdelijk, ongeveer een jaar. Daarna kunnen gezinnen het verder zelf, de vrijwilligers zijn een tijdelijke steunpilaar. Heeft Christine een tip voor jonge ouders die zich ook eenzaam voelen? “Schakel hulp in. Dat is een win-win-situatie. Ook voor een vrijwilliger is het heel gezellig om in een gezin te komen helpen!” Ook vrijwilliger worden bij Home-Start? Bekijk dan de vacatures en reageer meteen! Foto: Unsplash (Hillshire Farm)
Lees meer

Sem is door MaS vaste vrijwilliger bij JCT The Future

| Doe es gewoon vrijwillig

Sem Veldhuizen (17) liep Maatschappelijke Stage (MaS) bij JCT the Future uit Andijk en is daar sinds 3 jaar vaste vrijwilliger. “Ik kwam hier zelf al vaak, omdat ik, net als veel jongeren die hier komen, moeite had met vrienden maken. Door mijn maatschappelijke stage en vrijwilligerswerk heb ik niet alleen zelf vrienden gemaakt, maar help ik ook andere jongeren die moeilijk connectie kunnen maken. Daar word ik echt vrolijk van.” JCT The Future organiseert activiteitenmiddagen en -avonden voor kinderen en jongeren uit Andijk en omstreken. Drie keer per week staan 's avonds de deuren open voor jongeren vanaf 12 jaar. Jongeren kunnen dan op een rustige, ongedwongen manier in contact komen met andere jongeren en chillen en gamen of een praatje maken met de vrijwilligers. Sem: “Dat zijn vooral kwetsbare jongeren. Bijvoorbeeld jongeren die speciaal onderwijs volgen, of moeite hebben met het leggen van sociale contacten. Maar ook jongeren die het thuis niet gemakkelijk hebben en een luisterend oor kunnen gebruiken.” Maatschappelijke Stage Toen Sem op het Clusius College (het huidige Vonk) zat, moest hij een Maatschappelijke Stage zoeken. Sem: “Maar waar?! Toen dacht ik aan The Future. Ik kwam daar zelf ook geregeld. Ik had moeite met het maken van vrienden. Hier kwamen ook jongeren uit Grootebroek, dus ik besloot hier toen naartoe te gaan. Ik voelde me gelijk op mijn gemak en merkte dat ik me gemakkelijker begon open te stellen, ook voor vriendschappen. Een vriend van me had hier ook stagegelopen, dus toen besloot ik Sandra Arendz, bestuurslid, te vragen of ik hier mijn MaS mocht doen. Sandra was gelijk enthousiast. Ik mocht helpen bij het organiseren van events en mocht achter de bar staan. Vooral dat vond ik heel leuk. Nog steeds. Ik ga namelijk graag het gesprek aan met de jongeren. Ik merk dat me dat ook goed afgaat. Ja, dat was vroeger wel anders! Ik ben vooral heel benieuwd naar waarom ze naar The Future komen en wat hun rugzakje is. Jongeren zijn vaak open naar mij toe. Ik ben denk ik makkelijk benaderbaar. Ik snap de jongeren, want ook ik heb me zo gevoeld als zij en ben natuurlijk zelf ook jong. Ze voelen dat ze mij kunnen vertrouwen en dat is ook zeker zo: wat zij ons vertellen, blijft tussen ons. En dat voelt veilig.” Vriendengroep Toen de MaS voorbij was, wilde Sem eigenlijk niet weg en vroeg Sandra of hij kon blijven als vaste vrijwilliger. “Sandra gaf aan heel blij met me te zijn en me graag als vrijwilliger te willen houden. Dat was dus snel geregeld, haha! Ik werk nu de ene week op dinsdagavond en de andere week op woensdagavond. De deuren gaan om 18.30 uur open en voor die tijd zet ik alles klaar: krukken van de bar, zitzakken op de grond, lekkers klaarzetten en alles gezellig maken. Ik vind het echt heel leuk. Het is mooi om te zien dat de jongeren die hier komen, en dat zijn vaak dezelfden, een vriendengroep zijn geworden die elkaar ook steunt. Komt er eentje boos binnen, dan weten de anderen hem of haar weer op te vrolijken. Ook ik ben niet altijd even goed gehumeurd, maar dan zorgen de jongeren er weer voor dat ook ik blij weer naar huis ga.” Extra hulp Het enthousiasme van Sem heeft ervoor gezorgd dat ook zijn moeder vrijwilliger is geworden. “Mijn moeder had niet veel te doen als ze vrij was van werk. Ik raadde haar aan om ook bij The Future te komen. En nu is zij bestuurslid. Zelfs mijn vader is betrokken bij The Future. Maar dan op een andere manier. Hij heeft een foodtruck en allerlei machines zoals een slushmachine. Dus als het warm is of er een event is, dan mag The Future die machine lenen en wordt de foodtruck neergezet. Goed geregeld, toch? Wat ik ook heb geregeld is dat mijn werkgever, ik werk voor Zeilmakerij van de Gruiter in Andijk, een reclamezeil heeft gesponsord. Het logo hangt nu groot aan het pand en hangt in de vlaggenmast.” Kom helpen Als het aan Sem ligt, moet iedereen vrijwilligerswerk doen. “Vrijwilligers zijn de sleutel van de maatschappij. Waarom moet je altijd iets voor geld doen en waarom niet gewoon omdat je het voor een ander wilt doen? Als je het alleen voor het geld doet, doe je het niet altijd omdat je het zo leuk vindt. Dat doe je wel als je vrijwilligerswerk doet. Behalve dat het leuk is, doe je er ook veel ervaring mee op. Heel waardevol. Laten we niet vechten met elkaar of ruzie maken, maar de vriendschappelijkheid weer terugbrengen. Als vrijwilliger bijvoorbeeld!”
Lees meer

Dineke kookt voor het aanschuifbuffet

| Doe es gewoon vrijwillig

Dineke Copier (62) kookt al vijf jaar bijna iedere laatste woensdag van de maand voor het aanschuifbuffet in Sociaal Cultureel Centrum de Schoof. “Iedereen is welkom. Het maakt niet uit of je jong bent, oud, geld hebt, of krap bij kas zit. Het aanschuifbuffet is voor iedereen die behoefte heeft aan gezelligheid, een praatje en een goede maaltijd.” Dineke is al 28 jaar vrijwilliger. “Ik heb vooral veel gewerkt met kinderen. Zo ben ik vrijwilliger bij de Speel-o-Theek geweest, heb ik een knutselgroepje opgezet en heb ik jaren, samen met mijn dochter, kinderen kookles gegeven. ‘De Kokkies”, heette dat kookclubje. Heel erg leuk, maar na een paar jaar werd de animo toch wat minder. Eigenlijk wilde ik ook wel iets anders en ik wilde meer met ouderen gaan werken. Toen werden we benaderd door de gemeente, die vroeg of we ook niet zoiets als De Kokkies konden opzetten voor ouderen. Zij zochten iets om kwetsbare ouderen weer meer te betrekken bij de maatschappij. En zo kwamen we zo’n vijf jaar geleden op het idee om één keer per maand het aanschuifbuffet te organiseren.” Vrijwilligersteam Een aanschuifbuffet maken en organiseren doe je niet even met z’n tweetjes en daarom is Dineke superblij met de vele vrijwilligers. “Er bestond al een soortgelijk initiatief vanuit de gemeente en die vrijwilligers besloten te blijven koken, maar dan voor het aanschuifbuffet. Ook stonden spontaan nieuwe vrijwilligers op die wilden meehelpen. Inmiddels zijn we met een team van zo’n 10 vrijwilligers die iedere maand het aanschuifbuffet mogelijk maken.” Zelf koken En dat flinke team is nodig, want wat begon met een handjevol mensen die meeaten, is inmiddels uitgegroeid tot een volle eetzaal. Dineke: “Er kunnen maximaal 40 mensen eten en het zit altijd vol. Iedere maand kiezen we een thema. Bijvoorbeeld Indonesisch, of juist lekker Hollands. We zijn met acht koks en iedereen kookt wat. We starten altijd met een voorgerecht: vaak een lekker soepje met een broodje met kruidenboter. Die soep maak ik meestal. Het hoofdgerecht is in buffetvorm met verschillende gerechten, zo kan iedereen zelf kiezen waar hij of zij trek in heeft. Het is wel altijd gezond, dus geen patat en gefrituurde vis. We eindigen met een lekker toetje.” Het aanschuifbuffet begint om 17.00 uur, maar de eerste vrijwilligers zijn al om 13.00 uur in de weer. “Die starten dan met koken hier in de keuken. Niet iedereen kookt hier overigens, sommigen bereiden alles thuis voor. Behalve koken, moet natuurlijk ook de eetzaal gezellig worden gemaakt en tafels worden gedekt. Er wordt iedere maand weer hard gewerkt door de vrijwilligers om alles weer een succes te maken. Twee keer per jaar maken we er een extra feestje van: met de Kerst organiseren we nog een bingo erbij en voor de zomervakantie doen we bbq. Met patat. Dan maken we een uitzondering…” Blije gezichten En dat het een succes is, dat laten de bezoekers iedere keer weer weten. Dineke: “Je ziet het meteen: ze lachen, genieten van het eten, een dikke smile op het gezicht. Je ziet iedere maand veel dezelfde gezichten, maar er vallen ook mensen af en er komen nieuwe bij. Het is fijn dat nog steeds mensen ons weten te vinden. Toen mijn dochter en ik hier vijf jaar geleden mee begonnen, moesten we nog een advertentie plaatsen in de lokale krantjes, maar nu is het vooral mond-op-mond reclame. Het mooiste vind ik om te zien als mensen voor het eerst komen, ze bij binnenkomst nog wat schuw en onwennig zijn, maar met een lach en al kletsend weer weggaan. Ze worden hier echt blij van. Zo zei een dame laatst “De stoelen zeggen ook niets, dus ik zit liever hier.” Dat is toch ook zo?! En samen eten, doet ook eten hè?! Er komt hier iedere maand een dame die slecht at, maar nu gaat ze steeds beter eten. Dat doet gezelligheid ook met je!” Het aanschuifbuffet is ook een plek waar vriendschappen ontstaan. “Ik zag laatst een heer die bij ons geregeld aanschuift, bij de biljartclub. Hij had van tafelgenoten gehoord over de biljartclub en vond dat zo leuk, dat hij nu ook hier in de Schoof iedere week komt biljarten. Er ontstaan dus ook nieuwe vriendschappen!” Trots “Eigenlijk gaan we iedere keer weer trots naar huis”, gaat Dineke enthousiast verder. “We zeggen altijd weer na afloop: het is ons maar weer mooi gelukt om voor 40 mensen te koken en weer 40 mensen blij te maken. En dat ze blij naar huis gaan, laten ze ook echt merken. We krijgen vaak lieve woorden, een aanraking of zelfs een knuffel. Dan ga je echt trots naar huis. Ik wil dit dan ook zeker nog 10 jaar doen. Ik ben dan wel niet zo’n hele goeie kok, maar ik vind het heel leuk en vooral dankbaar vrijwilligerswerk.” Schuif ook aan! Ook mee-eten met het aanschuifbuffet? Meld je aan bij De Schoof via [email protected] óf via 0228-581876. De kosten zijn 12,50 euro. Het aanschuifbuffet is iedere woensdagavond van 17.00 – 19.00 uur, behalve in de zomervakantie. De vrijwilligers met Dineke in het midden onderaan.
Lees meer

Demi maakt een groot verschil voor Jeanette

| Doe es gewoon vrijwillig

Stel je nou voor dat je niet meer kunt lopen. Geen stap meer, omdat je benen niet meewerken. Wat dan? Het leven van Jeanette Huizen staat van het ene op het andere moment stil, ze kan niks meer zelf en heeft overal hulp bij nodig. Eens per week komt vrijwilliger Demi, die zorgt voor een vrolijk moment in de ‘dikke ellende’, zoals Jeanette het noemt. Op de terugweg van de supermarkt naar huis zakte Jeanette in elkaar. Haar benen hadden geen kracht meer, ze kon geen stap meer zetten. “Gelukkig liep ik met mijn rollator, daar ben ik op gaan zitten”, vertelt ze. “Ik kon niet meer lopen. Zittend op mijn rollator ben ik thuisgekomen. En daarna is het nog een paar keer gebeurd. Vreemde mensen moesten me overeind helpen, dat is een akelige ervaring.” Kant-en-klaar Jeanette gaat ziekenhuis in, ziekenhuis uit, maar de oorzaak is nog onbekend. Terwijl haar artsen alle mogelijke moeite doen om uit te zoeken wat er aan de hand is, schakelt Jeanette praktische hulp in. “Ik woon alleen, ik moet het zelf regelen. Dus ik heb huishoudelijke hulp geregeld, laat kant-en-klaarmaaltijden bezorgen, de buren helpen me als ze kunnen en ik heb een ergotherapeut ingeschakeld. En ik heb Vrijwilligerspunt gebeld, omdat ik graag met een vrijwilliger wilde afspreken om bijvoorbeeld de boodschappen samen te doen.” Zo simpel kan het zijn Demi kwam bij Jeanette. Vanaf moment één was dat een gouden combinatie. “We spreken elke week af. Dan gaan we naar het winkelcentrum. Lekker een visje halen bij de visboer. Zo simpel kan het zijn.” Zo’n rondje door het winkelcentrum maakt voor Jeanette een groot verschil. “Je kunt je niet voorstellen hoe belangrijk het is om wat leuks te doen, zomaar. Het is voor mij even een ontsnapping uit die dikke ellende die mijn leven op dit moment is.” Jeanette is een optimistisch type, maar het valt niet mee om positief te blijven in deze onzekerheid. “Ik kom dingen tegen die ik nooit zou hebben verwacht. Want doordat ik nu in een rolstoel zit, ben ik voor alles van andere mensen afhankelijk. De huishoudelijke hulp is nu op vakantie, ik probeer thuis wat schoon te maken, maar dat lukt echt niet.” Gezocht: nieuwe Demi Elke week spreekt Jeanette met Demi af, ze kijkt er de hele week naar uit. Maar: Demi stopt met het vrijwilligerswerk. “Ze is aan het solliciteren naar een baan. Als ze betaald werk heeft, is er geen tijd meer.” Dat is heel jammer. “Ik kan gelukkig nog steeds genieten van kleine dingen, zoals mijn breiwerk, visite van de buurkat en de vogels in de tuin. En van de bezoekjes van Demi, want die uitstapjes maken een groot verschil. Dus ik hoop dat we snel een nieuwe vrijwilliger vinden, die net zo gezellig is als Demi.”
Lees meer

Romy veranderde haar studie én zichzelf door MDT

| Doe es gewoon vrijwillig

Door Maatschappelijke Diensttijd veranderde Romy Soepboer niet alleen van studie. Ze veranderde ook naar een meer zelfverzekerde en sociale jongedame. “Ik praat nu veel makkelijker met mensen, dat durfde ik vroeger echt niet. Ik sta steviger in mijn schoenen.” “Het ging niet zo goed met mij en mijn thuissituatie”, vertelt Romy. “Ik was heel onzeker, vrienden had ik niet en thuis was ik liever niet. Ik bleef daarom vaak langer op school hangen. Dat merkten ze op school ook en mijn mentor raadde me vrijwilligerswerk aan en verwees me door naar Vrijwilligerspunt. Daar kwam ik in gesprek met Fleur van Maatschappelijke Diensttijd en ik dacht gelijk: dat is wat voor mij.” Fleur legde Romy uit dat ze met Maatschappelijke Diensttijd (MDT), totaal 80 uur vrijwilligerswerk gaat doen en met trainingen en bijeenkomsten met andere MDT’ers werkt aan haar eigen ontwikkeling. “Ik voelde me best alleen en vond het leuk dat ik nieuwe mensen kon leren kennen via MDT. Daarnaast was ik ook niet meer zo zeker of ik wel rechten wilde gaan studeren, of toch iets socialer zoals het onderwijs. MDT is een goede manier om daar achter te komen.” Romy vertelde dat ze het leuk vindt om met taal bezig te zijn. Fleur adviseerde haar om taalvrijwilliger te worden. “Ik kreeg een training van Taalhuis Westfriesland en vond het gelijk leuk. Ik was 16 toen ik als taalvrijwilliger startte. Ik vond mezelf wel nog te jong om met ouderen te werken. Daar kwam ik achter toen ik werd gekoppeld aan een Chinese vrouw. Zij was veel ouder dan ik en ik wist niet goed hoe ik daarmee om moest gaan. Gelukkig vond de vrouw het leeftijdsverschil ook te groot en Vrijwilligerspunt zocht voor mij een betere match. Uiteindelijk kwam ik bij mij op school, het Horizon College, terecht in de klas om leerlingen van 15 tot 19 jaar tijdens de lessen te helpen met hun opdrachten. Het zijn leerlingen die nieuw zijn in Nederland en nog extra ondersteuning kunnen gebruiken bij de Nederlandse taal. Ik voelde me gelijk op mijn plek. Ik begrijp ook goed waar ze vandaan komen. Ook zij voelen zich vaak eenzaam en onzeker. Door de dingen die zij hebben meegemaakt, maar ook doordat ze nog niet goed genoeg de Nederlandse taal beheersen. Door hen te helpen, krijg ik zelf meer zelfvertrouwen. Je ziet ze groeien en ze zeggen ook vaak hoe blij en dankbaar ze zijn dat ik ze help.” Hoewel Romy inmiddels haar MDT heeft afgerond, is ze nog steeds als taalvrijwilliger actief. “Ik ben begin dit jaar gestopt met mijn studie Business Services. Door MDT weet ik het zeker: ik wil het onderwijs in. Volgend schooljaar begin ik met de studie Onderwijsassistent. Tot die tijd ben ik nog steeds in de klas te vinden en in de zomervakantie wil ik me ook inzetten als taalvrijwilliger. Ik heb mijn sociale kring echt uitgebreid. Er zijn vriendschappen ontstaan en in de pauzes heb ik het met de leerlingen die ik help gezellig. Ik vind het leuk om meer over hun cultuur te leren en zij over onze cultuur. Ik kan zelfs al een paar woorden Arabisch. Als ik volgend jaar weer ga studeren, zal ik minder tijd hebben voor vrijwilligerswerk, maar als het lukt, wil ik taalvrijwilliger blijven. Bijvoorbeeld als voorlezer voor jongere kinderen. Dat past goed bij mijn opleiding en lijkt me heel leuk.” Haar vrijwilligerswerk als taalvrijwilliger, heeft haar veel zekerder gemaakt. Romy: “Ik was heel onzeker over wat ik kon. Ik kreeg wel vaak genoeg te horen dat ik het goed deed, maar ik geloofde het gewoon niet, zo onzeker was ik over mezelf. Door de trainingen die in het MDT-traject worden aangeboden, zoals het stellen van doelen en presentatievaardigheden, ben ik steeds meer gaan geloven in mezelf. Ik leerde ook om mijn grenzen aan te geven. Ik wil iedereen graag helpen, maar ik kan er niet voor iedereen zijn. Ik durf nu eerder ‘nee’ te zeggen. Ik durf nu ook sneller met anderen het gesprek aan te gaan, zowel op school als daarbuiten. Dat heeft MDT mij gebracht. En dat vertel ik ook graag aan andere jongeren. Veel jongeren vinden het leuk om te horen hoe enthousiast ik erover ben. Maar zelf willen ze het dan toch vaak niet doen, omdat het vrijwillig is. Ik zeg dan dat ik er veel meer aan heb overgehouden dan geld. Geld is belangrijk, maar de ervaring die ik eruit heb gehaald, vind ik veel belangrijker!” MDT ook iets voor jou? Lees hier meer. Wil je taalvrijwilliger worden of daar meer over weten? Klik hier .
Lees meer

Leo is al veertig jaar penningmeester

| Doe es gewoon vrijwillig

Als je al veertig jaar penningmeester bent van verschillende verenigingen, zoals Leo Smit, heb je allemaal ontwikkelingen meegemaakt: van kasboek naar computerprogramma en van een fietstas vol acceptgiro’s naar een paar muisklikken en klaar. “Maar nu is het tijd voor een nieuwe, jonge generatie om het stokje over te pakken.” Als tennisliefhebber meldde Leo Smit zich in 1978 aan voor de gloednieuwe tennisclub Westerkogge in Avenhorn. “Wij waren hier net komen wonen en dit leek me een goede manier om mensen in mijn nieuwe woonplaats te leren kennen. We speelden toen nog in een lege schuur. Later kwamen er eigen tennisbanen, de vereniging groeide.” Rekenen en narekenen Lezers die jonger zijn dan pakweg dertig zullen zich verbazen over wat Leo vertelt. Toen hij penningmeester werd in 1981, werd de volledige boekhouding bijgehouden op papier. Geen computer, alleen een rekenmachine en grote schriften, waar Leo alle inkomsten en uitgaven in bijhield. “Ik werkte met zogenaamde doorschrijfboekhoudingen. Dat betekende rekenen, rekenen en nog een keer narekenen, want alles moest precies uitkomen. Uren was ik ermee bezig.” Ook de ledenadministratie kwam op Leo’s bordje. “Ik vond op zolder nog een ouderwetse kaartenbak, zo hielden we toen de gegevens bij. Om de contributie te innen, stuurde ik elk jaar brieven uit naar de leden, met een acceptgiro erbij. Bij leden in De Goorn en Avenhorn stopte ik ze zelf in de brievenbus, dat was makkelijker en goedkoper.” Op de computer Toen hij halverwege jaren tachtig via zijn werk boekhoudprogramma’s op de computer leerde kennen, zag hij meteen wat voor verschil dat zou maken. Al snel ging Tennisclub Westerkogge ook over op de computer. Hoewel, die digitalisering bracht ook weer werk met zich mee. “Ik hou nu een administratie bij van onze leden voor de tennisbond, eentje voor onszelf en dan hebben we nog een computersysteem waarmee mensen toegang krijgen tot het tennispark en de kleedkamers, dat beheer ik ook.” Er komen steeds meer kleine klusjes bij de penningmeester terecht, merkt Leo. Het kost hem bijna geen tijd, want alle gegevens zitten toch in zijn computer. “Moet er iets verstuurd worden vanuit het bestuur, dan doe ik dat via de mail. En ik hou elke dag de mailboxen bij.” Nerveus voor de kascommissie De leukste klus als penningmeester vindt Leo het opstellen van de begroting. Een sluitende begroting, natuurlijk. “Dat is elk jaar weer even puzzelen. Ons ledenaantal loopt wat terug, de vereniging vergrijst, en we willen liefst de contributie houden zoals ‘ie nu is. Ook samenwerken met de kascommissie is leuk om te doen. In het begin was ik daar wat nerveus over, ze controleren toch wat je doet, maar daar ben ik nu wel overheen.” De klus als penningmeester bevalt hem zo goed, dat hij ook bij zijn biljartvereniging de boeken bijhoudt. En toen de locatie waar de biljartvereniging speelt nog iemand zocht voor de administratie, stak Leo zijn vinger op. “Ik vind administratieve klussen gewoon heel leuk om te doen”, zegt hij. “Hoe kan het efficiënter? Dat zoek ik uit. En ik probeer subsidies te regelen voor de verenigingen, zoals nu voor de biljartclub.” Nieuw bloed welkom Helaas kan Leo zelf niet meer op de tennisbaan staan: zijn leeftijd en twee nieuwe heupen maken dat onmogelijk. “Daarom ben ik gaan biljarten, dat kan nog wél.” Dus hij denkt nu dat het misschien tijd wordt voor een nieuwe penningmeester om het werk op de tennisvereniging van hem over te nemen. “Tijd voor nieuw bloed in de club. Natuurlijk ben ik beschikbaar om mijn opvolger te helpen waar dat maar kan. Want als penningmeester kom je altijd van die klusjes tegen waarvan je je afvraagt: hoe hebben we dat vorige jaren ook alweer gedaan? Ik heb wel eens geprobeerd vast te leggen wat ik als penningmeester allemaal doe en weet, maar daar was geen beginnen aan. Liever leg ik het persoonlijk uit.” Blijft hij dan wel lid van tennisclub Westerkogge, als hij én niet meer tennist, én geen penningmeester meer is? “Ik ben erelid. En dat is een lidmaatschap voor het leven.”
Lees meer

Voorlezer Mieke was zeer welkom

| Doe es gewoon vrijwillig

Haar moeder hield van lezen, haar zussen houden van lezen en zelf is ze ook gek op lezen. Vrijwilligerswerk als voorlezer in het project SamenVoorlezen leek Mieke van Engen dan ook perfect. En het feit dat ze chronisch ziek is, blijkt geen enkel probleem voor het gezin van de 5-jarige Krystina. Ze houdt van boeken, van lezen en ook van voorlezen. En zoals ze erover praat, merk je meteen: ze kan het ook gewoon goed. Dus vrijwilligerswerk als voorlezer past perfect bij Mieke van Engen uit Westwoud. Toch had ze vooraf haar bedenkingen. “Ik ben chronisch ziek, dus ik zocht een gezin in de buurt. Dan kan ik er misschien met mijn scootmobiel wel komen. En lang rechtop zitten lukt me niet. Gelukkig was dat allemaal geen probleem voor het Poolse gezin waar ik via het project SamenVoorlezen aan werd voorgesteld.” Verstopt achter de bank De eerste kennismaking met de ouders van Krystina was hartverwarmend. “Natuurlijk verstopte dat kleine meisje zich achter de bank. Ze is nog maar vijf! Dus ik zei: waar is Krystina, ik zie haar helemaal niet! Toen was het ijs gebroken. En haar ouders waren heel blij dat er iemand kwam om te helpen met de taal.” Het eerste boekje dat Mieke meenam, was toch een beetje te makkelijk voor Krystina. Gauw op zoek naar andere boeken. Waar vind je die? Taalhuis heeft een boekenkast vol met boekjes die de voorlezers mogen gebruiken, maar Mieke keek ook even dichterbij. “Ik heb in een Facebook-groep aan mijn buren gevraagd wie me kon helpen. Al snel kreeg ik een reactie van mensen met kinderen in ongeveer dezelfde leeftijd. Ze waren meteen enthousiast: kom maar kijken in onze boekenkast, je kunt de boeken van ons lenen. Zij adviseerden de Gruffalo, en dat is nu onze favoriet. Wat een prachtig boek, zo’n leuk en grappig verhaal. De tekst is fijn om voor te lezen, op rijm, en de illustraties maken het nog leuker. Kijk, daar zit de muis weer met z’n nootje, zo griezelig ziet de Gruffalo eruit, zo bang is de slang. We hebben veel om het boek gelachen samen.” Welke taal is dit? Ook bij de kringloopwinkel en in de weggeefhoek op Facebook vond Mieke de mooiste kinderboeken. “De bibliotheek is voor mij een beetje lastig, maar dit werkt net zo goed. En deze boeken mag je gewoon houden! Ik heb inmiddels een flinke stapel in de kast van leuke voorleesboeken.” Krystina kletst er lekker op los met Mieke, haar taalontwikkeling gaat heel hard vooruit. “Tussen het voorlezen door deden we soms ook een kaartspelletje, ook een goede manier om taalvaardigheid te vergroten. Ik vond haar eigenlijk al best goed praten. Ze spreekt drie talen: Pools, Engels en Nederlands. Soms vroeg ze aan haar moeder: in welke taal moet ik dit zeggen? Ik heb bewondering voor zo’n klein grietje dat die talen allemaal leert. Dat is toch knap?” Over naar Groep 3 De leraren op de basisschool ontdekten het talentalent van Krystina ook. Na de zomer mag ze naar Groep 3, en dat was voordat het voorlezen begon nog maar de vraag. Krystina is heel blij en haar ouders ook. Die bedankten Mieke met een grote doos chocola en een mooie bos bloemen. “Haar ouders zijn sowieso lieve en warme mensen. Ik kan niet lang zitten, maar ik kon op hun bank lekker liggen. Wil je nog een paar kussens erbij, vroegen ze dan. Kon ik niet op mijn scootmobiel komen, dan boden ze aan om me op te halen en weer thuis te brengen. Andere dag beter? Geen probleem. Door flexibiliteit aan allebei de kanten, werd onze samenwerking een groot succes.” Mensen-mens Wat heeft het voorlezen Mieke zelf opgeleverd? “Iets betekenen voor iemand anders is heel bijzonder. Door mijn beperkingen kan ik niet meer zoveel doen voor andere mensen als ik zou willen, terwijl ik een echt mensen-mens ben. In dit gezin voelde ik me welkom en ik zag dat ik binnen mijn mogelijkheden een verschil heb kunnen maken. Ik kijk uit naar het volgende gezin waar ik kan voorlezen. Ik hoop dat het een kind van ongeveer dezelfde leeftijd is, dan kan ik mijn stapel boeken meenemen. En de Gruffalo ligt bovenop!”
Lees meer

Ciska en Sabrina zijn dolblij met handige Jan

| Doe es gewoon vrijwillig

De verhuizing kwam eraan, maar zelf alle lampen demonteren en in het nieuwe huis weer ophangen ging Ciska en haar dochter Sabrina echt niet lukken. Ze riepen hulp in via Hulp Dichtbij van Vrijwilligerspunt. En daar was Jan. “De klus was zo geklaard en het was bijzonder gezellig. Zelfs onze hond vond ‘m aardig, en zij is de makkelijkste niet.” Soms houden fysieke beperkingen in dat je klusjes die andere mensen bij wijze van spreken met een handje op hun rug doen, niet meer zelf kunt uitvoeren. Ciska kampt met COPD, ze heeft hartproblemen en haar benen laten haar soms in de steek. Tja, dan is een verhuizing een groot project, hoe blij je ook bent dat je kunt verhuizen. “Mijn moeder wees me op Vrijwilligerspunt”, vertelt Ciska. “Ik heb uitgelegd waar ik hulp bij kon gebruiken. Alle lampen in mijn huis moesten bijvoorbeeld worden losgeschroefd en in het nieuwe huis weer worden aangesloten. Dat kan ik zelf echt niet.” Blaffen naar mannen En daar was Jan. Hij kwam even kennismaken met Ciska en haar dochter Sabrina. Hij bekeek hoeveel werk het was en wist zelfs hond Cinna op haar gemak te stellen. “Als puppy heeft ze als zwerfhond in Portugal gewoond”, vertelt Sabrina. “Vooral mannen wantrouwt ze. Maar bij Jan was het snel goed. Hij gaf haar wat lekkers, ze heeft even geblaft en toen was ze rustig.” In een paar uur werden alle lampen door Jan vakkundig losgekoppeld en in het nieuwe huis weer opgehangen. Eén lampje lukte niet: in de slaapkamer was het zo’n warboel van snoeren, dat Ciska hem aanraadde om dat maar te laten zitten. “Ik zet daar gewoon schemerlampjes neer, veel leuker.” Klap op de vuurpijl: Jan zag in de gang de kapstok nog op de grond staan. “Die heeft hij ook nog even opgehangen. Geweldig!” Echt gezellig Moeder en dochter zitten inmiddels in hun nieuwe huis. Ze zijn blij met de hulp van Jan. “Het was ook gezellig, het is een aardige vent. We hebben echt lol gehad.” Jan moest in de zomer een operatie ondergaan, dus hij was even niet beschikbaar voor klusjes. Maar hij heeft z’n nummer bij de dames achtergelaten. “Als er nog wat is, bellen jullie maar, zei hij. Vriendelijk hè?” Ciska weet nog wel een klusje. De muren in het nieuwe huis moeten nog worden geschilderd. “Dat gaan we eerst zelf proberen, maar misschien lukt het niet. Ja, het moet wél netjes! Dus dan schakel ik weer hulp in. Misschien bel ik Jan, misschien vraag ik of Vrijwilligerspunt nog een keer iemand voor me kan vinden.” Op de foto: vlnr Sabrina en Ciska met hond Cinna
Lees meer

Ceylan is vrijwilliger gebleven na haar MaS

| Doe es gewoon vrijwillig

Ceylan Serpici liep Maatschappelijke Stage (MaS) op de kinderboerderij van Park de Woid in Lutjebroek. Ze had eigenlijk niet zo’n zin in stagelopen, maar nu is ze blij dat ze het gedaan heeft: “Ik werd gevraagd of ik na mijn stage wilde blijven als vrijwilliger. Ik ga nu om de zondag een paar uurtjes helpen en ik heb zelfs mijn broertje enthousiast gemaakt: we gaan nu samen!” Vrijwilligerspunt organiseerde in november op het Martinus College een stagemarkt waar zo’n twintig organisaties zich presenteerden. Net als haar klasgenootjes, ging Ceylan naar de stagemarkt om een stageplek te vinden. Ceylan: “Ik wist eigenlijk toen nog niet wat je allemaal kunt doen als vrijwilliger. Ik dacht dat het voornamelijk werken in een winkel was, zoals een kringloopwinkel en daar had ik eigenlijk helemaal niet zo’n zin in.” Park de Woid Op de stagemarkt kwam Ceylan erachter hoe divers vrijwilligerswerk is. “Op de stagemarkt stonden sportverenigingen, een museum, een zorginstelling en nog veel meer. Ik wist helemaal niet dat daar ook vrijwilligers actief zijn! Ik wist wel dat ik iets met kinderen of met dieren wilde doen, maar wat, geen idee. En toen kwam ik bij de kraam van Park de Woid terecht en ik was gelijk enthousiast. Hier zijn dieren! Precies wat ik leuk vind. En ze waren zo aardig! Ze vertelden enthousiast wat ik daar mocht doen en dat ze het super zouden vinden als ik bij hun stage kwam lopen. Ik wist het meteen: hier wil ik mijn MaS doen!” Band De eerste dag moest Ceylan nog even haar draai vinden. “Je weet nog niet goed wat je moet doen en wat je wel en niet mag doen, zoals de dieren aaien. Maar, dat mocht, natuurlijk! Echt leuk, want je bouwt zo ook een band op met de dieren. De konijnen bijvoorbeeld waren in het begin nog schuw, maar nadat ik een paar keer was geweest, kwamen ze zelfs al naar me toe als ze me hoorden en uiteindelijk aten ze uit m’n hand. En de geitjes, die zijn zo schattig! Ik mocht ze namen geven. En dat is extra bijzonder, omdat geen dier hier een naam had. Nou, nu loopt er dus een Mickey, Lizzy en Mia rond en sinds kort ook twee schapen met een naam: Vince en Vájen. Leuk he?! Ik doe van alles op de kinderboerderij. Ik maak hokken schoon, veeg, vul het hooi aan, geef de dieren te eten en raap kippeneieren. En dat samen met andere vrijwilligers en dat is heel gezellig. Je bent nooit alleen.” Blijven Na zo’n 30 uur stagegelopen te hebben, zat de MaS er voor Ceylan op. Park de Woid zag haar echter liever niet gaan. Ceylan: “Ze vroegen of ik om de zondag een paar uurtjes wilde komen helpen. Ik hoefde niet lang na te denken: ja superleuk! En het leuke is: m’n broertje van negen werd door mijn verhalen en de foto’s zo enthousiast dat hij vroeg of hij mee mocht. En nu gaan we samen!” Leerzaam Ceylan moedigt andere jongeren aan om ook vrijwilligerswerk te gaan doen. Ceylan: “Je kunt zelf kiezen wat je gaat doen en dus wat je leuk vindt. Je leert er ook veel van. Ik heb geleerd hoe je met dieren om moet gaan. We hebben een kat thuis, maar hoe je geitjes, konijnen, duiven en kippen moet verzorgen, wist ik niet. Je leert ook met andere mensen omgaan, want je hebt te maken met collega’s, maar ook met bezoekers van alle leeftijden.” Vrijwilligers onmisbaar “Ik heb ook geleerd hoe belangrijk vrijwilligerswerk is. Ik wist namelijk niet dat zoveel organisaties afhankelijk zijn van vrijwilligers. Als wij hier niet zijn, dan worden de dieren niet verzorgd. Maar ook als er geen vrijwilligers zijn bij de sportvereniging, dan kunnen we niet sporten, of als er geen vrijwilligers zijn in verzorgingstehuizen, dan kunnen er geen activiteiten worden georganiseerd voor de ouderen. Dat zie ik nu in. Daarom vind ik het ook zo belangrijk dat ik vrijwilligerswerk doe. Ik kan zo mensen en dieren helpen. Als ik straks ga studeren, denk ik niet dat ik nog doorga met mijn vrijwilligers werk, omdat ik waarschijnlijk dan te ver ben. Maar tot die tijd blijf ik hier helpen. Vind het veel te leuk en zo kan ik de geitjes zien opgroeien!”
Lees meer

Stagiaire Ninthe helpt waar ze kan

| Doe es gewoon vrijwillig

Iedere dag achter de computer? Dat is niks voor Ninthe Lamers. Tijdens haar stage bij Vrijwilligerspunt Westfriesland doet ze regelmatig een vrijwillig klusje, zoals tuinieren of een potje Stratego. Leerlingen van de opleiding Sociaal Werk aan het Horizon College lopen veel stages, op allerlei uiteenlopende plekken. Ninthe werd gekoppeld aan Vrijwilligerspunt, op steenworp afstand van haar school. ‘Ik werk op kantoor met het team van Hulp Dichtbij. Ik pak hulpvragen op, schrijf vacatures en voer veel telefoongesprekken.’ Maar elke dag op kantoor, dat is niks voor Ninthe. Saai! Daarom ging ze zich al snel inzetten voor mensen die ze in de vacaturebank tegenkwam. ‘Een mevrouw zocht gezelschap om af en toe bordspelletjes te spelen’, vertelt ze. ‘En ik ben gek op spelletjes, ik ben hartstikke fanatiek! Twee keer ben ik bij haar op bezoek geweest. Ze heeft een kast vol met allerlei spelletjes, daar hebben we wat spellen uitgekozen en lekker een paar uur Stratego en Zeeslag gespeeld. Binnenkort spreken we weer af.’ Zere schouder Hoe maak je de hele tuin onkruidvrij, als je schouder zeer doent Ninthe ging aan de slag. ‘Ik las de vacature van een mevrouw die een schouderoperatie heeft gehad. Ik dacht meteen: dat is zielig, dan kun je helemaal niks! Ze zocht hulp om haar tuin op te knappen, dus dat heb ik een dag gedaan.’ Het was flink zweten voor Ninthe, want het was een warme dag, maar het is haar gelukt: de tuin ziet er piekfijn uit. ‘Werken in de tuin heb ik thuis wel geleerd, het was leuk om te doen. En fijn dat ik iemand kan helpen met mijn werk.’ Nieuwe computer Alles bij elkaar is de stage bij Vrijwilligerspunt een groot succes. Ninthe merkt dat haar computerskills vooruit zijn gegaan. ‘Ik heb helemaal niks met computers, maar ik heb het de afgelopen weken goed geleerd. Inmiddels lukt het heel goed. Ik weet niet precies wat er gaat gebeuren als ik met een andere computer moet werken, maar met deze computer gaat het echt goed.’ Maar ze is vooral blij dat ze de afgelopen maanden veel nieuwe mensen heeft leren kennen. ‘Ik stap niet zo makkelijk op mensen af om een praatje te maken’, zegt Ninthe. ‘Dan ben ik bang dat mensen dat raar vinden. Maar op deze stage heb ik met veel verschillende mensen gepraat. Daar heb ik veel aan tijdens mijn opleiding, bij mijn volgende stage en straks in mijn werk. Ik ben blij dat ik over die drempel ben gestapt.’
Lees meer

De magie van About A Jacket: borduren verbindt

| Doe es gewoon vrijwillig

Waar kunnen vrouwen op een ontspannen manier Nederlands leren, terwijl ze ook werken aan hun sociale contacten? Terwijl ondertussen het ene na het andere prachtige borduurwerk onder hun handen ontstaat? Bij About A Jacket, het borduuratelier aan het Dampten, werken elke week bijna 45 vrouwen aan gezamenlijke borduurprojecten. Bijna bij toeval ontdekte initiatiefnemer Marilou Evelo de verbindende kracht van naald en draad. Op de eerste borduurdagen zag Marilou Evelo het gebeuren: deelnemers kwamen binnen en er was direct een connectie. ‘De vrouwen begrijpen elkaar zonder een woord te zeggen’, zegt ze. ‘Ze spreken niet dezelfde taal, maar ze herkennen elkaars verhaal. Dat is de kracht van About A Jacket; het haalt vrouwen uit hun isolement.’ Nu is het borduuratelier vier dagen per week open. Elke dag schuiven acht tot twaalf vrouwen aan de grote tafels om verder te gaan met hun borduurwerk, soms zelfs meer. ‘We werken aan gezamenlijke projecten, bijvoorbeeld de speciale geborduurde jasjes die we elk jaar voor Vrouwendag maken. Afgelopen jaar hebben we een jasje gemaakt voor Adelheid Roosen, dat ze op vrouwendag feestelijk in ontvangst heeft genomen.’ Borduren is het middel Het borduuravontuur van Maryloe begon jaren geleden, toen ze als mode-ontwerper contact had met kledingateliers in Zuid-Amerika. Het plan was om daar een samenwerking op te zetten met een borduuratelier om geborduurde jasjes te maken. ‘Samenwerken met mensen aan de andere kant van de wereld was lastiger dan ik dacht. Daarom heb ik een borduuratelier opgezet in Nederland. Op zoek naar mensen die kunnen borduren, dacht ik aan nieuwkomers. Mijn idee was een bedrijf waar iedereen wat aan had: de mensen die de producten kopen, en de mensen die ze maken. Zo is About A Jacket begonnen. Het bleek onmogelijk om er een winstgevend bedrijf van te maken, maar ik merkte het positieve effect van samen borduren bij de deelnemers. Borduren is niet het doel, het is het middel.’ Eerst rijgsteken, en dan verder Via WerkSaam Westfriesland, taalschool Edinova, NewBees, of als introducée komen de deelnemers bij About A Jacket terecht. Met behoud van uitkering kunnen de vrouwen aan de slag. ‘Hoe heet je? Waar kom je vandaan? Kun je borduren? Uitgebreider is de intake niet. En zelfs als vrouwen ‘nee’ antwoorden op de laatste vraag, kunnen ze meedoen. Dan beginnen we bij de rijgsteken en vanaf dat punt leer je het vanzelf. We gaan gewoon beginnen.’ Inmiddels werken in het atelier vrouwen uit conflictgebieden in Oost-Afrika en (centraal) Azië. Vrijwilligers houden de gesprekken op gang, zodat de deelnemers tijdens het werken hun beheersing van het Nederlands kunnen verbeteren. Want tijdens het borduren wordt er volop gekletst en gelachen. ‘Hier werken alleen vrouwen. Daardoor is het borduuratelier een veilige plek voor iedereen. We hebben ook wel eens nagedacht om ook mannen te laten meewerken, maar dat pakt niet goed uit. De vrouwen die hier komen voelen zich dan niet op hun gemak en de dynamiek in de groep verandert direct. Jammer, want voor de emancipatie zou het ook goed zijn als mannen zich kunnen aansluiten. Emancipatie is geen vrouwenzaak, ook mannen moeten emanciperen.’ Jasje voor Agatha Onlangs kreeg About A Jacket een prachtig cadeau van Abovo. Via de Westfriese Beursvloer, dat jaarlijks georganiseerd wordt door Vrijwilligerspunt, kwam Abovo in contact met het borduuratelier. Het mediabureau maakte een kunstwerk, waarbij een geborduurd jasje werd gefotoshopt op een antiek portret van Agatha van Foreest. ‘We hebben speciaal voor haar een jasje gemaakt. Ze was de dochter van regent Nanning van Foreest, een machtige man in West-Friesland in de achttiende eeuw. Toen haar echtgenoot overleed, dongen veel mannen uit de regio naar haar hand. Maar de schatrijke Agatha koos voor een huwelijk uit liefde met de tuinman, die van aanzienlijk lagere stand was dan zijzelf en ook nog eens jaren jonger. Ze verhuisden, samen met haar kinderen, naar de Beemster. Voor haar maakten we een jasje met een speciale scheurtechniek, om te laten zien dat Agatha uit haar keurslijf is gebroken. De linnen mouwen verwijzen naar de eenvoudige afkomst van Jan, haar tweede man. We hebben er bloemen en tortelduifjes op geborduurd als symbool voor hun liefde.’ Dankzij Carolien Vloeijberghs van Abovo draagt Agatha het jasje nu, op het bewerkte portret lijkt ze in het prachtige kleding een stuk comfortabeler dan in de strakke zijden jurk uit die tijd. Het hangt nu in het atelier en glimlacht, heel beschaafd, naar de bordurende dames die er ook morgen weer aan de slag gaan. ‘Natuurlijk hebben we ook verloop. Vrouwen die na een tijdje naar betaald werk doorstromen of iets anders gaan doen. Maar van mij hoeft niemand weg. Het is allemaal veel te leuk.’ Het borduuratelier maakt niet alleen die bijzondere jasjes voor Agatha van Foreest en Adelheid Roosen, maar ook kleinere borduurwerken. ‘We borduren bijvoorbeeld telefoontasjes, erg leuk. En we hebben geborduurd op spijkerjasjes, een mooie manier om van een doodgewoon jasje iets bijzonders te maken.’
Lees meer

Menno is technisch vrijwilliger bij Theater Het Pakhuis

| Doe es gewoon vrijwillig

Na twee carrière moves is Menno Smith nu een jaar zzp’er geluids- en zendertechniek. Sinds 2,5 jaar is Menno vrijwilliger techniek bij Theater Het Pakhuis in Hoorn. Daarnaast is hij onder andere bestuurslid bij Westend Junior, de jeugd musicalgroep van Hoorn. ‘Die magie die je met theater en musical met elkaar maakt is fantastisch. Je biedt mensen de mogelijkheid even te ontsnappen uit hun dagelijkse leven.’ ‘De theaterwereld is altijd al mijn passie geweest', vertelt Menno. 'Ik heb 20 jaar in musicals gespeeld en dus vooral óp het toneel gestaan. Maar wat er achter de schermen gebeurt, heeft ook altijd aan mij getrokken. Het is supercool als je ziet wat er qua techniek gebeurt om een voorstelling mogelijk te maken.’ Met de paplepel ingegoten Menno is opgegroeid in een gezin met ouders die beiden actief als vrijwilligers waren. ‘Je zou kunnen zeggen dat vrijwilligerswerk er met de paplepel is ingegoten’. Menno vindt dat werk als vrijwilliger iets is wat er gewoon bij hoort. Als je een beetje om je heen kijkt en er open voor staat, zie je vanzelf waar je iets kan bijdragen. Toen zijn kinderen klein waren, heeft Menno zich bijvoorbeeld actief ingezet als vrijwilliger bij de speelgoed-uitleen (Speel-o-theek) in Purmerend en later ook als bestuurslid van een musical vereniging. Nieuwsgierigheid Zo’n 2,5 jaar geleden voelde Menno dat hij de uitdaging op zijn werk niet meer zag. Hij meldde zich daarom bij Theater Het Pakhuis en bood zich aan als techniekvrijwilliger. ‘Ik kon gelijk beginnen’, vertelt Menno. ‘Als techniek vrijwilliger in Het Pakhuis draai je mee in alles wat er (op technisch vlak) speelt in het theater. En zo kom je er vanzelf achter waar je sterke kanten liggen. Voor mij betekende dat, dat ik mij in hoofdzaak met de geluidstechniek op en rondom het toneel ben gaan bemoeien’. Er is altijd een tekort aan technische vrijwilligers. Menno: ‘Ik denk omdat veel mensen denken dat je een technische achtergrond moet hebben om hier aan de slag te kunnen als technisch vrijwilliger. Maar dat is niet zo: je kunt hier letterlijk vanaf nul beginnen. Eén keer per jaar geven wij een cursus theatertechniek. De basis, daar beginnen we mee. Het enige wat je mee moet nemen is je nieuwsgierigheid en de wil om er energie in te steken.’ Teamspirit Inmiddels heeft Menno van de theatertechniek zijn beroep heeft gemaakt, maar hij is nog geregeld te vinden als vrijwilliger in het theater. ‘Het is toch anders dan mijn betaalde werk. Het theater is kleinschalig en daardoor krijg je meer het gevoel dat je het echt met elkaar doet, en dat maakt het heel bijzonder. Ook omdat hier veel beginnende artiesten komen, die hier soms zelfs voor de eerste keer op het toneel staan. Zo is dit theater een broedplaats voor talent en dat maken wij samen mogelijk.’ Leerplek Niet alleen een broedplaats van talent op het toneel, ook achter de schermen. Menno: ‘Ondanks dat ik er ook mijn beroep van heb gemaakt, kom ik hier nog graag werken. Juist door de kleinschaligheid en de ongedwongen sfeer, kan je hier ook eens iets doen wat je nog niet zo goed in de vingers hebt. En gaat er eens iets niet helemaal goed, dan hoort dat er gewoon bij. Dat geldt op het toneel net zo goed als achter de schermen. Een plek dus om uit te proberen, te leren en te groeien’. Het Pakhuis is altijd op zoek naar nieuwe vrijwilligers. ‘Naast de techniek, is hier nog veel meer te doen: gasten ontvangen, kaartjes verkopen, helpen bij de communicatie, onderhoud en koken voor de crew. Je bent niet gebonden aan vaste dagen. Er is een intekenlijst, waarop je aangeeft wanneer je wilt komen helpen. Daarom hebben we ook een team van zo’n 15 technici. Je kunt immers niet verwachten dat iedereen elk weekend wil werken’. Verbinding Voordat Menno naar zijn andere vrijwilligerswerk gaat, zijn bestuurdersrol bij Westend Junior, wil hij benadrukken hoe belangrijk kunst en cultuur is. ‘We hebben meer kunst- en cultuur nodig. Vooral in deze tijd waarin we het nieuws nauwelijks meer aan durven te zetten. Bezuinigen op kunst en cultuur? Geen goed idee! Om de saamhorigheid in dit land te versterken, moeten we juist meer investeren in kunst en cultuur. Dat is het middel om verbinding terug te brengen en polarisatie het hoofd te bieden.’ Word ook vrijwilliger bij Theater Het Pakhuis Je vind hier de openstaande vacatures.
Lees meer

Een vaste baan dankzij MDT

| Doe es gewoon vrijwillig

Vera Commandeur wilde graag iets betekenen voor de maatschappij en ging op zoek naar vrijwilligerswerk. Al googelend kwam Vera op de website van Vrijwilligerspunt terecht en vond informatie over maatschappelijke diensttijd (MDT). ‘Ik had er nog nooit van gehoord, maar ben super blij dat ik MDT heb gedaan. Dankzij MDT heb ik nu een vaste baan!’ Vera voelde zich onzeker voordat ze begon met MDT. Toch zette ze haar onzekerheid opzij en ging bij Vrijwilligerspunt op kennismakingsgesprek. Karlijn Schouten van Vrijwilligerspunt raadde haar aan om voorlezer te worden bij het project SamenVoorlezen. Vera: ‘Ik vond het gelijk een goed idee en ging voorlezen bij een gezin. Twintig weken lang een uurtje per week voorlezen aan kinderen met een taalachterstand. Ik merkte al gauw dat een uur voorlezen achter elkaar te lang is voor kinderen. Hoe los ik dat op? Mijn creativiteit werd gelijk getest en ik koos ervoor ook taalspelletjes te doen, even een dansje tussendoor, of even buitenspelen. Dat werkte! Als hij echt geen zin had om te lezen, maakten we bijvoorbeeld samen een puzzel. Want ook tijdens het puzzelen kun je nieuwe woorden leren.’ Diverse vrijwilligersklussen Vera kreeg de smaak te pakken van het vrijwilligerswerk en ging ook bij Leekerweide aan de slag. ‘Bij Leekerweide begeleidde ik kinderen met een beperking op de naschoolse opvang. Ik deed allerlei leuke dingen met ze: cupcakes bakken, knutselen, spelletjes en sportieve activiteiten in de gymzaal. Niet alleen de kinderen waren blij als ik er was, ook het personeel; het gaf hen de tijd om even wat andere werkzaamheden op te pakken.’ Vera deed ook verschillende eenmalige klussen. Zo paste ze een ochtend op kinderen van Oekraïense vluchtelingen en hielp ze met knutselactiviteiten bij De Hoornse Stadsfeesten. Ze had regelmatig contact met Karlijn en Fleur, die haar begeleidden tijdens haar MDT-traject. Vera: ‘Dat was heel fijn. Hoe ging het met me? Had ik nog ergens hulp bij nodig? Ging ik de kant op die ik wilde?’ Vaste baan Naast de een-op-een gesprekken hielpen de maandelijks aangeboden trainingen haar ook in haar ontwikkeling. ‘Ik denk dat ik alle trainingen wel heb gevolgd. Ik leerde over assertiviteit, tijdmanagement, ik deed een EHBO-training, ik leerde hoe ik mezelf moet presenteren etcetera. Vooral die laatste training heeft mij enorm geholpen en kwam op het juiste moment. Ik was namelijk net op zoek naar een vaste baan en solliciteren vond ik eigenlijk best eng. Maar door de training werd ik zelfverzekerder en leerde ik hoe ik me moet presenteren, dus ook tijdens een sollicitatiegesprek. En weet je wat het mooie is? Ik heb nu een betaalde baan! Jezelf tegenkomen MDT is een leerproces. In de 80 uren dat je vrijwilligerswerk doet en door de diverse trainingen die je volgt, ontwikkel je jezelf op allerlei vlakken. Vera: ‘Niet alleen op professioneel vlak, maar vooral ook persoonlijk. Waar ik altijd tegenaan liep, was dat ik slecht grenzen kon aangeven. Toen ik een aantal weken aan het voorlezen was, werd het me even teveel en moest ik helaas eerder stoppen met voorlezen. Dat deed ik in overleg met Karlijn en ik leerde hoe ik moest toegeven aan die persoonlijke grens en dat dat vooral helemaal niet erg is. Het was moeilijk, maar ik deed het. Dat heb ik dus wel mooi geleerd door MDT; ik kan nu beter mijn grenzen bewaken.’ Gewin MDT heeft Vera naast persoonlijke ontwikkeling meer gebracht. ‘Vriendschap!’, zegt Vera enthousiast. ‘Tijdens de trainingen en uitjes die worden georganiseerd door Vrijwilligerspunt ontmoet je ook andere MDT’ers. Daar heb ik Tessa ontmoet. We zijn nu zelfs beste vriendinnen! Ik ontdekte door MDT ook mijn talenten. Ik blijk namelijk toneel heel leuk te vinden. Tijdens mijn vrijwilligerswerk bij de toneelgroep van Leekerweide heb ik samen met twee andere vrijwilligers gewerkt aan een toneelstuk waar de cliënten een rol in speelden. Zelf deed ik ook mee in het stuk, omdat ik de cliënten op die manier makkelijker kon ondersteunen op het podium als dat nodig was. De uitvoering die vorige zomer plaatsvond in Wognum was een enorm succes en de cliënten vonden het geweldig! Dat heeft me ook geholpen om zelfverzekerder te worden. Ik vond het gewoon ook echt heel leuk. Zo leuk, dat ik me heb aangemeld bij de Toneelvereniging in mijn eigen dorp!’ Doe mee met MDT Vera raadt elke jongere aan om MDT te doen. ‘Ik hoor vaak jongeren zeggen over vrijwilligerswerk: 'Je krijgt er niet voor betaald, dus dan doe ik liever niets.” Ik kan dan alleen maar zeggen dat iets doen voor een ander je echt een heel goed gevoel geeft en dat het je veel oplevert voor later. Je doet namelijk veel ervaring op en werkt aan persoonlijke doelen. Het heeft mijn leven enorm verrijkt. Ik heb nieuwe talenten ontdekt, ben gegroeid als persoon en heb er een mooie vriendschap aan overgehouden. Dat is onbetaalbaar.' MDT ook iets voor jou? Lees hier meer!
Lees meer

Gerrit en José organiseren al 12,5 jaar het seniorendiner

| Doe es gewoon vrijwillig

Lekkere soep of een feestelijk toetje, gebakken aardappels of aardappelkroketjes: wat er ook op het menu staat, het seniorendiner in de Horstenburgh in Obdam is elke maand een groot succes. Ruim veertig senioren schuiven in april aan voor een speciaal diner, om te vieren dat de diners al 12,5 jaar worden gehouden. Gerrit en José zijn de organisatoren van het eerste uur. ‘We houden er gewoon van om mensen gastvrij te ontvangen en ze in de watten te leggen’, zeggen ze. Toen vrijwilligers werden gezocht voor de maandelijkse seniorendiners, was Gerrit Bakkum de eerste die zich aanmeldde. Hij is dan al jaren actief in allerlei vrijwilligerswerk in de gemeente en dit werk spreekt hem, als horeca-man, direct aan. ‘Het is gewoon leuk om onder de mensen te zijn’, zegt hij. En dat was ook de reden voor José Kruijer om zich aan te melden, ongeveer vijf minuten nadat Gerrit was binnengestapt. ‘Vrijwilligerswerk doe ik al mijn hele leven’, vertelt ze. ‘Dat is me met de paplepel ingegoten. Mijn ouders deden vrijwilligerswerk en als kind hielp ik ze al.’ De diners zijn een initiatief van de gemeente, uitgevoerd door woonzorgcentrum Horstenburgh. En de afwas Het eerste seniorendiner was direct een succes. Met 35 mee-eters zat de zaal meteen vol, geen kip kon er meer bij. ‘We zaten toen nog in een kleinere eetkamer, rond de vijfde verjaardag van de diners zijn we naar een grotere ruimte verhuisd’, herinnert José zich. Het diner wordt gekookt door de koks van de Horstenburgh, vrijwilligers schenken de drankjes in, serveren het eten uit en doen na afloop de afwas. Met een ploegje van zes zorgen ze ervoor dat het niemand aan iets ontbreekt tijdens het etentje. Daardoor kunnen senioren voor een relatief klein bedrag, in het begin zelfs nog maar acht euro, smullen van een tweegangendiner, met stokbrood en kruidenboter vooraf en een lekker kopje koffie toe. Aanschuiven en meekletsen Vanuit de hele streek komen mensen naar het seniorendiner, ook vanuit Hensbroek, Spierdijk en Koggenland. Gemiddelde leeftijd: zo’n 75, als ze moesten gokken, ‘maar er zitten ook mensen van dik in de tachtig aan tafel’. Gerrit en José kennen alle deelnemers wel zo’n beetje. Als het eten is uitgeserveerd, schuiven ze zelf ook aan om mee te eten. José: ‘Het is elke keer weer zo gezellig, mensen genieten van het eten en van elkaars gezelschap.’ Gerrit: ‘We horen de mooiste verhalen tijdens het eten. Zoals van twee mensen die op latere leeftijd, allebei alleenstaand nadat hun partner was overleden, toch weer verliefd werden en gezellig samen bij ons kwamen eten.’ Koks sloven zich uit De witlofrolletjes zijn populair en ook als er stamppot op het menu staat, zijn de gasten extra enthousiast. ‘Dat is ook heerlijk’, vertelt Gerrit met smaak. ‘Drie verschillende stamppotten, met spek en met rookworst. Dat is altijd een populair menu.’ Zelf denkt hij met genoegen terug aan een romig witlofgerecht van een paar jaar geleden. ‘Ik heb het recept aan de kok gevraagd, maar nee, dat kon ze niet verklappen.’ De komende editie wordt extra speciaal. Niet alleen wordt de aankleding extra feestelijk, met een mooie bloemenboog, speciale menukaarten en kleurige placemats, ook sloven de koks zich uit op een speciaal verrassingsmenu. José regelt de reserveringen en de gastenlijst: ‘De burgemeester komt eten, net als de beleidsmedewerker. En de vrouw van Gerrit is uitgenodigd als een speciale gast.’ Want dit diner is niet alleen een jubileum, maar ook het afscheidsetentje van Gerrit. Zijn gezondheid laat hem in de steek, waardoor hij het wat rustiger aan moet gaan doen. ‘Gelukkig hebben we jonge nieuwe medewerkers kunnen vinden, dus we hebben op dit moment genoeg mensen om te helpen,’ vertelt José. ‘We hebben mensen uit ons eigen netwerk gevraagd of ze willen aansluiten bij het team vrijwilligers. Dat is fijn, want dan weet je welk vlees je in de kuip hebt.’ Het komende diner is dus de laatste keer dat Gerrit erbij is. Gaat hij bij zijn vrouw aan tafel zitten om rustig van het diner te genieten? ‘Nee hoor, ik ben gewoon aan het werk. Laat mij maar lekker druk bezig zijn, dat past veel be
Lees meer

Niels koos voor MDT Missie

| Doe es gewoon vrijwillig

Die ene vervolgopleiding was toch niet wat hij had verwacht, de tweede opleiding liet nog maanden op zich wachten. En dan? Niels Loonstra (18 jaar) meldde zich aan voor MDT Missie en leerde zichzelf nog beter kennen. ‘Ik heb vooraf flink getwijfeld, maar nu ben ik blij dat ik het heb gedaan. Ik ben helemaal voorbereid op mijn vervolgstap.’ Zo makkelijk is het niet om een goede vervolgopleiding te kiezen, heeft Niels Loonstra gemerkt. De politieopleiding leek hem wel wat, maar defensie sprak hem ook aan. Toen hij na een paar maanden stopte met een opleiding die toch niet zo goed bij hem paste, wist hij even niet hoe nu verder. ‘Ik moest een paar maanden wachten, wat moet ik nou in die tussentijd? Ik dacht: laat ik maar vrijwilligerswerk doen. Via het ROC en Vrijwilligerspunt Westfriesland kwam ik MDT Missie tegen. Fleur van Vrijwilligerspunt dacht dat het echt wat voor mij zou zijn, maar ik had zo m’n twijfels.’ Ambities ontdekken MDT (Maatschappelijke Diensttijd) Missie is een project waarbij jongeren kennis maken met defensie en vrijwilligerswerk doen, om zo zichzelf en hun eigen ambities beter te leren kennen. ‘Ik dacht: heb ik daar zin in? Maar defensie trekt me ook erg aan. En die veertig uur vrijwilligerswerk is zo om, toch? Dus ik besloot om te gaan.’ Het traject begon met een bivak van drie dagen. Dus Niels pakte z’n tas en ging hup de bus in, om met een groep gelijkgestemden dat avontuur aan te gaan. ‘Wat een avontuur, met een avondmissie, kilometers lopen met alle bepakking, ’s nachts vluchten, een hindernisbaan en slapen in het bos. Niet alleen fysiek een uitdaging, maar ook mentaal, want in gesprekken bij het kampvuur gingen we als deelnemers in gesprek met elkaar. Het was indrukwekkend.’ Die gesprekken met de andere deelnemers waren voor Niels erg leerzaam. ‘Mensen vertelden open over hun ervaringen, dingen die ze zelfs aan hun vrienden niet hadden verteld. Ik kwam tot de conclusie dat ik het best goed heb. Ik hoorde mensen vertellen over mishandelingen, flinke problemen, een moeilijke thuissituatie. Dat speelt bij mij allemaal gelukkig niet.’ De smaak te pakken Door de Missie MDT kreeg Niels wel de smaak te pakken voor defensie. Hij heeft zich ingeschreven voor de luchtmobiele brigade en ging aan de slag met de veertig uur vrijwilligerswerk, die ook bij de missie hoort. ‘Ik kon aan de slag in het Oorlogsmuseum in Medemblik, een prachtige plek met leuke mensen. Helpen in de keuken, schoonmaken, meewerken in het museum, ik doe gewoon alles wat voorbijkomt en ik vind het erg leuk.’ Zo leuk zelfs dat hij is blijven hangen, hij blijft nog regelmatig bijspringen in het museum. Naast zijn voorbereidingen op de toelatingstoets voor de luchtmobiele brigade, want daar is hij ook druk mee. ‘Het is een strenge fysieke test, ik train hard zodat ik aan de eisen voldoe. Dankzij de MDT Missie heb ik duidelijk in beeld wat ik wil, en daar ga ik nu vol voor.’ Op de foto: Niels met het erkende Europese Certificaat 'Europass' die hij heeft ontvangen in het Oorlogsmuseum na het afronden van het MDT-traject
Lees meer

Veilig op de fiets

| Doe es gewoon vrijwillig

Ieder jaar doen ruim 600 leerlingen van diverse basisscholen uit o.a. Hoorn fietsexamen. Stichting Fietsexamen Hoorn neemt voor de tweede keer de organisatie op zich. Saskia Lambeek is een van de drie bestuursleden: “We hebben maar één doel: de verkeersveiligheid van de leerlingen vergroten.” Stichting Fietsexamen Hoorn bestaat pas een jaar, maar het fietsexamen wordt al jaren afgelegd. Saskia: “De organisatie lag eerst bij de scholen zelf. Maar steeds minder scholen voelden zich geroepen om de organisatie op zich te nemen. Voor corona was de Westfiese Vrije School Parcival een van de scholen die de organisatie deed, zij pakte dit ook weer op na corona, alleen wilde zij dit doen in samenwerking met alle deelnemende scholen, zo ook de school van mijn zoon, de Pontonnier. De leerkracht die op dat moment verkeer in portefeuille had, kon niet bij de eerste bijeenkomst zijn en vroeg of ik hier heel wilde dit was in het schooljaar 2021-2022. Ik was toen verkeersouder. Ik maakte de leerlingen al wegwijs in het verkeer, dus ik dacht; prima, doe ik! Samen met twee andere verkeersouders en de leerkracht van de Parcival hebben we het praktijkexamen georganiseerd. We besloten toen een stichting op te zetten om zo de continuïteit van het fietsexamen te kunnen garanderen. Want we waren het er alle drie over eens: het fietsexamen moet blijven voor de verkeersveiligheid van de leerlingen!” 630 leerlingen fietsexamen Ieder jaar worden alle basisscholen uit Hoorn uitgenodigd om mee te doen met het fietsexamen. Saskia: “We benaderen alle basisscholen in Hoorn, maar ook over de gemeentegrens komt er steeds meer belangstelling. En daar zijn we natuurlijk blij mee. In mei zullen 630 leerlingen uit groep 7 en 8 fietsexamen in Hoorn gaan doen. En dat is best een strakke organisatie. In twee shifts van twee uur, over drie dagen verdeeld, vertrekt iedere minuut een leerling op de fiets. Ze leggen een ongeveer twintig minuten durende route af dwars door Hoorn. Op negen punten langs de route worden de leerlingen gecontroleerd door vrijwilligers. Fietsen de leerlingen op de juiste manier op de rotonde? Geven ze voorrang? Stoppen ze voor rood licht? Lezen ze de verkeersborden goed?” Geslaagd of gezakt En dan aan het einde van het fietsexamen, iedereen geslaagd! Toch? Saskia: “Nou, dat is niet zo vanzelfsprekend hoor! We adviseren de scholen minstens drie keer de route te oefenen. Maar helaas wordt dat niet altijd gedaan. En ja, dan is de kans echt groter dat ze zakken. Op een van de eerder genoemde punten, maar ook omdat ze bijvoorbeeld een controlepost missen. Echt, het zal niet de eerste keer zijn dat een leerling de eerste controlepost al niet bereikt. Hoe dan?! Dat begrijp je toch niet? Maar het gebeurt. Of ze missen een aantal posten. Hoogstwaarschijnlijk snijden ze af, maar dat weet ik niet met zekerheid. In ieder geval zakken ze dan en mogen ze het een week later nog een keer proberen met een herexamen.” Vrijwilligers werven Zonder vrijwilligers, geen fietsexamen. Saskia: “Vrijwilligers zijn echt onmisbaar. We hebben ze nodig op de negen controleposten. Maar ook bij de start, voor het uitdelen van de hesjes en voor het controleren van de fietsen. En we hebben reserve vrijwilligers nodig, want een vrijwilliger moet ook weleens plassen. En het examen gaat gewoon door, hè?! Helaas is het ieder jaar weer lastig om vrijwilligers te werven. We doen altijd een oproep aan de ouders, maar we krijgen vaak terug: ‘geen tijd’. We moeten dus ook verder gaan zoeken.” Hulp van Vrijwilligerspunt Saskia heeft voor het werven van vrijwilligers de hulp van Vrijwilligerspunt ingeschakeld. Saskia: “Het eerste contact met Vrijwilligerspunt kwam eigenlijk vanuit Vrijwilligerspunt zelf. Adviseur Brigitta van Vrijwilligerspunt zocht voor Intermaris Doet!, waarbij werknemers van Intermaris vrijwilligerswerk gaan doen, vrijwilligersklussen en vorig jaar viel het fietsexamen precies op die dag. Toen kregen we 20 vrijwilligers. Geweldig. Ook konden we onze vacature plaatsen op de vacaturebank van Vrijwilligerspunt en ook daaruit kregen we diverse vrijwilligers. Helaas valt Intermaris Doet! dit jaar niet tijdens het fietsexamen, maar we gaan wel weer de vacature via de vacaturebank van Vrijwilligerspunt delen. Ook adviseerde adviseur Auke me om een oproep te sturen naar de lokale en regionale kranten en vooral actief op social media te werven. We kregen ook de tip om posters te hangen in de wijkcentra in Hoorn. Ik ben momenteel bezig met het ontwerp. Ook willen we gedurende de rest van het jaar meer zichtbaar zijn en laten zien hoe belangrijk het fietsexamen is. Een goed advies meegekregen van de training van Vrijwilligerspunt over zichtbaarheid van je organisatie. Daar heb ik dus echt wat aan gehad. Hopelijk weten we zo vrijwilligers voor langere tijd te verbinden aan onze stichting, zodat we ieder jaar weer een beroep op ze kunnen doen. Dat zou geweldig zijn.” Word ook vrijwilliger bij Fietsexamen Hoorn Meld je hier aan als fietsexamenvrijwilliger .
Lees meer

Thérèse schrijft levensverhalen

| Doe es gewoon vrijwillig

Een grote internationale carrière, een indrukwekkende reis of juist een bescheiden leven met alledaagse gebeurtenissen, iedereen heeft een verhaal te vertellen. Het team van vrijwilligers van Humanitas West-Friesland, afdeling Levensboeken, heeft inmiddels al ruim vijftig boeken met levensverhalen geschreven. Thérèse Beemsterboer, een van de elf vrijwillige schrijvers: ‘Mensen geven hun persoonlijke levensboek met hun eigen levensverhaal cadeau aan de kinderen, familie en vrienden.’ Een boek schrijven is een flinke klus, vertelt Thérèse. ‘Ik ben er ongeveer een jaar mee bezig. Via Levensboek van Humanitas word ik gekoppeld aan een verteller, zoals we dat noemen, en daar hou ik ongeveer tien tot twaalf interviews mee. Tussen ieder interview zit telkens een paar weken, want voor een verteller kan het intensief zijn om herinneringen uit het verleden weer op te halen en te delen met mij. En ik heb dan even de tijd om vast te leggen wat ik heb gehoord.’ In die fase, van zes tot negen maanden, van praten en luisteren, maakt Thérèse van alle informatie een goedlopend persoonlijk verhaal. Dat kan eventueel worden geïllustreerd met foto’s, diploma’s of andere beelden, passend bij het levensverhaal. Een vrijwillige eindredacteur en een vormgever van Levensboek zorgen voor de finishing touch en na ongeveer een jaar ligt het boek bij de drukker. ‘We laten zoveel exemplaren drukken als de verteller wil.’ Verdiepen in iemands leven Hoe is Thérèse schrijver van levensverhalen geworden? Ze werkte jarenlang in de zorg, maar schrijven had altijd haar interesse. Een vriendin deed dit vrijwilligerswerk al, en toen Thérèse klaar was met werken, heeft ze zich ook aangesloten bij de schrijfgroep Levensboek in West-Friesland. ‘In het ziekenhuis had ik maar korte tijd voor een intake in de spreekkamer, nu kom ik letterlijk bij mensen thuis en krijg ik ruim de tijd om me langer en grondiger in het verhaal van iemand te verdiepen. Samenwerken met de andere schrijvers is ook interessant, we volgen workshops om ons schrijfwerk te verbeteren en we houden intervisiebijeenkomsten met elkaar.’ Die worden georganiseerd door de werkgroep Levensboek. Levensverhaal cadeau Inmiddels werkt Thérèse aan boek nummer drie. Het werk blijft haar fascineren. ‘Sommige mensen maken indrukwekkende zaken mee, anderen hebben zo op het eerste oog weinig avonturen beleefd. Maar elk leven, groot of klein, heeft z’n eigen verhaal. Het is prachtig om dat te horen. Mensen delen hun jeugdherinneringen en hun levenslessen, vertellen over hun kinderen en hun loopbaan. Soms gaat een boek over één specifiek onderwerp uit het leven van een verteller en wordt het meer een themaboek. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen wat te vertellen heeft.’ Soms melden mensen zichzelf aan bij Humanitas om hun levensverhaal te laten vastleggen, soms krijgen ze het traject cadeau van hun kinderen of kleinkinderen. ‘Genoeg mensen die te horen krijgen: je vertelt altijd zulke leuke dingen, dat moet je eens vast laten leggen. Straks ben je er niet meer en dan zijn die mooie ervaringen ook weg, dat zou toch jammer zijn?’ Boek van de verteller Al die grote en kleine verhalen bij elkaar scheppen ook een tijdsbeeld van onze streek, want het team van Thérèse werkt alleen in West-Friesland. ‘Daarom bieden we de mogelijkheid aan de verteller om een exemplaar van zijn levensboek te schenken aan het Meertens Instituut (een onderzoekinstituut voor Nederlandse taal en cultuur, red.). Zij kunnen dan inzicht krijgen in hoe bijvoorbeeld feestdagen worden gevierd in de regio en door de jaren heen.’ De levensboeken komen niet bij de boekhandel of in de bibliotheek terecht, vertelt Thérèse. ‘Het is echt het persoonlijke levensboek van de verteller. Het gaat erom dat zijn of haar levensverhaal zo mooi mogelijk wordt vastgelegd. En als schrijver ben ik daaraan ondergeschikt.’
Lees meer

Rummikuppen en kletsen

| Doe es gewoon vrijwillig

Voor haar studie Social Work bij InHolland Alkmaar moest Cheyenne Aker stage lopen. Ze koos voor het MDT-traject en kwam bij Vrijwilligerspunt terecht. Haar uren liep ze bij een dagbesteding voor ouderen in Hoogkarspel en bij Bets (85) uit Westwoud. 'Ook nu mijn MDT is afgelopen zie ik Bets nog steeds. Al is het maar een half uurtje per week, we worden er allebei heel blij van.' Iets met kinderen, of met mensen met een beperking? Nee dat sprak Cheyenne niet aan. 'Hoewel ik nu een stage loop met mensen met een beperking en dat is echt superleuk! Maar toen wist ik het echt niet', vertelt Cheyenne. 'Fleur Neefjes van Vrijwilligerspunt vertelde me over Bets en eigenlijk leek dat me meteen een hele leuke plek om mijn MDT te lopen.' Bij MDT (maatschappelijke diensttijd) doe je minimaal 80 uur vrijwilligerswerk bij een maatschappelijke organisatie of een-op-een zoals Cheyenne deed bij Bets. Tijdens het MDT-traject word je begeleid door Vrijwilligerspunt, krijg je trainingen om jezelf verder te ontwikkelen en ontvang je uiteindelijk een erkend Europees certificaat. Kletsen en een spelletje Cheyenne: 'Ik ging eerst met iemand van MEE & de Wering mee naar Bets. Ik vond het eerlijk gezegd wel heel spannend en ongemakkelijk. We schelen ruim 60 jaar, dus dat is heel wat. Hoe leg ik het contact? Waar heb ik het over? Maar het viel allemaal hartstikke mee, want Bets is heel praterig en het klikte meteen. De tweede keer ging ik dan ook alleen. Bakkie erbij en kletsen maar. Vooral over vroeger en daar heeft Bets veel over te vertellen! Dan vertelt ze over wat ze voor werk deed en hoe ze haar inmiddels overleden man heeft ontmoet. Ik vertel haar ook over mijn leven: mijn studie, werk, vakanties en over uitgaan met mijn vriendinnen. Dat vindt ze heel leuk om te horen. Maar we hebben het ook over serieuze dingen, bijvoorbeeld over de ellende die zich afspeelt in de wereld. We hebben echt leuke en interessante gesprekken en ik leer veel van haar.' Er wordt niet altijd geklets, ook de spelletjes komen uit de kast. 'Rummikub of ganzenborden. Dat vindt Bets leuk om te spelen. Ik ook, al moest ik wel weer even de spelregels doornemen. Spelletjes vind ik vooral leuk als ik win, dus ik ben heel fanatiek!' Dagbesteding Iedere twee weken ging Cheyenne twee uurtjes op bezoek bij Bets. 'Daarmee haalde ik de benodigde 80 uur niet, daarom zocht ik er nog een stageplek bij. Via Vrijwilligerspunt kwam ik terecht bij Het Noorderlandhuis, een dagbesteding voor ouderen in Hoogkarspel. Toch weer anders, want je hebt iets minder contact met de ouderen. Ze zijn vooral zelfstandig bezig. Maar een praatje maken is er altijd bij en vooral het samenwerken met collega’s heb ik daar geleerd. Je staat er met z’n tweeën, dus hoe verdeel je de taken? Je helpt elkaar waar nodig en bespreekt de dag samen. Ik heb daar ook geleerd om te plannen en dat helpt me weer in mijn privéleven. Ik moet naar school, ik loop stage, ik werk en heb een paard. Best veel, dus een goede tijdsplanning is wel zo fijn.' Blijvend contact Ondanks dat Cheyenne haar MDT heeft afgerond, ziet ze Bets nog steeds. 'Ze liet me weten dat ze zich vaak eenzaam voelt, nu haar man is overleden. Ze kijkt echt uit naar mijn komst. Hoewel ze vergeetachtig aan het worden is, herkent ze me nog steeds en is ze steeds zo blij als ze me ziet! En daar haal ik natuurlijk ook heel veel plezier uit. Al kom ik maar een half uurtje, ze knapt er zo van op. En voor mij een kleine moeite, maar vooral: ik vind het ook heel gezellig. Dus ik blijf gewoon geregeld bij haar op bezoek komen!'
Lees meer

Hòfi Chikí voor een groenere en gezondere leefomgeving

| Doe es gewoon vrijwillig

Vrijwilliger zijn van een vrijwilligersorganisatie duizenden kilometers verderop? Dat kan natuurlijk ook! Miranda Zwart is nu ruim drie jaar voorzitter van de stichting Hòfi Chikí. Hòfi Chikí plant op Curaçao kleine bosjes met inheemse bomen en planten in urbane en rurale gebieden. Miranda: 'Natuur is hartstikke belangrijk voor mens en dier en ik zet me daarom graag in om het prachtige Curaçao nog een stukje mooier en groener te maken. Meer groen zorgt namelijk voor meer biodiversiteit, een betere luchtkwaliteit, verminderede wateroverlast en biedt een gezonde speel- en leeromgeving voor de kinderen op Curaçao. We hopen dat meer mensen onze stichting willen ondersteunen.' Lennart Bak is de oprichter van Hòfi Chikí. In 2016 raakte hij geïnspireerd door de beweging Tiny Forest. Een beweging die de ‘Do it yourself’-methode heeft ontwikkeld waarmee mensen zelf een tiny forest kunnen bouwen. Toen Lennart in 2018 naar Curaçao verhuisde, wilde hij ook hier deze beweging van de grond krijgen. In 2021 richtte hij officieel de Stichting Hòfi Chikí op. In 2020 bezocht Miranda samen met nog vijf vriendinnen hun vriendin op Curaçao, de vrouw van Lennart. Miranda: 'Lennart nam ons mee naar het bos naast de basisschool Klein College. Het is het eerste tiny forest van Curaçao dat geplant is. We waren echt onder de indruk. Het beslaat een gebied van 160m2 en bevat zo’n 480 inheemse struiken, heesters en bomen van 41 verschillende soorten. Alsof je ineens in een heel andere wereld bent beland!' Leren over boompjes en beestjes Het land waar het bos op groeit, ligt naast de tuinkas van de school. Miranda: 'En dat is nou het mooie van dit tiny forest project. Het is niet alleen een manier om Curaçao te vergoenen, maar het project is ook onderdeel van het educatieve Natuur en Milieu Educatieprogramma van de school. De kinderen krijgen les tussen het groen en leren over alles wat er groeit, bloeit en leeft. Ze leren over de soorten insecten die hier leven, de bomen en struiken die hier groeien en vooral wat natuur doet voor mens en dier. Geweldig dat zo twee mooie doelen in een klap worden gerealiseerd.' In maart 2023 is het tweede tiny forest geplant; Tiny Forest Groot Piskadera, naast de Universiteit van Curaçao. Een bos van maar liefst 250m2 met 750 inheemse struiken, heesters en bomen. Ook dit bos heeft een educatieve rol. 'Het blijft natuurlijk niet bij deze twee projecten. Onze droom is dat het hele eiland straks met elkaar verbonden is door tiny forests, zodat dieren van de ene naar de andere kant kunnen en Curaçao altijd groen is.' Ja, ik doe mee! De stichting draait volledig op vrijwilligers, fondsen en giften. Vrijwilligers die wonen op Curaçao, maar ook in Nederland. Miranda: 'De stichting zocht een voorzitter en Lennart vroeg me na het bezoek of het iets voor mij was. Hartstikke slim natuurlijk van hem… Hij zag dat ik enthousiast was en dat ik natuur, maar ook het besef van de waarde van natuur heel belangrijk vind om door te geven. En als je het niet vraagt… Natuurlijk zei ik ‘Ja, ik doe mee!’. Dat natuur niet vanzelfsprekend is, realiseren we ons veel te weinig. Je moet echt leren dat het bestaan van bomen, struiken en beestjes een doel heeft en dat het allemaal met elkaar in verband staat. Dat kun je niet jong genoeg leren. Met Hòfi Chikí wordt bijgedragen aan de natuur en de biodiversiteit. Het is dan toch geweldig dat je daaraan kunt en mag bijdragen?' Communicatie op afstand De vrijwilligers van Hòfi Chikí wonen op Curaçao en in Nederland, is dat niet onhandig? Miranda: 'Het is belangrijk dat alle vrijwilligers betrokken blijven en daar doen we als bestuur alles aan. Natuurlijk is dat een uitdaging als de vrijwilligers zo ver van elkaar zitten. En dan heb je ook nog het tijdsverschil. Maar, het lukt ons om geregeld “de koppen bij elkaar” te steken, digitaal uiteraard. Het is ook een voordeel dat er vrijwilligers zijn die in Nederland wonen. Zo biedt Nederland meer mogelijkheden om fondsen aan te vragen. Het is dan natuurlijk ook handig dat ik directeur-bestuurder van Vrijwilligerspunt Westfriesland ben: met het uitgebreide netwerk van Vrijwilligerspunt weten wij welke paden we moeten bewandelen om bij de juiste fondsen binnen te komen.' Meer vrijwilligers Hòfi Chikí kan meer vrijwilligers gebruiken. Miranda: 'We hebben een aantal vacatures openstaan en daarvoor hoef je dus echt niet per se op Curaçao te wonen! Zo zoeken we een communicatiespecialist die ons wil helpen met de bekendheid van Hòfi Chikí. Door het bijhouden van de website, het delen van mooie verhalen en successen via persberichten, social media en nieuwsbrieven. We weten namelijk zeker dat we door te vertellen over wat we doen, we nog meer mensen enthousiast kunnen maken ons te komen helpen. Want de natuur naar mens en dier brengen; dat is toch fantastisch om aan bij te dragen?!' Ook vrijwilliger worden bij Hòfi Chiki? Je vindt hier de openstaande vacatures.
Lees meer

Voorleesvrijwilliger Sonja voelt zich welkom

| Doe es gewoon vrijwillig

Fatima was het eerste kindje waar Sonja den Besten aan ging voorlezen. Twee jaar later zit ze weer met Fatima op de bank. ‘Het verhaal over een monster was heel spannend, daarom hebben we hem een andere naam gegeven.’ Voorlezen is bij elk kind anders. Dat ligt bijvoorbeeld aan de leeftijd, heeft Sonja den Besten gemerkt. ‘Toen Fatima vier jaar was, begon ik met voorlezen. Ik merkte dat ze zich nog niet zo lang kon concentreren. We wisselden voorlezen af met spelletjes. Ze wilde bijvoorbeeld graag kappertje spelen en mijn haar werd dan gekapt. Fatima spreekt en hoort thuis vooral Arabisch. Door samen te spelen, oefenden we tegelijkertijd de Nederlandse taal.’ Van harte welkom Het voorlezen past perfect bij Sonja. Ze deed al jaren vrijwilligerswerk, maar SamenVoorlezen was onbekend. ‘Ik hoorde erover op de kunst & cultuurmarkt in Hoorn, bij het kraampje van Vrijwilligerspunt. Ik vroeg me af: is mijn stem wel goed genoeg? Kan ik dat wel? Ik had contact met Vrijwilligerspunt en een week later kon ik beginnen.’ Ze werd van harte welkom geheten bij het eerste gezin. Het contact loopt vanaf het eerste moment soepel. ‘De eerste afspraken waren midden in de coronatijd. Dat was lastig. Maar de communicatie is goed, dus we konden toch afspreken.’ Voorlezen én rekensommen Twee jaar later, en daar is Sonja weer. Inmiddels heeft ze andere kinderen voorgelezen, maar ze komt met veel plezier bij Fatima terug. Het meisje zit inmiddels in groep 3. ‘Het is zo leuk om het verschil te zien. Voorlezen gaat steeds makkelijker’, vertelt Sonja. ‘Ze kan nu langer stilzitten en beter luisteren. Ze vindt rekenen veel leuker dan taal, dus we doen tussen het voorlezen door een paar rekensommen. Het is zo’n leuk, speels, creatief meisje. Ze heeft laatst zelfs een schilderij voor me gemaakt!’ Sonja weet precies welke boeken in de smaak vallen bij Fatima. ‘Sprookjes zijn altijd goed, boeken over prinsessen zijn haar favoriet. En een boek over monsters, hoewel dat wel erg spannend was. Ik wil natuurlijk niet dat zij ’s nachts wakker ligt van een griezelig verhaal. Daarom hebben we samen een andere naam voor het monster verzonnen. Fatima noemt hem nu Piet. Dan is het monster ontwapend.’ Alfabet aan de muur De reden dat Sonja zo graag als voorleesvrijwilliger werkt? Niet alleen om haar liefde voor boeken en lezen te delen. ‘De warmte van het gezin is geweldig. We respecteren elkaar, we zijn gelijkwaardig en ik voel me zo welkom. De moeder vindt het heel belangrijk dat haar dochter goed Nederlands leert en goed haar best doet op school. Het Nederlandse alfabet hebben ze als poster aan de muur gehangen, heel slim!’ En Sonja is nog lang niet klaar. Want het jongere broertje van Fatima wil ook graag worden voorgelezen… ‘Moeder Sharifa heeft al gevraagd: kunnen we jou weer reserveren? Dan kom je volgend jaar gewoon terug!’
Lees meer

Voorleesvrijwilligers geven kinderen extra zelfvertrouwen

| Doe es gewoon vrijwillig

Op basisschool De Hoeksteen in Enkhuizen geven voorleesvrijwilligers van het project SamenVoorlezen van Vrijwilligerspunt extra aandacht aan kinderen die nog niet zo taalvaardig zijn. Dat kwartier, hooguit een halfuur, onverdeelde aandacht maakt al een groot verschil, merkt leerkracht Jolanda Andringa. ‘Je ziet kinderen echt ‘aan’ gaan als ze het snappen.’ Is je Nederlands nog niet zo goed als de rest van de klas, dan gaat de les soms te snel. ‘Wat we vertellen, gaat dan over de hoofden van die kinderen heen. Zeker als Nederlands niet hun moedertaal is, moeten ze soms flink schakelen om de uitleg in de klas te volgen. Door het rumoer in de klas kunnen leraren ook niet altijd in de gaten houden of iedereen de les nog goed kan volgen.’ Vinger opsteken Vrijwilligers van SamenVoorlezen geven op de Hoeksteen voorleeslessen, juist voor kinderen die wel wat extra aandacht kunnen gebruiken. Gewoon één op één met een geduldige vrijwilliger, werken aan een boek of een schoolopdracht. Jolanda: ‘Ik vertel de voorlezer waar we in de klas mee bezig zijn. Het is de bedoeling dat het voorlezen aansluit bij onze thema’s, dus de voorlezer kan aandacht besteden aan stof die we pas hebben behandeld, of juist iets wat er nog aan zit te komen. Gaat het in de klas bijvoorbeeld over slakken, dan kan de voorlezer dat voorbereiden door samen met het kind een boekje te lezen. Dat betekent dat het kind daarna de les veel beter kan volgen. Soms durven ze zelfs hun vinger op te steken om ook iets over slakken te vertellen!’ De voorleesvrijwilligers dragen dus bij aan het zelfvertrouwen van de kinderen. ‘De kinderen krijgen complimentjes tijdens de extra les. En ze horen dat ze niet bang hoeven te zijn om iets fout te doen.’ Woordenschat groeit Het gaat niet zozeer om begrijpend lezen, want daar zijn de kinderen in groep 1, 2 en 3 nog een beetje te klein voor. ‘Begrijpend luisteren noemen we het,’ zegt juf Jolanda. ‘Door het voorlezen groeit de woordenschat. Kinderen raken vertrouwd met de Nederlandse taal. Ze maken kilometers met de Nederlandse taal. En ze krijgen zin om het lezen te leren, hopen we.’ Op dit moment is Sinterklaas het grote thema in de klas. Maar sommige kinderen hebben nog nooit van Sinterklaas gehoord. Zij kunnen de verhaaltjes en de liedjes rond het kinderfeest niet goed volgen. ‘Een tweeling van zes, nog maar kort in Nederland, zijn naar de intocht geweest. Er werd snoep gegooid, er was een man op een paard, heel indrukwekkend. Maar hoe het nou precies zit? In de voorleesles besteedt de vrijwilliger dan extra aandacht aan Sinterklaas, bijvoorbeeld met praatplaten. Daarna is het hele gebeuren voor de kinderen beter te volgen.’ Gek op lezen De school kan altijd extra vrijwilligers gebruiken voor de voorleesles. Jolanda denkt dan aan mensen met een fijne voorleesstem, die ook wat langzamer spreken. ‘Geduld. Aandacht voor kinderen. Positief ingesteld. En ze moeten het leuk vinden om met de leerkracht samen te werken en aan te sluiten bij de lessen en de thema’s in de klas.’ Over het algemeen zijn alle voorleesvrijwilligers echte boekenwurmen. Gek op lezen en gek op kinderen. ‘Kunnen lezen is de sleutel tot zoveel andere vakken. De voorleesvrijwilligers die de liefde voor lezen overdragen op de kinderen maken een groot verschil op onze school. Het is prachtig om te zien dat de kinderen het op een bepaald moment snappen, dat ze ‘aan’ gaan.’ Ook voorlezer worden? Ook voorlezer worden van SamenVoorlezen? Kijk voor meer info op deze pagina , mail naar [email protected] , of bel 0229-216499.
Lees meer

Meneer Arnold helpt Marko met Nederlands spreken

| Doe es gewoon vrijwillig

Twee jaar lang was Marko Božović uit Montenegro taalmaatje van Arnold Bakker. Hoewel Arnold Marko niet meer officieel helpt met de Nederlandse taal, zien ze elkaar nog regelmatig. Arnold: “Er is een waardevolle vriendschap ontstaan. Ik ben vorig jaar zelfs naar Montenegro op vakantie geweest om zijn geboorteland en familie te leren kennen.” Zo’n 4,5 jaar geleden kwam Marko naar Nederland. Marko: “Door de liefde. Ik leerde mijn vriendin kennen in Montenegro. Mijn beste vriend bleek haar zwager te zijn. We werden verliefd op elkaar en niet lang daarna besloot ik naar Nederland te komen om bij haar te wonen.” Maar toen liep Marko al snel tegen een taalbarrière op. Marko: “Ik sprak geen woord Nederlands en wilde zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren. Ik kwam bij Vrijwilligerspunt terecht. Zij vertelden me dat ik naar het Clusius College kon, maar daar was nog een wachtlijst. Ik werd gekoppeld aan een taalvrijwilliger. Dan kon ik alvast Nederlands leren. Ik kwam uiteindelijk bij meneer Arnold terecht.” Meneer Arnold? “Ik zeg altijd meneer Arnold. Uit respect. Ik vind dat je ouderen met meneer of mevrouw moet aanspreken. Zo ben ik opgevoed.” Arnold: “Ik mag dan wel 82 zijn, maar van mij hoeft hij echt geen ‘meneer’ te zeggen. Maar hij blijft het doen, dus ik laat het maar zo.” Praten, praten, praten Toen Marko in Hoorn kwam wonen, kreeg hij gelukkig al snel een baan in de horeca. “Ik ben kok als beroep en kon als kok aan de slag in restaurant de Waag. Mijn collega’s begonnen direct Engels met me te praten, maar dat wilde ik niet. Ik wilde Nederlands leren. Door woorden op te laten schrijven en deze te leren, leerde ik steeds beter Nederlands.” Taalvrijwilliger Arnold hielp hem iedere week met een uurtje taalles. Maar niet met grammaticaboekjes en woordenlijstjes. “Ik werk vooral aan de spreekvaardigheid. Grammatica en woordjes stampen kan hij ook op school.” Marko vult aan: “We praten over van alles. Niet over politiek of slecht nieuws uit de kranten. Wel over alledaagse dingen, zoals Hollandse gewoonten, festivals, carnaval, eten of muziek. Leuke dingen. Ik leer veel van de gesprekken. Meneer Arnold heeft me vooral geholpen met mijn uitspraak en de zinsconstructie. Ik kan inmiddels goed Nederlands lezen, maar spreken blijft lastig. Nederlands is echt een moeilijke taal." Arnold: “Hij is heel erg vooruit gegaan en leest goed. Hij is heel leergierig en een slimme jongen. Ik vind het fijn om met hem gesprekken te voeren. We bepalen niet vooraf waar we het over hebben, dat gaat eigenlijk vanzelf. We zijn het overigens vaak niet met elkaar eens, maar we maken nooit ruzie!” Reis naar Montenegro Er wordt ook veel over elkaars cultuur gesproken. Arnold: “Marko heeft tijdens onze gesprekken ook veel verteld over zijn thuisland. Ik werd zo enthousiast van zijn verhalen, dat ik vorig jaar besloot naar Montenegro op vakantie te gaan.” “Met de auto en helemaal alleen!”, zegt Marko, nog steeds verontwaardigd. “Ik verklaarde hem voor gek, maar ik kreeg het niet uit zijn hoofd gepraat.” Na een reis van een paar dagen met tussenstops in Oostenrijk en Kroatië, verbleef Arnold tien dagen in Montenegro. “Ik heb Marko’s familie daar ontmoet en ik heb veel geleerd van het land en de cultuur. Het was een fantastische reis en geweldig om met eigen ogen zijn land te zien.” Nieuw taalmaatje Sinds een paar weken heeft Arnold een nieuw taalmaatje. Arnold: “Ik help een vrouw uit Vietnam met de Nederlandse taal. Hoewel ze getrouwd is met een Nederlander, spreekt ze slecht Nederlands. Een hele uitdaging dus. Maar dat vind ik leuk. Ik ben van huis uit schoolmeester en ik ben jaren koordirigent geweest. Ik vind het gewoon leuk om mensen iets te leren. En om andere culturen te leren kennen.” “Misschien ga je dan ook wel op reis naar Vietnam!”, grapt Marko. Arnold sluit het niet uit… Blokfluit Marko en Arnold zien elkaar nog geregeld, ondanks dat Marko niet meer officieel Arnolds taalmaatje is. Arnold: “Iedere week zie ik Marko nog in het zwembad als ik ga zwemmen en hij zijn dochtertje van zwemmen haalt. Dan maken we altijd even een praatje. En nog niet zo lang geleden heb ik bij hem gegeten toen zijn moeder, zus en neef in Nederland waren. Marko is nu met een opleiding tot personal trainer bezig, dus hij heeft het momenteel heel druk. Maar als hij klaar is, gaan we samen het blokfluiten weer oppakken.” Marko: “Ik heb nu een paar lessen van hem gehad. Ik vind het heel leuk, al ben ik helemaal niet muzikaal. Arnold heeft me nu ook twee keer meegenomen naar een klassiek concert in het concertgebouw in Amsterdam. Dat vond ik geweldig. Dus hopelijk kan ik dan straks net als meneer Arnold het volkslied van Montenegro spelen op de blokfluit.”
Lees meer

Carin leert Oekraïners Nederlands

| Doe es gewoon vrijwillig

Taal is zeg maar echt haar ding. Niet alleen in haar werk als jurist, maar ook als taalvrijwilliger. Carin Zwagerman maakt Oekraïners wegwijs in de Nederlandse taal. ‘Ook buiten het klaslokaal, want taal is veel meer dan alleen woordenschat en grammatica.’ Carin (foto 2e links) deed al vrijwilligerswerk als taalmaatje voor een Poolse man. Via dat vrijwilligerswerk leerde ze Nini Vietor kennen, stuwende kracht bij Taalhuis. ‘Ze zocht vrijwilligers om Nederlandse les te geven aan mensen uit Oekraïne. In de opvanglocatie in Opperdoes kwam een groep bij elkaar. Ik ging er naartoe en op de eerste bijeenkomst waren er ruim 25 mensen die les wilden.’ De deelnemers werden verdeeld in groepjes, elk met een eigen juf of meester. Na wat verschuivingen voegde Carin haar groepje samen met dat van collega-vrijwilliger Mariska. Twee leraren, twee leerlingen: een mooi stel. De taal is knap lastig, maar daar geven Carin en Mariska wel een draai aan. ‘Een strikt lesprogramma? Nee, dat volgen we eigenlijk niet. We gaan uit van wat de mensen willen leren. We proberen zoveel mogelijk Nederlands te praten, maar soms wijken we even uit om elkaar te kunnen begrijpen.’ Creativiteit in de klas Geen les met een juf voor de klas en rijtjes woorden stampen, maar meer creativiteit. ‘Soms doen we spelletjes, zoals kwartetten, of we kletsen gewoon wat. We hebben wel eens Nederlandstalige muziek geluisterd. Of een gedicht van Marieke Lucas Rijneveld gelezen samen. Zij schreef een gedicht naar aanleiding van de Russische aanval op Oekraïne dat ook in het Oekraïens is vertaald. Ze begrepen niet elk woord van de Nederlandse versie, maar dat hoeft ook niet. Je leert op die manier toch meer van een nieuwe taal.’ Daarbij is het handig dat ze niet in haar eentje voor de groep staat. ‘Je hoeft niet elke les voor te bereiden. En als een van de twee het niet meer weet, kan de ander helpen.’ Tennisles Tijdens een les over hobby’s kwam ze erachter dat een van haar studenten van tennissen houdt. Carin is lid van een tennisvereniging. Dus op naar de tennisclub. ‘Daar is op dinsdag en vrijdag een inloop. Evgenia, die ik taalles geef, is meteen warm welkom geheten. Haar dochtertje Lada komt ook vaak mee, ze werden met open armen ontvangen. Zo krijgen ze ook een bredere sociale kring.’ Sowieso houdt de Nederlandse les niet op bij het klaslokaal, vertelt Carin. ‘We hebben ook een keer met z’n vieren, dus Mariska, de twee Oekraïners en ik, een high tea gedaan in de stad. Hartstikke gezellig.’ Ook organiseren de twee regelmatig gezellige dingen, soms met een paar andere vrijwilligers, zoals een bingo of een tennisclinic voor de kinderen in de opvanglocatie. Wat het vrijwilligerswerk haar brengt? ‘Ik word hier gelukkig van’, zegt ze. Ze is kortgeleden een dag minder gaan werken om extra tijd te hebben voor vrijwilligerswerk, dat zegt toch genoeg?
Lees meer

Juul kan het voorlezen niet laten

| Doe es gewoon vrijwillig

Ze is onlangs gestopt met haar jarenlange vrijwilligerswerk als voorlees-coördinator en voorlezer. Hoeveel kinderen ze heeft voorgelezen? Zoveel, voormalig leerkracht Juul Tadic kan het niet meer tellen. ‘Toen ik hoorde over voorleesprojecten, was ik direct enthousiast.’ Jaren geleden begon Juul Tadic (middenvoor op foto) als voorlezer. ‘Ik werd benaderd: een Somalisch gezin in Midwoud kon wat hulp gebruiken. Ik werkte al als voorlezer bij ‘50+ Leest Voor’ en dit leek me nog leuker. Vijf kinderen kon ik voorlezen, een heel rijtje op de bank en de kleinste bij mij op schoot. Moeder deed ook mee, het was heel leuk.’ Ook na het voorlezen hield Juul contact. ‘Mijn man en ik hielpen ook wel eens met huiswerk of andere schoolopdrachten. En nog steeds spreek ik ze af en toe. De oudste kinderen hebben inmiddels een baan, voor de moeder werd ik een taalmaatje.’ Een volgend gezin volgde, zelfde verhaal. Ook die schoven aan de keukentafel van Juul aan om hun huiswerk te maken. ‘De kinderen moeten dan bijvoorbeeld een boekbespreking maken. De ouders hebben geen idee hoe ze dat moeten voorbereiden. Gelukkig zijn mijn man en ik allebei leerkracht geweest, dus we konden daarbij helpen. Was er dan een brief van de schoolarts of een ander onbegrijpelijk document, dan konden we daar de ouders ook over adviseren.’ Ook aan de keukentafel Al snel werd Juul naast haar voorleeswerk ook coördinator van het project SamenVoorlezen. Dat betekende dat ze kennismakingsgesprekken hield met nieuwe voorlezers en de aangemelde gezinnen. Daarna koppelde ze de voorlezers aan de gezinnen. ‘Niet iedereen past bij elk gezin. Als er meerdere kinderen tegelijk worden voorgelezen, is het een stuk onrustiger. Ik kon heel juffig zeggen: als je mee wilt doen, zit je stil. Dan kun je de aandacht van een grote groep langer vasthouden. Maar de meeste voorlezers zijn meer geschikt voor gezinnen met maar een, hooguit twee kinderen.’ Jarenlang werkte ze niet alleen als voorlezer, maar ook als coördinator samen met de andere vrijwilligers. Vergadering, overleg, intervisie? Allemaal aan de keukentafel van Juul, dat kon makkelijk. ‘In groepen deelden we ervaringen: wat gaat goed, wat is lastig? Zo kon iedereen van elkaar leren.’ De groep voorlezers wisselde regelmatig, het waren er door de loop van de tijd meer dan twintig. ‘Een enkeling bleef jarenlang voorlezen. Toch was het altijd een puzzel om de planning rond te krijgen. Er is meer vraag dan aanbod.’ Vriendschappen Door haar verminderde mobiliteit heeft Juul helaas moeten besluiten te stoppen met het voorleeswerk. Ook haar taken als coördinator heeft ze neergelegd. ‘Met sommige mensen heb ik jaren samengewerkt, er zijn vriendschappen ontstaan. Die contacten blijven, hopelijk.’ Ze gaat de coördinatoren en het Taalhuis van Vrijwilligerspunt missen, zegt ze. Hoewel? ‘Een van de Eritrese kinderen die ik via het voorlezen ken, komt nu bij mij langs. Ze kan goed hardop lezen, zei haar zusje, en dat wilde ze wel aan me laten horen. Het lezen gaat hartstikke goed, haar spelling is iets minder, dus daar help ik haar mee.’ Dus wat denk je? Er zit weer een leergierig kind aan de keukentafel met een mooi voorleesboek. En Juul geniet.
Lees meer

Het is voorlezen, maar nog zoveel meer

| Doe es gewoon vrijwillig

Ze las een advertentie in de krant, had ruimte in haar agenda en voor ze het wist was ze aan het voorlezen: zo begon Marjon Walst aan haar vrijwilligerswerk als voorlezer voor SamenVoorlezen. ‘De jongen had vooral zelfvertrouwen nodig, hij moest voelen: ik kan het.’ Jarenlang werkte ze als lerares op de basisschool. Drie jaar geleden ging ze met pensioen, maar al die kennis en ervaring mocht niet onbenut blijven, vond ze. ‘Ik zag dat voorlezers werden gezocht en ik dacht: dat is echt iets voor mij. Door Malika van Vrijwilligerspunt werd ik gekoppeld aan een gezin uit Curaçao, waar ik een meisje van negen jaar ging voorlezen. Door mijn ervaring kon ik snel bepalen wat er nodig was en op welke manier ik haar het beste zou kunnen helpen. Haar woordenschat ging door het voorlezen met sprongen vooruit.’ Kilometers maken voor leesvaardigheid In het volgende gezin ging Marjon voorlezen aan een Poolse jongen van negen jaar. Door corona had hij veel lessen gemist, zijn leesniveau was blijven steken op dat van groep 3. ‘Die digitale lessen waren niks voor hem en zijn ouders konden hem niet motiveren om toch mee te doen. We moesten dus flink wat kilometers maken om zijn leesvaardigheid op niveau te brengen. Hij vond veel dingen leuker dan lezen, dus we maakten afspraken: stukje lezen en daarna gingen we even met elkaar praten of een spelletje doen.’ De zomervakantie kwam in zicht en de twintig voorleesafspraken van Marjon waren eigenlijk op. Wat zou er gebeuren als de jongen zes weken lang geen boek zou inkijken? ‘Ik was bang dat het dan zou wegzakken. Dus heb ik in de zomervakantie nog een paar keer per week met hem afgesproken.’ Dat wierp z’n vruchten af. Hij ging over naar groep 4 en Marjon kreeg een paar weken na het begin van het schooljaar een telefoontje van de ouders, of ze even wilde langskomen. ‘Ze wilden wat vertellen. Ik was benieuwd. Was er iets mis? Maar nee, de juf was zo tevreden over hun zoon dat ze allemaal complimenten had gegeven. De jongen had vooral zelfvertrouwen nodig, hij kon echt goed lezen. Ik was heel blij, vooral voor hem.’ Vader staat op tafel Marjon past het voorlezen aan aan de kinderen. ‘Houdt iemand van treinen, dan zoek ik boeken over treinen. Ik probeer ook de ouders bij de lessen te betrekken. Het is voorlezen, maar het is tegelijk zoveel meer.’ Bij het volgende gezin lukte dat geweldig. ‘Een Syrisch gezin in Wijdenes. Ik ging voorlezen aan de zoon van vier en de dochter van twee, maar vader en moeder luisterden mee.’ In een spelletje met stickers leerde het gezin hoe alles in en om het huis heet. ‘We plakten een sticker op de tafel, met daarop het woord ‘tafel’. De stoel, de gordijnen, de vensterbank, alles kreeg een sticker. De vader stond op tafel om een sticker op de gordijnrails te plakken. De kinderen vonden het geweldig!’ Om aan te sluiten bij de belangstelling van het gezin, zocht Marjon kinderboeken die half Nederlands, half Arabisch zijn. ‘Zo kunnen de ouders Arabisch voorlezen en de kinderen Nederlands. Het is een moeilijke taal, ik ben diep onder de indruk dat ze het kunnen leren. Bovendien: hou je je moedertaal goed bij, dan leer je makkelijker een nieuwe taal, dat is wetenschappelijk bewezen. De kinderen zullen dus beter Nederlands leren als ze ook aandacht aan het Arabisch besteden.’ Ik doe ertoe Het voorlezen in dit gezin is afgelopen, maar Marjon houdt contact. ‘Met de moeder ga ik af en toe wandelen, dan oefenen we ook Nederlands onderweg. Ik merk hoe moeilijk en onlogisch Nederlands soms is. Iemand wenst ons goedemorgen en mijn wandelmaatje vroeg: hoe zit dat? Morgen is toch de volgende dag?’ Ook geeft ze het gezin af en toe advies. ‘Hun dochter wilde een verjaardagsfeestje vieren. Hoe doen we dat in Nederland? Ik kan dan vertellen hoe het werkt.’
Lees meer

Dieneke zoekt hulp voor 4 en 5 mei (en veel meer)

| Doe es gewoon vrijwillig

Keti Koti in Enkhuizen? Goed idee! En lichtjes plaatsen op de militaire oorlogsgraven op kerstavond? Mooi initiatief. Herdenking van de Februaristaking, Kristallnacht, de Walk of Peace… Het comité 4 en 5 mei in Enkhuizen wordt regelmatig benaderd door allerlei interessante burgerinitiatieven. Mooi, zou je zeggen, maar het comité is veel te klein om alles bij te houden. Ze hebben hulp nodig! De basis van het comité is de dodenherdenking op 4 mei en de viering van de bevrijding op 5 mei, legt voorzitter Dieneke van Tongeren – Schuijt uit. “Maar er zijn zoveel andere activiteiten waarbij we de boodschap rondom anti-discriminatie kunnen uitdragen. Daar hebben we nu helaas geen tijd voor. Het comité bestaat uit te weinig mensen. Als we met alle mooie initiatieven mee willen doen, is dat veel meer werk dan wij voor elkaar kunnen krijgen.” Vuur van de vrijheid Zelf zet Dieneke, ook al is ze 71 jaar, zich volledig in voor het comité. Neem nou de dodenherdenking op 4 mei. “Ik ben erbij, om 20.00 uur. Als dat is afgelopen, sjees ik naar huis, gauw verkleden en daarna met de bus naar Wageningen. Daar halen we met een steeds wisselende vereniging het Bevrijdingsvuur op voor Enkhuizen. We fietsen op tandems met de brandende fakkel weer naar Enkhuizen om daar tijdens een ceremonie op 5 mei de vlam te ontsteken.” Tegen discriminatie Het comité is opgericht in 1982. Al ruim veertig jaar zet het comité zich in om op een passende manier stil te staan bij de dodenherdenking en Bevrijdingsdag te vieren. Maar het comité doet meer. “Bij de oprichting in de jaren tachtig hebben we uitgesproken dat we ons ook inzetten tegen discriminatie. Daarom heten we ook anti-discriminatiecomité. Jammer genoeg zie ik dat er nog veel discriminatie is in de samenleving. Veel mensen worden nog steeds weggezet, de polarisatie groeit.” Samen in Enkhuizen Gelukkig kloppen regelmatig mensen aan bij het comité, met de vraag of de groep mee wil doen aan interessante initiatieven die een standpunt innemen tegen uitsluiting. “Deels doen we dat al, met ons initiatief ‘SAMEN in Enkhuizen’. Daarbij maken we matches tussen nieuwkomers in Enkhuizen en mensen die hier al lang wonen. Zo kunnen mensen elkaar een beetje op weg helpen en hun netwerk uitbreiden. We matchen mensen die bij elkaar passen, bijvoorbeeld op basis van hobby’s of andere gemeenschappelijke interesses, zodat er echt een positief, duurzaam contact ontstaat.” Tevens worden er Ontmoetingsdagen georganiseerd om mensen te verbinden. Basisscholen Andere initiatieven kunnen maar deels op hulp van het comité rekenen, want tja, met een kleine groep mensen kun je niet alles. “We werken samen met basisscholen en voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld door ze een oorlogsmonument te laten adopteren en samen te herdenken. In de klas wordt dan aandacht besteed aan het verhaal achter zo’n gedenkplek. Gelukkig hebben we nu een secretaris met een netwerk op dat gebied, die dat weer oppakt.” Een ander initiatief waar het comité graag bij zou willen aanhaken, is bijvoorbeeld de herdenking op kerstavond bij de militaire oorlogsgraven. “We kunnen daar op dit moment niet zoveel aan bijdragen, net zoals het creatieve idee om na de dodenherdenking een theatervoorstelling te organiseren, vergelijkbaar met het Amsterdamse Theater na de Dam. Prachtig, maar wie kan ons geluid daarbij vertegenwoordigen? Dat geldt ook voor Keti Koti of een samenwerking met Cinema Enkhuizen. Ook bij de organisatie van de Walk of Peace en de Vrijheidsmaaltijd kunnen we versterking gebruiken.” Jonge mensen Het is duidelijk: Dieneke is op zoek naar nieuwe mensen. Wie zoekt ze? “Iedereen die zich herkent in de activiteiten van ons comité. Interesse in en kennis van het oorlogsverleden is zeker een vereiste, maar we zoeken vooral een open blik naar de maatschappij van nu met nieuwe, frisse ideeën. Het zou leuk zijn als wat jongere mensen zich aanmelden, want ik zie ons comité een beetje vergrijzen. Het is mooi om met een gemêleerd comité te werken. Er is nog zoveel te doen!” Foto helemaal boven: Dieneke (3e van rechts) met burgemeester tijdens ceremonie in Enkhuizen. Foto boven: Vrijwilligers (met Dieneke in het midden) staan klaar om het vuur in Wageningen in ontvangst te nemen
Lees meer

Cor en Christa ruimen zwerfafval op in Medemblik

| Doe es gewoon vrijwillig

Christa de Lange en haar zoontjes en Cor Kistemaker zijn slechts enkelen van de vele vrijwilligers die in hun vrije tijd hun woonomgeving in de gemeente Medemblik schoonhouden. Eén keer per maand, of zelfs dagelijks ruimen zij het zwerfafval op. Cor: “Iedere dag haal ik 7 à 8 vuilniszakken met rotzooi op. Het geeft me voldoening als het weer is opgeruimd.” Ruim 40 vrijwilligers hebben zich verzameld in het Wapen van Medemblik. Daar worden zij in het zonnetje gezet door de gemeente met een drankje, hapje, een klein aandenken en een gezellig samenzijn. Een blijk van waardering voor deze betrokken inwoners die belangeloos meehelpen om de gemeente schoon te houden. Betrokkenheid De vrijwilligers komen uit verschillende gemeentekernen, zowel jong als oud is vertegenwoordigd. Ook Christa de Lange, samen met haar vier zoontjes. Acht jaar geleden kwam zij in Medemblik wonen. Christa: “Ik kende niemand in Medemblik en wilde meer mensen leren kennen en meer betrokken raken bij de gemeente. Ik kreeg het advies om vrijwilligerswerk te doen en dat advies heb ik heel letterlijk genomen! Zo heb ik onder andere vrijwilligerswerk voor de KWF gedaan, de Harddraverij en Huttendorp. En nu help ik dus, samen met mijn zoontjes, met het opruimen van zwerfafval.” Jeugdjournaal Het was haar oudste zoon Mathijs die met het idee kwam. Mathijs: “Op het Jeugdjournaal ging het over vrijwilligerswerk en over het opruimen van afval op straat. Ik hou heel erg van de natuur en vind het stom dat mensen vuil zomaar op straat gooien. Dus ik wil graag helpen om de natuur mooi en schoon te houden.” “Ja, natuurlijk vond ik het een goed idee”, zegt Christa trots. “Ik geef de kinderen mee dat het zomaar op straat gooien van vuil niet oké is. Daarnaast leren ze dat ze niet alleen aan zichzelf moeten denken, maar dat het ook belangrijk is iets voor een ander te doen. Dus geweldig dat ze dat op deze manier al zo jong willen doen.” Enthousiast Een keer per maand gaat Christa met haar vier zoontjes op pad. Christa: “We lopen dan zo’n anderhalf uur door de buurt om vuil te ruimen. Mathijs neemt geregeld een vriendje mee. Die heeft hij met zijn enthousiasme ook enthousiast gekregen om mee te doen. We hebben zelfs de buurvrouw aangestoken met het opruimvirus: die gaat nu ook af en toe met ons mee. De jongens hebben er echt plezier in. Vooral als ze thuiskomen met een zak vol vuilnis, zijn ze supertrots. En ik natuurlijk ook!” Elke dag Cor Kistemaker ruimt nu twee jaar lang, zelfs iedere dag vuil op in de gemeente. Cor heeft al jaren flinke pijn in zijn rug, maar kan door een zwak hart hier niet aan geopereerd worden. Sinds een paar jaar verplaatst hij zich voornamelijk met een scootmobiel. Cor: “Ik kan steeds minder en heb elke dag pijn. Het opruimen van zwerfafval is vooral een vlucht. Het houdt me bezig. Maar de reden dat ik zwerfafval opruim, is voornamelijk omdat ik me enorm erger aan die rotzooi. Je wilt niet weten wat er elke dag weer ligt. Per dag haal ik zo’n 7 à 8 vuilniszakken vuil op. Dat is toch niet normaal?!” Door weer en wind “Ik start om een uur of half 10 en kom dan pas rond half 6 weer thuis. Elke dag weer. Ook als het regent. Regenjasje aan en rijden maar. Ik rijd zowat de hele gemeente door. Door de woonwijken, langs de dijk, winkelstraat, haven… ik kom overal. Ik geloof dat ik in de twee jaar dat ik dit nu doe al 7.000 kilometer heb gereden!” Waardering De waardering die Cor vandaag van de gemeente krijgt, doet hem goed, maar vooral ook die van de inwoners van Medemblik zorgt dat hij iedere dag weer met een doel opstaat. Cor: “Iedereen kent me inmiddels wel in Medemblik. En de waardering is groot. Behalve dat ik geregeld krijg toegeroepen dat ik zo’n goed werk doe, steunen mensen me ook op andere manieren. Zo mankeerde er laatst wat aan mijn scootmobiel. Een man vond het zo geweldig dat ik dit doe, dat hij aanbood de kosten voor reparatie op zich te nemen. En vorig jaar met Sint-Maarten kwam een man uit de buurt met zijn twee kinderen aan de deur met een envelop met daarin een lieve kaart en 100 euro. Als dank voor al het goede werk. Daar word ik echt emotioneel van.” Opa Cor De waardering komt niet alleen van volwassenen. Ook jongeren zien wat Cor betekent voor de gemeente. Cor: “Ik neem ook altijd de speeltuin mee, want ook daar ligt genoeg troep. Daar zat laatst een jongen van 12 met een zak snoep. ‘Hé, opa Cor!’, riep hij. ‘Wil je ook een snoepje?’. En toen vertelde hij dat hij nog wisselgeld over had; 1 euro 50. ‘Die is voor jou. Omdat je het speeltuintje altijd netjes houdt.’ Dat heb ik natuurlijk niet aangenomen, maar dat is toch hartverwarmend? Daar doe ik het ook voor!” Iets terug doen Het opruimen van zwerfafval is voor Cor niet alleen een vlucht. “Ik heb een scootmobiel, krijg iedere dag hulp van de thuiszorg, krijg een uitkering… en daar ben ik heel dankbaar voor. Met het opruimen van het zwerfafval kan ik mijn dankbaarheid tonen en iets terug doen. Het doet me goed als ik aan het einde van de dag zie dat het weer schoner is in de gemeente. Ook al weet ik dat er morgen weer troep ligt.” Cor gaat dagelijks op pad om zwerfafval op te ruimen
Lees meer

Tineke geeft Nederlandse les met handen en voeten

| Doe es gewoon vrijwillig

Welk vrijwilligerswerk heeft Tineke Kaat NIET gedaan, kun je beter vragen. Een spelotheek gestart, een gastouderproject opgezet, een kinderkoor, een ouderenkoor geleid en gewandeld met ouderen in een rolstoel. En nee, dat is nog niet alles; met twee andere muziekliefhebbers de muziekmappen gereorganiseerd en gedigitaliseerd bij het gemengde koor in Venhuizen waar ze als sopraan ook in meezong, collectes georganiseerd…noem het maar op. En dat allemaal naast haar werk als inval-leerkracht op de basisschool. Eigenlijk spreken we Tineke over haar werk als taalvrijwilliger. Maar in het gesprek komt ze erachter dat ze al jarenlang vrijwilligerswerk doet. “Na mijn verhuizing van Heiloo naar West-Friesland ben ik vrijwilligerswerk gaan doen, naast mijn parttime baan als leerkracht en het opvoeden van drie kinderen. Een goede manier om mensen te leren kennen in een nieuwe woonplaats. Bovendien: het leven bestaat uit meer dan alleen maar werken, eten en slapen, toch?” Verjaardagsvisite Tineke neemt het ene initiatief na het andere. Zo komt het leukste vrijwilligerswerk op haar pad. De spelotheek in Wervershoof bijvoorbeeld, die zette ze – met hulp van een opbouwwerker - gewoon zelf op. “Het leek me een goed idee. Op mijn verjaardag nodigde ik wat mensen uit de buurt uit. Ik besprak mijn idee en iedereen wilde meedoen. Toen moesten we nog de gemeente overtuigen, want we hadden een plek en geld nodig. Het begon met een kast en speelgoed dat we als bestuur zelf verzamelden door de deuren langs te gaan. Veel speelgoed dat we kregen was kapot of incompleet. Dat repareerden we dan. Met subsidie van de gemeente en geld uit fondsen konden we ook nieuw speelgoed kopen.” Ouderen Ze stapt gewoon het verzorgingshuis binnen als ze wat activiteiten zoekt. “Toevallig konden ze iemand gebruiken om het ouderenkoor te leiden. Ik bracht wat nieuw repertoire in met ouderwetse kinderliedjes. De begeleidend pianiste zei: ik weet niet of de ouderen dat aan kunnen, maar wat denk je? Het ging hartstikke goed. We bedachten bewegingen bij de muziek en zetten de hele boel op stelten.” Groepje van negen Ook de taallessen kwamen zo op haar pad. “Lezen is mijn leven lang een redding geweest. Dus toen in Venhuizen de bibliotheek een kinderbieb werd, wist ik dat ik daar graag zou willen helpen. In de bibliotheek werd ik aangesproken door een Somalische vrouw die graag Nederlands wilde leren, of ik haar niet kon helpen? Dat leek me ook leuk. Voor ik het wist had ik een groepje van negen mensen die ik Nederlandse les gaf. Nou ben ik als leerkracht wel een groep gewend, maar dit werd me toch een beetje veel. Dus ik heb er andere vrijwilligers bij gevraagd.” Zo kwam Tineke ook bij Vrijwilligerspunt in beeld, want ook bij ons komen veel vragen binnen van mensen die graag Nederlands willen leren. “In Enkhuizen heb ik drie jaar conversatieles gegeven, maar al langer werkte ik een-op-een met mensen om hun Nederlands praktisch te verbeteren. De laatste jaren zet ik me in mijn nieuwe woonplaats Wervershoof in als vrijwilliger om nieuwkomers Nederlands te leren.” Ook het taalcafé in Enkhuizen en Hoogkarspel mocht een tijdje op haar medewerking rekenen. Het is haar op het lijf geschreven: Tineke communiceert makkelijk met iedereen. “Soms spreek ik mensen bij de bushalte, die willen dan ook Nederlandse les. Of ik raak in gesprek met mensen op straat. Ik vind het altijd interessant om van mensen te horen wie ze zijn en wat hun verhaal is.” Hoofd, schouders, knieën, teen Linksom of rechtsom, het lukt haar altijd om mensen les te geven, zelfs als ze nog geen woord Nederlands spreken. “In de klas praten we Nederlands, ik wil liever niet dat een van de deelnemers gaat tolken. Met handen en voeten komen we een heel eind.” Ze heeft allemaal handige trucs voor de lessen. “Ik beeld veel uit, gewoon zelf. We behandelen bijvoorbeeld het gezicht: oren, ogen, neus, haar, mond. Ga zitten, ga staan, lopen, links, rechts. Alles is lesmateriaal. En soms gebruik ik een vertaalapp, dat werkt ook. Ook zingen we, zo’n liedje als ‘hoofd, schouders, knieën, teen’. Altijd lachen, die lessen. Humor is belangrijk!” Tijdens de taallessen van Tineke ontstaat een band. Sommige nieuwkomers kent ze al jarenlang. “Ze zien me bijna als een soort moeder. Ik ervaar warmte die we soms als Nederlanders missen. Nu mijn partner pas is overleden, krijg ik van mijn leerlingen ontroerende cadeautjes. Iemand stond zelfs met een kam bananen op mijn stoep, zo lief. Mensen hebben zo weinig, maar ze geven zo veel.”
Lees meer

Zeynep en Sherin brengen gezelligheid in de Huiskamer

| Doe es gewoon vrijwillig

De gemiddelde leeftijd in de Huiskamer van Medemblik ging met sprongen omlaag toen Zeynep en Sherin binnen stapten, twee jonge stagiares van de schakelklas van scholengemeenschap De Dijk uit Medemblik. ‘De klik met onze deelnemers was er meteen, dat kon je aan alles zien’, zegt begeleider Margreet de Jong van de Huiskamer. In de Huiskamer van Medemblik schuiven mensen met lichamelijke klachten, beginnende dementie of een beetje eenzaamheid aan tafel voor verschillende gezellige activiteiten. Een perfecte plek voor scholieren Zeynep en Sherin om hun Maatschappelijke Stage te lopen. De twee meiden, 13 en 15 jaar oud, zitten in de schakelklas van de middelbare school, waar ze als nieuwkomers in Nederland hun taal bijspijkeren en tegelijkertijd andere schoolvakken volgen. ‘Hier kunnen ze volop Nederlands oefenen’, zegt Margreet de Jong, een van de professionele begeleiders in De Huiskamer. ‘Mensen ontmoeten elkaar hier, drinken samen koffie of lepelen een advocaatje, we eten samen en we doen vaak spelletjes. Daar kunnen deze twee stagiairs goed bij helpen.’ Nieuwsgierigheid Ze schoven aan bij de koffietafel, waar ze zich voorstelden. De deelnemers vonden het meteen gezellig, vertelt Margreet. ‘Iedereen was nieuwsgierig en ik moet eerlijk zeggen, de meiden voelden het ook goed aan. Ik zag van allebei de kanten belangstelling. De meisjes komen natuurlijk uit een andere cultuur, daar stelden de deelnemers vragen over. Dat ging op een leuke manier, ze brachten een gezellige sfeer met zich mee. Je ziet gewoon dat de klik er is.’ In de dagen daarna ging het eigenlijk vanzelf. Zeynep en Sherin haakten aan bij activiteiten en stapten zelf op mensen af om met ze te praten. ‘Ik vind dat in het algemeen we stagiaires met open armen moeten verwelkomen. Ook om ze een positieve indruk te geven van wat werken in de zorg kan inhouden. Als ze alleen maar mogen koffiezetten of papieren kopiëren, dan krijgen ze geen beeld. Nee, gaan jullie maar met de mensen praten, zeiden we als begeleiders tegen ze. De vaatwasser instapelen doen wij wel.’ Moeder mee, oma mee Op de laatste stagedag hadden Zeynep en Sherin een bijzondere verrassing voor alle deelnemers. “Mogen we iets koken?”, hadden ze gevraagd. We eten hier namelijk met de deelnemers tussen de middag een warme maaltijd. Natuurlijk, leuk! Ze hadden allemaal gerechten uit hun moederland gemaakt. Een van de moeders en een oma, toevallig op bezoek uit het buitenland, kwamen mee om het eten af te maken en te serveren. Wij hebben een grote tafel gemaakt in de Huiskamer, mooi gedekt, zodat alle deelnemers konden gaan genieten. En het was heerlijk!’ Ontroerend Met zulke leuke stagiaires kun je de diploma-uitreiking niet ongemerkt voorbij laten gaan. Margreet ging er naartoe en ze nam twee deelnemers mee naar het feestelijke evenement op de school. ‘Win-win, want dat is voor onze deelnemers ook een uitje. Wanneer komen zij nou op een middelbare school? We hadden cadeautjes meegenomen voor onze stagiaires en een van de deelnemers gaf spontaan een prachtige speech. Eerlijk: ik kreeg een brok in m’n keel.’ De stage is voorbij, maar Zeynep en Sherin worden gemist in de Huiskamer. Margreet: ‘Laatst vroeg een deelnemer: “Wanneer komen die meisjes weer?”’ Meer weten over MaS? Of hoe ook jouw organisatie profijt kan hebben van het bieden van een stageplek aan jongeren? Vind hier meer info.
Lees meer

Loekie vult haar tussenjaar met voorleesboeken

| Doe es gewoon vrijwillig

Ineens zag Loekie een rijtje lege maanden in haar agenda, tussen haar afgebroken studie en een reis naar het buitenland. Tijd voor wat vrijwilligerswerk, dacht ze. ‘Door de activiteiten voor MDT doe ik alvast ervaring op voor mijn vervolgopleiding’, zegt ze. ‘Met nog een certificaat als extraatje.’ Loekie Beentjes begon vorig jaar aan de studie Bestuurskunde, maar merkte gaandeweg dat die opleiding toch niet zo goed bij haar past. ‘Ik moest veel plannen maken, terwijl ik liever met mensen werk. De studie was op zich wel interessant, maar het uitzicht op het werkveld sprak me niet aan. Dus ik ben gestopt.’ Maar ja, toen had ze ineens een paar lege maanden voor de boeg. ‘Ik kan wel een baantje nemen, maar vrijwilligerswerk leek me leuker. Mijn moeder las in de krant een artikel over het project SamenVoorlezen en zei: is dat niks voor jou?’ De letter-grabbelton Het Eritreese jongetje Musai van vijf jaar moest even wennen aan het wekelijkse voorleesuurtje van Loekie. ‘Hij vond het niet makkelijk om zijn aandacht bij het voorleesboekje te houden’, vertelt ze. ‘De woorden waren te moeilijk en zijn concentratieboog was maar kort.’ Maar Loekie liet zich niet ontmoedigen: ze zocht andere boekjes voor hem uit bij de bibliotheek, met meer plaatjes en minder tekst, zodat ze samen kunnen kletsen over alles wat ze op de tekeningen zien. En ze bedacht zelf taalspelletjes om de taalvaardigheid van Musai te verbeteren, zoals de letter-grabbelton. ‘Ik heb de letters van het alfabet uitgeknipt van papier. We pakken zonder te kijken een letter uit de bak en dan gaan we woorden opnoemen die met die letter beginnen.’ Meer van de wereld zien Loekie besloot haar uren vrijwilligerswerk mee te nemen in de Maatschappelijke Diensttijd (MDT), een project waarbij jongeren 80 uur vrijwilligerswerk doen in een paar maanden, om daarmee nieuwe ervaringen op te doen en zichzelf verder te ontwikkelen. ‘Toen moest ik wel wat extra vrijwilligerswerk erbij doen. Want ik ga in september op reis, voor die tijd wil ik de MDT afronden. Maar ik kan niet ineens vier uur achter elkaar voorlezen aan Musai om aan m’n uren te komen.’ En zo kwamen wat losse klusjes op haar pad. De tuin opknappen, een wandelingetje maken, allemaal kleine opdrachtjes van een paar uur. ‘Die vind ik via de website van Vrijwilligerspunt. Daar staat ook vrijwilligerswerk op dat maar een paar uur duurt.’ Creativiteit In augustus ontvangt Loekie haar MDT-certificaat. Dat staat goed op haar cv, zegt ze, maar het is vooral een waardevolle ervaring. ‘Ik heb veel geleerd van het vrijwilligerswerk, met name van het werken met Musai. Ik wil hierna de pabo gaan doen. Voordat ik ging voorlezen, had ik alleen maar ervaring met kinderen door oppasklusjes. Dat is nu wel anders. Op mijn reis kan ik dit ook toepassen, want ik ga vrijwilligerswerk doen met kinderen met een handicap. Anders dan Musai, maar ook dan zal ik moeten inschatten wat ze begrijpen en wat niet en op een creatieve manier daarop inhaken.’ Is MDT ook iets voor jou? Lees hier meer over MDT.
Lees meer

Natalia geeft Nederlandse les

| Doe es gewoon vrijwillig

In de leslokalen boven het Postkantoor in Bovenkarspel wordt altijd rustig lesgegeven, maar elke donderdagavond hoor je dwars door de dichte deuren van één lokaal hard gelach. Wat is daar aan de hand? Natalia Boborowska geeft Nederlandse les aan een Oekraïens echtpaar van zeventig-plus. En dat is een vrolijke toestand! Klussen? Tuinieren? Dat wordt niks. Helpen met verhuizen? Daar moet je Natalia ook niet voor bellen. Toen ze op zoek ging naar vrijwilligerswerk in de buurt, zocht ze juist werk met andere mensen. ‘Ik werk in mijn tussenjaar in een plantenlaboratorium en hoewel ik dat best leuk werk vind, zocht ik ook een manier om mezelf te ontwikkelen. Ik wilde uit mijn comfortzone komen en juist sociaal contact opzoeken. Fleur van Vrijwilligerspunt adviseerde taalles aan vluchtelingen, dat leek me erg leuk.’ Mengelmoes Natalia werd gekoppeld aan een ouder echtpaar uit Oekraïne. ‘We spreken een mengelmoes van Duits, Engels, Pools, Russisch, Oekraïens én Nederlands met elkaar’, vertelt Natalia. ‘Op die manier kunnen we elkaar toch goed verstaan. Ik kom zelf uit Polen, ik weet uit ervaring hoe moeilijk het is om Nederlands te leren. Tijdens de lessen maken we veel grappen, elk op onze eigen manier, en het echtpaar leert op deze manier Nederlands. Sommige dingen blijven lastig: wanneer schrijf je één klinker en wanneer schrijf je er twee? Dat zoek ik dan uit, zodat ik het kan uitleggen.’ MDT De Nederlandse lesuren tellen mee in de Maatschappelijke Diensttijd van Natalia, een initiatief waarbij jongeren tot dertig jaar vrijwillig aan de slag gaan bij een of meerdere maatschappelijke organisaties in de buurt. Naast lesgeven als taalvrijwilliger zette Natalia zich ook in voor de zomervakantiespelen en hielp ze op Bevrijdingsdag bij de vrijheidsmaaltijd in Enkhuizen. Op die manier doet ze in zes maanden minimaal tachtig uur vrijwilligerswerk en krijgt ze na afloop een certificaat dat bewijst dat ze zich vrijwillig heeft ingezet. Opa en oma ‘Dat certificaat, daar gaat het me eigenlijk niet om’, zegt Natalia. ‘Ik vind het geweldig dat ik via MDT cursussen kan volgen, zoals de EHBO-cursus die we komende week hebben. Zo’n training kost zomaar honderd euro. En het vrijwilligerswerk is erg gezellig. Ook na de MDT blijf ik de Nederlandse les gewoon geven, het echtpaar voelt een beetje als een opa en oma van me.’ Ze raadt het alle scholieren aan om een tijdje vrijwilligerswerk te doen. ‘Ik heb er veel van geleerd. Ik heb inzicht gekregen in hoe andere mensen leven. En ik maak nu makkelijker contact met andere mensen. Ik stap sneller op iemand af om een praatje te maken.’ Vrijwilligerswerk doen met MDT ook iets voor jou? Lees hier meer !
Lees meer

Bij De Hoofdzaak maak je van psychische kwetsbaarheid juist een kracht

| Doe es gewoon vrijwillig

De ruim veertig vrijwilligers van zelfregie- en herstelorganisatie De Hoofdzaak zorgen voor een inspirerende, welkome plek voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Alle activiteiten, van wandelgroep tot groepsbegeleiding, worden bedacht, georganiseerd en uitgevoerd door de vrijwilligers zelf. ‘Een psychische kwetsbaarheid is bij ons als het ware een functie-eis, zonder dat kom je hier niet aan de bak’, grapt coördinator Jeanet Hoiting. Taalmaatje, buurtambassadeur… Guido was als vrijwilliger aan het werk, maar de perfecte klus zat er echt niet tussen. Tot hij kennismaakte met iemand die net als hij ervaring had met angst en depressies, en als ervaringsdeskundige aan het werk was. ‘Dat raakte me. Ons gesprek was volledig gelijkwaardig. Ik wist meteen: dit wil ik ook doen. Dat was nog niet zo makkelijk, ik had een werkcoach die me vroeg: wat is je plan B? Ik heb geen plan B, want dit is wat ik wil! Gelukkig kwam ik bij De Hoofdzaak terecht, waar ik een traject kon volgen om ervaringsdeskundige te worden. Nu kan ik mijn ervaringen inzetten om andere mensen te helpen.’ Dat doet hij bijvoorbeeld als begeleider van herstelcursussen, als crisiskaartconsulent en als trainer van ervaringsdeskundigen. Wandelen en kaizen Typisch De Hoofdzaak, vertelt Jeanet. Zij zorgt als coördinator, met haar collega’s, dat alle zaken rondom de activiteiten en alle voorwaarden rondom het vrijwilligerswerk geregeld zijn. ‘De activiteiten worden allemaal bedacht en uitgevoerd door de vrijwilligers. Een van de vrijwilligers had tijdens zijn herstel veel aan dagelijkse wandelingen, hij stelde voor om een wandelclub te beginnen. Goed idee, doen! Dus nu gaat elke week met een groepje een flinke wandeling maken.’ Zo bedacht ervaringsdeskundige Roopa een nieuwe cursus voor De Hoofdzaak: de kunst van kaizen. ‘Er zijn zeven manieren om met angst om te gaan’, vertelt ze. ‘Daar wil ik een cursus voor gaan geven, inclusief steun in het vervolg voor de deelnemers. Ik heb zelf veel aan de inzichten, die hun oorsprong hebben in Japanse filosofie. Het gaat erom dat je kleine stappen neemt, om je angst daarmee te omzeilen.’ Eerst kennismaken Als je vrijwilliger wilt worden bij De Hoofdzaak, heb je eerst een kennismakingsgesprek. ‘We kijken samen welke activiteiten aansluiten bij jouw interesse en talent. Niet iedereen zal het leuk vinden om een cursus te geven, sommige mensen schuiven liever aan in een gespreksgroep of ze komen in ons café om eens lekker te kletsen. We zien ook dat mensen langzamerhand opschuiven: ze beginnen dan als gastheer of gastvrouw, maar na verloop van tijd gaan ze andere activiteiten oppakken. Iedereen krijgt ruimte om te groeien en te ontwikkelen. Voor sommige mensen heeft het vrijwilligerswerk bij De Hoofdzaak ook geleid tot betaald werk.’ Succesgeheimen Het geheim van het succes van De Hoofdzaak is vooral de sfeer, zeggen zowel Roopa als Guido. ‘Warm, vertrouwd, veilig’, zegt Roopa. ‘Een warm bad’, noemt Guido het. Waar zit ‘m dat nou in? ‘Hier ben je goed zoals je bent’, legt Roopa uit. ‘We begrijpen elkaar, er wordt echt naar je geluisterd.’ ‘En er wordt gedacht in mogelijkheden’, voegt Guido toe. ‘Je kunt groeien, je dromen waarmaken, je passie achternagaan’,’ vult Roopa aan. Jeanet is blij als ze dat hoort. ‘Die veilige sfeer, waarbij mensen echt worden gehoord, dat is prachtig. Precies wat we willen bereiken.’ Ervaring vereist Wil jij je ook inzetten voor De Hoofdzaak? Door activiteiten te volgen of door zelf wat te organiseren? Neem contact op met de organisatie en plan een kennismaking. Jeanet heeft één voorwaarde: ‘We zoeken uitsluitend ervaringsdeskundigen, mensen die zelf een psychische kwetsbaarheid hebben én ervaring hebben met herstel. Voor ons is die ervaring onmisbaar.’ Op de foto, van links naar rechts: Jeanet, Roopa en Guido.
Lees meer

Ontdek wat je leuk vindt door vrijwilligerswerk

| Doe es gewoon vrijwillig

Wist je dat mensen die vrijwilligerswerk doen, gelukkiger zijn dan mensen die geen vrijwilligerswerk doen? Deze fijne conclusie komt uit een onderzoek dat het CBS heeft gehouden van 2013 tot en met 2018 onder ruim 45 duizend personen van 15 jaar en ouder. Het leuke van vrijwilligerswerk is namelijk dat jij bepaalt wat je gaat doen, hoe vaak, wanneer en voor hoe lang. Je ontdekt wat je echt leuk vindt om te doen en waar je talenten liggen. Én het kan je helpen bij het vinden van die baan die helemaal bij je past. Charlotte: ‘Ik heb nu een vast contract, in een hele andere branche dan waar ik altijd heb gewerkt. Als ik geen vrijwilligerswerk had gedaan, was ik er nooit achter gekomen wat ik echt leuk vind en waar ik goed in ben.' Rustig beginnen met vrijwilligerswerk Door corona moest Charlotte plotseling stoppen met haar schoonheidssalon. ‘Het was een heftige tijd. Organisaties en mensen die allemaal iets van je willen, dat greep me aan.’ Na een tijd begon ze voorzichtig weer te denken aan werken. Maar wat? ‘Werkdruk was nog lastig voor me, als ik voelde dat er eisen aan me werden gesteld, haakte ik af. Mijn vrijwilligerswerk vond ik wel fijn, dus ik zocht online naar meer vrijwilligerswerk. Dat leek me een goede manier om weer te beginnen.’ Van MDT naar vaste baan Charlotte kwam bij Vrijwilligerspunt Westfriesland terecht en begon een MDT-traject, ofwel Maatschappelijke Diensttijd; 80 uur vrijwilligerswerk doen in een half jaar tijd, dat je afsluit met een erkend certificaat. ‘Door MDT heb ik ontdekt wat voor werk echt iets voor mij is. Ik heb nu een superleuke baan gevonden.’ Werkloos Ook Annette ontdekt wat ze leuk vindt door het doen van vrijwilligerswerk. Sinds een paar maanden heeft zij een uitkering: ‘Ik heb jaren in de bouw gewerkt, maar had het daar echt niet meer naar m’n zin. Ik raakte werkloos en had geen idee wat nu te doen. In de bouw blijven werken is geen optie, maar wat dan? Het is heel moeilijk om in een andere branche terecht te komen, als je de achtergrond niet hebt. Niet alleen is de kans dat je wordt aangenomen kleiner, maar zelf weet je ook niet of de branche of de functie wel bij je past.’ Oriënteren met vrijwilligerswerk Annette nam contact op met Vrijwilligerspunt. ‘Daarom wilde ik me gaan oriënteren via vrijwilligerswerk. Ik wilde mijn netwerk vergroten, ontdekken wat ik nou echt leuk vind en waar ik (nog meer) goed in ben, zonder de druk van solliciteren. Ik ben nu vrijwilliger bij Vrijwilligerspunt en doe daar kantoorwerk. Een hele nieuwe maar leuke ervaring! En ik zie veel diverse organisaties en functies voorbijkomen. Er is zoveel leuks te doen! Het inspireert me enorm om straks die betaalde baan te vinden, waar ik weer blij van word.’ Je talent inzetten Ook als je geen vaste baan in het vooruitzicht hebt, kun je je met vrijwilligerswerk je eigen talenten inzetten en ontwikkelen en iets betekenen voor en ander. Zoals Richard. Hij hoorde op Radio WEEFF de oproep: wie kan bij een mevrouw in Enkhuizen een muurtje in de badkamer betegelen? Richard: ‘Ik dacht dat vrijwilligerswerk alleen met bejaarden was, niks voor mij. Maar vrijwilligerswerk waarbij je kunt klussen, perfect! Ik mag graag klussen, ik stond er dan ook van versteld dat je ook kunt klussen als vrijwilligerswerk.’ Inmiddels is de klus geklaard bij mevrouw. Is Richard vaker in te zetten voor klussen zoals dit? ‘Absoluut! Zo lang ik nog niet fulltime aan het werk ben, heb ik tijd om andere mensen te helpen. Voor mij ook fijn, want zo kom ik onder de mensen.’ Doe es gewoon vrijwillig Wil je je structureel verbinden aan een stichting of verenging, of wil je eenmalig iets betekenen voor een ander? Doe es gewoon vrijwillig! Op de vacaturebank van Vrijwilligerspunt vind je ruim 350 vacatures in West-Friesland. Kijk op onze vacaturebank of maak een afspraak met een van de medewerkers van Vrijwilligerspunt; wij helpen graag met het vinden van die vrijwilligersklus waar jij blij van wordt! Bel 0229-216499 of stuur een mail naar [email protected] Nog meer lezen van Richard? Lees hier zijn hele verhaal! Foto: Charlotte (l) en Annette
Lees meer

Jos klaart verschillende vrijwilligersklusjes

| Doe es gewoon vrijwillig

Heel eerlijk: dat vrijwilligerswerk via zijn werkgever zag Jos Wouda niet zo zitten. Maar toen hij eenmaal aan de slag was, kreeg hij het vrijwilligers-virus te pakken. En nu doet hij regelmatig vrijwillige klusjes voor mensen in zijn woonplaats. ‘Zo leer ik ook mensen kennen buiten mijn eigen bubbel.’ Woningbouwvereniging Intermaris had vorig jaar een ge-wel-dig idee: alle collega’s doen eens per jaar samen vrijwilligerswerk. Met collega’s spitten in de moestuin, schilderen bij een kinderboerderij, koffiedrinken met ouderen van een verzorgingstehuis: iedereen steekt z’n handen uit de mouwen, ook de directie. ‘Ik was sceptisch over dat idee,’ zegt Jos Wouda. Hij is controller bij Intermaris. ‘Verplicht vrijwilligerswerk doen, is dat een goed idee? Dus schoorvoetend ging ik vorig jaar aan de slag. Ik ging met collega’s in de tuin werken bij een zorginstelling voor jongeren met een beperking. Maar toen ik daar aan de slag was, gingen mijn ogen open. Zoveel werk bij zo’n instelling wordt door vrijwilligers gedaan! Als zij er niet zijn, staat alles stil. Ik begreep in één klap hoe belangrijk vrijwilligerswerk is.’ Tuin opknappen Het smaakte naar meer. Jos ging op zoek naar vrijwilligerswerk in Alkmaar, zijn woonplaats. Al snel vond hij een project dat goed bij hem past. ‘Zo heb ik een paar keer de tuin opgeknapt van mensen die dat zelf niet meer redden. Dan ga ik een tijdje lang regelmatig aan de slag, tot het er weer netjes uitziet.’ Niet alleen die mooie tuin geeft Jos een goed gevoel, het is vooral het contact met de mensen die hij kan helpen. ‘Mensen zijn dankbaar dat de tuin is opgeknapt. Dat geeft me een goed gevoel.’ Vriendin aangestoken Het enthousiasme van Jos heeft zelfs zijn vriendin aangestoken. Zij helpt nu als taalvrijwilliger een uur per week een nieuwkomer met de Nederlandse taal. Jos zoekt juist afgeronde, korte klussen. Dat soort vrijwilligerswerk past het beste bij hem. ‘Mijn werk kent pieken en dalen. Soms is het heel druk, dan kom ik niet toe aan vrijwilligerswerk. Als het dan weer wat rustiger wordt, kan ik weer een klusje oppakken. Ik heb ook niet zoveel zin om me een jaar of langer vast te leggen aan een organisatie of een persoon.’ Buiten de bubbel Het vrijwilligerswerk biedt Jos vooral de kans om zijn blik te verruimen. ‘Ik leer mensen kennen die in een andere sociale bubbel zitten dan ik. De afgelopen tijd hielp ik een mevrouw die dertig euro leefgeld per week te besteden heeft. Ik realiseer me nu goed hoe weinig dat is. Tegelijkertijd zie ik hoe zij het toch redt, haar doorzettingsvermogen en haar positieve instelling. Heel knap. Dat vertel ik ook aan mijn kinderen.’ Vrijblijvend Een jaar later komt een nieuwe editie voorbij van Intermaris Doet, de drie dagen waarin alle collega’s van Jos vrijwilligerswerk doet. Wat zegt hij tegen de sceptici? ‘Vrijwillig is niet vrijblijvend, als vrijwilliger kun je hartstikke veel toevoegen. Een dag, een heel jaar of een paar klussen: als vrijwilliger maak je het verschil!’
Lees meer

Paarden leren Tess en Rowena plannen

| Doe es gewoon vrijwillig

Werken bij een sportvereniging, helpen in een zorginstelling of dieren verzorgen op de kinderboerderij: de leerlingen van het Martinus College kunnen de Maatschappelijke Stage (MaS) op hun eigen manier invullen. Tess Rorije en Rowena Boelen (allebei 13 jaar) deden vorig jaar vrijwilligerswerk op de manege Stal Dijkman in Wijdenes en zijn er nog steeds enthousiast over. Rowena: ‘En ik was hartstikke bang voor paarden! Maar dat is nu voorbij.’ In het tweede leerjaar van de havo- en vwo doen leerlingen van het Martinus College in Grootebroek een maatschappelijke stage. Dertig uur vrijwilligerswerk bij non-profitorganisaties, omdat je zelf veel leert van iets doen voor iemand anders. Stageplekken worden door Vrijwilligerspunt gezocht en op de website mas.vrijwilligerspunt.com geplaatst. Door het geven van gastlessen op het Martinus College worden de leerlingen door Vrijwilligerspunt geïnformeerd over de mogelijkheden en geënthousiasmeerd vrijwilligerswerk te gaan doen. ‘Iedereen zocht zelf een plek uit om stage te lopen. Kwam je er niet uit, dan kon Vrijwilligerspunt je helpen met het vinden van een stageplek. Via Tess kwamen wij met z’n tweeën bij de manege terecht', vertelt Rowena. ‘Best lastig dat corona uitbrak toen we begonnen. De paardrijlessen lagen stil en zo min mogelijk mensen mochten op de manege komen. Gelukkig konden we ons werk vanaf begin januari toch gaan doen.’ Ochtendhumeur Die stage is echt niet alleen maar knuffelen met de paarden en rondjes rijden. Rowena: ‘We doen niet alleen maar leuke klusjes. We moesten ook stallen uitmesten en vegen. Soms moesten we paarden in de paddock zetten. Tess was meer van de paarden, ik bleef altijd bij ze uit de buurt. Ik was zelfs bang voor ze toen we hier begonnen! Ik heb gemerkt dat mensen en paarden op elkaar lijken. Sommige paarden hebben een ochtendhumeur, dat verwacht je toch niet?’ Lijst met klusjes Inmiddels hebben ze de maatschappelijke stage achter de rug. En, wat hebben ze geleerd? ‘Heel veel!’ zegt Tess. ‘Plannen, bijvoorbeeld. We kregen verschillende klusjes, er lag altijd wel een lijstje voor ons klaar. En dan moet je kiezen wat je eerst gaat doen, en wat kan wachten. We hebben geleerd dat we eerst moeten denken: wat is het beste voor de paarden. En dat je ook rekening moet houden met wat goed is voor jezelf. Dus soms moet je even pauze nemen.’ Verantwoordelijk De grootste les die Rowena en Tess hebben geleerd van de paarden: verantwoordelijkheid. Rowena: ‘De zorg voor die grote dieren werd aan ons toevertrouwd. Daar moet je zorgvuldig mee omgaan. Ze moeten op ons kunnen rekenen.’ Het was best spannend om te beginnen bij de manege, vertelt Tess. ‘We kenden er eigenlijk niemand. Gelukkig waren we met z’n tweeën. En we werden goed geholpen en begeleid, dat maakt een groot verschil.’ Na de stageperiode is de meiden door de manege een vast baantje aangeboden. Tess: 'Superleuk dat een stage dat kan brengen. We moeten er alleen nog wel even over nadenken, maar het is natuurlijk tof dat ze zo blij met ons zijn dat we mogen blijven!' Foto van Manege Dijkstal Wijdenes
Lees meer

Taalcafé; voor, door en met jongeren

| Doe es gewoon vrijwillig

Een Taalcafé voor nieuwe Nederlanders is er, maar een Taalcafé voor specifiek jonge nieuwe Nederlanders is lastiger te vinden. De drie studenten Quinty Renting, Asli Ozkan en Louise Stokman zetten als opdracht vanuit hun studie Social Work een Taalcafé op voor, door en met jongeren. Quinty: 'Het was heel leerzaam. Superleuk om wat voor deze doelgroep te kunnen doen. En als het dan ook zo enorm gewaardeerd wordt, dan word je daar heel blij van.' Quinty, Asli en Louise volgden vanuit hun opleiding een hybride project en konden kiezen uit drie kleine projecten. Een daarvan was het opzetten van een Taalcafé voor Taalhuis Westfriesland, onderdeel van Vrijwilligerspunt Westfriesland. Ze kregen hulp van Fleur Neefjes van Vrijwilligerspunt. Fleur: 'Vanuit Taalhuis leeft al lang de wens om een Taalcafé op te zetten voor jongeren. We merken dat hier bij deze doelgroep behoefte aan is. Het is nou in eenmaal makkelijker om met leeftijdsgenootjes op te trekken en zo de taal te leren en zo aansluiting te krijgen met andere jongeren. De dames mochten helemaal zelf bedenken hoe het Taalcafé eruit zou gaan zien. Wanneer en hoe laat het plaats zou vinden en de inhoud van het programma.' Doelgroeponderzoek Taalcafés zijn laagdrempelige bijeenkomsten waar nieuwkomers samenkomen om Nederlands te spreken. Onder leiding van een of meerdere taalvrijwilliger spreken zij in groepjes over een bepaald actueel thema. Quinty: 'Om meer te leren over de doelgroep, volgden we een korte training van Nini Viëtor van Taalhuis. We leerden hoe je deze doelgroep het beste kan benaderen en met ze kan communiceren, want ze spreken natuurlijk geen tot nauwelijks Nederlands. Nini liet ons voorbeelden van materiaal zien, die je in de lessen kunt gebruiken. Denk aan woordplaatjes, spelletjes en klankenkaarten. Daarnaast vertelde ze ook over cultuurverschillen. Belangrijk om te weten, omdat je dan ook beter weet hoe je deze doelgroep moet benaderen.' Jonge nieuwe Nederlanders Louise: 'We zijn ook in gesprek geweest met docenten van Fiolet Taaltrainingen, Edinova en het Horizon College en hebben hun gevraagd of ze wilden helpen met het werven van jongeren voor het Taalcafé. Daarvoor hebben we een flyer gemaakt, die de docenten hebben uitgedeeld aan hun leerlingen.' Met alle input op zak en de aangemelde deelnemers, kon het Taalcafé dan echt plaatsvinden. Asli: 'Super fijn dat we zoveel input hebben gekregen, dat maakte ons een stuk zelfverzekerder om met deze, voor ons, nieuwe doelgroep aan de slag te gaan. We begonnen het Taalcafé altijd met een beetje kletsen. Hoe gaat het met iedereen? En dan volgde een kort dictee, want de jongeren wilden ook graag Nederlands leren lezen en schrijven. We hebben ook spelletjes gedaan zoals 'Wie ben ik'. Super goed spelletje om te leren hoe je iemand moet omschrijven. Maar we bekeken ook samen een kort nieuwsitem en behandelden dan woorden die ze niet begrepen. Heel veel verschillende activiteiten dus, waarbij we zeker ook rekening hielden met wat de deelnemers leuk vonden en waar hun interesses lagen.' Leerzaam Na een paar avonden Taalcafé zat het project er voor de dames op. Asli: 'Eerlijk gezegd vroeg ik me eerst af of ik deze doelgroep wel leuk zou vinden, maar dat vind ik zeker! Ze zijn super gemotiveerd om Nederlands te leren en dat motiveerde mij weer enorm. Ik wist niet dat ik kon lesgeven, dus dat heb ik ook van dit project geleerd.' Louise vult aan: 'Ik heb vooral geleerd hoe je goed kunt communiceren met mensen die niet of niet goed Nederlands spreken. Niet te moeilijke woorden gebruiken bijvoorbeeld. Zo vroeg ik een keer "Hebben jullie het naar je zin?" Maar toen zag ik alleen maar blikken van onbegrip. Toen ik zei "Vinden jullie het leuk?” begrepen ze me wel en reageerde iedereen enthousiast. Je merkt vanzelf wanneer ze het begrijpen of niet, je moet alleen wel weten hoe je dat oplost. En iedere week weer een andere les bedenken is best een uitdaging, maar maakt het wel veel leuker voor de deelnemers.' Quinty was vooral heel blij met de vrijheid die ze kregen. 'We werden totaal losgelaten door Vrijwilligerspunt. Dat gaf ons heel veel vertrouwen. We zaten wel iedere week even samen om de voortgang te bespreken, maar dat was juist heel fijn. En als we tussendoor even niet wisten hoe nu verder, dan konden we bij Fleur aankloppen. Het was een heel leerzaam project voor ons en we zijn eigenlijk best trots op onszelf dat het Taalcafé zo'n succes was! De deelnemers waren namelijk alleen maar enthousiast.’
Lees meer

Ineke en Bette maken een tuin voor iedereen

| Doe es gewoon vrijwillig

Dagbesteding In de Familietuin in Zwaagdijk-Oost is spiksplinternieuw: in maart gingen de deuren open en kwamen de eerste zorgcliënten binnen. Tegelijkertijd bestaat de plek al jaren, als bloembollenbedrijf van de opa en oma van Ineke en Bette. De twee nichtjes hebben er een duurzaam zorgbedrijf van gemaakt, waar iedereen met een zorgvraag kan meewerken in de tuin. Ineke: ‘Met je handen in de aarde en rommelen met plantjes is gewoon goed voor je, dat merkt iedereen hier.’ Iedereen is welkom In de Familietuin: mensen met dementie, met een verstandelijke beperking of een andere zorgvraag. Bette en Ineke hebben namelijk jaren ervaring met werken in de zorg met verschillende doelgroepen, dus ze kijken nergens van op. ‘We merkten wel dat ons werk in grote organisaties steeds minder bij ons ging passen. We misten de persoonlijke touch. Toen een familielid van ons naar een dagbesteding ging, zagen we dat er maar weinig plaatsen waren waar de deelnemers lekker naar buiten kunnen.’ Het familiebedrijf, een agrarisch bedrijf, stond leeg en dat bood de twee de mogelijkheid om hun droom uit te laten komen: een kleinschalige dagbesteding in het groen, waar iedereen kan meedoen. Fruit plukken, theedrinken Inmiddels is het zorgbedrijf een paar maanden open, het loopt lekker. ‘Het is kleinschalig, we hebben ruimte voor ongeveer twaalf mensen per dag. Drie dagen per week zijn we open. We hebben grote plannen: de moestuin moet worden aangelegd, het liefst in grote bakken zodat ook mensen met een rolstoel erbij kunnen. Van de oogst maken we de lunch voor de deelnemers en we verkopen groente en fruit aan de weg. Deelnemers kunnen helpen in de moestuin, kruiden plukken, theedrinken in het zonnetje in de theetuin of wat lekkers maken in de keuken, allemaal mogelijk.’ Ineke weet uit eigen ervaring hoe heerlijk dat werken in de tuin kan zijn. ‘Ik heb een grote tuin bij mijn huis en ik merk het meteen: wroeten in de aarde en een beetje rommelen met plantjes is heel rustgevend en het geeft voldoening.’ Dat zien Bette en Ineke ook bij de deelnemers: ‘Iedereen kan wel iets bijdragen, bijvoorbeeld de planten watergeven of rustig meekijken en meebeleven wat er buiten allemaal gebeurt.’ Betrokken familie Waar komt die naam eigenlijk vandaan, In de Familietuin? Bette: Dit was natuurlijk het bollenbedrijf van opa en oma. Ook is onze familie betrokken bij ons bedrijf: mijn ouders helpen in de tuin, onze oom heeft geholpen bij het afbreken van een grote schuur. Maar met de naam willen we ook het huiselijke gevoel benadrukken. Hier is altijd wat te doen, iedereen is welkom. Met elkaar zijn we een grote familie.’ Die familie kan nog wel wat vrijwilligers gebruiken, vertellen de nichtjes. ‘We hebben werk voor vrijwilligers die willen tuinieren, koken of eens een spelletje of een kopje koffie met de deelnemers willen doen. We zoeken met name mensen om deelnemers ’s ochtends op te halen en hierheen te brengen, want ze hebben geen eigen vervoer. En aan het einde van de dag moet iedereen ook weer naar huis worden vervoerd. We hopen dat we nog wat chauffeurs kunnen vinden, maar andere vrijwilligers zijn ook welkom. En deelnemers natuurlijk, daar hebben we ruimte voor!’
Lees meer

Tessa is zelfverzekerder door MDT

| Doe es gewoon vrijwillig

Tessa Sijm volgt een MDT-traject via Jong Westfriesland in Actie van Vrijwilligerspunt Westfriesland. Twee keer per week doet ze activiteiten met de bewoners van Risdamhuis in Hoorn. Tessa: ‘Werken met mensen met dementie, is helemaal niet eng. Ik vind het hartstikke leuk en heb al veel geleerd.’ In november kwam Tessa samen met haar persoonlijk begeleider bij Fleur Neefjes van Jong Westfriesland in Actie terecht. Tessa zit in haar examenjaar en hoeft minder vaak op school te zijn. Deze extra tijd wilde ze nuttig besteden en besloot vrijwilligerswerk te gaan doen. Tessa: ‘Ik weet al zeker dat ik na mijn examen de zorg in wil. Ervaring heb ik alleen nog niet in de zorg, daarom wilde ik door vrijwilligerswerk ervaring opdoen. Ik las over Maatschappelijke Diensttijd, waarbij je in een half jaar tijd ongeveer 80 uur vrijwilligerswerk gaat doen en waarbij je ook jezelf gaat ontwikkelen en je talenten gaat ontdekken. Ik besloot contact te gaan zoeken met Vrijwilligerspunt en zo kwam ik bij Fleur terecht.’ Tessa heeft autisme en is daar heel open over: ‘Doordat ik autisme heb, is structuur voor mij heel belangrijk. Ik moet duidelijk weten wat er van me verwacht wordt en ik moet me ook kunnen terugtrekken als de prikkels me teveel worden. Met MDT hoopte ik meer vertrouwen in mezelf te krijgen en leren loslaten.’ Dagbesteding Fleur: ‘Tessa vertelde dat ze bij een woonzorgcentrum had gesolliciteerd voor een functie waarbij ze met mensen met dementie zou gaan werken. Maar, toen haar werd verteld dat ze in haar eentje een groep van acht mensen moest begeleiden en dat ze soms agressief konden zijn, schrok ze zo, dat ze besloot nooit met mensen met dementie te gaan werken. Ik zag juist in deze doelgroep een hele goeie match met Tessa. Mensen met dementie hebben namelijk structuur en regelmaat nodig, net als mensen met autisme. Daarom heb ik Tessa voorgesteld om kennis te maken met een kleinschalig woonzorgcentrum voor mensen met dementie en Tessa kwam met het voorstel voor het Risdamhuis in Hoorn. Gewoon om te kijken of het wat voor haar is.’ Tessa vult aan. ‘Ik vond het wel spannend, maar besloot het toch te proberen. En nu zit ik er al vanaf december, twee dagen in de week, en help ik op de dagbesteding. Super leuk vind ik het. Ik ben zelf heel creatief en vind het heel leuk om samen met de mensen te schilderen. Met kerst hebben we kerstversieringen gemaakt en heb ik geholpen bij het opzetten van een lichtjeswandelroute in de tuin. Ik weet nu dat de angst voor deze doelgroep super onterecht was.’ Zelfvertrouwen Tessa vind het juist heel leuk en leert zichzelf ook beter kennen. Tessa: ‘Omdat ik het zo leuk vind, kost het me ook niet zoveel energie. Ik krijg heel veel vrijheid en vertrouwen en dat is weer heel goed voor mijn zelfvertrouwen. Ik merk nu dat mijn autisme me niet in de weg hoeft te staan en dat maakt me zelfverzekerder. Ze zijn hier ook heel blij met me, dat laten ze merken. Niet alleen de bewoners, maar ook mijn collega’s. Met kerst heb ik een geweldig kerstpakket gekregen en ik krijg geregeld te horen dat ze blij met me zijn. Ik voel me gewaardeerd. Ik ben echt blij dat Fleur me aan het Risdamhuis heeft gematcht.’ Fleur ziet nog veel meer ontwikkeling bij Tessa: ‘Ik merk dat ze veel opener is en meer contacten durft aan te gaan. Binnen het MDT-traject krijgen de MDT’ers geregeld trainingen samen met andere MDT’ers. Ook tijdens de trainingen is ze veel meer op de voorgrond, ze heeft duidelijk meer zelfvertrouwen gekregen. Echt mooi om te zien. Dat is wat MDT dus ook met je doet. Gaaf toch?’ Tessa wint Young Impact Award Donderdag 2 november won Tessa de Young Impact Award, categorie Maatschappij in de Q-Factory in Amsterdam. Fleur Neefjes van Vrijwilligerspunt Westfriesland: “Geweldig dat ze door het volgen van een MDT-traject niet alleen ontdekte dat ze ook met haar autisme veel te bieden heeft, maar dat ze ook nog eens deze geweldige waardering heeft gekregen. We kunnen alleen maar supertrots op haar zijn!” Lees hier het hele verhaal!
Lees meer

De stichting van Bert-Jan redt honingbijen

| Doe es gewoon vrijwillig

Bijen spelen een onmisbare rol bij zo’n beetje alles wat groeit en bloeit, inclusief al onze groente en fruit. Zorgelijk dat het de laatste tijd slecht gaat met de bijenstand, want de varroamijt vermoordt elk jaar honderden, misschien wel duizenden bijenvolken. ‘Het is ons gelukt om varroa-resistente volken te kweken,’ zegt Bert-Jan Hoff van Teeltstation West-Friesland. ‘Waar vinden wij fondsen om onze oplossing voor dit probleem te realiseren?’ Drama’s, elk jaar weer. Als een imker na de winter bij zijn bijenkasten komt om te zien of zijn volkjes klaar zijn voor het voorjaar en de kasten zijn stil, doodstil. Of de imker tilt de raten uit de kast en de dode bijen rollen er zomaar uit. Verschrikkelijk. ‘Elk jaar overleeft ongeveer een-derde van alle bijenvolken de winter niet. De oorzaak is de varroamijt, die hele volken kan vermoorden. Rampzalig voor bijenhouders én voor de natuur.’ De laatste jaren worden de problemen groter, vijftien jaar geleden was er nog geen sprake van bijensterfte op deze schaal. ‘Dat heeft ook met klimaatverandering te maken,’ zegt Bert-Jan. ‘Bijen houden van een koude winter en een echt voorjaar, maar de laatste jaren zijn de seizoenen er anders uit.’ Schoonmaak-bijen Bert-Jan is al dertig jaar imker en vanuit zijn werkervaring in de land- en tuinbouw en zijn passie voor genetica bijzonder geïnteresseerd in de bijenproblemen. Hij bestudeerde stapels vakliteratuur, op zoek naar een antwoord op de vraag: waarom hebben bepaalde bijenvolken geen last van varroa? ‘Dat verschil zit ‘m niet in verschillende bijenrassen of hun afkomst. Het blijkt dat bepaalde volken nogal schoon en poetsgraag zijn en andere volken niet. En bij die propere bijenvolken krijgt de varroamijt minder kans. Zij ruimen aangetaste larven direct op en maken de cellen in een raat goed schoon.’ Uit andere onderzoeken blijkt dat de schoonmaakgewoontes van een bijenvolk afhangen van de genetische afkomst van de koningin én dat het mogelijk is om een heel volkje schoonmakers te kweken als de koningin van het opruimerige soort is. ‘Dat is de basis van het werk van onze stichting,’ vertelt Bert-Jan. ‘We insemineren bijenkoninginnen met de juiste genetische informatie, zodat zij op haar beurt een heel volk creëert met schoonmaakijver. De darren van dat volkje bevruchten daarna andere koninginnen, die op hun beurt dan ook weer een poetsgraag volkje krijgen. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat de varroamijt uiteindelijk niet meer zoveel slachtoffers kan maken.’ Fondsen gezocht Teeltstation West-Friesland, een organisatie van vijf vrijwilligers, werkt dus aan een baanbrekende techniek, die helaas nog vrij onbekend is in Nederland. En onbekend maakt onbetaald, in dit geval. ‘We doen dit werk als vrijwilligers en we zijn hard op zoek naar financiering, bijvoorbeeld bij grote fondsen, zodat we kunnen opschalen en onze oplossing aan meer mensen beschikbaar stellen. Helaas, wij hebben veel verstand van bijen, maar niet van fondswerving.’ Daar komt Vrijwilligerspunt Westfriesland om de hoek. Marlies Vos, adviseur bij Vrijwilligerspunt, had onlangs een goed gesprek met Bert-Jan. ‘Wij hebben een cursus fondsenwerving, dat zou voor het teeltstation een goede oplossing kunnen zijn. Daar leggen we uit hoe je als vrijwilligersorganisatie fondsen kunt vinden en aanschrijven. Ook kunnen we als Vrijwilligerspunt organisaties helpen wat meer bekendheid te krijgen. Hoe meer mensen weten wat het teeltstation doet, hoe makkelijker het misschien wordt om geldschieters of andere vrijwilligers te vinden.’ Nieuwe vrijwilligers Bert-Jan: ‘We zoeken ook vrijwilligers die ons hierbij kunnen helpen. Iemand die een paar uur per maand tijd heeft om de juiste fondsen aan te schrijven en de juiste toon daarbij te treffen, daar zijn we enorm mee geholpen. De beloning? Wat dacht je, een pot honing op z’n minst.’
Lees meer

Richard klust in het huis

| Doe es gewoon vrijwillig

Een half-af muurtje in de badkamer was al jaren een doorn in het oog. Richard Riewald loste het voor haar op. ‘Ik wist helemaal niet dat dit soort vrijwilligerswerk bestond!’ Richard hoorde op radio WEEFF een oproepje: wie kan bij een mevrouw in Enkhuizen een muurtje in de badkamer betegelen? Mooi klusje voor mij, dacht Richard meteen. Hij heeft tijd om z’n handen te laten wapperen en hij is, zegt hij bescheiden, best handig. ‘We proberen wel eens wat. Ik mag graag in huis klussen, zo’n wandje tegelen heb ik wel vaker gedaan.’ Dus meldde hij zich aan, ging kennismaken met mevrouw en even dat muurtje inspecteren. ‘De andere muren waren wel betegeld, dus daar kon ik mooi bij aansluiten. En tegels waren ook al aangeschaft, dus ik kon snel aan de slag.’ Vrijwilligerspunt onbekend Van Vrijwilligerspunt Westfriesland had Richard nog nooit gehoord. ‘Ik stond ervan versteld dat er zoiets bestaat. Ik dacht dat vrijwilligerswerk alleen met bejaarden was, niks voor mij. Maar vrijwilligerswerk waarbij je kunt klussen, perfect.’ Ook de mevrouw waar Richard ging klussen was tot nu niet bekend met Vrijwilligerspunt: haar buurvrouw had haar geadviseerd om Vrijwilligerspunt in te schakelen. ‘Toen haar badkamer was verbouwd, heeft het klusbedrijf de muur zo half-af laten zitten. Dat was drie jaar geleden, mevrouw wist gewoon niet wat ze ermee aan moest.’ Vakwerk Twee dagen was Richard aan het werk. ‘Het was toch iets meer werk dan ik in eerste instantie dacht. De tegeltjes konden mooi aansluiten bij de andere muren, die waren wel gedaan. Maar er waren toch wat hoekjes, beugels en leidingen waar ik rekening mee moest houden. Je weet hoe dat gaat met klusjes zoals dit.’ Nu is de badkamer weer helemaal netjes, Richard heeft de foto’s op zijn telefoon. Kan zo in zo’n woonprogramma op televisie, vakwerk! Tranen En niet alleen het strakbetegelde muurtje is het resultaat van deze klus. ‘De mevrouw was zo blij dat het was geregeld, ze had de tranen in haar ogen. Dan weet je waar je het voor doet. En ik werd er ook blij van om dit klusje voor haar te klaren. Dat geeft mij een goed gevoel.’ En is Richard vaker in te zetten voor klussen zoals dit? ‘Absoluut! Zo lang ik nog niet fulltime aan het werk ben, heb ik tijd om andere mensen te helpen. Voor mij ook fijn, want zo kom ik onder de mensen.’
Lees meer

Kindervakantiespelen onvergetelijk voor kinderen én begeleiders

| Doe es gewoon vrijwillig

Binnen tien minuten waren de beschikbare plekken voor de Kindervakantiespelen in Wervershoof gereserveerd. De organisatie is vanwege het overdonderende succes op zoek naar extra vrijwilligers, zodat meer kinderen mee kunnen spelen. ‘Er staan nog tachtig kinderen op de wachtlijst’, vertelt coördinator Kayleigh Dudink. ‘De Kindervakantiespelen zijn legendarisch, daar wil je toch aan meewerken?’ Kun je je de zomervakanties van vroeger nog herinneren? Spelletjes doen met alle kinderen uit de buurt, levend Stratego, superspannend pionnenroof spelen, dagen achter elkaar aan een hut timmeren en daar dan uiteindelijk een nachtje in slapen? Dat staat ook allemaal op het programma bij de Kindervakantiespelen in Wervershoof, deze zomer van 24 juli tot en met 3 augustus. Verdeeld over twee weken, van maandag tot en met donderdag, komen kinderen tussen 6 en 12 jaar in de zomervakantie meedoen met allemaal zomerse activiteiten. Probleem is wel: de vakantiespelen zijn zo populair, dat alle 260 beschikbare plekken binnen no time waren volgeboekt. Meer kinderen laten meespelen kan, maar alleen als de organisatie extra vrijwilligers vindt die willen meehelpen om al dat zomerplezier in goede banen te leiden. In de gaten houden ‘We zijn hard op zoek naar mensen die houden van kinderen, die het leuk vinden om te helpen bij activiteiten’, vertelt coördinator Kayleigh Dudink. ‘We werken met zo’n dertig vrijwilligers per week, zodat we alle kinderen goed in de gaten kunnen houden. Veel vrijwilligers werken in het onderwijs of ze zijn erg sportief, maar dat is niet noodzakelijk. Natuurlijk vragen we wel om een VOG, maar die kun je als vrijwilliger gratis aanvragen. Als het je gezellig lijkt om mee te doen, ben je van harte welkom.’ De activiteiten vinden plaats op verschillende locaties in en om Wervershoof. ‘De pionnenroof is in de loop van de jaren echt een begrip geworden bij de Kindervakantiespelen’, zegt Kayleigh. ‘Net als het hutten bouwen. Bedrijven in de buurt sparen het hele jaar houten pallets voor ons. De kinderen timmeren daar een mooie hut van en daar blijven ze een nachtje in slapen. Spannend!’ Kampvuurtje, nakletsen De Kindervakantiespelen zijn niet alleen voor de kinderen een groot feest, de begeleiders maken het ook elk jaar erg gezellig. Kayleigh: ‘De begeleiders zijn allemaal tussen de 16 en ongeveer 25 jaar. Als de kinderen naar huis gaan, kletsen wij nog even na. Kampvuurtje aan, hartstikke leuk. Als de twee weken achter de rug zijn, moet ik altijd wel een paar dagen bijslapen, zo’n feest maken we ervan.’ Vakantiespelen iets voor jou? Wil je helpen als vrijwilliger bij de Kindervakantiespelen? Meld je dan aan via een van onderstaande linken. De vakantieweken zijn van 24 tot en met 27 juli en van 31 juli tot en met 3 augustus. Aanmelden voor vakantieweken 24 tot en met 27 juli Aanmelden voor vakantieweken 31 juli tot en met 3 augustus
Lees meer

Fethullah leert de Nederlandse taal door MDT

| Doe es gewoon vrijwillig

Buurtkamer Praethuys ’t Slot in Hoorn, de naam zegt het al: hier wordt gepraat. Maar ook worden hier wekelijks leuke activiteiten georganiseerd. Een gezellige ontmoetingsplek voor iedereen die daar behoefte aan heeft. Voor de Turkse Fethullah Koca (24) een hele fijne plek om een Maatschappelijke Diensttijd (MDT) te lopen en de Nederlandse taal beter te leren. Fethullah: ‘Zelfs tijdens het afwassen leer ik nieuwe Nederlandse woorden.’ Inmiddels volgt Fethullah al een paar maanden een MDT-traject via Jong Westfriesland in Actie van Vrijwilligerspunt bij Praethuys ‘t Slot in Hoorn. MDT is voor jongeren van 13 tot 30 jaar. Bij het MDT-project zet je je vrijwillig in voor een maatschappelijke organisatie. Behalve dat je als MDT-er iets betekent voor een ander, ontwikkel je ook jezelf, vergroot je je netwerk én werk je aan je cv. Veel praten Fethullah wil zich vooral ontwikkelen in de Nederlandse taal. Fethullah: ‘Twee keer per week is hier een koffieochtend. Ik ontvang op één ochtend de bezoekers, geef ze koffie of thee en zorg er ook voor dat alles weer wordt opgeruimd. Natuurlijk probeer ik ook met de bezoekers Nederlands te praten, want ik wil mijn Nederlands verbeteren. En dat gaat ook steeds beter. Ik leer veel door te praten met de bezoekers, maar ook met de andere vrijwilligers. Zoals tijdens het afwassen. Dan leer ik van vrijwilliger Ria nieuwe woorden zoals kopje, afwasmiddel en het verschil tussen een theedoek en handdoek. Ik voel me hier heel welkom en ik vind het erg leuk.’ Meer Fethullah’s Dat merken ook vrijwilligers Rikie en Anne Mieke: ‘Fethullah heeft duidelijk plezier in zijn vrijwilligerswerk. In het begin was hij nog wat afwachtend, maar dat komt natuurlijk door de taalachterstand. Fethullah vindt het leuk om met de bezoekers te praten. Zoals met meneer Meertens van 93 die hier af en toe komt. Maar ook met de wethouders gaat hij het gesprek aan. Dat is zo leuk om te zien! Met wethouder Dick Bennis heeft hij een klik. Fethullah is niet bang om Nederlands te praten en fouten te maken. Dat helpt hem enorm, want je ziet hem iedere week vooruitgaan! Hij is heel rustig, openminded en heel invoelend. Dat past heel goed in ons buurthuis. We zijn dan ook super blij met hem! Stuur maar meer Fethullah’s!’ Iedereen is welkom Niet alleen Fethullah, maar iedereen is welkom in het buurthuis. Iedereen is hier gelijkwaardig, ongeacht afkomst, leeftijd, geloof, of de bagage die je met je meedraagt. 'We hebben hier dan ook een belangrijke voorwaarde; er wordt niet lelijk over elkaar gepraat. Gebeurt dat wel, dan gaan we daarover in gesprek. Iedereen moet zich hier veilig en welkom voelen.’ Nieuwe vrijwilligers Naast de koffieochtenden wordt door ‘t Praethuys meer georganiseerd. Er zijn bijvoorbeeld wandelgroepen, praatgroepen en er kan samen geklaverjast worden. Maar er is ook mogelijkheid om een verjaardag, of een babyshower te vieren. 'En er komt om de week een kok voor gasten koken. Iedereen kan zich daarvoor aanmelden en voor een klein bedrag mee-eten en genieten van een gezellige avond en een lekkere driegangenmaaltijd. Vrijwilligers zorgen voor de organisatie.’ Zijn er nog vrijwilligers nodig? ‘Zeker! We zien dat de koffieochtenden steeds populairder worden, dus we zouden er meer per week willen organiseren. Hiervoor zoeken we nog vrijwilligers. Ook voor de eetgroep kunnen we nog extra handjes gebruiken en voor de andere activiteiten. Dus iedereen die het leuk vindt om met mensen om te gaan, is van harte welkom als vrijwilliger!’
Lees meer

Iedereen doet mee bij de Baanbreker

| Doe es gewoon vrijwillig

Dankzij zo’n tachtig vrijwilligers biedt de Baanbreker in Enkhuizen elke werkdag een werkplek, inloop en kunstzinnig atelier voor mensen die dat nodig hebben. ‘Stoppen onze vrijwilligers ermee, dan kunnen wij de tent wel sluiten’, zegt leidinggevende Debbie van Dokkum. Eigenlijk hebben Corrinna Grupstra en Debbie van Dokkum, respectievelijk coördinator en leidinggevende, niet zoveel tijd voor een interview. Het is hartstikke druk, ze zijn bezig met de jaarlijkse kerstpakkettenactie. ‘Die pakketten gaan naar kwetsbare inwoners van Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland. We stellen de pakketjes samen uit de kerstpakketten die Enkhuizers ons geven. We kopen zelf ook nog wat in en soms doneren mensen geen kerstpakket, maar een tas boodschappen. Houdbare levensmiddelen zoals pasta, rijst, specerijen en kruidenmixen, maar ook iets extra’s voor de kerst, zoals chocolade of snoepjes, allemaal van harte welkom!’ Kop koffie en een boterham De kerstpakketten zijn inmiddels een begrip in Enkhuizen. Maar er gebeurt veel meer aan de Harpstraat. Op dit adres is ook de dagbesteding voor kwetsbare mensen, staat de deur open voor iedereen die wil aanschuiven voor een kop koffie en een boterham en kunnen dak- en thuislozen terecht voor een warme maaltijd, een bak koffie en wat praktische voorzieningen, zoals een douche en een wasmachine. Debbie: ‘Gemiddeld maken daar zo’n dertig mensen per dag gebruik van, toch een grote groep. We bieden allemaal activiteiten aan, onder andere werk in het keramiekatelier, een cadeauwinkel, een houtwerkplaats, repaircafé en een handwerkgroep.’ Schilderkunst ‘We zijn blij dat we tachtig vrijwilligers hebben die ons kunnen helpen’, zegt Corrinna. ‘We hebben bijvoorbeeld een kunstatelier, maar ik weet helemaal niks van kunst. Gelukkig kan ik die dagbesteding samen met een vrijwilliger geven, zij weet alles over technieken en creativiteit.’ Ook zijn er vrijwilligers die de warme maaltijd koken, helpen als chauffeur of bij andere dagactiviteiten. ‘Dat zijn soms mensen die tijdelijk tussen twee banen in zitten of opbouwen naar betaald werk’, zegt Corrinna. ‘En voor andere mensen is het vrijwilligerswerk ook een manier om weer eens onder de mensen te komen. Dan snijdt het mes aan twee kanten.’ Debbie: ‘Ik ben ze heel dankbaar. Als onze vrijwilligers er vandaag allemaal mee stoppen, kunnen we direct de tent wel sluiten. Even een blokje om De vrijwilligers zorgen juist voor dat beetje extra bij de Baanbreker. Debbie: ‘Gisteren heeft een vrijwilliger samen met deelnemers de locatie gezellig in kerstsferen versierd. Ze nemen de tijd om rustig met iemand een kop koffie te drinken en even te kletsen, of een rondje te wandelen. Dingen waar we als betaalde krachten niet altijd aan toekomen, helaas.’ Nieuwe vrijwilligers zijn van harte welkom, benadrukt Corrinna. ‘Bijvoorbeeld koks, chauffeurs of mensen voor de houtwerkplaats kunnen we goed gebruiken. Sommige mensen vinden het leuk om meer met onze deelnemers bezig te zijn, anderen blijven liever wat meer op de achtergrond. Affiniteit met de doelgroep is belangrijk, een VOG (verklaring omtrent gedrag, red.) is een must. En verder kunnen we voor iedereen die wil komen helpen, wel een passende leuke klus vinden.’
Lees meer

Naar school in het weekend is hartstikke leuk

| Doe es gewoon vrijwillig

Kinderen uit groep 7 en 8 die vrijwillig in het weekend naar school gaan, hoe kan dat? De Weekendschool in Enkhuizen geeft eens in de twee weken interactieve, spannende en inspirerende lessen, die ervoor zorgen dat de leerlingen meer zien van de wereld en hun vervolgopleiding beter kunnen kiezen. Aan het einde van de lagere school moet je kiezen: ga je naar het vmbo, wil je naar de havo of het vwo? Of heb je zin om aan een beroepsopleiding te beginnen? Niet makkelijk, zeker niet als je elf of twaalf bent. ‘Op de Weekendschool nodigen we mensen met een bijzonder beroep uit om hun ervaringen te delen’, zegt Chantal de Gast, directeur van de Weekendscholen in West-Friesland. ‘Op die manier krijgen kinderen een beter idee welke beroepen er allemaal zijn.’ De weekendschool in Enkhuizen is gehuisvest in de RSG Enkhuizen, de bijeenkomsten zijn eens in de twee weken op zondag. Achter de schermen Van bouwvakker tot burgemeester, alle beroepen komen voorbij op de Weekendschool. ‘De burgemeester van Enkhuizen heeft ons uitgenodigd om met de hele klas langs te komen op het stadhuis. We gaan daar ook met de leerlingen een raadsvergadering houden,’ vertelt Marieke van Horst, coördinator van de Weekendschool in Enkhuizen. ‘Ook een tai chi master staat op het programma, iemand komt vertellen over werken in het ziekenhuis en we gaan achter de schermen kijken bij Van der Valk.’ Zo krijgen de kinderen een beter idee wat er allemaal mogelijk is op de arbeidsmarkt. Bovendien laten de gastsprekers zien dat maar weinig carrières volgens planning verlopen. Neem nou de loopbaan van coördinator Marieke: ‘Ik ben begonnen op de mode-academie omdat ik modefotograaf wilde worden,’ vertelt ze. ‘Toen ging ik iets in HR doen, en nu werk ik bij de Weekendschool. Zo zie je maar: je hoeft niet altijd precies te weten wat je wilt gaan doen, als je maar doet wat je leuk vindt.’ Groter zelfvertrouwen Zelfontwikkeling staat ook op het schoolprogramma. ‘Veel kinderen kunnen wel een zetje gebruiken,’ vertelt Chantal. ‘We willen ze laten weten dat ze veel meer kunnen dan ze denken. Als hun zelfvertrouwen groeit, zullen ze ook durven kiezen voor opleidingen en loopbanen die niet in hun directe omgeving voorkomen. Je hoeft niet hetzelfde beroep te kiezen als je vader of moeder, je hoeft niet naar de school te gaan waar je grote broer of zus ook op zit. Gewoon je eigen keuzes maken, gebaseerd op je eigen interesses en mogelijkheden, daar kom je veel verder mee.’ Allemaal meedoen De eerste aanmeldingen voor de Weekendschool komen al binnen, er is plek voor maximaal dertig leerlingen. ‘Aanmelden is vrijwillig en gratis, maar niet vrijblijvend’, legt Marieke uit. ‘We hebben maar voor een beperkt aantal kinderen plek, dus we verwachten wel dat je bij de bijeenkomsten aanwezig bent en niet afhaakt.’ Ook mensen die het leuk lijkt om een ochtend op de school te vertellen over hun beroep kunnen zich melden bij Chantal of Marieke. Vrijwilligers En de nieuwe Weekendschool zoekt nog vrijwilligers die de schooldagen in goede banen willen leiden. Ervaring met onderwijs is geen vereiste, affiniteit en geduld met kinderen wel. ‘We gaan van de Weekendschool iets hartstikke leuks maken’, zegt Marieke. ‘Het worden gezellige, ongedwongen zondagochtenden. Zodat de kinderen met veel plezier een extra dagje naar school gaan.’
Lees meer

Buurtgezinnen helpen gezinnen in de knel

| Doe es gewoon vrijwillig

Loopt het om een of andere reden niet lekker thuis? Dan kan Buurtgezinnen uitkomst bieden. Het is een nieuw initiatief in Enkhuizen, waarbij gezinnen die vastlopen, kunnen rekenen op hulp van gezinnen in de buurt. ‘Eigenlijk gaan we weer terug naar vroeger, toen buren en familieleden in de buurt een helpende hand konden toesteken,’ zegt coördinator Melissa Deenstra. Er kunnen allemaal redenen zijn waarom een gezin even niet lekker draait. De relatie van de ouders staat onder spanning, bijvoorbeeld. Of een van de kinderen heeft een intensieve zorgvraag, waardoor de andere kinderen in het gezin een beetje ondersneeuwen. In zo’n situatie kun je als gezin hulp inroepen van Buurtgezinnen. ‘Je kunt het vergelijken met de hulp van buren, zoals dat vroeger ging. Toen was het doodnormaal om de buurtkinderen op te vangen als het thuis niet zo lekker ging,’ vertelt coördinator Melissa Deenstra. ‘Tegenwoordig lijkt de samenleving meer individualistisch, de drempel om hulp te vragen aan de buren is hoger. Buurtgezinnen doorbreekt dat. Gezinnen die hulp nodig hebben, kunnen zich bij ons melden. Wij zoeken dan een gezin in de buurt dat af en toe kan bijspringen.’ Schuif een stoel bij Buurtgezinnen is een nieuw initiatief in Enkhuizen, maar niet in Nederland. Inmiddels loopt het project al in honderd gemeenten en dat aantal groeit snel. In Enkhuizen hebben zich nu vier gezinnen gemeld die hulp kunnen gebruiken, vertelt Melissa. ‘Gelukkig zijn er ook steungezinnen die zich aanbieden. Nieuwe aanmeldingen zijn altijd welkom.’ Dat hoeven niet altijd ouderwetse gezinnen te zijn, alleenstaande moeders, opa’s en oma’s of enthousiaste puberouders kunnen zich ook aanmelden, als ze maar affiniteit met kinderen en opvoeden hebben. Wat verwacht Buurtgezinnen van zo’n steungezin? ‘De hulp is laagdrempelig. Als steungezin ga je geen ingewikkelde gesprekken voeren met ouders en kinderen, je hoeft de kinderen niet op te voeden en ook niet elke keer allerlei activiteiten te organiseren. Een kind draait gewoon mee in het gezin. Gaan jullie met de hele ploeg naar Ballorig, dan is dat gezellig. Maar samen naar de supermarkt is ook prima. Schuif een stoel bij, zet een bordje extra op tafel, dat is het.’ Vrijwilligerswerk met z’n allen Buurtgezinnen is vrijwilligerswerk waar een heel gezin tegelijk aan meedoet. ‘Vaak is er eentje in het gezin die het voortouw neemt,’ merkt Melissa. ‘Maar het hele gezin doet mee, je doet dit echt samen. Bij het matchen van gezinnen kijken we naar de leeftijd van de kinderen in het gezin, het is leuk als dat aansluit. Een samenwerking tussen de gezinnen begint met een proefperiode van twee maanden. Daarna gaan we elk half jaar evalueren. Zo houden we in de gaten: past het allemaal nog goed. Na twee jaar besluiten we: gaan we dit voortzetten of gaan we wat veranderen? De situatie kan natuurlijk veranderen, zowel bij het steungezin als het vraaggezin. En als kinderen groter worden, verandert hun interesse ook.’ Het doel van Buurtgezinnen: verdere hulpverlening voorkomen. ‘We merken dat het werkt. Door hulpvaardige mensen in de buurt hoeft geen andere hulpverlening te worden ingeschakeld. Toch mooi als je daaraan kunt bijdragen?’
Lees meer

Heidi regelt het vrijwilligerswerk van s.v. Enkhuizen

| Doe es gewoon vrijwillig

Wat zou een voetbalvereniging zijn zonder vrijwilligers? Een peperdure sportclub en knap ongezellig bovendien. Dat weet Heidi Stapper, vrijwilligerscoördinator bij s.v. Enkhuizen, maar al te goed. ‘Met z’n allen zorgen we ervoor dat het hier goed draait.’ Voetbalvereniging s.v. Enkhuizen bestaat vanaf 2021. De vereniging ontstond door een fusie van twee andere voetbalclubs. Heidi kent de vereniging nu een paar jaar, vanaf het moment dat haar jongste zoon Denn ging voetballen in het kabouterteam. ‘Vrij snel volgde mijn oudste zoon. Zelf ben ik helemaal niet sportief, maar de kinderen vinden het leuk dat ik bij hun club betrokken ben. Ik hou ervan om mee te denken en dingen op te lossen. Daarom werd ik door de vereniging gevraagd of ik kon helpen met het coördineren van het vrijwilligerswerk.’ Blad van het gras De vereniging heeft mazzel; een grote groep vrijwilligers zet zit in voor de voetbalclub. ‘Ik denk dat we zo’n 250 vaste vrijwilligers hebben. Bijvoorbeeld in de herfst halen vrijwilligers van de facilitaire dienst elke dag afgevallen bladeren van het gras. En we hebben veel meer vrijwilligerstaken, variërend van helpen in de kantine, fluiten van wedstrijden, helpen bij de trainingen en andere klusjes.’ De ouders van kinderen die sporten worden gevraagd om een paar uur te helpen. ‘Zes uur per jaar, verdeeld over twee diensten. Schoonmaken van de kleedkamers, bijvoorbeeld, helpen in de keuken of in de kantine. Broodnodig om de vereniging te laten draaien, maar het is ook gezellig. Bij het schoonmaken drinken we vaak een kopje koffie, zo leer je elkaar een beetje kennen.’ Keepertrainer Heidi betrok sinds vorig seizoen ook de jongeren bij het vrijwilligerswerk voor de vereniging. ‘Zij kunnen helpen bij de trainingen, of als coach van een jonger team. Onze oudste zoon Kell is een van de jongste trainers van de vereniging, vorig jaar gestart bij de JO7 als assistent en nu meeverhuisd naar JO8. Ook voor andere jongeren is er plek genoeg. We zijn bijvoorbeeld hard op zoek naar keepertrainers. Dankbaar werk. Hun inzet wordt enorm gewaardeerd door de jongere spelers. Zo houden we de kennis van de vereniging in de vereniging!’ Helpende handen Een vereniging zoals dit draait bijna helemaal op vrijwilligers. Ze zijn onmisbaar, weet Heidi: ‘Als we niet op onze vrijwilligers konden rekenen, zou het veel duurder worden om hier te sporten.’ En er is nog plek voor extra helpende handen. ‘Ook het bestuur van de vereniging is honderd procent vrijwillig. We vergaderen ongeveer eens in de maand, afhankelijk van de drukte. We zoeken nog twee nieuwe bestuursleden, dus als mensen zich willen aanmelden; graag!’
Lees meer

Liesbeth leert kinderen liefde voor lezen

| Doe es gewoon vrijwillig

Ze was kleuterjuf, ze is nu voorleesheld: Liesbeth van Eik heeft al vier gezinnen de liefde voor kinderboeken bijgebracht. ‘Ik lees niet alleen maar voor,’ zegt Liesbeth. ‘Ik doe ook taalspelletjes en zing liedjes met de kinderen.’ Het project Samenvoorlezen van Vrijwilligerspunt Westfriesland koppelt voorlezers aan gezinnen met kinderen die een taalachterstand hebben. Twintig weken lang gaat de voorlezer een uurtje per week bij het gezin thuis voorlezen. Door samen te gaan lezen, maakt de taalontwikkeling van de kinderen, die vaak Nederlands als tweede taal leren, een grote sprong. Dat merkt Liesbeth van Eik tenminste in de vier gezinnen waar ze heeft voorgelezen. ‘In elk gezin waren meerdere kinderen, die allemaal mee wilden doen met het voorlezen. Gezellig, de kleinste op schoot en de rest ernaast, boek open en daar begint het avontuur.’ Televisie uit, boek open Liesbeth heeft altijd gewerkt als onderwijzeres bij de kleuters. Daarom weet ze heel goed hoe ze het voorlezen leuk kan maken en de kinderen erbij kan betrekken. ‘Het is handig als je wat regels kunt afspreken met elkaar, maar dat kan natuurlijk niet als je nog maar net bij een gezin over de vloer komt. Pas na een paar weken kun je vragen of de televisie uit mag tijdens het voorlezen. En proberen of de kinderen op de bank kunnen blijven zitten, ook al lukt dat niet altijd.’ Ze weet ook dat vooral de kleintjes maar een korte aandachtsboog hebben. Dan is een uur lang voorlezen te lang. ‘Ik wissel dat af met taalspelletjes. Of we zingen samen liedjes. Daar leer je ook goed Nederlands van.’ Zo weet ze zelfs verlegen kinderen uit hun tent te lokken. ‘Ik las voor bij een gezin waar het jongste niks zei. Ze lachte wel, ze wilde graag naar het voorlezen luisteren maar ze bleef helemaal stil. Ja, als dat kindje dan met een geheugenspelletje na een paar weken toch zomaar wat zegt, vind ik dat prachtig.’ Samen lezen Tip van Liesbeth voor andere voorlezers: kies plaatjesboeken. ‘Je hebt van die zoekboeken, waar op elke pagina van alles gebeurt. Met kleine kinderen kun je samen kijken of ze de kat op de afbeelding zien, of waar Waldo is. Grotere kinderen verzinnen hele verhalen gebaseerd op de plaatjes.’ Pas ontdekte Liesbeth de zogenaamde Samenlezers. ‘Een van de kinderen die ik nu voorlees, vindt dat geweldig. Om en om lezen we een stukje, de tekst die ik lees staat in het groen en haar zinnen zijn in het blauw. Die boeken halen we in de bibliotheek.’ Want dat hoort ook bij de voorleeslessen van Liesbeth: een bezoekje aan de bieb. ‘De drempel om de bibliotheek te bezoeken kan best hoog zijn. Ik leg aan de ouders en kinderen uit hoe het werkt met boeken uitlenen, zodat mensen daarna zelf boeken kunnen uitzoeken en meenemen. Een app op je telefoon stuurt herinneringen als de boeken moeten worden ingeleverd, handig. De kinderen duiken meestal meteen op de kleurplaten en ze zoeken boeken uit die we al een keer hebben gelezen. We zoeken dan samen naar boeken die net zo leuk zijn, maar die we nog niet kennen. Dat houdt het spannend.’ Diploma Aan het einde krijgen de kinderen een voorleesdiploma. Daar zijn ze ontzettend trots op. En dan: door naar het volgende gezin. ‘De gezinnen vinden het jammer dat ik vertrek. Vraag maar opnieuw aan bij Samenvoorlezen, zeg ik dan. Misschien kom ik nog een keertje.’
Lees meer

Eva weet wat ze later wil worden door MDT

| Doe es gewoon vrijwillig

Als een van de jongste deelnemers ooit, begon Eva Botman vorig jaar als 13-jarige haar Maatschappelijke Diensttijd (MDT) bij Stichting Merakel. In juni dit jaar rondde ze haar MDT-traject af met een erkend Europees Certificaat. Eva: “Ik word echt heel blij van vrijwilligerswerk. De dankbaarheid die ze uitspraken en toonden voor mijn aanwezigheid en werk dat ik gedaan heb, heeft me echt een heel goed gevoel gegeven.” MDT is voor jongeren van 13 tot 30 jaar. Bij het MDT-project zet je je vrijwillig in voor een maatschappelijke organisatie. Je doet niet alleen iets voor een ander, maar je ontwikkelt ook jezelf, vergroot je netwerk en werkt aan je cv. Fleur Neefjes, projectleider bij Jong Westfriesland in Actie van Vrijwilligerspunt: “Eva zat toen nog in klas 3 van het gymnasium en had geen idee voor welk vakkenpakket ze het jaar erop moest kiezen. En al helemaal niet wat ze later voor beroep wilde uitoefenen. Wel wist ze dat ze graag anderen helpt." Meer zelfvertrouwen Eva kwam bij Jong Westfriesland in Actie terecht en Fleur vond een MDT-plek voor haar bij Stichting Merakel, een zorglocatie voor kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking. Fleur: "Iedere zaterdag deed ze verschillende activiteiten met de kinderen, zoals spelletjes en buitenactiviteiten. Ook hielp ze het personeel met kleine (huishoudelijke) klusjes. Mijn contactpersoon bij Merakel vertelde dat ze duidelijk groei zag bij Eva; ‘Ze kreeg steeds meer zelfvertrouwen en werd assertiever. We hoefden haar vaak niet eens te zeggen wat ze kon doen; dat zag ze zelf en ze werd steeds zelfstandiger.’” Keuzes voor de toekomst Het MDT-traject heeft Eva nog veel meer gebracht: “Mijn netwerk is enorm gegroeid. Niet alleen doordat ik bij Merakel veel mensen heb leren kennen, maar ook andere jongeren die een MDT-traject volgden. Jong Westfriesland in Actie organiseert namelijk geregeld trainingen om onszelf nog beter te ontwikkelen en dan kom je met andere MDT’ers samen. Heel leerzaam, want ook van elkaars ervaringen kun je veel leren! Door MDT wist ik ook wat voor vakkenpakket ik moest kiezen en ik weet al dat ik in ieder geval de zorg of hulpverlening in wil. Ik ben echt heel blij dat ik dit gedaan heb en zou het iedereen aanraden. Zeker als je net als ik nog niet weet wat je wilt worden, of jezelf wilt ontwikkelen. Ik ben een stuk zelfverzekerder geworden en kijk terug op een superleuke en waardevolle ervaring.”
Lees meer

Astrid en Ans maken samen Enkhuizen onveilig

| Doe es gewoon vrijwillig

In een opwelling meldt Astrid (64) zich aan als vrijwilliger bij Vrijwilligerspunt Westfriesland, om met Ans (87) regelmatig een rondje met de rolstoel te gaan lopen. Naar de markt, naar de stad, even een rondje om… ze hebben er zin in. Eén probleem: de rolstoel laat lang op zich wachten. ‘We hebben alvast een paar keer samen koffie gedronken, het klikt goed tussen ons.’ Hoe fijn het kan zijn om af en toe een rondje buiten te maken met de rolstoel, dat wist vrijwilliger Astrid Kruijer al via haar moeder. ‘Zij is ook op leeftijd en ik weet hoe ze ervan geniet als we samen naar buiten kunnen. Dus toen ik op de website van Vrijwilligerspunt las dat ze in Enkhuizen iemand zochten om met een oudere dame te gaan wandelen, heb ik me in een opwelling aangemeld. Ik ben een doener en graag in beweging, dus samen wandelen leek me leuk.’ Goeie klik Kleine hindernis: die rolstoel. Die is aangevraagd, maar laat maanden op zich wachten. ‘Ans kan zonder rolstoel niet naar buiten, dus zij zit al een jaar noodgedwongen thuis. Ongelofelijk toch?’ Terwijl ze wachten op de rolstoel, spreken Ans en Astrid alvast een paar keer af om kennis te maken. ‘We klikken goed met elkaar. Ze is slim en grappig, van oorsprong Amsterdamse. Het is leuk om met haar te kletsen, gespreksstof genoeg.’ De kroeg in Goed nieuws afgelopen week: een splinternieuwe rolstoel is bij Ans afgeleverd. Nu kan het wandelen eindelijk beginnen. Astrid: ‘Waar zullen we naartoe gaan?, vroeg ik. Ans heeft allemaal leuke ideeën: naar de markt in Bovenkarspel, een terrasje pakken in de stad, een rondje door het winkelcentrum. En ze wil graag naar de supermarkt. Haar boodschappen worden voor haar gedaan, maar het lijkt haar fijn om zelf ook langs de schappen te gaan en te kiezen waar ze trek in heeft. Gewoon even eruit.’ Samen gaan we de stad onveilig maken, grapte Astrid tegen Ans. ‘Ze reageerde direct gevat: dan gaan we ook de kroeg in!’
Lees meer

Creatief Nederlands leren aan Oekraïners

| Doe es gewoon vrijwillig

‘Een cappuccino en een worteltaart.’ De eerste officiële bestelling in het Nederlands is voor de Oekraïense instroomgroep een feit. Een groep van vijf Oekraïners zit samen met vijf taalvrijwilligers op het terras van Strandpaviljoen Oranje Buiten in Hoorn. ‘We hebben gisteravond tijdens de les de menukaart doorgenomen. Vandaag kunnen ze het geleerde in praktijk brengen’, vertelt Masjenka Ruiter, een van de taalvrijwilligers en eigenaresse van Oranje Buiten. Helaas zijn niet alle deelnemers erbij vandaag, maar het is een gezellige groep. Twee maanden geleden zijn Tanja, Victoria, Nica, Marina en Svitlana samen met nog twaalf vluchtelingen uit Oekraïne gestart met taalles in de instroomgroep. Iedere week komen ze op dinsdagavond bij elkaar om de beginselen van de Nederlandse taal te leren, zodat ze daarna gemakkelijker kunnen instromen bij een taalles van een taalschool. Tijdens de les worden ze verdeeld in groepjes. Masjenka: ‘Taalvrijwilliger Eva en ik doen samen een vast groepje van vier deelnemers. Het is fijn dat je het samen met een andere taalvrijwilliger doet. Zo kun je elkaar helpen. Je merkt dat een vast groepje deelnemers ook goed werkt. Je leert elkaar beter kennen, waardoor de deelnemers zich beter op hun gemak voelen. Ze helpen ook elkaar en dat is fijn, want niet iedereen heeft hetzelfde niveau binnen de groep. De ene kan bijvoorbeeld redelijk goed Engels, terwijl een ander alleen Oekraïens spreekt. Er is zelfs iemand die moeite heeft met lezen en schrijven, dus dan is het heel fijn als ze ook elkaar kunnen helpen in hun eigen taal. Komen we er toch niet uit, dan hebben we gelukkig nog de vertaalapp.’ Menukaart Gisteren had Masjenka de menukaart van Oranje Buiten meegenomen. ‘We hebben de verschillende koffies, theetjes en gebak geoefend. En ook gelijk maar de snacks zoals bitterballen en frikandellen, voor het geval we daar nog tijd voor hebben.’ Elke les is er weer een ander onderwerp. Taalvrijwilliger Anneke: ‘We hebben inmiddels de tijd en de verschillende kleuren behandeld, maar ook wat je kunt vinden in de keuken en alles wat komt kijken bij een bezoek aan de dokter.’ Masjenka vult aan: ‘Iemand van de groep voelde zich laatst niet goed en moest naar de dokter, dus toen hebben we het lied ‘Dokter Bernard’ van Bonnie St. Claire gezongen. Zo leren ze niet alleen al zingend de Nederlandse taal, maar maken we er ook een gezellige les van!’ Fietsles Dat het ook buiten de les gezellig is, bewijst deze middag. Er wordt volop gekletst en Nederlands geoefend. Nica laat weten het leuk te vinden zoveel mogelijk van Nederland en vooral Hoorn te willen leren. ‘Ik ben naar Open Monumentendag geweest en het Westfries Museum. Ik hou heel veel van kunst- en cultuur.’ Op de vraag wat de deelnemers nog willen leren, reageert Nica als eerste: ‘Fietsen! In Oekraïne heb je nauwelijks fietspaden en verkeersregels, dus fietsles zou heel goed zijn.’ Ook Tanja ziet fietsles wel zitten: ‘Ik ben met de fiets naar Oranje Buiten gekomen, maar het fietsen was wel 30 jaar geleden! Daarom was ik ook een beetje laat; ik fiets nog niet zo goed.’ Dankbaar De redenen voor de taalvrijwilligers om deze groep mensen te helpen met de Nederlandse taal zijn divers. Eva: ‘Mijn zoontje is dyslectisch, dus ik weet hoe moeilijk het is als je moeite hebt met de Nederlandse taal. Vooral voor deze groep mensen is het extra moeilijk. Ze hebben hun land moeten verlaten en dan begrijpen ze ook nog eens niets van het Nederlands. En Nederlands is ook nog eens moeilijk! Ik help ze daarom heel graag.’ Masjenka; ‘Tot twee jaar geleden had ik een drukke baan. Ik wilde dat niet meer en ben sindsdien mijn man Arnoud gaan helpen in de zaak. Ik heb nu meer vrije tijd en wilde vrijwilligerswerk erbij doen. Toen kwam ik bij Vrijwilligerspunt terecht. Ik ben super dankbaar dat ik op deze voor mij eenvoudige manier kan helpen. Ze zijn allemaal zo lief!’ Die dankbaarheid is geheel wederzijds. En wanneer dan toch die bitterballen en frikadellen op tafel komen, spreekt Victoria haar dankbaarheid uit: ‘Wij willen jullie allemaal bedanken dat jullie de tijd nemen voor ons en ons willen helpen. Daar zijn we jullie echt heel dankbaar voor!’ Een mooie afsluiting van een gezellige en leerzame middag!
Lees meer

Jaap koppelt taalvrijwilligers aan deelnemers

| Doe es gewoon vrijwillig

Begonnen als mede-begeleider van het koffie-uurtje voor Nieuwe Nederlanders, ging Jaap Snijders al snel taalvrijwilligers en mensen met een behoefte aan taalondersteuning aan elkaar koppelen. Een fijne vrijwilligersklus waar hij samen met collega’s vrijwilligers en deelnemers begeleidt. ‘Ik ontmoet geweldige mensen en voer de mooiste gesprekken.’ Werken voor Taalhuis Westfriesland is relevant, vertelt Jaap. ‘Mensen leren beter Nederlands spreken, schrijven of lezen, en kunnen daardoor meedoen in de maatschappij. Ze kunnen kletsen met de buren, bellen met de woningbouwvereniging, dingen regelen met school, zwembad en autorijles. Kortom: ze komen uit hun isolement. Dat merkte ik al bij het koffie-uurtje, waarbij nieuwe Nederlanders kunnen aanschuiven. We gingen in gesprek over allerlei onderwerpen en soms konden we mensen begeleiden naar vrijwilligerswerk of een baan.’ Vinger aan de pols Jaap werd gevraagd om te werken bij de coördinatie van Taalhuis. Hij hield intakes met taalvrijwilligers, koppelde ze aan een deelnemer en hield vinger aan de pols bij de duo’s. ‘Na zes weken bellen we ze op, na een paar maanden nog een keer, en na een half jaar. Om te vragen of alles loopt zoals gedacht, of de klik goed is tussen vrijwilliger en de deelnemer. En soms zijn er vragen waar we bij kunnen helpen, want als Taalhuis kunnen we studiemateriaal regelen en andere praktische problemen oplossen.’ De klik zoeken, die juiste match vinden, dat is de sleutel tot succes. ‘We zoeken uit welke taalvrijwilliger bij welke deelnemer past. Soms is dat een uitdaging. Het gaat om mensen. Het gaat ons erom dat mensen hun Nederlands verbeteren, dus houden we rekening met wensen en voorkeuren van betrokkenen. En als de klik er niet is, dan gaan we gewoon verder zoeken, net zolang tot we een match hebben die wél helemaal past.’ Yes-gevoel En dat betekent: praten, praten, praten. ‘De mooiste gesprekken heb ik gevoerd. Om mensen goed te kunnen matchen, moeten ze wel een beetje met de billen bloot. Waar komen ze vandaan, wat is hun achtergrond? Een beetje mensenkennis en levenservaring helpt daar wel bij. Iedereen heeft z’n eigen verhaal en het is fijn dat ik de tijd heb om naar ze te luisteren. Een intake duurt officieel een half uur, maar vaak praten we langer. Opleiding, achtergrond, motivatie, maar ook persoonlijke zaken zoals hobby’s en sociale vaardigheden; het komt allemaal aan de orde. Vaak genoeg kom ik terug van zo’n gesprek met een echt yes-gevoel. Mensen kunnen je zo verrassen: kandidaten van twintig tot tachtig-plus en allemaal vol levenslust, dat het me aansteekt. Deelnemers die verschrikkelijk hard hun best doen om hun plek te vinden. Vluchtelingen met een gruwelijke geschiedenis, mensen die heel anders zijn dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Dat maakt allemaal indruk op me. Vaak merk ik dat mijn eerste aanname over iemand niet klopt, dat mensen me echt kunnen verrassen.’ Petje af De afgelopen maanden was het flink aanpoten voor de vrijwilligers van Taalhuis, want een grote groep Oekraïeners in Noord-Holland wil Nederlands leren. ‘Dan moet je gaan nadenken: wie kan de lessen geven, waar is plek, wanneer komt het goed uit? Samen met de collega’s van Taalhuis gingen we aan de slag. Het was een hele klus. We komen nu in rustiger vaarwater, alles lijkt lekker te lopen.’ En dat allemaal mede dankzij de vrijwilligers. ‘Ik ben diep onder de indruk van de drive van onze vrijwilligers. Dat is echt bewonderenswaardig. Petje af!’ Opvolger gezocht Jaap stopt, hij gaat verhuizen. Vrijwilligerspunt zoekt hard naar een opvolger, en natuurlijk naar nieuwe taalvrijwilligers. Jaap wil iedereen oproepen om mee te doen: ‘Soms denken mensen dat ze het niet kunnen, omdat ze niet sterk zijn in spelling of grammatica, of omdat ze geen onderwijs-achtergrond hebben. Ik ben ook geen leraar, dat maakt niks uit. Als je taalgevoel hebt, flexibel bent en een goed gevoel voor humor hebt, dan ben je geschikt voor dit werk. Elke vrijwilliger krijgt een training van drie dagdelen, waarin je alles leert wat je nodig hebt om aan de slag te gaan. Bovendien zie ik vaak competenties en capaciteiten die mensen niet bij zichzelf vermoeden, het is mooi als ze dat ontdekken door het vrijwilligerswerk.’ Lijkt het je leuk om net als Jaap als aanspreekpunt de vrijwilligers te begeleiden? Om intakegesprekken te houden, via mail contact te houden en alle gegevens in het systeem up to date te houden? Dan is deze vrijwilligersvacature wat voor jou. We zoeken een medewerker Taalhuis voor 8 uur in de week. Zie hier de vacature voor meer info
Lees meer

Irma leest Dikkie Dik en Pluk voor

| Doe es gewoon vrijwillig

Dummie de Mummie, Pluk van de Petteflet of Dikkie Dik; Irma Klaver wekt ze allemaal tot leven tijdens het voorlezen. Dus toen ze een paar jaar geleden zag dat Vrijwilligerspunt voorlezers zocht voor het project SamenVoorlezen, wist ze meteen: dat is echt wat voor mij. ‘Mijn laatste voorleeskindje wilde niet dat het voorlezen stopte, hij hing aan m’n benen en ik mocht niet naar huis.’ Kinderen met een taalachterstand krijgen twintig weken lang elke week een vrijwilliger over de vloer, die een uurtje met ze gaat lezen. Voorlezen helpt om de woordenschat te vergroten en de taalbeheersing te verbeteren, blijkt namelijk. Irma Klaver uit Bovenkarspel is een van die vrijwilligers. ‘In de bibliotheek zag ik een poster van dit initiatief. Ik ben gek op voorlezen, onze eigen kinderen lees ik al voor vanaf het moment dat ze rechtop kunnen zitten en ik heb ook op de lagere school regelmatig voorgelezen. Dus ik heb me meteen aangemeld. Omdat ik al wat ervaring heb als voorlezer, kon ik de training overslaan. Daar leren deelnemers hoe je een boekje leuk kunt voorlezen en op welke manier je in gesprek gaat met het voorleeskind.’ Stapeltje boeken Met een stapeltje kinderboeken onder de arm ging Irma naar haar eerste gezin. Inmiddels heeft ze twee gezinnen gehad, en bij elk gezin heeft ze twee kinderen voorgelezen. ‘Ik werd telkens teruggevraagd, dat zegt wel wat. Bij het laatste gezin las ik Szymon voor, eerder had ik zijn oudere zusje voorgelezen.’ Anna, de moeder van Szymon, betrok ze er ook bij. ‘Natuurlijk luistert zij ook mee als er wordt voorgelezen, daar is altijd een van de ouders bij. En Szymon was nog maar 2,5 jaar toen we begonnen. Het heeft Anna geïnspireerd om zich op te geven voor een Taalmaatje, zodat ze nog sneller Nederlands leert naast haar normale Nederlandse les.’ Dikkie Dik is een hit Irma weet precies welke voorleesboeken goed scoren bij kinderen. ‘Dikkie Dik blijft een klassieker. Ik ken het nog van Sesamstraat uit mijn jeugd en ik heb het voorgelezen aan mijn eigen kinderen, die inmiddels al naar de middelbare school gaan. En nog steeds is Dikkie Dik een hit! Ook Pluk van de Petteflat valt altijd goed. Het is dan ook een mooi verhaal, over zorgzaamheid en vriendschap. Het wordt ook op de lagere school veel voorgelezen. En Dummie de Mummie is mijn favoriet. Ik kan ‘m goed nadoen. Dummie is op zijn eigen manier hartstikke stoer en kinderen vinden het hele leuke verhalen.’ Het is Irma zelfs gelukt om een boek zonder tekst voor te lezen en een encyclopedie! ‘Dan moet je gewoon zelf veel verzinnen. Maar dat is juist leuk: je gaat met het kind in gesprek over wat er allemaal op de plaatjes te zien is. Op die manier betrek je het kind bij het verhaal. En die encyclopedie was heel fijn, veel plaatjes waar we over konden praten, zodat we aan de woordenschat konden werken.’ Olifant? Nee, muis! Heeft het effect, dat voorlezen? Nou en of. ‘In het begin sprak Szymon me vooral na, maar na een tijdje ging hij zelf babbelen’, zegt Irma. ‘De laatste keer dat we samen gingen lezen, had hij een boekje over de boerderij uitgezocht. Ik wees op een beestje en zei: kijk, die heeft grote oren en een grijze kleur, dus dat is een olifant. Hij verbeterde me meteen: nee, dat is een muis! Dan blijkt: hij begrijpt wat ik zeg, kan zelf zinnetjes maken en uitleggen waarom hij het niet met me eens is. Hij is enorm vooruitgegaan in die twintig weken. Daar heeft hij vast veel plezier van als hij straks naar school gaat.’ Niet meer weg Szymon heeft nu z’n voorleesdiploma gehaald. ‘Na onze laatste afspraak hing hij aan m’n benen, ik mocht eigenlijk niet weg. Dat bewijst maar: zo gezellig is samen voorlezen.’ Voorlezen is ideaal vrijwilligerswerk, vertelt Irma. ‘Je kijkt even binnen in een ander gezin, in een andere cultuur en een andere wereld. Dat is bijzonder. Het gaat maar om een uurtje per week, maar in die tijd maak je een groot verschil. Het is gewoon ontzettend fijn om iets voor iemand anders te kunnen betekenen.’ Lees hier meer over voorlezer worden bij SamenVoorlezen.
Lees meer

Lisa leest voor over dino’s en prinsessen

| Doe es gewoon vrijwillig

Als de projectstage van Lisa Romeo niet doorgaat, komt de redding uit een onverwachte hoek: twee kleine kinderen die dolgraag willen worden voorgelezen. ‘Die blije koppies als ik voor de deur stond, dat zal ik nooit meer vergeten.’ Lisa Romeo volgt in Hoorn de opleiding tot sociaal werker. En bij die opleiding hoort een soort stage, een project waarbij de studenten vrijwilligerswerk doen om ervaring op te doen om studiepunten te verzamelen. Lisa en haar klasgenoten hadden dat prima georganiseerd, maar er kwam een kink in de kabel: een week voor de start hoorden ze dat het project niet doorging. En dan? ‘Balen, natuurlijk. En daarna zijn we snel op zoek gegaan naar een alternatief, want je moet toch in die tijd je project zien af te ronden. Via Vrijwilligerspunt vonden we een paar vrijwilligersklussen die we konden oppakken. Ik koos, samen met drie andere klasgenoten, voor Samenvoorlezen.’ Prinsessen, dieren en dino’s Eerlijk is eerlijk, Lisa was niet direct enthousiast. Snel schakelen van het ene project naar het andere valt ook niet mee. ‘Ik moest echt even wennen. Gelukkig heb ik twee kleine neefjes, dus omgaan met kinderen ben ik wel gewend. De kennismaking met de gezinnen waar ik ging voorlezen, verliep ook goed. Ik las voor bij een meisje van vier en een jongetje van zes jaar. Het jongetje is geïnteresseerd in dino’s, daar kon hij hele verhalen over vertellen en die moeilijke namen kent hij allemaal. Het meisje wilde juist graag over prinsessen en dieren lezen. Geen probleem, doen we dat. Er is zoveel bij de bibliotheek te vinden!’ Tellen in het Engels Bij Samenvoorlezen ga je twintig weken lang elke week een uurtje voorlezen voor een kind, met als doel de taalontwikkeling te stimuleren. Is dat gelukt? Lisa: ‘Het meisje telde nog in het Engels toen we begonnen met lezen, maar ik heb boekjes meegenomen waarin veel telwoorden voorkwamen. Nu kan ze ook goed in het Nederlands tellen. Bij het jongetje was de taalbeheersing niet zozeer het probleem, maar zijn uitspraak. Hij ging ook naar een logopedist om die te verbeteren, en we hebben er met het voorlezen goed op geoefend. Ik geloof dat dat wel heeft geholpen. Maar of de ouders nu zelf gaan voorlezen en met hun kind naar de bibliotheek gaan om elke week nieuwe boeken te halen? Ik vraag het me af.’ Verschil maken Het project is achter de rug, de kinderen hebben allebei een officieel voorleesdiploma in ontvangst genomen en Lisa gaat verder met haar opleiding. Wat neemt ze mee van Samenvoorlezen? ‘De kinderen waren zo blij, hun vrolijke koppies als ik voor de deur stond zal ik niet vergeten. Ik vind het bijzonder dat je met zoiets kleins als een uurtje in de week samen lezen, zo’n groot verschil kunt maken. Dat heeft indruk op me gemaakt: de dankbaarheid van de kinderen en hun ouders, en het plezier dat we samen hadden met de boeken.’ Lees hier meer over voorlezer worden bij SamenVoorlezen.
Lees meer

Charlotte vond een nieuwe loopbaan door MDT

| Doe es gewoon vrijwillig

Ze kreeg een dikke dreun van de coronamaatregelen, maar dankzij vrijwilligerswerk en de Maatschappelijke Diensttijd (MDT) bouwde ze haar zelfvertrouwen weer op. Charlotte (25): ‘Ik denk dat ik jouw baan leuk vind, zei ik tegen mijn begeleider. Een paar weken later belde ze me op met een grote verrassing.’ Helemaal nieuw was vrijwilligerswerk niet voor Charlotte. Ze bezoekt eens in de week een oudere dame, die halfzijdig is verlamd. ‘Dat geeft me veel voldoening. Dus toen ik door coronamaatregelen niet meer in mijn eigen bedrijf kon werken, een schoonheidssalon, bleef ik dat gewoon doen. De rest van mijn leven stond, van het ene op het andere moment, helemaal stil.’ Dat kwam hard aan bij Charlotte. Ze moest stoppen met haar eigen bedrijf, dat altijd haar grote droom is geweest. Haar zelfvertrouwen kreeg een flinke deuk. ‘Het was een heftige tijd. Organisaties en mensen die allemaal iets van je willen, dat greep me aan.’ Goede begeleiding Na een tijd begon ze voorzichtig weer te denken aan werken. Maar wat? ‘Werkdruk was nog lastig voor me, als ik voelde dat er eisen aan me werden gesteld, haakte ik af. Mijn vrijwilligerswerk vond ik wel fijn, dus ik zocht online naar meer vrijwilligerswerk. Dat leek me een goede manier om weer te beginnen.’ Ze kwam via Vrijwilligerspunt in contact met Fleur, die vroeg of de Maatschappelijke Diensttijd wat zou kunnen zijn. Tachtig uur vrijwilligerswerk in een half jaar tijd, dat moest toch lukken? Met begeleiding, om te voorkomen dat de druk te hoog zou oplopen. Charlotte zag het wel zitten. ‘Ik ging één ochtend in de week aan de slag bij een kinderdagopvang. Daar vond ik na een tijdje mijn draai. Ik was een groepshulp, sprong in waar nodig en vooral bij de baby’s en peuters voelde ik me thuis.’ In de pocket Het ging allemaal niet zonder slag of stoot. Na een paar weken liep ze toch weer tegen zichzelf aan. ‘Ik had een dip, het werd me te veel. Gelukkig was de begeleiding heel lief. Fleur begreep het, ze bood zelfs aan met me mee te fietsen naar de kinderdagopvang. We hadden een goed gesprek en ik pakte het weer op.’ Die tachtig uur had Charlotte zo in de pocket, binnen drie maanden had ze genoeg gewerkt voor de Europass, het certificaat van de MDT. Opleiding En nu? ‘Ik sprak met Fleur over een vervolgstap en ik zei: ik zou jouw werk wel willen doen. Dat zou ik een paar jaar geleden nooit hebben bedacht, maar door de samenwerking merkte ik wat ze bij Vrijwilligerspunt allemaal doen. Grote verrassing dat Fleur me een paar weken later appte dat er een vacature bij haar openstond, en of dat iets voor mij zou zijn. Wauw! Ik heb nu een vast contract, in een hele andere branche dan waar ik altijd heb gewerkt. Ik koppel nu bij de afdeling Hulp Dichtbij individuele hulpvragen aan vrijwilligers. Door de Maatschappelijke Diensttijd kon ik uitpluizen wat ik wil doen, wat bij me past en wat niet. Dit werk past heel goed, ik ben zelfs aan de opleiding social work begonnen.’ Meer weten over MDT? Kijk hier of neem contact op met Fleur Neefjes via e-mail of bel 0229-216499.
Lees meer

Oekraïners leren Nederlands van vrijwilligers

| Doe es gewoon vrijwillig

Vijf vrijwilligers, acht vluchtelingen uit Oekraïne, twee kannen koffie en een krat vol lesmateriaal: dat zijn de ingrediënten voor de nieuwe taal-instroomgroepen. Vrijwilligerspunt brengt taalvrijwilligers en mensen die Nederlands willen leren bij elkaar. En na een kleine aanloop gaat dat best lekker. ‘Wij zijn heel blij dat jullie deze lessen willen geven.’ Op donderdagavond komt de derde instroomgroep bij elkaar in het Postkantoor in Bovenkarspel. Het niveau van de deelnemers varieert van een broer en zus die zich in Engels, Duits en een paar woorden Nederlands redelijk redden tot drie jonge vrouwen die echt alleen Oekraïens en Russisch spreken en verder niks. Coördinator Nini Viëtor maakt zich geen zorgen: ‘Binnen een paar weken spreekt iedereen wat Nederlands. Het gaat best snel, in korte tijd gaan we van ‘hallo’ en ‘dag’ naar vragen stellen en een praatje maken.’ De vrijwilligers werken allemaal als taalvrijwilliger, maar dat is niet nodig. Geduld, gevoel voor taal en een beetje creativiteit, meer heb je niet nodig om hier te komen helpen. Alfabet leren In de lokalen is lesmateriaal aanwezig, zoals boeken, kaarten en plaatjes. Na een korte inleiding wordt de groep verdeeld in kleine groepjes, elk met een of twee vrijwilligers, om van 19.00 tot 20.30 uur te oefenen met ‘ik’ en ‘jij’, het alfabet en telwoorden. Natuurlijk is dat in het begin ongemakkelijk, maar dat verandert binnen een uurtje. Google Translate, een Russisch woordenboek en een map met afbeeldingen en woorden, het gaat eigenlijk vanzelf. ‘Er is ook een website waar de deelnemers tussen de lessen door mee kunnen oefenen,’ zegt Nini. ‘En een van de deelnemers was zo slim om met z’n mobiel een foto te maken van de aantekeningen van vandaag, zodat hij de nieuwe woorden kan herhalen. Dat is misschien ook een tip voor een volgende les.’ Kinderboeken, televisie Lukt het allemaal echt niet, dan helpt tolk Nazik de gesprekken op gang. Ze woont alweer 15 jaar in Nederland maar komt uit Georgië en spreekt onder andere Russisch, een taal die de meeste mensen in Oekraïne op school hebben geleerd. ‘Ik adviseer de deelnemers om ook veel kinderboeken te lezen, televisie te kijken in het Nederlands en vaak met mensen te praten,’ zegt ze. ‘Het maakt niet uit dat je veel fouten maakt, alleen door het te proberen, kun je je uitspraak verbeteren.’ Zij leerde zichzelf Nederlands van een stokoude cd-rom en een woordenboekje, waar ze alle nieuwe woorden fonetisch in opschreef. ‘Dan wist ik meteen hoe ik het moest zeggen, want Nederlands is een moeilijke taal. Zoals je het schrijft, spreek je het niet uit. Vooral die klanken zoals ‘ui’ of ‘au’ zijn voor mensen heel moeilijk.’ Nog even vertalen De groep komt aan het einde van de les weer bij elkaar. Volgende week weer, spreken ze af. Vrijwilliger Alexandra vraagt of Nazik nog wat wil vertalen. ‘Zeg maar dat wij het heel leuk vinden om Nederlandse les aan ze te geven.’ Er wordt gelachen door de groep en een van de deelnemers neemt het woord. Nazik vertaalt: ‘Zij zijn allemaal heel blij dat jullie het willen doen.’ Instroomgroepen Nederlandse les voor Oekraïners Dinsdagavond van 19.00 tot 20.30 uur in opvanglocatie ‘Almere’ in Opperdoes Woensdag van 10.00 tot 11.30 uur in de H. Franciscus X kerk, Kwakerspad in Enkhuizen Donderdag van 10.00 tot 11.30 uur in het Streekpunt, Streekweg 220 in Hoogkarspel Donderdag van 19.00 tot 20.30 uur en dinsdag van 10.00 tot 11.30 uur in het Postkantoor in Bovenkarspel Nieuwe vrijwilligers zijn welkom, ook in Hoorn en Scharwoude starten binnenkort nieuwe instroomgroepen Foto: De eerste les in Bovenkarspel, met vrijwilligers Alexandra en André aan de rechterkant. ‘We vinden het heel leuk om Nederlandse les te geven aan deze groep.’
Lees meer

Sietske geeft conversatieles aan nieuwe Nederlanders

| Doe es gewoon vrijwillig

Mensen die de Nederlandse taal nog niet goed machtig zijn, kunnen elke maandag komen oefenen in Verenigingsgebouw Sint Pieter in Medemblik. Daar wordt in kleine groepjes anderhalf uur conversatieles gegeven, onder begeleiding van taalvrijwilligers zoals Sietske Groenveld: ‘Ongelofelijk hoe snel mensen vooruitgaan. In een paar weken merk je al verschil!’ De krant lezen, een praatje maken met de buren of uitleggen aan de huisarts wat je voelt: de gewoonste zaak van de wereld, maar erg lastig als je de taal niet beheerst. Elke week oefenen daarom groepen nieuwkomers met elkaar om beter Nederlands te spreken en begrijpen. ‘Iedereen kan zich aanmelden en meedoen, het is laagdrempelig’, vertelt taalvrijwilliger Sietske. ‘Naar onze instroomgroep komen mensen die nog maar een paar woorden Nederlands spreken, maar ook mensen die zich in het Nederlands goed redden en speciaal voor hun werk er nog een tandje bij moeten zetten. Ze komen overal vandaan, zoals uit Polen, Eritrea, Syrië en Afghanistan. Binnenkort start een groep specifiek voor Oekraïners.’ Woorden aanstrepen De avonden hebben altijd min of meer hetzelfde programma. ‘We werken in kleine groepjes van twee of drie mensen met ongeveer hetzelfde taalniveau, met een begeleider. We beginnen met krantenberichten uit de Startkrant, een krant speciaal voor deze lessen. De deelnemers lezen de tekst en strepen woorden aan die niet duidelijk zijn. Daarna gaan we het artikel samen lezen en bespreken we wat er staat. Zo leren mensen nieuwe woorden en oefenen we meteen spreekvaardigheid.’ Na een korte pauze gaan groepjes daarna verder met spelletjes, zoals kwartetten of andere woordspelletjes. De deelnemers vertellen zelf wat ze willen leren: een praatje op het schoolplein, een gesprek met de huisarts of het zoeken van een baan? Daar kunnen ze samen op oefenen. Ook kunnen de taalvrijwilligers helpen bij het huiswerk dat de deelnemers krijgen op hun inburgeringscursus. ‘De lessen zijn altijd afwisselend, geen avond is hetzelfde.’ Divers team De groep in Medemblik bestaat nu een paar maanden en per groep zijn vier of vijf taalvrijwilligers in de les actief. Nieuwe vrijwilligers zijn hard nodig en Sietske roept dan ook iedereen op om mee te doen. ‘Ons team van begeleiders is heel divers, de jongste begeleider is 18, de oudste is met pensioen en de andere twee zitten daar precies tussen. We kunnen nieuwe collega’s goed gebruiken. Het grote voordeel van werken in een team: als je een keertje niet kunt, is dat niet zo’n ramp. De avond kan toch gewoon doorgaan. Hoe meer vrijwilligers we hebben, hoe meer mensen we kunnen helpen beter Nederlands te spreken.’ Talenknobbel: handig Sietske heeft werkervaring in het onderwijs, maar dat is geen voorwaarde om als taalvrijwilliger te helpen. ‘Iedereen krijgt sowieso een cursus van drie dagdelen, waarin wordt uitgelegd hoe je mensen kunt helpen bij de taal. Een beetje een talenknobbel is wel handig, maar geen noodzaak. Wel moet je het leuk vinden om met mensen te werken. En het is handig als je het nieuws een beetje volgt, want actualiteiten zijn vaak onderwerp van gesprek.’ Iedereen kan dus helpen bij de conversatielessen, met een beetje creativiteit worden alle communicatieproblemen vanzelf opgelost. ‘Deelnemers spreken als ze beginnen meestal wel een paar woorden Nederlands, een beetje Engels en natuurlijk kom je met handen en voeten een eind. En als dat niet lukt, hebben veel deelnemers wel een vertaal-app op hun telefoon. Het is fantastisch om te merken hoe snel mensen vooruitgaan. In een paar weken merk je al verschil!’
Lees meer

Leonie deelt haar liefde voor lezen

| Doe es gewoon vrijwillig

Voor één keer zat voorleesjuf Leonie Verreijen niet op de bank bij een gezin thuis, maar op een deftige stoel op het podium van Jenaplan basisschool De Hussel in Grootebroek. Verder was alles hetzelfde als anders: een mooi voorleesboek op schoot, een groep aandachtige kinderen om haar heen. ‘Lezen is hartstikke leuk. Als ik dat aan kinderen kan meegeven, is mijn doel bereikt.’ Leonie Verreijen leest al drie jaar voor, aan allemaal verschillende kinderen. Twintig keer komt ze bij ze langs, mooie boeken in haar tas, om samen te lezen. Ze is vrijwilliger bij het project Samenvoorlezen van Vrijwilligerspunt Westfriesland. ‘Ik kies boeken die passen bij het kind en bij het taalniveau. Vooral voor kleuters is het soms goed zoeken, want ik wil graag dat er illustraties in staan die goed bij het verhaal passen. Plaatjes waar we samen over kunnen praten, en die het verhaal ondersteunen.’ Als voormalig juf heeft Leonie zo haar bronnen om de perfecte boeken te vinden: ze vraagt het aan haar collega’s op school, en natuurlijk aan de kinderen zelf. Voorleestas mee Deze middag las Leonie voor over het Kind van de Gruffalo, de kinderen van Jenaplan basisschool De Hussel in Grootebroek hingen aan haar lippen. Met de voorleesmiddagen wil de school het belang van voorlezen onder de aandacht brengen. Gea Hoogland, leerkracht van groep 1 en 2: ‘Wij zijn gek op voorlezen. Kinderen leren er heel veel van. Daarom kunnen ouders bij ons altijd een voorleestas meenemen met leuke kinderboeken en wat vragen daarbij. En we houden uitlegmiddagen, waarin we laten zien hoe je een kinderboek écht goed voorleest: bijvoorbeeld met allerlei stemmetjes en gebaren. Het project Samenvoorlezen promoten we ook in de klas, we helpen ouders bij de aanvraag als dat handig is.' Liefde voor lezen De kinderen krijgen geen genoeg van boeken en voorlezer Leonie ook niet. ‘Als voorlezer word je ook geholpen door Samenvoorlezen. Je krijgt een bibliotheekpas en je kunt meedoen aan speciale info-avonden. Lezen is goed voor de woordenschat en taalverwerving van de kinderen, maar vooral heel erg leuk. Als zij net zo’n liefde voor lezen ontwikkelen als ik heb, dan is mijn voorleesles geslaagd.’ Samenvoorlezen Wil jij ook ‘es gewoon vrijwillig doen, bijvoorbeeld als voorlezer bij Samenvoorlezen? Vrijwilligerspunt zoekt altijd voorlezers, in heel West-Friesland. Stuur een mail naar [email protected] , of bel 0229-216499.
Lees meer

Marianne helpt als mentor bij zorgkwesties

| Doe es gewoon vrijwillig

Marianne Meyles is al jaren mentor van twee cliënten in Wognum, via de Stichting Mentorschap Noordwest en Midden. ‘Dit vrijwilligerswerk betekent een flinke verantwoordelijkheid, maar iedereen verdient iemand die z’n belangen behartigt.’ Mensen met een ziekte of beperking die niet goed voor zichzelf kunnen opkomen, hebben een wettelijk vertegenwoordiger nodig die hun belangen behartigt. Meestal doen familieleden dat, maar als die er niet zijn of het niet kunnen, springt de Stichting Mentorschap in. Dat is een landelijke organisatie met regionale afdelingen zoals in West-Friesland, die voor hun cliënten mentoren vindt, zoals Marianne Meyles. ‘Als mentor ben je adviseur en vertrouwenspersoon voor alle persoonlijke zaken. Je helpt bijvoorbeeld te bepalen, als iemand ziek wordt, welke medische behandeling wel en welke niet wordt ingezet. Een flinke verantwoordelijkheid, ja, waarbij ik vooral de belangen van de cliënt vertegenwoordig. De wensen en behoeften van mijn cliënt zijn het uitgangspunt.’ Marianne is al jaren mentor van twee cliënten in Wognum met een verstandelijke beperking, die allebei in een instelling wonen. ‘Als mentor spreek ik ze regelmatig, en voor de zorg ben ik het aanspreekpunt voor mijn cliënten. Met de persoonlijk begeleider overleg ik bijvoorbeeld over hoe het reilt en zeilt.’ Mobieltje Een voorbeeld: een van de cliënten wil graag een mobiele telefoon. ‘Hij vindt dat prachtig, hij houdt van alles met knopjes. Maar zijn niveau is niet hoog, en die mobiele telefoon kan ook een risico zijn. Samen met de persoonlijk begeleider komen we dan tot een besluit: telefoon of niet, wat voor toestel, welk abonnement, hoe gaan we dat aanpakken?’ Een andere cliënt krijgt gedwongen medicatie. ‘Het is in haar belang dat ze die medicatie krijgt. Elk jaar moet daar een rechtelijke machtiging voor worden afgegeven, en bij dat proces vertegenwoordig ik haar.’ ‘Ga maar weg’ Het contact met de cliënten is niet vanzelfsprekend, vertelt Marianne. ‘Een van de cliënten wilde geen mentor, hij wilde me niet zien. "Ga maar weg", zei hij in het begin. Maar ik bleef elke twee weken of elke maand langskomen. Na verloop van tijd is hij ontdooid, we hebben nu goed contact. Daar blijkt maar uit dat de benadering van de cliënten van groot belang is, het is niet meteen gezellig en makkelijk. Aan de andere kant: mijn andere cliënt is heel open en enthousiast, dat kan ook. Je moet als mentor ook flexibel zijn en afstemmen op wat je cliënt wil. Zelf hou ik van buitenactiviteiten, maar mijn cliënt zit liever binnen. Dan bedenken we wat anders, we koken nu af en toe samen.’ Stugge samenwerking Inmiddels heeft Marianne als regio-ondersteuner ook 25 andere mentoren onder haar hoede. Ze hebben regelmatig telefonisch contact en ze ondersteunt ze bij vraagstukken. ‘Ik ben erg tevreden met de begeleiding vanuit de instelling waar mijn cliënten wonen, maar van andere mentoren hoor ik ook wel eens verhalen dat de samenwerking erg stug verloopt, of dat de begeleiding totaal anders denkt over de juiste zorg voor een cliënt dan een mentor. Dat is lastig, daar moet je dan met elkaar uit zien te komen.’ Meebewegen Welke eigenschappen heeft de ideale mentor? Flexibiliteit, zegt Marianne. ‘Je moet meebewegen met je cliënt. Een achtergrond in de zorg is een pre, of ervaring met mantelzorg. Je moet wel een beetje de weg weten in de wereld van de zorg. De coördinator zorgt voor de juiste match tussen cliënten en mentoren, en via de stichting krijgen we basistrainingen over zaken zoals rapporteren en overleggen, en speciale thema-trainingen. Kun je openstaan voor mensen en heb je veel geduld, dan is dit prachtig vrijwilligerswerk. Je leert er veel van, en je betekent echt iets voor je cliënt. Iedereen verdient iemand die zijn belangen behartigt, als je dat zelf niet kunt.’ Mentor worden? Mentor iets voor jou? Bekijk dan de vacature en meld je aan . Foto: De mensen in het artikel staan niet op de foto
Lees meer

Ewout is fietsmaatje

| Doe es gewoon vrijwillig

Ewout Goet zit in zijn vrije tijd graag achter de computer te gamen met z’n vrienden, of hij kijkt YouTube. Tot zo’n 1,5 jaar geleden deed hij eigenlijk niet meer dan dat. Hoewel hij het graag doet, vond Ewout dat het tijd werd om es uit zijn kamer te komen en besloot hij vrijwilligerswerk te gaan doen. Er ging een wereld voor hem open… ‘In mijn jeugd heb ik altijd binnen achter mijn computer gezeten. Hierdoor heb ik de buurt waar ik al mijn hele leven woon, eigenlijk nooit leren kennen. Voor mijn gevoel heb ik ook niet echt iets nuttigs gedaan. Daarom besloot ik vrijwilligerswerk te gaan doen.’ Ewout meldde zich aan bij Vrijwilligerspunt Westfriesland. ‘Hier kreeg ik hulp met het zoeken naar vrijwilligerswerk dat bij mij paste.’ Zo kwam Ewout terecht bij Raad en Daad Opmeer. Deze stichting ondersteunt mensen in Opmeer, Hoogwoud en Spanbroek in het dagelijks leven als ze dit zelf niet meer (goed) kunnen. Denk aan kleine klussen in en om huis, computerhulp of vervoershulp. ‘Door corona was er alleen niet zoveel meer te doen, dus ik ben op zoek gegaan naar vrijwilligerswerk dat ik daarnaast kon doen. Vrijwilligerspunt ondersteunde mij hierin en ging samen met mij op zoek. Zo ben ik uiteindelijk kerstpakketten rond gaan brengen bij ouderen.’ Dankbaar ‘Bij het rondbrengen van deze pakketten zag ik hoe dankbaar deze mensen zijn, voor iets dat in mijn ogen een kleine moeite is. Hierdoor ben ik gaan zoeken naar meer vrijwilligerswerk waarbij ik met ouderen kan werken en ben ik uiteindelijk als vrijwilliger bij De Horstenburgh Obdam (WilgaerdenLeekerweideGroep) terechtgekomen. Ik fiets nu als sinds maart vorig jaar op een duofiets samen met ouderen en geniet er elke week van! Eén van de dingen die ik zo leuk vind aan het fietsen, is dat ik bijvoorbeeld van mijn fietsmaatje mevrouw Spil veel leer over hoe het dorp er vroeger uitgezien heeft. Zo weet ik nu welk huis vroeger een slager is geweest en welk een café. Fantastisch om te horen en had ik zonder dit vrijwilligerwerk anders nooit geweten!' Bron: Krantje de Horstenburgh – Ellen Verhaar
Lees meer

Edwin bouwt een zeilschip van gerecycled plastic

| Doe es gewoon vrijwillig

Een groot zeilschip uit de zeventiende eeuw nabouwen van gerecycled plastic, dat is kortweg het doel van Edwin, de oprichter van Clean2Anywhere. Met een groep vrijwilligers en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt is hij hard aan de slag. ‘Plastic is geen afval, maar een prachtige grondstof. Zo ben ik er naar gaan kijken.’ Edwin ter Velde is een verhalenverteller. Gaat het over zijn schepen, dan vertelt hij over het revolutionaire ontwerp van het zeventiende-eeuwse fluitschip. ‘Een Hoornse koopman, Liorne, ontwierp een nieuw model handelsschip, totaal anders dan toen gebruikelijk. Mensen lachten hem erom uit, maar het was een enorm succes.’ Mooi verhaal, maar wat heeft dat met zijn project Clean2Anywhere te maken? ‘De economische problemen in die tijd hadden ook te maken met het klimaat. Het was toen twee graden te koud, mensen leden honger. En de oplossing lag dus in een nieuwe kijk op handel drijven. Dat kunnen we nu ook doen, dat weet ik zeker.’ Champignonbakje Het klinkt misschien vreemd, maar Edwin is gek op plastic. Plastic flessen, zakken, zwerfvuil, zelfs van een simpel blauw champignonbakje wordt hij blij. ‘Ik zie het niet als afval, ik zie plastic als een waardevolle grondstof. En die ligt overal voor het oprapen. Daarom verzamelen onze stadsjutters voor ons plastic dat andere mensen hebben weggegooid. Ze maken het schoon en knippen het in kleine stukjes, zodat het kan worden omgesmolten tot platen, die wij weer kunnen gebruiken om onze boot van te maken.’ Naar de Zuidpool Dat omdenken begon bij Edwin toen hij zo’n champignonbakje in de verkeerde vuilnisbak gooide. Dat moest er weer uit, want afval scheiden was en is in het huishouden van Edwin de gewoonte. Gravend door de zaken afval, vroeg Edwin zich af wat ze in vredesnaam aan het doen waren. ‘Ik lever dus elke dag, met alles wat ik weggooi, een bijdrage aan een heel groot probleem. Daar ging ik over in gesprek met mijn vrouw en kinderen. We besloten zoveel mogelijk zero waste te gaan leven, geen afval meer produceren. Is dat moeilijk? Misschien wel, maar het gaf ons ook veel energie en creativiteit. Zoveel zelfs, dat ik besloot te stoppen met mijn bedrijf, een auto te printen van afval en daarmee op zonne-energie een reis te maken naar de Zuidpool. Dat project heeft zoveel teweeg gebracht, het was bijzonder leerzaam en inspirerend.’ Begin klein Grote sprong van de Zuidpool naar schepen bouwen in Hoorn. Maar niet als je met Edwin praat. ‘Ook hier zijn we gewoon begonnen. Maar we merkten al snel dat we geen fluitschip kunnen bouwen op dit moment. Het schip wordt zo zwaar dat het in elkaar zakt, omdat het afvalplastic niet sterk genoeg is. Wat doen we dan? Ik kijk in de natuur: daar begint alles ook klein. Dus dat gaan wij doen. We bouwen eerst kleinere werkboten, die vroeger werden gebruikt om zo’n groot fluitschip te laden en te lossen. Gewoon bouwen, geen ingewikkelde plannen maken. We mochten met Sail meevaren, maar die ging door corona niet door. Maakt ons niet uit, we zijn gewoon toch gaan varen, met een kostbare lading van onze sponsors. En wat denk je? Weer extra aandacht voor ons project en voor het milieu.’ Kick Inmiddels werkt een grote groep vrijwilligers en mensen met een afstand op de arbeidsmarkt aan de boten van Edwin. ‘Het mooie is: een groep van vijftien jongeren die niet aan het werk kwamen, zijn bij ons begonnen. Het werken aan zo’n boot doet iets met je, dat merk je al snel. Na vier maanden konden ze hun eigen boot te water laten. Dat geeft een enorme kick. Een deel van die groep heeft nu een vaste baan of is begonnen aan een opleiding, de hele groep heeft een enorme persoonlijke groei laten zien. Prachtig.’ Iedereen doet mee Iedereen is welkom bij Clean2Anywhere, iedereen doet mee op z’n eigen manier en iedereen is er gelijk. ‘Directeuren, bootjesgekken, creabea’s en stadsjutters, hier staan ze allemaal te stoeien met een plank die op de goede plek in de boot moet komen en dat schept een band. We zijn net begonnen met een nieuwe groep en die pakt het ook weer geweldig op. Iedereen hier ontdekt vanzelf waar z’n talent ligt. Wil je koffie zetten? De teksten voor de website maken? Of merk je dat je blij wordt van het werken met je handen aan zo’n boot? Kan allemaal, want iedereen kan hier meedoen.’
Lees meer

Salina laat haar handen wapperen

| Doe es gewoon vrijwillig

Thuis zitten en alleen maar studeren? Niks voor Salina Neefjes. Toen ze zag dat Clean2Anywhere vrijwilligers zocht, meldde ze zich direct aan. En als je dan toch bezig bent, is zo’n Maatschappelijke Diensttijd (MDT) eigenlijk best een goed idee, dacht ze. ‘Ik heb normaal gesproken niet zoveel geduld, maar dat heb ik hier wel geleerd.’ In het voorjaar 2020, dat weet iedereen nog goed, ging alles op slot. Restaurants dicht, sportclubs gesloten en scholen leeg. Salina volgt een opleiding tot product designer aan de HKU in Utrecht, en zat ineens thuis, achter de computer. ‘Ik liep stage, maar het was allemaal online. Ik miste het werken met mijn handen. Ik zag dat Clean2Anywhere, een initiatief dat van plastic afval zeventiende en achttiende eeuwse schepen nabouwt, vrijwilligers zocht en ik heb me meteen aangemeld. Lekker weer iets maken!’ Zeventiende eeuw schip van plastic Een interessant initiatief voor zo’n handig type als Salina. ‘We werken hier met een divers team. Leuk om mensen te leren kennen die totaal anders zijn dan ik. En het mooiste: we werken hier heel ambachtelijk, zonder machines. Van het plastic afval worden grote platen gemaakt. Dat is de grondstof voor de schepen. Restjes gaan weer terug naar het bedrijf dat die platen maakt, dus we hebben feitelijk geen afval. De schepen zijn heel mooi, ook de decoratie is prachtig. Ik heb normaal gesproken niet zoveel geduld, maar dat heb ik hier wel geleerd. Laatst heb ik uren gewerkt aan een klein blokje waar een touw doorheen moet lopen. Een jongen uit Rusland leerde het me, en tegelijkertijd kon hij zijn Nederlands oefenen.’ Zelfvoorzienend huisje Werkt ze niet aan het schip, dan helpt ze vrienden bij het bouwen van hun Tiny House. Dat zijn kleine, zelfvoorzienende huisjes voor een alternatieve, duurzame leefstijl. ‘Lekker klussen’, zegt Salina. ‘Ik leer hoe een huis in elkaar zit. Bovendien werken we met duurzame materialen. De isolatie is bijvoorbeeld van oude jeans. Het bouwen gaat eigenlijk best snel, waarschijnlijk kunnen mijn vrienden volgend jaar in hun zelfgebouwde huis wonen. Ze hebben een plek gevonden in Eindhoven, want dat is nog helemaal niet zo makkelijk, kwam ik achter.’ MDT-certificaat Via Vrijwilligerspunt hoorde Salina dat ze met haar vrijwilligerswerk misschien een internationaal erkend certificaat kan halen. Dat staat mooi op je cv en het is handig voor eventuele vervolgstudie, bijvoorbeeld die masteropleiding eco-social design in Italië die Salina wil doen. ‘Ik heb me aangemeld voor de Maatschappelijke Diensttijd. Het gaat om tachtig uur vrijwilligerswerk, en ik dacht: dat haal ik makkelijk. Valt in de praktijk een beetje tegen, want ik ben nu bijvoorbeeld niet zoveel in Hoorn dus kan ik ook minder vaak daar werken. Maar dat maakt niet uit, als ik het haal is het mooi meegenomen en anders heb ik het in elk geval geprobeerd. Ik doe dit vrijwilligerswerk natuurlijk omdat ik het leuk vind, het certificaat is niet het doel.’ De cursussen die ze via MDT volgde, vond ze wél erg handig. ‘Een training hoe je jezelf kan presenteren, dat komt toch altijd van pas? Echt, dit is een hele leuke ervaring. Ik zou het iedereen aanraden.’ Meer weten over MDT? Misschien is het wel iets voor jou? Lees het hier , of neem contact op met onze afdeling Jong Westfriesland in Actie via [email protected]
Lees meer

Marianne leest voor

| Doe es gewoon vrijwillig

Het is al het vijfde gezin dat Marianne Groot voorleest. Als voorlezer voor het project Samenvoorlezen van Vrijwilligerspunt gaat ze iedere week een uurtje voorlezen aan Jin Wen en haar broertjes. 'Het voorleestraject duurt 20 weken, maar ik ben inmiddels zo gesteld op dit gezin, dat ik niet meer weg wil.' Marianne is al bij Turkse, Nederlands-Colombiaanse en Poolse gezinnen geweest. Nu leest ze voor aan het zevenjarige Chinese meisje Jin Wen en haar twee broertjes. 'Als ik mijn fiets op slot heb gezet en mij omdraai, zie ik al het snoezige gezichtje van Jin Wen platgedrukt tegen het raam. Zodra ik binnenstap beginnen ze alle drie direct te vertellen en te laten zien wat ze de afgelopen tijd hebben meegemaakt.' Jin Wen heeft door gehoorproblemen, dat pas op latere leeftijd werd ontdekt, een leerachterstand opgelopen. 'Die achterstand haalt ze al goed in. Jin Wen is een heel pienter meisje. Toen ik haar bij de eerste ontmoeting vroeg wat voor boeken ze mooi vond, zei ze "Boeken met schilderijen”. In de bibliotheek koos ik daarom een jeugdkunstboek van Vermeer. "Oh, het melkmeisje", zei ze direct.' 'De moeder van Jin Wen heeft in haar geboorteland weinig opleiding gehad, maar wil het beste voor haar dochter: "Jin Wen moet goed lezen", zegt ze dan. Zelf voorlezen is, doordat ze de Nederlandse taal nauwelijks beheerst, moeilijk voor haar. Ze heeft zelfs geen boek in de kast staan. Het is mooi om te zien dat door mijn wekelijkse bezoek ook zij meedoet. Ze gaat nu met de kinderen naar de bibliotheek en probeert nu ook voor te lezen.' Verhitte boel 'Ik lees voor, maar doe ook spelletjes. En dan gaat het er uit enthousiasme soms verhit aan toe. Zelfs de moeder doet mee! Ze gaan er helemaal in op en dat vind ik eigenlijk alleen maar leuk.' Er wordt ook serieus gepraat. 'Af en toe laat moeder iets los over haar dorp in China, waar ze ondanks het harde werken, veel armoede kende. Nu wonen ze hier, hebben zij en haar man een baan en hebben ze het goed. Ik ben blij dat ik een steentje bijdraag aan het geluk en welzijn van deze familie.'
Lees meer

‘Op de begraafplaats komt de geschiedenis tot leven’

| Doe es gewoon vrijwillig

De vergeten begraafplaats aan het Keern, overwoekerd en vernield, is weer in ere hersteld. Dankzij Rita Lodde, die met een team vrijwilligers de plek helemaal wist op te knappen. ‘Het is een belangrijke plek. Deze oase van rust en stilte vertelt de geschiedenis van onze stad.’ Rita Lodde is genomineerd voor Vrijwilliger van het Jaar 2021 van Hoorn. Een paar jaar geleden was het kerkhof aan het Keern een onheilspellende plek. ‘Omdat er nauwelijks naar werd omgekeken, was er veel vernield en beklad met graffiti’, vertelt Rita. ‘Het onkruid stond metershoog’, vult vrijwilliger Jan Laan aan. Gebroken grafstenen, verwaarloosde paden: de begraafplaats had dringend liefde en aandacht nodig. Daarom richtte Rita samen met John Lamers en Herman Kaptein in 2019 de stichting Vrienden van de begraafplaats Keern op, die ervoor zorgt dat deze plek weer helemaal wordt opgeknapt. Organiseren en regelen Elke woensdagochtend komt een team vrijwilligers bij elkaar op de begraafplaats om alles weer netjes te krijgen. Jan Laan is een van die vrijwilligers. ‘We zijn de paden gaan herstellen en het onkruid gaan wieden’, vertelt hij. ‘En zo ontdekten we bijzondere stenen, bijvoorbeeld van mensen die in de Tweede Wereldoorlog zijn begraven.’ Rita wroet zelf niet in de aarde, maar organiseert en regelt van alles. ‘Toen kindergraven moesten worden geruimd om plek te maken voor een nieuwe weg, waartegen we vanuit Oud Hoorn geprotesteerd hebben, heeft de gemeente gelukkig een mooi monument laten maken in de vorm van een carillon. Op elke geboortedatum van de kinderen speelt dat carillon, precies om twaalf uur ’s middags, om ze toch op deze plek te blijven herdenken.’ Dankzij een geschenk van de gemeente zullen binnenkort twee klassieke Engelse banken geplaatst worden, zodat mensen rustig kunnen genieten van deze plek van herinnering en bezinning. Ontroerend Rita zet zich al jaren in voor het behoud van erfgoed in Hoorn, onder andere als secretaris voor Vereniging Oud Hoorn, lid van de werkgroep Hoorn Huizen Straten Mensen, de publicatiestichting Bas Baltus en als initiatiefnemer van ‘Verjaardag van de stad.’ De begraafplaats speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van Hoorn. ‘Hier worden geen mensen meer begraven, hooguit wordt twee keer per jaar iemand bijgezet in een familiegraf. Toch komen nog regelmatig mensen naar de begraafplaats, om aandacht te besteden aan iemand die hier is begraven. Het graf van een jongetje, verdronken in 1962, wordt nog elke week bezocht door zijn broer.’ Op een gegeven moment lag er een boeket op de begraafplaats, op een plek waar graven zijn geruimd. ‘Er zat een kaartje aan: voor onze moeder op haar verjaardag. Dan merk je dat deze begraafplaats nog leeft. Het is een plek van rust en stilte, vlakbij de binnenstad. Dat is toch bijzonder?’ Monument Inmiddels heeft een groot deel van de begraafplaats een monumentale status gekregen. En dat heeft voordelen, weet Rita. ‘De gemeente zal deze plek niet meer snel over het hoofd zien. Toen de huidige burgemeester jaren geleden de begraafplaats bezocht, schrok hij ook van de staat van onderhoud. Dat was in 2021 wel anders, toen hij op Open Monumentendag aanwezig was op de begraafplaats om het nieuwe hek te sluiten.’ Een hek sluiten? Hoe zit dat? ‘Rond de begraafplaats staat een hoge muur, die de begraafplaats aan het zicht onttrekt van voorbijgangers. Vroeger sloot een smeedijzeren hek de plaats af, en zo’n vergelijkbaar hek is weer terug. De verkeerssituatie op het Keern laat het helaas niet toe dat we dit hek als toegangspoort tot de begraafplaats kunnen gebruiken, maar voorbijgangers kunnen de begraafplaats door het hek wel zien. De poort is op 11 september officieel door de burgemeester samen met de voorzitter voor altijd gesloten met een speciaal gedicht door de stadsdichter Levi Noë.’ Levende geschiedenis Het hek is af, het carillon speelt, de banken komen eraan, de graven zijn grotendeels opgeknapt en het onkruid op de paden en tussen de graven is nu zo’n beetje weg. Is Rita zo’n beetje klaar met haar werk hier? Zeker niet. ‘We zijn bezig alle graven in kaart brengen, in een digitale database die bezoekers moeten kunnen raadplegen met een QR-code bij de poort. Op die manier kunnen mensen makkelijker vinden wie er allemaal op de begraafplaats zijn begraven en waar ze liggen. En informatieborden bij de ingang van de begraafplaats. Dan gaat de geschiedenis van deze plek écht leven.’ Nominatie Vrijwilligersprijs Rita voelt zich vereerd dat ze is genomineerd voor de Vrijwilligersprijs Hoorn, maar zelf wilde ze liever Jan Laan nomineren. Rita: "Jan is een harde werker, hij heeft oog voor het werk dat er gedaan moet worden. Bovendien is het een plezierig persoon. Hij verdient het om in het zonnetje gezet te worden.' Jan is een van die vrijwilligers die bijna elke dag op de begraafplaats te vinden is. Door omstandigheden een man van weinig woorden, maar wel met groene vingers en een indrukwekkend verhaal, dat wij dan ook graag willen delen. Benieuwd naar Jan? Lees hier zijn verhaal . Stem op Rita Vind jij dat Rita moet worden verkozen tot Vrijwilliger Hoorn 2021? Breng dan via vrijwilligersprijshoorn.nl je stem uit! Stemmen kan tot en met 9 december.
Lees meer

Kleine klussen in de Grote Waal hebben groot effect

| Doe es gewoon vrijwillig

Interview? Foto’s? Dat hoeft voor Appie Azzouzi niet zo. Zijn initiatief Waal Handjes is er niet voor de show, legt hij uit. ‘Wij doen ons werk, helpen mensen in de wijk, en als zij tevreden zijn en wij ook, dan is het goed. Daar hoeven we geen applaus voor.’ Maar Appie en zijn groep jongeren zijn nou eenmaal genomineerd voor de Vrijwilligersprijs, dus even meekijken mag best. Initiatief Waal Handjes in Grote Waal is genomineerd voor Vrijwilligersorganisatie van het Jaar 2021 van Hoorn. We lopen door de wijk en de jongens wijzen overal aan wat ze hebben aangepakt en opgeknapt. De hekjes in de Siriusstraat, en de straat erachter, zijn opgeknapt door het team van Appie. In de stromende regen, vertelt een buurvrouw die naar buiten komt. ‘Het hele team ging hier aan de slag. Nieuwe tuinhekken hebben ze neergezet en ze haalden tegels uit de tuin om daar planten te zetten.’ Ze is heel tevreden over het werk van de Waal Handjes. ‘Het regende dat het goot, ze waren allemaal zeiknat. Maar ze gingen gewoon door. We zijn niet van suiker, hoorde ik ze zeggen.’ Appie knikt tevreden als hij het hoort. ‘Een hek neerzetten hadden de jongens nog nooit gedaan. Maakt niet uit, je leert het vanzelf. Staat een paal scheef, dan halen we die eruit en proberen we het opnieuw. Zo komt de handigheid vanzelf.’ Grote klussen, kleine klussen Het begon allemaal met een brief van de burgemeester. Mourad, een van de jongeren, vertelt: ‘Vorig jaar maart, toen corona begon, stuurde de Hoornse burgemeester een brief naar iedereen. Wie hulp nodig had, kon zich melden. Wij hebben die brief uitgeprint en hier in de Grote Waal huis-aan-huis rondgebracht. Aanbellen, brief geven, vertellen wat we wilden doen. Eerst dachten mensen dat we iets wilden verkopen, maar als ze begrepen wat we kwamen doen, konden ze onze hulp goed gebruiken.’ En een kopje koffie De wijk had belangstelling, het team werd gebeld voor allerlei klussen. In een jaar tijd klaarden ze bijna honderd klussen op meer dan 150 adressen. Een lampje monteren, boodschappen halen, muurtje behangen, noem maar op: ze komen. Gio hielp voor het eerst mee bij een verhuizing. ‘Een oudere meneer verhuisde naar een verzorgingstehuis, alles in zijn huis moest worden opgeruimd. Dat hebben we met z’n vijven gedaan.’ Een flinke klus, maar Gio is blij dat hij er iemand mee kon helpen. Mourad vult aan: ‘Veel mensen wonen alleen en voelen zich eenzaam. Die vinden het ook fijn als we tussen het klussen door een kopje koffie drinken en een praatje maken.’ Schop Muren met graffiti worden overgeverfd, hegjes geknipt, bloembollen geplant en onkruid gesnoeid, zelfs als de tuin net een jungle is. ‘In het begin had ik niet altijd zin om mee te helpen’, zegt Ainsley. ‘Ik ben een paar keer zomaar vertrokken, dan had ik het wel bekeken. Tot Appie een keer flink boos werd, hij vertelde me goed de waarheid. Die schop onder m’n kont had ik nodig. Voorheen hing ik de hele dag op de bank te gamen, nu ga ik mee om die klussen te doen. Hoe hij dat voor elkaar krijgt? Ik denk omdat hij zich niet boven de groep stelt, maar hij werkt gewoon mee. Hij is één van ons.’ ‘We helpen onszelf’ Zo langzamerhand is de groep 112-jongeren, zoals ze worden genoemd, veranderd in een stel vakkundige klusjesmannen. Maar dat is niet eens de voornaamste winst van het project, vertelt Mo, een van de deelnemers. ‘Wij helpen de mensen in de buurt, Appie helpt ons door ons te motiveren. En we helpen eigenlijk onszelf, door mee te doen.’ Stem op Waal Handjes Vind jij dat Waal Handjes moet worden verkozen tot Vrijwilligersorganisatie Hoorn 2021? Breng dan via vrijwilligersprijshoorn.nl je stem uit! Stemmen kan tot en met 9 december.
Lees meer

Jan zorgt voor de begraafplaats aan het Keern

| Doe es gewoon vrijwillig

Elke woensdag zorgt een team vrijwilligers voor het onderhoud van de historische begraafplaats aan het Keern. Eén van die vrijwilligers is er bijna elke dag te vinden, en dat is Jan Laan. Door omstandigheden een man van weinig woorden, maar wel met groene vingers en een indrukwekkend verhaal. De begraafplaats was ernstig verwaarloosd toen Jan er voor het eerst kwam. ‘Het onkruid stond een meter hoog,’ zegt hij. Een hopeloze zaak? Niet voor Jan, hij ging met een groep vrijwilligers aan de slag. ‘Het onderhoud was slecht, er waren graven vernield en de huisjes waar gereedschap in wordt bewaard, waren beklad met graffiti. En als het er zo’n rommel is, wordt het steeds erger.’ Auto-ongeluk Jan heeft veel kennis van tuinieren. In Zwaagdijk-Oost legde hij een prachtige siertuin aan van 3.800 m2 waar jaarlijks zo'n 450 bezoekers uit binnen- en buitenland van konden genieten. Hij laat de foto’s zien, dat gaat makkelijker dan uitleggen. Want Jan heeft afasie, na een auto-ongeluk dertig jaar geleden. Een automobilist reed door rood en Jans leven veranderde volkomen. ‘Ik werkte als assistent controller bij een groot zaadbedrijf. Door de afasie kon ik mijn werk niet meer doen. De kennis is nog aanwezig, maar ik liep vast door mijn beperkte taalgebruik. Einde verhaal.’ Opsluiten Hoe moet je je uiten, als praten niet meer goed lukt? ‘Ik heb les gehad op de Wackers Kunstacademie in Amsterdam, om te proberen of dat zou werken. Helaas, dat werd het niet. Nu ben ik nog af en toe op de academie te vinden als model bij de teken- en beeldhouwlessen. Het is moeilijk om te communiceren door die afasie. Daarom sluiten sommige, vooral oudere, afasiepatiënten zich een beetje op. Het lukt mij redelijk om dat niet te doen: ik wil contact houden met anderen.’ Groene vingers De begraafplaats profiteert van het tuintalent van Jan. Elke woensdagochtend werkt hij daar met het team vrijwilligers aan het onderhoud en hij is er bijna elke dag wel even te vinden. ‘Werken in de tuin gaat goed. Ik kan alles doen en taal speelt niet zo’n grote rol. Ik ben ook vrijwilliger in het tuinproject van Wonen Plus. En ik ben penningmeester van Zwemvereniging De Bron in Grootebroek.’ Moeten de organisaties speciaal iets regelen voor Jan, ergens rekening mee houden? ‘Het duurt bij mij langer om woorden goed te interpreteren. Daardoor spreek ik in een soort telegramstijl en ik heb vaak moeite om te begrijpen wat er tegen me gezegd wordt. Ik doe mijn best om iedereen te begrijpen. Maar daar heb ik in een gesprek wel tijd voor nodig!’ Wil jij ook ‘es gewoon vrijwillig doen’? Meld je dan gelijk aan via de campagnepagina .
Lees meer

‘Onze Planmaatjes denken buiten de hokjes’

| Doe es gewoon vrijwillig

Lukt het niet om de eindjes aan elkaar te knopen en is de administratie een grote chaos, dan kan Stand-By helpen. Vrijwillige planmaatjes brengen orde in de administratieve chaos en leren mensen budgetteren. Coördinator Maria van Nuland: ‘Mensen met schulden trekken zich vaak terug. Is die administratie op orde, dan kunnen ze weer meedoen.’ Stand-By is genomineerd als Vrijwilligersorganisatie van het Jaar 2021 van Hoorn. Iedereen kan in de financiële problemen komen, benadrukken Maria van Nuland en Antoinette Roovers, de coördinatoren van het project Stand-By van Stichting Netwerk. Maria somt op: ‘Mensen die na een scheiding blijven zitten met een restschuld of juist met hoge woonlasten, mensen die niet weten hoe ze de administratie moeten organiseren, nieuwkomers die de weg in ons overgeorganiseerde land nog niet goed kennen, zelfs mensen die gewoon een baan hebben en toch niet rondkomen: we zien het allemaal voorbijkomen.’ En allemaal kunnen ze rekenen op hulp van een Planmaatje, een vrijwilliger die komt helpen de administratie op orde te brengen en inzicht brengt in de financiële situatie. Ordners en mapjes Nadat ze hun training hebben afgerond, gaan de Planmaatjes met ordners en mapjes, en een gedegen plan langs bij de mensen die hulp nodig hebben. ‘Die zijn bij Stand-by aangemeld via 1.Hoorn, schuldhulpverlening, huisartsen of wijkinformatiepunt. Elk jaar helpen we ongeveer vijftig mensen die verdrinken in hun administratie.’ De organisatie werd opgezet in 2013 in de Kersenboogerd, maar de dertig vrijwilligers bereiken ondertussen mensen in heel Hoorn. De twee coördinatoren koppelen vrijwillige Planmaatjes aan mensen die hulp nodig hebben. ‘Elk Planmaatje werkt op z’n eigen manier,’ zegt Antoinette. ‘Dus we zoeken een match, zodat mensen elkaar echt kunnen helpen. Al onze planmaatjes zijn anders, maar ze hebben wel iets gemeenschappelijk: het zijn allemaal sociaal bevlogen mensen.’ Chaos in je hoofd Het doel van het project? ‘Uiteindelijk willen we de participatie van mensen bevorderen,’ zegt Antoinette. ‘Mensen met schulden trekken zich terug. Zij hebben geen zin in een cursus en geen energie voor vrijwilligerswerk, want de chaos in de administratie veroorzaakt ook chaos in je hoofd. Daarom beginnen we daar, bij die financiën.’ Een Planmaatje komt wekelijks langs, ongeveer een half jaar lang, totdat mensen zelf de boel weer onder controle hebben. ‘Meestal spreken ze bij mensen thuis af, want daar komt alle post en zijn alle gegevens beschikbaar.’ Goedkope zak patat De vrijwilligers kijken verder dan hun neus lang is, legt Maria uit. ‘Ze denken buiten de hokjes. Zo kwamen we over de vloer bij een gezin met een paar jongens die geen fiets hadden om naar de middelbare school te gaan. Via een organisatie die fietsen opknapt, speciaal voor dit doel, was dat dus snel geregeld. Soms vinden mensen het lastig om gezond te koken, want een zak patat is goedkoper dan een salade. Dan kunnen we een cursus budgetkoken adviseren. Een mevrouw was door die toestanden met haar administratie zo gestrest, dat ze graag op yoga wilde om tot rust te komen. Nou, dan regelen we dat.’ Fris en fruitig Staat alles weer op de rit, dan hebben mensen de kans om wat terug te doen. Maria: ‘We vragen ze dan om een wederdienst, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk bij de kledingbank of iets anders via Netwerk. En soms stromen mensen door naar een baan, of naar andere activiteiten.’ Wanneer is het doel van Stand-By bereikt? Antoinette: ‘Als we zien dat mensen weer vooruit kunnen, dat ze weer met zelfvertrouwen en toekomstperspectief aan de samenleving kunnen deelnemen. Dat geeft veel voldoening.’ Stem op Stand-by Vind jij dat Stand-by moet worden verkozen tot Vrijwilligersorganisatie Hoorn 2021? Breng dan via vrijwilligersprijshoorn.nl je stem uit! Stemmen kan tot en met 9 december.
Lees meer

‘Fijn om te praten met mensen die weten wat je meemaakt’

| Doe es gewoon vrijwillig

Ze weet nog precies hoe ze zelf voor het eerst bij inloophuis Pisa binnenkwam: als een verloren vogeltje. Inmiddels doet Mariska Verhaar hier al vijf jaar vrijwilligerswerk. ‘Vooral het lotgenotencontact is waardevol. Praten met mensen die precies weten hoe je je voelt, zorgt voor erkenning en herkenning.’ Mariska Verhaar is genomineerd voor Vrijwilliger van het Jaar 2021 van Hoorn. Mariska kende Pisa, het inloophuis voor mensen met kanker en hun naasten, eerst als bezoeker. ‘Mijn dochter was erg ongerust over mij omdat ik ziek was. Ze durfde bijvoorbeeld niet naar school, omdat ze me niet alleen wilde laten. Via haar school kwamen we bij Pisa terecht, waar zij in een groep met andere kinderen kon praten over wat ze voelde en meemaakte. Die herkenning was heel fijn. En toen ik weer kanker kreeg, kwam ik dus ook bij Pisa over de vloer.’ Gevoel voor humor Iedereen met kanker is hier welkom, net als familie, vrienden en andere naasten. Veel mensen denken dat het kommer en kwel is achter de voordeur. Ze konden er niet verder naast zitten, zegt Mariska. ‘Natuurlijk hebben we hier te maken met verdrietige mensen. Maar zelfs als je erg ziek bent, kun je daar niet de hele dag mee bezig zijn. Juist die groep maakt de hardste grappen. Humor is heel belangrijk. Ik denk dat met elkaar lachen te maken heeft met overlevingsdrang.’ Luie moeder? Gek genoeg begint het verwerken bij mensen vaak als de behandeling achter de rug is, merkt Mariska. ‘Tijdens de behandeling ga je van afspraak naar afspraak, je wordt zo’n beetje geleefd. Daarna dringt het tot je door wat je allemaal hebt meegemaakt. Terwijl je omgeving denkt dat het wel zo’n beetje klaar is, ga je je realiseren dat je leven ingrijpend is veranderd. Dan is het fijn als je met mensen kunt praten die weten wat je meemaakt. Ik hield bijvoorbeeld na mijn kanker lang last van moeheid. Ik zag andere ouders van alles doen met hun kinderen en ik had er de puf niet voor. Toen ik ging praten met lotgenoten, bleek ik geen luie moeder te zijn, maar ik had chronische vermoeidheid, een gevolg van de behandeling tegen kanker.’ Tien keer hetzelfde Pisa maakte zo’n groot verschil voor Mariska, dat ze zich hier als vrijwilliger wilde inzetten. Ze begon als gastvrouw. ‘De gastheren en gastvrouwen in Pisa zorgen elke dag voor koffie en thee voor bezoekers, en een luisterend oor. Elke gastheer of gastvrouw heeft een opleiding van drie dagen achter de rug, om gesprekstechnieken te leren. Zo leer je om open een gesprek te voeren en vooral niet bang te zijn om je kwetsbaar op te stellen. En we kunnen goed luisteren. Als iemand voor de tiende keer hetzelfde verhaal wil vertellen, dan is dat prima.’ Kat uit de boom Na een paar jaar werd Mariska assistent-coördinator en ze begeleidt drie lotgenotengroepen. En dat voor iemand die liever de kat uit de boom kijkt. ‘Het was al een drempel om bij Pisa binnen te lopen en door dit vrijwilligerswerk leer ik ook om meer op de voorgrond te treden. Dat is te danken aan de begeleiding van Wiek Luza, de vorige coördinator, die bij alle vrijwilligers verborgen talenten naar boven wist te halen. Dankzij haar durf ik bijvoorbeeld presentaties te geven, en dat zou ik een paar jaar geleden nooit hebben gedaan.’ Samenwerken Het mooiste aan het vrijwilligerswerk bij Pisa? ‘Sommige mensen zie ik binnenlopen en dan herken ik mezelf, hoe ik hier jaren geleden voor het eerst kwam. Ik was een verloren vogeltje. En als ik zie dat iemand zich na verloop van tijd beter voelt door hier te komen, zich open durft te stellen, dan geeft me dat veel voldoening. Maar of ik daar nou een prijs voor moet krijgen, dat weet ik niet. Natuurlijk ben ik vereerd dat ik ben genomineerd, maar we doen dit werk met een team vrijwilligers. Iedereen zet zich even hard in voor hetzelfde doel. Vrijwilligerswerk doe je niet in je eentje, dat doe je altijd samen.’ Stem op Mariska Vind jij dat Mariska moet worden verkozen tot Vrijwilliger Hoorn 2021? Breng dan via vrijwilligersprijshoorn.nl je stem uit! Stemmen kan tot en met 9 december.
Lees meer

‘Een vriendengroep waar iedereen welkom is’

| Doe es gewoon vrijwillig

Corona brak uit, de lockdown begon en ineens zat Anna Blankenzee de hele dag op haar kamer. Ze had online les, verder niks. ‘Ik voelde me eenzaam en somber, net als veel andere jongeren. En zo is Join The Project ontstaan.’  Join The Project is genomineerd voor Vrijwilligersorganisatie van het Jaar 2021 van Hoorn. Van een druk sociaal leven, sporten en bijbaantjes bleef ineens niet zoveel over, toen in maart vorig jaar scholen dicht gingen. Voor de jongeren die al zaten met mentale problemen, worstelden met hun eigen (gender)identiteit en geen aansluiting konden vinden werd het alleen maar erger. Anna Blankenzee vertelt: ‘De muren kwamen op me af. Ik kon mijn energie niet kwijt en ik merkte dat ik er somber van werd.’ Herkenning Toch ontstond er iets moois in corona. ‘Ik sprak erover met een vriend, en hij herkende het bij zichzelf. Zijn collega’s in de supermarkt hadden ook hetzelfde gevoel. En meer jongeren, van verschillende scholen met verschillende opleidingsniveaus en achtergronden, hadden opeens iets gemeenschappelijks. We merkten: we zijn niet de enigen die dit meemaken. We moeten iets gaan doen, mensen bij elkaar brengen.’ Zo begon Join The Project. Binnen de kortste keren hadden ze genoeg enthousiaste jongeren bij elkaar om samen iets te organiseren. ‘We zijn gaan bedenken hoe jongeren elkaar kunnen helpen en waar alle jongeren, kwetsbaar of niet kwetsbaar, bij elkaar gebracht kunnen worden. In juni zijn we een officiële stichting geworden.’ Maatschappelijk tintje Inmiddels werken dertig jonge vrijwilligers aan Join The Project, in verschillende teams. Eén groep organiseert gastlessen op de middelbare school, om daar de sfeer te verbeteren zowel binnen het voortgezet onderwijs als het mbo-onderwijs. ‘We geven gastlessen over respect en hoe je je verhaal kan delen. Op die manier maken we een lastig onderwerp in een klas bespreekbaar. We zijn bezig met meer onderwerpen. Onze projecten hebben allemaal een maatschappelijk tintje, we willen iets goeds doen voor de maatschappij.’ Multimedia Het multimedia-team kreeg een interessante masterclass, vertelt Anna. Van Jonathan Hoost, een grote naam op het gebied van video- en fotokunst. ‘Hij heeft uitgelegd hoe we moeten werken met camera’s en met licht. Het team werkt nu aan hun eerste film, we denken nog na over een manier om dat te kunnen publiceren. En het tweede multimedia-team gaat nu van start. Dankzij de masterclass weet team één zoveel, dat zij het tweede team zelf kunnen opleiden.’ Blue Monday Het derde team van Join The Project organiseert evenementen. ‘Zij zijn nu bezig met een evenement op Blue Monday, de dag in januari die volgens de wetenschap de meest deprimerende dag is van het hele jaar. We willen op die dag blue stories met elkaar delen. Niet om het nog erger te maken, maar juist om met elkaar te praten wat we meemaken. Dat doen we aan de hand van spelvormen. En ons multimediateam gaat dat filmen en later publiceren.’ Vertrouwensband Eigenlijk is Join The Project nog het beste te vergelijken met een vriendengroep, zegt Anne. ‘Maar wel een groep waar iedereen zich bij kan aansluiten, die bestaat uit jongeren van verschillende opleidingsniveaus, die geen aansluiting vinden bij de reguliere hulpverlening en het tof vinden om iets bij te dragen aan de maatschappij. We hebben een vertrouwensband met elkaar, we kunnen open met elkaar praten, en samen maken we er het beste van.’ Stem op Join The Project Vind jij dat Join The Project moet worden verkozen tot Vrijwilligersorganisatie Hoorn 2021? Breng dan via vrijwilligersprijshoorn.nl je stem uit! Stemmen kan tot en met 9 december.
Lees meer

‘We kunnen geen kinderen aan de kant laten staan’

| Doe es gewoon vrijwillig

Stichting Leergeld West-Friesland helpt elk jaar ongeveer achthonderd kinderen in de regio meedoen op de sportclub, op de muziekschool of op school. Hoe? Heel simpel: door een karatepak te regelen, muzieklessen te betalen voor een muzikant in de dop of een fiets om naar school te rijden. Spin in het web van de organisatie in Hoorn is coördinator Henk Koorn. ‘Ik word blij als ik me realiseer hoeveel werk we hier verzetten.’  Henk Koorn (73) is genomineerd voor Vrijwilliger van het Jaar 2021 van Hoorn. Al tien jaar werkt Henk Koorn als vrijwillig coördinator bij Stichting Leergeld. ‘Ik ging met pensioen en ik zocht een tijdsbesteding. Ik heb me aangemeld bij Stichting Leergeld en kon als intermediair aan de slag. Na een jaar werd me gevraagd of ik de coördinatie wilde helpen, en dat doe ik nu alweer een aantal jaar. We werken hier met een groep enthousiaste vrijwilligers, deze hele organisatie draait zonder betaalde krachten. Ik zag dat het wel beter georganiseerd kon worden, dus daar zet ik me voor in. Ik zorg voor continuïteit en ik bewaak de kwaliteit.’ Huttendorp of muziekles Stichting Leergeld West-Friesland is onderdeel van een landelijk netwerk van Stichting Leergeld. De organisatie zorgt ervoor dat kinderen uit gezinnen met een krap budget toch mee kunnen doen aan een sport, aan cultuur en welzijn of onderwijs. Het kind staat daarbij altijd centraal, legt coördinator Henk uit. ‘We gaan uit van 120 procent van de bijstandsnorm. Moet je daar het huishouden van draaiend houden, dan is dat niet makkelijk. Meedoen met het huttendorp, een uitstapje naar Sprookjesbos of een abonnement op de muziekschool of een sportclub zit er dan niet in.’ Groeien en bloeien En daar komt Stichting Leergeld om de hoek. Ouders vragen hulp aan, de Stichting gaat kijken hoe ze kunnen helpen. ‘We kijken eerst of de gemeente nog ergens een potje heeft. Dat is best ingewikkeld, want we werken in heel West-Friesland, dus in zeven verschillende gemeenten met allemaal hun eigen regels en regelingen.’ Vergoedt een gemeente de aanvraag niet? Dan gaat Leergeld het regelen. Een zwemabonnement, muziekles, een nieuwe fiets of een karatepak, het is allemaal mogelijk. ‘Onze motivatie is heel eenvoudig: we willen geen kinderen aan de kant laten staan. We wonen in Nederland in zo’n welvarend land, dat we ons dat gewoon niet kunnen permitteren. Bovendien: ons land wordt er alleen maar beter van als iedereen hier kan groeien en bloeien.’ 1.500 kinderen in de knel Elk jaar helpt de stichting ongeveer achthonderd kinderen. Dat zijn er heel veel, en toch is het volgens Henk niet genoeg. ‘Uit schattingen blijkt dat er zeker 1.500 kinderen in West-Friesland niet kunnen meedoen doordat in het gezin niet genoeg geld is. We proberen ze allemaal te bereiken, bijvoorbeeld door folders neer te leggen bij de Voedselbank en de Kledingbank en door op scholen en sportverenigingen te laten weten dat we bestaan.’ Bij de organisatie werken ongeveer veertig vrijwilligers. Een groot deel werkt als intermediair, dus onderhoudt contact met de gezinnen die hulp nodig hebben. Ook zitten op kantoor mensen die mail, post en telefoon beantwoorden, en Henk, als coördinator. Drie dagen per week is hij op z’n post, zegt hij zelf, maar in de praktijk zijn het er meestal vier, of meer, verklappen de andere vrijwilligers in de organisatie. ‘Op vrijdag hebben we een dag met overleggen. En tussendoor moet ook nog genoeg gebeuren. We hebben bijvoorbeeld een nieuw computersysteem. En ik probeer de organisatie intern verder te professionaliseren, met name op het gebied van verantwoording. Elk jaar geven we 1,5 ton uit. Dat geld is niet van ons, maar van de gemeente en van onze sponsors. Daar moeten we uiterst zorgvuldig mee omgaan. Als coördinator zoek ik de balans tussen de structuur van een professionele organisatie en voldoende ruimte voor de vrijwilligers, want dat zijn stuk voor stuk mensen die vanuit hun gevoel de kinderen willen helpen.’ Blij naar huis Henk: ‘Onze vrijwilligersgroep is erg trouw, de meeste mensen werken hier al jaren. De materie waar we mee werken is complex, we hebben te maken met veel gemeenten, scholen en sportclubs. Mijn streven is: alle vrijwilligers moeten met een goed gevoel weer naar huis gaan. Zelf ga ik blij weer naar huis als ik me realiseer hoeveel werk we hier met elkaar verzetten. Soms krijgen we een bedankbriefje of een mailtje van een gezin dat we hebben kunnen helpen. Ouders die laten weten: jullie doen veel voor onze zoon, hij heeft weer rust en daardoor hebben we in huis ook weer rust. Daar word ik warm van, want daar doen we het voor.’ Stem op Henk Vind jij dat Henk moet worden verkozen tot Vrijwilliger Hoorn 2021? Breng dan via vrijwilligersprijshoorn.nl je stem uit! Stemmen kan tot en met 9 december.
Lees meer

Samen koken en eten verbindt

| Doe es gewoon vrijwillig

Tijdens de Mondiale Maaltijd koken twee ‘migranten koks’ en twee Nederlandse koks maandelijks voor twintig gasten in het Streekpunt in Hoogkarspel. En er wordt samen gegeten. ‘Het contactmoment met de Nederlanders en de ontmoeting met mensen van een niet-westerse achtergrond staan centraal tijdens de Mondiale Maaltijd. Samen koken én eten verbindt’, vertelt Lies van der Vliet van Drechterland Mondiaal. De Mondiale Maaltijd van Stichting Drechterland Mondiaal bestaat al sinds 2008. ‘Toen organiseerden we de maaltijd één maal per jaar met zo’n 200 gasten. Twintig migranten koks kookten thuis iets lekkers van hun eigen land en presenteerden dat aan de gasten. Een groot succes. Maar, wat iedereen wel jammer vond, is dat er weinig contact was met de koks. Daarom verzonnen mijn man Gerard en ik in 2018 een nieuw concept: maximaal twintig gasten, twee Nederlandse koks, twee migranten koks en tijdens het diner schuiven de koks gezellig aan. En ook een succes; we zitten vanaf de start iedere maand vol!’ De voorbereidingen beginnen een week ervoor. ‘Dan komen de koks samen om met elkaar het menu te bespreken. Al snel zie je dat er over meer gepraat wordt dan alleen het menu. En dat is precies ook waarom we dit organiseren; persoonlijke verhalen worden uitgewisseld en er ontstaan mooie contacten.’ Thuis laten voelen Ook tijdens de maaltijden en dat is waarom Jos Visser deze maand is aangeschoven met zijn vrouw. ‘We vinden het leuk dat de koks ook bij ons aan de tafel komen zitten. Zo leren we meer over deze, veelal, vluchtelingen. Waar komen ze vandaan? Wat zijn de gebruiken in hun land? Wat is hun achtergrond. En die achtergrond is vaak heel verdrietig. Kunnen wij ons helemaal niet voorstellen en daarom is het ook goed dat wij er eens bij stil staan, dat niet iedereen in een gespreid bedje is opgegroeid. Ik heb veel bewondering voor deze mensen. Ze laten toch huis en haard achter en komen in een wildvreemd land terecht. Ik ben blij dat wij zo kunnen helpen om ze meer thuis te laten voelen.’ Dankbaar Een van de koks, de Somalische Faadumo Ibrahim (43) voelt zich ook echt thuis in Nederland en zit gezellig bij Jos en zijn vrouw aan tafel. Ze is in 2008 naar Nederland gekomen, kwam bij Drechterland Mondiaal terecht en begon als kok bij de Mondiale Maaltijd. ‘Koken is mijn hobby, dus ik wilde graag meekoken. Het is goed voor mijn Nederlands en ik hou van veel mensen om me heen. Vooral tijdens het eten, dus ik doe dit graag. Ik ben heel dankbaar dat ik nu in Nederland woon. Ik ben met mijn 5 kinderen 13 jaar geleden gevlucht uit mijn vaderland voor de oorlog. Mijn man kwam om in de oorlog. Via Jemen en Saudi-Arabië ben ik in Nederland gekomen. Mijn kinderen en inmiddels 5 kleinkinderen zijn gelukkig allemaal goed terechtgekomen. Ik heb Nederlandse vriendinnen, maar ken ook Somaliërs uit Hoorn, Enkhuizen en Hoogkarspel. Inmiddels heb ik al divers vrijwilligerswerk gedaan, waar ik veel van heb geleerd. Dat heeft me zeker geholpen aan de vaste baan die ik sinds kort heb. Goed hè?! Maar natuurlijk blijf ik ook lekker koken voor de Mondiale Maaltijd!’ Wisseling Iedere maand wisselen de koks. Lies: ‘Zo leren de koks steeds weer nieuwe mensen kennen. We kijken ook naar de gasten die komen. Veel mensen uit de buurt vinden dit initiatief hartstikke leuk en komen graag terug. Dat is natuurlijk geweldig, maar we willen zoveel mogelijk verschillende mensen, letterlijk en figuurlijk, laten proeven aan de Mondiale Maaltijd. Zodat er steeds weer mooie nieuwe contacten kunnen ontstaan.’ En of er nog koks nodig zijn? ‘Jazeker! Die zijn van harte welkom! Zowel migranten koks als Nederlandse koks. En afwassers, want ook dat moet gebeuren.’ Ook een keer aansluiten bij de Mondiale Maaltijd? Of zelf meekoken? Neem contact op met Drechterland Mondiaal via www.drechterlandmondiaal.nl of door te bellen 06-43540334 (Gerard van der Vliet). Of ken jij iemand die nieuw is in Nederland en in contact wil komen met Nederlanders? Vrijwilligerspunt kan helpen door bijvoorbeeld passend vrijwilligerswerk te vinden! Stuur een mail naar [email protected] . Jos en Faadumo
Lees meer

André en Marian Stolk regelen de carnavalsoptocht

| Doe es gewoon vrijwillig

Elk jaar barst beneden de rivieren het carnaval los, maar in West-Friesland blijft het stil. In heel West-Friesland? Nee, in Enkhuizen weten ze ook wel wat hossen is. Alle haringhoppers in Haringdonk genieten van een optocht met tientallen karren en loopgroepen. André en Marian Stolk leiden dat al 25 jaar in goede banen. ‘De waardering van de vereniging en de vrolijke gezichten langs de route, daar doen we het allemaal voor.’ De voorbereidingen voor carnaval beginnen al maanden van tevoren. Als de eerste carnavalsvierders aan het einde van de zomer gaan brainstormen over hun outfits en thema’s voor komend jaar, zitten Marian en André aan tafel met de andere bestuursleden om te bepalen hoe ze het dit jaar gaan aanpakken. ‘Carnaval in Enkhuizen is uitbundig, en dat is al jaren zo. Maar we zijn niet de enige in West-Friesland: in Zwaag kunnen ze ook een feestje bouwen.’ Smalle straatjes In de carnavalsoptocht in Enkhuizen, in de carnavalstijd omgedoopt tot 'Haringdonk’, slingeren zo’n 25 groepen en karren door de historische binnenstad. Je voelt de bui al hangen: smalle straatjes, krappe bochten: dat moet allemaal worden geregeld. ‘Samen met mijn man zorg ik ervoor dat er geen enkele obstakel op de route staat,’ zegt Marian Stolk. ‘We vragen of winkels hun uitstallingen binnen willen zetten, verzoeken mensen om de auto even ergens anders te parkeren. En zijn ergens werkzaamheden? Dan controleren we of de steiger op tijd weg is.’ Enthousiasme André en Marian coördineren de verkeersregelaars, zorgen voor een veilige optocht en ruimen achteraf alles weer op. Dat doen ze al ruim 25 jaar, en de laatste 15 jaar zijn zij het aanspreekpunt. ‘Marian zorgt ervoor dat alle verkeersregelaars de cursus op tijd hebben gevolgd', vertelt André. ‘Mensen moeten weten hoe ze bijvoorbeeld het verkeer moeten stoppen, en weer vrijgeven. Gelukkig hebben we veel enthousiaste mensen in onze ploeg, die het hartstikke leuk vinden om dat te doen. Zelfs jongeren zijn razend enthousiast over hoe leuk en gezellig het is om hieraan mee te helpen.’ Muziek door elkaar Samen maken ze een indeling van de optocht. Ze bepalen de volgorde van de wagens en de groepen, en zorgen voor genoeg afwisseling. Marian: ‘Allemaal wagens achter elkaar met verschillende muziek, dat werkt niet, dan kun je het van allebei niet goed horen. We wisselen dat af met loopgroepen die geen eigen muziek mee hebben. En de wagens die afgelopen jaar achterin de optocht reden, krijgen nu een plek op kop. En we maken een lijst voor de jury, want iedereen die meedoet maakt kans op prijzen voor de mooiste uitdossingen.’ Top secret! Marian en André weten dus, samen met nog één bestuurslid van de Haringhoppers, precies er meedoet aan de optocht dit jaar. ‘Die informatie is top secret', zegt André. ‘We mogen de lijst met niemand delen, zelfs niet verklappen wie er mee doen en al helemaal niet welke thema’s de groepen hebben gekozen. We zijn niet om te kopen en zelfs de burgemeester krijgt deze gegevens niet van ons!’ Pas vlak voordat de optocht begint, zien ze de uitdossingen en de carnavalswagens. ‘Het is elk jaar weer prachtig als ze allemaal op het plein staan, waar de blaaskapel ook speelt. Echt, daar ziet het dan zwart van de mensen, en je ziet hoe iedereen ervan geniet.’ Goed geregeld Wacht even: dat betekent dat André en Marian bij elke carnavalsoptocht aanwezig zijn. Maar ze kunnen niet mee-feesten, en ze zijn niet verkleed! André: ‘Nee, in een clownspak kunnen we het verkeer niet regelen, we hebben van die lichtgevende hesjes aan. Het hossen met een biertje moet wachten, verkeer regelen is een serieuze zaak. Maar dat komt wel als de optocht achter de rug is. Als we de route hebben gecheckt en eventueel achtergebleven confetti of serpentines hebben opgeruimd, dan is het voor ons ook tijd om te gaan feesten. En altijd als we dan het café binnenkomen, horen we: bedankt jongens, dat was goed geregeld!’ Zilveren speld Marian en André Stolk kregen voor hun vrijwilligerswerk een zilveren vrijwilligersspeld van Enkhuizer wethouder Dorus Luyckx. Hij zette op 19 oktober vijf vrijwilligers in het zonnetje, die zich allemaal al 25 jaar of langer vrijwillig inzetten voor de gemeente Enkhuizen. (Op de foto: Marian en André, 2e en 3e van links)
Lees meer

Alex is vrijwillige brandweerman

| Doe es gewoon vrijwillig

Zit de kat al dagen in de boom en durft hij er niet meer uit? Of houdt de lift ermee op tussen twee verdiepingen? Een omgewaaide boom? Momenten waarop de brandweer in actie komt. Maar de vrijwillige brandweer komt ook bij heftige situaties, zoals ernstige auto-ongelukken. ‘De brandweer is één grote familie’, vertelt vrijwillig brandweerman Alex Roggeveld. ‘We houden elkaar goed in de gaten.’ Als 23-jarige meldde Alex zich aan voor de vrijwillige brandweer. ‘Ik wilde graag mensen helpen, dat was mijn motivatie. Ik had geen idee hoe het werk van de brandweer er uitzag. Het is een gekke wereld, want iedereen rent een brandend huis uit en wij moeten er juist naar binnen.’ Inmiddels is hij ruim dertig jaar vrijwilliger bij de brandweer in Enkhuizen. ‘We zien vaak de andere kant van het leven. Soms moeten we bijvoorbeeld met een hoogwerker helpen bij het ziekenvervoer van iemand die absoluut horizontaal vervoerd moet worden, afhijsen noemen wij dat. Tja, dan heb je het wel over mensen die erg ziek zijn. Ook worden we ingeschakeld om verkeersslachtoffers uit een autowrak te zagen. En bij het blussen van een brand hebben we natuurlijk te maken met mensen die alles wat ze hebben, zijn kwijtgeraakt. Heftige ervaringen, stuk voor stuk.’ Praten, praten, praten Hoe gaan de brandweermannen daarmee om? ‘Praten, praten, praten’, zegt Alex. ‘Na zo’n gebeurtenis zoeken we elkaar op en we gaan erover in gesprek. Dezelfde avond of nacht nog, als dat zo uitkomt. Ik ben inmiddels een ouwe rot op de kazerne en ik hou de jonge garde goed in de gaten. Als ik me zorgen maak, spreek ik ze later aan als ze alleen zijn, of ik bel op. Niet iedereen vindt het makkelijk om z’n gevoelens te delen in een groep.’ Vrijwilligers die zich aanmelden voor de brandweer, kunnen rekenen op de nodige opleidingen, trainingen en soms vergaderingen. Elke week houdt de groep oefeningen, om de kennis op peil en de reflexen scherp te houden. ‘Het is wel de bedoeling dat je daarbij aanwezig bent. Als iemand een paar keer verstek laat gaan, vraag ik dat na. Soms hebben ze het gewoon druk op hun werk of met hun gezin, soms zit er iets meer achter. En soms trekt iemand het werken als brandweerman toch niet, en dat is niks om je voor te schamen. Iedereen doet z’n stinkende best om mensen te helpen, of dat nou bij de brandweer is of niet.’ Kat uit boom Naast de heftige ervaringen staan ook prachtige momenten, vertelt Alex. ‘We maken bijzondere dingen mee. Bijvoorbeeld de jaarlijkse kinderfeestweek, waarin we met zieke kinderen naar Artis gaan. Als je ziet hoe ze genieten, heb ik weer energie voor tien. Ook geven we demonstraties op scholen. En mensen zijn meestal erg blij om ons te zien als ze in de lift vast zitten, of als we hun kat uit de boom redden.’ Het team van de brandweer vormt een hechte groep, Alex vergelijkt het met een familie. ‘We weten elkaar te vinden. Zit iemand in de problemen, dan helpen we elkaar. Toen ik vijftig werd, kwam het hele corps me feliciteren. Een bijzondere groep mensen.’
Lees meer

Meneer Cees komt voorlezen

| Doe es gewoon vrijwillig

Voorlezen is een goede manier om de woordenschat van kinderen te vergroten. Daarom gaat Cees Bakker via het project Samenvoorlezen van Vrijwilligerspunt Westfriesland al jaren naar kinderen met een taalachterstand toe, om daar samen in de boeken te duiken. ‘Ik probeer er zo snel mogelijk achter de komen wat er aan de hand is. Het mooiste is als de ouders uiteindelijk zelf gaan voorlezen, en soms lukt dat ook.’ Na zijn pensioen zette Cees Bakker (74) zich in voor Vluchtelingenwerk, toen een foldertje van het project Samenvoorlezen in zijn brievenbus viel. Dat leek ‘m wel wat. ‘Ik zag dat het voor allochtone gezinnen niet altijd makkelijk is om hier een plek te veroveren. Taalbeheersing speelt daarbij een belangrijke rol. Op deze manier zou ik ze daarbij kunnen helpen.’ Een intake en een training bij Vrijwilligerspunt volgde, en toen kon Cees aan de slag. Zijn aanpak is iets anders dan andere voorlezers, vertelt hij. ‘Ik pak het zo breed mogelijk aan. Ik leg contact met de school en eventueel met logopedie om erachter te komen wat er aan de hand is. Op die manier kunnen we samen gericht werken aan knelpunten. Ik heb een schriftje voor elk kind, waar ik in schrijf wat we doen en wat de vorderingen zijn, zodat het kind dat aan de leraar en de logopedist kan laten zien.’ Rust en stilte Soms moeten kinderen even wennen aan Cees, en andersom. ‘Een jongetje rende meteen weg toen ik voor de deur stond, maar hij was na twee keer aan me gewend: toen stond hij me bij de deur al op te wachten. Soms kom ik bij gezinnen waar behalve het kind waar ik mee ga lezen, ook nog een paar broers en zussen rondlopen, iemand zit te bellen en de spelcomputer en de televisie staan aan. Kijk, dan lukt het niet, we hebben rust en stilte nodig. Ik leg dan uit dat het de bedoeling is dat het kind en ik rustig kunnen lezen, de rest moet maar even buiten of ergens anders gaan spelen en de televisie gaat uit. Kopje thee, koekje, en dan gaan we beginnen.’ Hulp bieden in de buurt De kinderen noemen hem ‘meneer Cees’ op zijn eigen verzoek. ‘Eerst werd ik wel meester genoemd maar ik ben geen docent. Ik ben gewoon iemand uit het dorp, ik vind het belangrijk dat ik gezinnen kan helpen die bij mij in de buurt wonen. Dan kan ik er lopend of op de fiets naartoe, in de winter wil ik niet ver van huis.’ Dat vindt Cees een voordeel van dit vrijwilligerswerk. ‘Ik geef aan wanneer ik tijd heb en wanneer niet, want in de zomer gaan we lekker een paar weken weg met onze camper. Soms denken mensen dat je aan van alles vastzit als je je opgeeft voor vrijwilligerswerk, maar dat is hier zeker niet zo. Heb ik geen tijd, dan heb ik geen tijd. Uiteraard stem ik dat wel altijd af met de ouders of verzorgers.’ Vertel je eigen verhaal Hij neemt zelf boeken mee, of ze lezen een boek uit de bibliotheek. ‘Soms gebruik ik een boekje van onze eigen kinderen, ik denk dat het wel vijftig jaar oud is. Er staan geen teksten in, alleen maar mooie illustraties op allerlei gebied. Ik kan peilen wat het taalniveau zo’n beetje is door te vragen wat er is afgebeeld. Soms speel ik dat ik het zelf niet zo goed begrijp, zo lok ik een reactie uit. De kinderen verbeteren me graag, en dat is goed voor hun zelfvertrouwen.’ Of het boekje gaat dicht, en Cees vraagt: kun je vertellen wat we net hebben gelezen? ‘Een van de kinderen ging een heel verhaal vertellen, over een vliegtuig en een vakantie, maar dat stond helemaal niet in het boek. Hij vertelde gewoon over zijn eigen vakantie: dat is toch ook prachtig?’ Schoolcijfers Toch is Cees terughoudend over het effect van het voorlezen door hem. ‘Kinderen vinden het allemaal erg leuk, dus ze hebben twintig keer een leuk uur voorgelezen, maar ik vind het lastig hoe je het effect van het voorlezen zou moeten meten. Op school is het kind ook weer twintig weken verder met taal. Sterker nog: één kind was juist enorm vooruitgegaan toen ik er een paar weken niet was. Wat bleek? Zijn moeder was hem intensief gaan voorlezen en dat had kennelijk een enorm effect. Het is de bedoeling van het project om de ouders aan te zetten vaker voor te lezen, dus in dat opzicht had ik een bewezen succes.’ Ook voorlezer worden? Stuur een mail naar [email protected]
Lees meer

Lies houdt de geschiedenis van Enkhuizen levend

| Doe es gewoon vrijwillig

Een stad die – zonder geweld – de Spaanse bezetters buiten de poorten werkt? Dat is zo bijzonder, dat moet je vieren. In Enkhuizen doen ze dat al jaren, en hoe. Lies Turksma, voorzitter van ‘St. Comité 21 mei 1572’, zoekt nieuwe vrijwilligers om die bijzondere dag uit 1572 in historische scenes na te spelen. ‘Iedereen kan meedoen, om mee te spelen of om te helpen achter de schermen.’ Bijna 450 jaar geleden waren de Enkhuizers zo klaar met hun Spaanse bezetters, dat ze die zonder pardon uit de stad hebben gezet. Dat historische feit wordt elk jaar op 21 mei herdacht in de stad, vertelt Lies Turksma, voorzitter van het St. Comité 21 mei 1572. ‘Die bevrijding van Enkhuizen is zo bijzonder omdat het zonder geweld of bloedvergieten is gegaan. En het was de eerste stad in het noorden van Nederland die zich van de Spaanse overheersers wist te bevrijden, Alkmaar kwam bijvoorbeeld een stuk later.’ Uit de tijdmachine Tijdens de herdenking krijgen bezoekers het gevoel dat ze met een tijdmachine hebben gereisd: de hele stad ademt de sfeer van die roemruchte dag in 1572. Bewoners wordt gevraagd om de auto tijdelijk even uit beeld te parkeren, straten worden aangekleed met rekwisieten uit het Zuiderzeemuseum. Lies: ‘In de hele stad zijn gebeurtenissen te zien uit die tijd. Die worden nagespeeld door vrijwilligers, die zijn verkleed en zich inleven in die rol. Hoogtepunt is het moment waarop de burgemeester en wethouders uit hun stadhuis worden gegooid door boze burgers. Ja, dat zijn de echte burgemeester en de echte wethouders, die spelen het spel mee! En daarna is er voor iedereen een glas oranjebitter of oranjelimonade in het stadhuis.’ Duizendpoot Lies Turksma is als vrijwilliger een echte duizendpoot, haar agenda staat helemaal vol met vrijwilligerswerk. Naast haar werk voor het comité werkt ze als redacteur en eindredacteur bij het jazztijdschrift Hot News. Ook zet ze zich in voor het feestelijke jubileum van Sgt. Pepper’s Jazz-Club in Enkhuizen, dat komend jaar dertig jaar bestaat. ‘Jaren geleden kwam ik in Enkhuizen wonen. Ik kreeg de tip om vrijwilligerswerk te doen, om zo mensen te leren kennen. Jaren heb ik een radioprogramma gemaakt voor Radio Enkhuizen, een talkshow waarbij ik zo’n beetje iedereen aan tafel heb gehad, van de burgemeester tot de stadsbeiaardier, voor een goed gesprek en mooie muziek. Het heeft gewerkt: inmiddels ben ik helemaal thuis in Enkhuizen. En organisaties weten me te vinden als er wat geregeld of georganiseerd moet worden, want daar heb ik door mijn werk als communicatiemanager bij Schiphol veel ervaring mee.’ Ook voor Vrijwilligerspunt Westfriesland is Lies actief: ze helpt bijvoorbeeld ieder jaar mee op de Westfriese Beursvloer. Begin van Nederland Komend jaar is de herdenking heel bijzonder, omdat het dan precies 450 jaar geleden is, vertelt Lies. ‘Er zal ook landelijk aandacht voor zijn, want het einde van de Tachtigjarige Oorlog betekent het begin van onze republiek. Met zo’n herdenking als in Enkhuizen houden we de geschiedenis levend.’ Het comité zoekt nog vrijwilligers voor de viering in Enkhuizen. ‘We hebben een grote groep mensen die elk jaar meehelpen, die moet ik weer een beetje opporren. En nieuwe mensen zijn van harte welkom, om mee te spelen of achter de schermen. Jong, oud, maakt niet uit: iedereen kan meedoen.’ Lies (links) actief tijdens de Westfriese Beursvloer
Lees meer

Thijs zorgt voor duizenden kuikens en kippen

| Doe es gewoon vrijwillig

In de klas staat een broedmachine met eieren. Elke dag kijken de kinderen: gebeurt er al wat? Tot na een paar weken het eerste ei barstjes vertoont. Met z’n allen dringen de kinderen om de broedmachine: is het zover? Die spanning, verrassing en verwondering, daar zorgt Stichting Knuffelkuiken voor. Met ruim dertig vrijwilligers regelt bedenker en oprichter Thijs Herling alles voor de broedmachines en voor de kuikentjes. Hij zag een kip lopen, daar begon het avontuur van Thijs. ‘Wat leuk, een kip, dacht ik. En ik zei tegen m’n vriendin: zullen we kippen houden? Ze kent me al een beetje: mijn ideeën gaan de hele dag door. Dus stond er de volgende dag een kippenhok in onze tuin… Die kippen zijn geweldig! En toen leek het me ook wel wat om zo’n broedmachine, waar je eieren in kunt uitbroeden, mee te nemen naar mijn werk als IG verzorgende. De ouderen van de afdeling waar ik werkte, vonden het prachtig. De kuikentjes waren een groot feest op onze afdeling. De dochter van een van de bewoners werkte op een basisschool, zij zou ook wel zo’n broedmachine in de klas willen. Ik zei: goed idee, en zo is Stichting Knuffelkuiken ontstaan.’ Professionele broedmachines Inmiddels heeft de Stichting 24 broedmachines, en er zijn er nog zes in bestelling. ‘Het zijn professionele broedmachines. Het keren van de eieren en de juiste luchtvochtigheid wordt automatisch geregeld, je hoeft geen verstand van eieren te hebben om in deze apparaten eieren uit te broeden.’ Afgelopen jaar groeide de stichting als een gek. De aanvragen voor broedmachines en kuikens waren nauwelijks bij te houden. Vooral particulieren huurden zo’n machine, en dat heeft alles met corona te maken, vertelt Thijs. ‘Mensen waren veel thuis, hadden niks te doen, moesten ook nog de kinderen onderwijzen en vermaken: het was een bijzonder jaar. Dus dan is zo’n broedmachine hartstikke leerzaam en leuk. Het mooiste is als de kuikens uit het ei komen. Van die pluizebolletjes wordt iedereen blij.’ Als de kuikens groot zijn, kunnen ze worden overgenomen. En als mensen dat niet willen? ‘Voor de hennen kunnen we altijd een huisje vinden. Er zijn zoveel mensen die het leuk vinden om kippen te houden en deze kippen zijn hartstikke tam, omdat ze zo goed zijn verzorgd. Er komen mensen helemaal uit Friesland, Flevoland en uit Zuid-Holland om kippen van ons op te halen. Voor de hanen is helaas geen plek.’ Groei De organisatie is snel gegroeid: vanuit de huiskamer van Thijs naar een bedrijfspand in Bovenkarspel en van een handjevol vrijwilligers naar meer dan dertig mensen. ‘We zijn 365 dagen per jaar, 7 dagen per week, bezig met de Stichting’, zegt Thijs. ‘Kuikens worden niet alleen in het voorjaar geboren, ook in het najaar hebben we het druk. Bij ons werken ook mensen van de dagbesteding Te Werk Enzo van Edégé-Reigersdaal in Enkhuizen. En natuurlijk kunnen we altijd meer vrijwilligers gebruiken, er is werk genoeg.’ De activiteiten van de stichting breiden wat uit, want Thijs verkoopt sinds kort ook kippenvoer. ‘Op die manier kunnen we de kosten van bijvoorbeeld het pand, scholing, verzekering en investeringen betalen. We verkopen voer en bodembedekking, maar ook kippensnacks en gezondheidsproducten voor kippen. De meeste snacks worden door onszelf ingepakt.’ T-shirt met kuiken Wat voor vrijwilligers heeft Thijs nodig? ‘Iedereen is welkom, mensen hoeven geen kippenexpert te zijn’, vertelt hij. ‘Dat worden ze vanzelf als ze hier een tijdje rondlopen. De gemiddelde leeftijd van onze vrijwilligers is 34 jaar, de jongste vrijwilliger is 8 en de oudste 76. Op dit moment zou ik blij zijn als mensen zich aanmelden die kunnen helpen met wat coördinerende taken, die de boel wat kunnen aansturen en een helicopterview hebben. Iedereen die hier helpt, draagt een geel T-shirt met een groot kuiken op de rug en vanaf dat moment is iedereen gelijk.’
Lees meer

De aanschuiftafel van Margreet zorgt voor gezelligheid

| Doe es gewoon vrijwillig

Carpaccio of garnalenkroketjes, een schnitzel of verse vis? Bij Eetcafé De Bonte Veer in Enkhuizen staat het allemaal op het menu. Met iets extra: gezelschap. Want het eetcafé heeft een aanschuiftafel waar mensen die anders in hun eentje eten, kunnen aanschuiven. ‘We zien dat aan die tafel contacten ontstaan waar mensen ook later mee afspreken’, zegt bedrijfsleider Margreet Loots. ‘Dat is prachtig om te zien.’ In de buurt van De Bonte Veer wonen veel ouderen nog zelfstandig. Dat gaat prima, ze redden zich goed, maar koken voor jezelf alleen is nou niet bepaald gezellig. Daar komt De Bonte Veer om de hoek, want daar kunnen mensen op woensdag, donderdag en vrijdag binnenlopen voor een lekkere daghap of een driegangenmenu aan de aanschuiftafel in het eetcafé. Het doel: gezelschap tijdens het eten, en eventueel sociale contacten. ‘We zijn de tafel vier jaar geleden begonnen om eenzaamheid te bestrijden,’ vertelt bedrijfsleider Margreet Loots. ‘Het moest groeien, maar inmiddels durf ik wel te stellen dat het een succes is.’ Maaltijd én een praatje Eetcafé De Bonte Veer is sowieso een sociale plek. Binnenkort starten de activiteiten weer, zoals de populaire spelletjesmiddagen en het biljarten. Dat lag even stil, door de corona-maatregelen, en ook het eetcafé moest de deuren sluiten. ‘Dat hakt erin, vooral bij onze doelgroep’, zegt Margreet. ‘We zijn in die tijd maaltijden gaan rondbrengen. Soms kwamen we ’s avonds bij mensen die de hele dag nog niemand hadden gezien of gesproken. Die waren blij met de maaltijd én met een praatje!’ ‘Lekker hè?’ Gelukkig, de deuren zijn weer open. En het eetcafé werkt met een nieuw concept: een menu van drie gangen, dat mensen zelf samen kunnen stellen. Dat wordt lastig kiezen, want het klinkt allemaal even lekker. ‘We hebben deze week bijvoorbeeld een Italiaanse salade, soep of een garnalenkroketje als voorgerecht, het hoofdgerecht kan een gegratineerde schnitzel zijn of de vis van de dag. Lekker hè? In de keuken staan een professionele kok en twee mensen van de dagbesteding. Samen maken zij voor meer dan veertig mensen dat heerlijke menu.’ Geen doorsnee eetcafé Het loopt als een zonnetje, vertelt Margreet. ‘Ik sta er elke keer weer versteld van wat er voor heerlijke gerechten uit onze keuken komen. Dat hebben ze toch maar weer mooi voor elkaar, denk ik dan. De mensen van de dagbesteding pakken het heel goed op. Als ze goede instructies krijgen, kunnen ze fantastisch werk verzetten. Maak je een voorbeeldbordje, dan maken zij ieder voorgerecht of hoofdgerecht precies zo. Grote klasse.’ Toch is dit geen doorsnee eetcafé. Margreet: ‘We serveren kleinere porties dan je normaal op je bord krijgt in een restaurant. Dat is voor onze doelgroep, grotendeels ouderen, eigenlijk fijner: die kunnen zo’n vol bord helemaal niet op. De mensen in de bediening zijn ook van de dagbesteding, we geven ze alle tijd om hun werk rustig en zonder stress te doen. En we gaan op tijd weer dicht, want om acht uur ’s avonds is de dagbesteding afgelopen. Een groep vrijwilligers helpt ons met de afwas en het opruimen aan het einde van de avond, want dan gaan de cliënten lekker naar huis.’ Schuif lekker aan Margreet nodigt iedereen uit de buurt uit om aan te schuiven, vooral aan de aanschuiftafel. ‘Gasten voelen soms een drempel om binnen te stappen. Ze weten niet wat ze kunnen verwachten, kunnen zich niks voorstellen bij het aanschuiven bij mensen die ze nog niet kennen. Ik zie elke avond hoe gezellig iedereen met elkaar zit te kletsen. En de aanschuiftafel heeft gevolg: mensen spreken af om samen een rondje te fietsen of ze gaan bij elkaar op de koffie. Als ik dat hoor, word ik daar echt blij van. Dan is ons plannetje van vier jaar geleden echt goed geslaagd.’ Zin om te komen eten? Er is plek voor maximaal 12 mensen, en vooraf reserveren is in verband met corona gewenst en gasten worden gevraagd hun QR-code te laten checken.
Lees meer

Rebecca geeft gymles aan mensen met een beperking

| Doe es gewoon vrijwillig

Staat de trampoline klaar in gymzaal De Bonte Veer in Enkhuizen, dan weet de gymgroep van Rebecca Schoenmaker al precies wat het wordt: dit wordt weer een hartstikke leuk uur bewegen! ‘Met vier begeleiders houden we elke week een sportles voor een groep mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. En dat is een groot feest!’ Elke maandagavond komt een groep van tien sporters bij elkaar in de gymzaal De Bonte Veer, voor een uur lekker bewegen. Niet zomaar een gymgroep, maar tien deelnemers met een lichamelijke of een geestelijke beperking. Onder begeleiding van Rebecca en haar drie collega’s krijgen ze elke week weer een afwisselende gymles. ‘Elke les begint met een warming up en we verzinnen allemaal activiteiten. Soms zijn dat turn-onderdelen, zoals de balk, soms doen we een balspel met elkaar. De trampoline is erg populair. Laatst hadden we een parcours met allerlei obstakels, dat viel ook goed in de smaak. Als begeleiders helpen we de deelnemers bij de oefeningen, zodat iedereen kan meedoen, ook mensen in een rolstoel.’ Gediplomeerd gymdocent Rebecca staat als juf voor groep 5/6. Om haar eigen klas gymles te kunnen geven, volgde ze na de Pabo een aanvullende opleiding voor gymdocent. Het nieuws dat ze was geslaagd, kwam via via terecht bij gymvereniging VekWik in Enkhuizen. Zij zochten nog gediplomeerde begeleiders voor een gymgroep voor mensen met een beperking, zou dat niks voor Rebecca zijn? ‘Het leek me meteen heel leuk vrijwilligerswerk’, vertelt ze. ‘De gymvereniging was door het budget heen, dus ik doe dit werk als vrijwilliger, tegen een vrijwilligersvergoeding. Dat vind ik geen probleem, het gaat mij om de dankbaarheid van de deelnemers.’ Geen koprol Natuurlijk heeft Rebecca ervaring met lesgeven, maar werken met deze doelgroep was even schakelen. ‘We stemmen alles af op wat de deelnemers kunnen en nodig hebben. Iemand in de groep is slechthorend, dus dan moet ik luid en duidelijk spreken en ik probeer ook wat gebarentaal te gebruiken. Andere deelnemers hebben behoefte aan rust en structuur, dus zorgen we dat we vaste ankerpunten in de les inbouwen en toch genoeg variatie bieden. Wist je dat mensen met Down-syndroom beter geen koprol kunnen maken? Tja, dat moet je dus wel even weten, voordat je een gymles gaat geven aan deze doelgroep. Het is niet zomaar iets.’ Kogelstoten De blije gezichten geven Rebecca elke week weer voldoening. ‘Mensen zijn hartstikke enthousiast. De wekelijkse gymles is ook een uitje voor de deelnemers, een fijne afwisseling van het dagelijks leven. Toen vorig jaar corona toesloeg, zijn we snel gaan bedenken wat we dan toch konden doen. We hebben bijvoorbeeld een tijd buiten gesport: kogelstoten, een estafette en andere activiteiten. Dat viel goed in de smaak, maar ik ben ook blij dat we nu weer lekker in de zaal kunnen sporten.’
Lees meer

Hovenier Sander kan bijna geen nee zeggen

| Doe es gewoon vrijwillig

Hoveniersbedrijf Floridus zorgt niet alleen voor groene tuinen en perfecte greens van golfbanen, maar klaart ook klusjes voor vrijwilligersorganisaties via Westfriese Beursvloer. ‘Het is moeilijk om nee te zeggen, want soms weet je: als wij het niet doen, doet niemand het’, zegt eigenaar Sander Hoogland. Hoveniersbedrijf Floridus bestaat vijftig jaar. Het familiebedrijf begon als een bloemenwinkel in Hilversum, maar ontwikkelde zich in de loop van de tijd tot een groot hoveniersbedrijf, gevestigd in Nibbixwoud, waar negen mensen zorgen voor groene tuinen, parken en sportparken. En eigenaar Sander Hoogland nam niet alleen het bedrijf over van zijn ouders, maar kreeg van ze mee dat je als bedrijf een maatschappelijke functie vervult. ‘Je moet wat voor een ander overhebben, dat heb ik van kinds af meegekregen’, zegt Sander. ‘Dus toen ik via de ondernemersvereniging hoorde over de Westfriese Beursvloer, heb ik ons bedrijf ingeschreven. De eerste keer ging mijn vader er naartoe, bij de tweede editie was ik erbij. Wat een hectiek! Allemaal organisaties met klussen, van groot tot klein, verdringen zich rond die hoekmannen die de boel in goede banen moeten leiden.’ Geen budget voor tegels De Westfriese Beursvloer wordt jaarlijks georganiseerd door Vrijwilligerspunt Westfriesland in samenwerking met de Westfriese Uitdaging. Op de beursvloer gaan bedrijven en organisaties handelen met gesloten beurzen in o.a. klussen, expertise en materialen. Het bedrijf werd overladen met vragen. Sander: ‘Vooral bedrijven die iets kunnen maken, timmeren of repareren, zijn veelgevraagd. Het zijn vaak kleine klusjes, waar je een organisatie een groot plezier mee doet. Zo hebben we bijvoorbeeld bij de Rode Luifel een tegelpaadje gelegd zodat ze daar de ramen kunnen lappen zonder vieze schoenen te krijgen. Zo kunnen zij hun budget besteden aan de zorg, en niet aan die tegels. We hebben houten pallets verzameld voor het timmerdorp in Hoorn. En plantenbakken geregeld voor een bakkerij in Enkhuizen, dat het er wat gezelliger uitzag.’ Kennis genoeg Die hulp hoeft niet altijd te bestaan uit klussen, soms kan Sander als hovenier organisaties helpen met zijn kennis, in de vorm van een beheerplan of een tuinontwerp. ‘De Verteltuin in Hem heeft een groot terrein, maar de eigenaar vond het lastig om te bedenken hoe ze dat moest beheren. Daar hebben we een plan voor opgesteld, zodat haar vrijwilligers daarmee aan de slag kunnen. En zoiets hebben we ook gedaan voor een opvanghuis voor jonge moeders. Die kale vlakte achter het huis kan met dit plan veranderen in een mooie beschutte tuin.’ Duikles Het leukste: de organisaties stellen ook iets tegenover de hulp bij hun project. Sander: ‘Van de Rode Luifel kregen we bijvoorbeeld een zelfgebakken appeltaart, dat is toch geweldig? En we kregen een duikles aangeboden voor twee mensen, toen we een duikcentrum kwamen helpen met wat groen. Meestal is het iets ludieks, een ervaring of toegang tot plekken waar je anders niet snel komt. Eerlijk gezegd komt het er niet altijd van om op zo’n aanbod in te gaan, maar het principe is mooi. Het lijkt wel een beetje op ruilhandel van vroeger.’ Nul in kas En als het aan Sander lag, deden ze nog veel meer. ‘”Nee” zeggen vind ik moeilijk. Veel vrijwilligersorganisaties hebben nul geld in de kas, en de medewerkers werken keihard om alles te regelen. En dan weet je: als wij het niet doen, doet niemand het. Bij een verzorgingstehuis brachten we een kerstboom, daar was anders geen budget voor. En we werden ontvangen met koffie en een lekker gebakje. Dat maakt het bijzonder.’
Lees meer

Jeannette geniet volop in het Bakkerijmuseum

| Doe es gewoon vrijwillig

De zoete geur van gevulde koeken valt je direct op als je het Bakkerijmuseum binnenstapt. En die verleidelijke geur achtervolgt je door het hele museum. ‘Hier worden de hele dag koekjes en bonbons gemaakt,’ vertelt vrijwilliger Jeannette Duyvestijn. ‘Een heerlijke plek om vrijwilligerswerk te doen!’ Het museum bestaat bijna veertig jaar, maar het is pas verbouwd. Nu is er meer ruimte om koffie en thee te drinken in het decor van een ouderwets bakkerswinkeltje. ‘Soms werk ik hier, in de horeca’, vertelt Jeannette, ‘maar ik sta ook wel achter de toonbank in het winkeltje en soms help ik bij het bereiden van bonbons of koekjes. En ik vind het heerlijk om bij de kinderactiviteiten te werken, ik geniet van die blije gezichten. Het vrijwilligerswerk hier is heel veelzijdig, en dat maakt het zo leuk.’ ‘Heerlijk, al die mensen!’ Een jaar na haar pensionering sloot Jeannette zich aan bij de groep vrijwilligers in het Bakkerijmuseum. ‘Ik kende Jacco, de huidige eigenaar, van mijn werk als docent. Als ik tijd heb, kom ik bij je werken, heb ik altijd gezegd. En zo is het gegaan.’ Die pensionering viel Jeannette niet mee. Op school genoot ze van de reuring van leerlingen. En dan ineens thuis, in de stilte: nee, niks voor haar. In het drukke museum voelt ze zich als een vis in het water. ‘Al die mensen om me heen vind ik heerlijk. We krijgen bezoekers uit de hele wereld, van Japan tot Israël en van Polen tot Argentinië, zoals laatst. Ik spreek Spaans, dus die kon ik in hun eigen taal te woord staan. Ze bleven maar vragen stellen!’ Tafels vol kinderen Ze laat een nieuwe ruimte in het museum zien, een lokaal met werktafels. ‘Hier zijn de activiteiten voor de kinderen. Elk kind mag in het museum iets maken, dat kost niks extra. We bedenken elk seizoen een andere activiteit, nu worden er koekjes versierd.’ Een ideale activiteit op een regenachtige dag in de vakantie, en daar hebben we er deze zomer flink wat van achter de rug. ‘De scholen zijn weer begonnen, dus het is nu rustig, maar een paar weken geleden zaten alle tafels vol met kinderen die lekker aan het knutselen waren. Ouders komen hier met hun kinderen, ze zijn hier vroeger weer met hún ouders geweest. En opa’s en oma’s komen hier ook heel veel met hun kleinkinderen. Zij herkennen van alles van vroeger: die beschuitbussen, de speculaasplanken, de koektrommels, het is een en al nostalgie. En de kinderen vinden het leuk dat ze hier echt iets mogen doen, niet alleen maar kijken met de handjes op de rug.’ Keukenprinses Het museum is echte een schatkamer vol spullen die met de geschiedenis van bakken te maken hebben, maar zit ook vol kennis. Die wordt gedeeld in workshops en presentaties voor geïnteresseerde amateurs en professionele bakkers. Jeannette: ‘Jacco en vooral zijn vader Theo Spil weten zoveel, dat is indrukwekkend. Ze krijgen bijvoorbeeld telefoontjes van de redactie van Heel Holland Bakt, als die vragen hebben.’ En Jeannette zelf, is zij een keukenprinses? ‘Even truffels door de cacao halen kan ik wel, maar chocoladewerk laat ik over aan de professionals.’ Trots op Medemblik In het museum kan veel, het is lekker kneuterig en laagdrempelig. En als vrijwilliger krijgt Jeannette ook alle vrijheid. ‘Laatst kwamen hier opa en kleindochter. Dat meisje wilde wel even achter de toonbank in de winkel. Hier, trek mijn schort maar aan, zei ik. Dat kind was apetrots. En opa had geweldige foto’s. Door dat soort ervaringen kom ik helemaal blij thuis. We bezorgen mensen hier een leuke middag, en dat krijgen we ook terug.’ En is het bezoek aan het museum achter de rug? Dan deelt Jeannette met haar bezoekers nog meer leuke tips over Medemblik. ‘Ik ben trots op de stad, hier is van alles te doen: Kasteel Radboud, de meelmolen, andere musea en de havens. Gezellige restaurants in de buurt? Weet ik. Een leuke wandeling? Ik geef de route. Dit werk past heel goed bij me. Ik zou het iedereen aanraden: kom lekker bij ons werken.’
Lees meer

Noza leert van vrijwilligerswerk

| Doe es gewoon vrijwillig

In de Maatschappelijke Diensttijd (MDT) ontdekken jongeren in tachtig uur vrijwilligerswerk hun talenten, én ze helpen de maatschappij ermee. Mooi toch? Wandelmaatje, vrijwilliger bij de Speel-O-Theek en taalmaatje voor mensen die Nederlands willen leren, Noza Bazarova (23) doet het allemaal. ‘Ik leer van het vrijwilligerswerk net zoveel als de mensen die ik help.’ Noza Bazarova is begonnen met haar vrijwilligerswerk via de Maatschappelijke Diensttijd (MDT), een initiatief waarbij jongeren 80 uur vrijwilligerswerk doen om hun talenten te ontdekken. ‘Ik wilde meer ervaring opdoen in de richting van Zorg en Welzijn. Mijn begeleider bij Vrijwilligerspunt Westfriesland, Fleur Neefjes, stelde me als wandelmaatje voor aan een meisje, een paar jaar ouder dan ik. Zij speelt Pokémon Go, en ik ken dat spel ook wel, dus we zijn een paar keer samen erop uit gegaan om Pokémons te vangen.’ En dan heb je zomaar een uur gewandeld en lekker gekletst. Klanten helpen En Noza doet nog veel meer vrijwilligerswerk. Ze telde stemmen na de Tweede Kamerverkiezingen en springt bij in de organisatie van jongerenfestival JITS. En toen ze een vacature bij de Speel-O-Theek zag, leek dat haar ook wel wat. ‘Ze zochten een activiteitenbegeleider en daar heb ik op gereageerd. Jammer genoeg kwam toen corona, dus dat kon niet doorgaan. Maar ik kon wel blijven als vrijwilliger, om bijvoorbeeld klanten te helpen. Hartstikke leuk!’ Herkenbaar En dan zijn er nog de taalmaatjes van Noza. Twee mensen van ongeveer haar leeftijd, die ze helpt het Nederlands beter onder de knie te krijgen. ‘De jongen wil graag beter leren schrijven, en daar kan ik bij helpen. Ik hou enorm van schrijven, schrijf ook zelf verhalen en teksten, dus dat is echt iets voor mij. En het meisje wil juist beter leren spreken. Ze wil niet alleen haar uitspraak verbeteren, maar ook leren om haar mening meer te uiten, zich meer uit te spreken. Herkenbaar voor mij, dus daar werken we samen aan.’ Dit past bij mij Zo ontdekte Noza via het vrijwilligerswerk dat de sector Zorg en Welzijn echt goed bij haar past. ‘Ik hoop dat die baan als activiteitenbegeleider bij de Speel-O-Theek doorgaat, dat zou geweldig zijn. Misschien ga ik in de toekomst een opleiding volgen in deze richting, gecombineerd met werk.’ Haar ervaring als jonge vrijwilliger komt van pas in project Jongerenadviseurs, vertelt ze. ‘Als groep jongeren adviseren we vrijwilligersorganisaties die graag met jonge vrijwilligers willen werken. Wij weten wel hoe je die groep kunt aanspreken!’ Neem initiatief In september zit de Maatschappelijke Diensttijd van Noza erop. Wat heeft ze geleerd? ‘Initiatief nemen vond ik moeilijk. Maar bij de Speel-O-Theek stelde ik voor om meer promotie te maken, bijvoorbeeld via social media. Daar zijn ze enthousiast over. Ik kan mijn onzekerheden loslaten, merk ik. Eigenlijk leer ik zelf van het vrijwilligerswerk net zoveel als de mensen die ik help.’
Lees meer

Annemieke geeft workshops social media

| Doe es gewoon vrijwillig

Communicatieadviseur Annemieke Hageman heeft goed advies voor beginnende ondernemers: doe vrijwilligerswerk. ‘Het is goed voor je netwerk en het voelt fijn om onderdeel te zijn van een iets, een groep of een organisatie. Maar vooral is vrijwilligerswerk heel erg leuk.’ Dat weet Annemieke uit ervaring, want zij zet zich al jaren enthousiast in voor de Westfriese Uitdaging. Daarnaast doet ze mee met de Westfriese Beursvloer, een initiatief van Vrijwilligerspunt in samenwerking met Westfriese Uitdaging. Andere mensen helpen zat er al jong in bij Annemieke, vertelt ze. ‘Op de lagere school hielp ik de kleuters, op de middelbare school was ik betrokken bij het gala en de open dagen. Kinderen schminken op de kermis? Ja hoor, ik was erbij. Als iets leuk klinkt en ik heb tijd, dan zeg ik snel ja.’ Acht jaar geleden begon ze haar eigen bedrijf als communicatieadviseur, en zelfs met een volle agenda vindt ze nog tijd voor vrijwilligerswerk. ‘Ik zat al snel in een ondernemersvereniging en ik sloot me aan bij de Westfriese Uitdaging. Goed voor m’n netwerk, en als je wilt ondernemen in West-Friesland is een groot netwerk echt handig. Maar ik vind het vooral erg leuk, vrijwilligerswerk is voor mij echt een way of life.’ Win-win De Westfriese Uitdaging is de spin in het web die stichtingen en verenigingen, met gesloten beurs, verbindt aan het lokale bedrijfsleven. Voor de Westfriese Uitdaging houdt Annemieke zich, samen met twee collega’s, bezig met de public relations zodat de zichtbaarheid wordt vergroot. Persberichten schrijven, aandacht zoeken in de media voor de organisatie, social media bijhouden: allemaal zaken die ze ook voor haar opdrachtgevers doet. ‘Dat is juist mooi: ik kan mijn ervaring en talent inzetten. En omgekeerd zien andere bedrijven en organisaties wat ik doe en wat ik kan. Win-win!’ Trends op TikTok Op de Westfriese Beursvloer had Annemieke een workshop social media in de aanbieding. Die heeft ze gegeven aan de organisatie Wings of Change, een vrijwilligersorganisatie die een roofvogelopvang combineert met zorg voor kwetsbare doelgroepen. ‘Ik vertelde ze wat de laatste trends zijn, zoals TikTok en de reels op Instagram. We hebben gekeken wat de organisatie al op social media deed en hoe ze dat verder kunnen verbeteren. Daar zijn verschillende tools voor, die je gratis kunt inzetten. Natuurlijk volg ik Wings of Change online, en ik zie dat ze mijn advies opvolgen. Leuk om te zien.’ Jongeren in beweging Bij het Clusius College kreeg ze zelfs de leerlingen van de opleiding in beweging. ‘TikTok is heel populair onder jongeren, de groenopleiding wilde daar graag wat mee doen om de school te promoten. Maak een werkgroep, heb ik ze geadviseerd, en laat die werkgroep bedenken hoe je de korte TikTok-filmpjes kunt inzetten. Dat hebben ze gedaan: een groep leerlingen houdt zich nu bezig met de filmpjes.’ Onderdeel van leuke club Waarom is Annemieke zo enthousiast over vrijwilligerswerk? ‘Zoals ik al zei: het hoort echt bij mij, ik vind het fijn om andere mensen te helpen. Iedereen kan het doen, je kunt je op zoveel verschillende manieren inzetten. Als zzp’er werk ik vaak in mijn eentje, en dan is het fijn om onderdeel te zijn van zo’n leuke club als de Westfriese Uitdaging. Regelmatig spreek ik mensen die ook een bedrijf willen starten. Doe vrijwilligerswerk, adviseer ik ze altijd. Goed voor je netwerk, goed voor je sociale contacten en goed voor de maatschappij.’ Meer weten over Annemieke’s werk als communicatie-adviseur? Kijk op haar website: www.annemieke.nu . Foto Hélène de Bruijn
Lees meer

Margaret knutselt in het Zuiderzeemuseum

| Doe es gewoon vrijwillig

Het Zuiderzeemuseum is een interessant museum voor jong én oud. Jonge bezoekers kunnen niet alleen van alles bekijken, maar ook iets leuks knutselen. Margaret Oud begeleidt die creativiteit in het knutselatelier. ‘Sommige kinderen komen terug naar het museum, die willen nog een keer knutselen. Leuk toch?’ De advertentie voor knutselvrijwilligers raakte Margaret Oud meteen: ze is haar hele leven al een echte creatieveling. ‘Als mijn drie kleindochters bij me komen, vragen ze altijd: oma, gaan we weer knutselen? Bij het Zuiderzeemuseum maken kinderen tegen een kleine vergoeding een leuk souvenir van de dag. Ze kunnen bijvoorbeeld een klompje versieren, of een van de andere projecten maken. Met een groep vrijwilligers regelen we dat die activiteit goed verloopt. We zorgen ervoor dat ze genoeg verf en kwasten krijgen voor hun kunstwerk en we delen het knutselmateriaal uit: zakjes met lint, pompoentjes, glitters en leuke stickers.’ Geduld is een schone zaak Niet alle kinderen hebben evenveel geduld om te knutselen. ‘Sommige ukkies zijn met tien minuten alweer klaar, anderen zitten zo drie kwartier rustig te verven. En soms schuiven ouders of grootouders aan, die vinden het ook wel leuk om mee te doen. Regelmatig komen kinderen terug, dan zeggen hun ouders: ze hebben al twee keer eerder een klompje versierd, maar ze wilden zo graag nog een keer naar het museum! Dat is toch hartstikke leuk?’ Het is af en toe flink aanpoten, maar dat geeft niet. ‘Op een drukke dag komen er wel meer dan honderd kinderen in het atelier. Gelukkig zijn we altijd met z’n tweeën, dus het is goed te doen. Laatst was er een speciale dag voor mensen die meespeelden met een loterij, toen stonden er gewoon rijen mensen te wachten!’ Normaal gesproken komen veel buitenlandse bezoekers naar het museum, maar dat is dit jaar een stuk minder. ‘We horen weinig andere talen om ons heen. Of ik een talenwonder ben? Nee, niet echt, maar met mijn Engels en paar zinnetjes Duits kan ik me goed redden. En met handen en voeten kom je ook een eind, zeker met de kinderen. Die willen gewoon lekker knutselen, en dat wijst zichzelf wel.’ Leukste uitje Vrijwilligerswerk bij het museum past perfect bij Margaret. ‘Het is een prachtig museum, niet voor niks wordt dit heel vaak uitgeroepen tot ‘Leukste uitje van Noord-Holland.’ Hier werken bijna driehonderd vrijwilligers in allerlei functies. Er zijn vrijwilligers die de rollenspellen doen, bijvoorbeeld. En mensen die helpen bij attracties. We kunnen zelf bepalen hoe vaak we willen komen helpen, ik ben hier een of twee keer per week te vinden. Voor ons als vrijwilligers wordt ook goed gezorgd: we krijgen een lekker lunchpakketje en een vergoeding, en twee keer per jaar hebben we een feestje met z’n allen.’
Lees meer

Tiny leest kinderen voor

| Doe es gewoon vrijwillig

Tiny Immen is voorlezer bij Samenvoorlezen van Vrijwilligerspunt. Met veel plezier leest ze voor aan kinderen van een jaar of 5 tot 10. ‘Van het voorlezen krijgen ze een grotere woordenschat. En dat is belangrijk als je goed wilt meedoen op school.’ Al vier jaar leest ze elke week voor uit de boekjes die de kinderen zelf hebben uitgezocht in de bieb. Het voorlezen zit haar in het bloed, want Tiny was vroeger een echte voorleesmoeder. ‘Jip en Janneke las ik graag voor aan mijn kinderen, Pluk van de Petteflet was ook een favoriet.’ Vier jaar geleden meldde ze zich aan als voorleesvrijwilliger. Ze is al bij ongeveer acht gezinnen over de vloer geweest. Twintig weken lang komt ze wekelijks langs voor een voorleesuurtje. Geen Pluk, maar prentenboeken. ‘De kinderen hebben een taalachterstand, bijvoorbeeld omdat Nederlands niet hun moedertaal is. Dus ik zoek iets met veel plaatjes. En het voorlezen moet niet te lang duren, ze hebben op die leeftijd nog niet de concentratie om lang stil te zitten.’ Springen Stilzitten en luisteren hoeft ook helemaal niet als Tiny voorleest. ‘We zijn juist veel aan het kletsen. Dat begint al voor het voorlezen. Ik laat het boek eerst dicht, dan kijken we samen hoe het eruit ziet. Zou dit een spannend boek zijn? Waar zou het over gaan? Wat zie je allemaal? Daar praten we over. En dan pas gaat het voorlezen beginnen. Tijdens het lezen zijn we ook veel in gesprek. Soms om woorden uit te leggen, dat is niet altijd zo makkelijk. Hoe vertel je bijvoorbeeld wat ‘gevoelens’ zijn, of ‘geheimen’? Om het woord ‘bewegingen’ uit te leggen, stond ik vorige week met mijn voorleeskindje te springen in de kamer.’ Ik zie ik zie… Genoeg voorgelezen? Dan heeft Tiny altijd nog een spelletje Memory in de tas, ze speelt ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet’, of een spelletje met rijmwoorden. En het leuke is: de ouders doen gezellig mee. ‘Die pikken zo ook weer mooi wat nieuwe woorden op, want meestal zijn het mensen waar Nederlands niet de moedertaal is. Bij een gezin waar ik een paar jaar geleden voorlas, zag ik dat de moeder dingen aan het opschrijven was. Ze wilde alle woorden begrijpen, zodat zij ’s avonds hetzelfde boekje kon voorlezen aan haar kind.’ Zelf naar de bieb Kinderen kiezen zelf uit welke boeken ze willen lezen, want Tiny neemt ze mee naar de bibliotheek. ‘Een abonnement voor een kind is helemaal gratis. Ik laat aan het kind en de ouders zien waar de kinderboeken staan en ik stel ze voor aan de bibliothecaresse, mochten ze nog vragen hebben. En vanaf dat moment kunnen de kinderen zelf uitkiezen welke boeken we gaan lezen.’ Is dat altijd een prentenboek? ‘Een tijdje geleden was er een jongen dat graag een boek ‘met allemaal plaatjes’ wilde lezen. Bedoel je een stripboek, vroeg ik hem? Ja, dat wilde hij graag. Zijn vader zag het niet helemaal zitten, maar ja, verbieden werkt vaak averechts. Dus hij heeft een stripboek opgehaald bij de bieb en ik ging elke week een pagina voorlezen. Hij kwam er zelf achter dat zo’n stripboek nog een beetje te moeilijk was, na twee weken heeft hij het weer ingeleverd in de bibliotheek.’ Over naar groep 3 Samen een boek lezen, of voorgelezen worden, is hartstikke gezellig. Maar het is ook erg nuttig. ‘De woordenschat van de kinderen wordt door het voorlezen veel groter’, vertelt Tiny. ‘Een paar keer heb ik voorgelezen bij kinderen die van de juf of meester nog niet van groep 2 naar groep 3 mochten, omdat hun Nederlands nog niet goed genoeg was. Dat verandert heel snel als we elke week voorlezen. Die woordenschat is belangrijk, als je goed bent in taal, wordt de rest op school ook makkelijker.’ Kippenvel Bovendien kan Tiny vertellen over Nederlandse gewoontes, die gezinnen die nog niet lang in Nederland wonen maar raadselachtig voorkomen. ‘Toen Sint Maarten eraan kwam, heb ik het daarover in het voorleesuurtje met een Syrische tweeling uitgebreid over gehad. Waarom worden er snoepjes uitgedeeld? En wat gaat er op 11 november gebeuren? Niet alleen de kinderen wilden het weten, ook hun moeder was erg geïnteresseerd. Ik zei tegen haar: het lijkt me moeilijk om hier te wonen en te wennen, als het zo anders is dan in Syrië. En zij zei: het was nog veel moeilijker om in Syrië te blijven. Ik krijg gewoon weer kippenvel als ik het vertel, want zo is het natuurlijk. Mensen hebben heel wat achter de rug en proberen dan hier een plek te vinden.’ Samenvoorlezen Wil je net als Tiny voorlezer worden? Dat kan via Samenvoorlezen van Vrijwilligerspunt. Voor aanmelden of meer informatie kun je contact opnemen met Anouschka Timm, 0229 - 216499 / 06 - 29372613 of via [email protected] . Op de foto: Adam die wordt voorgelezen door Tiny
Lees meer

Wisse laat zijn stem horen

| Doe es gewoon vrijwillig

Sinds ruim een half jaar is Wisse voorzitter van het Jongerenpanel SED, een initiatief van Jong Westfriesland in Actie in samenwerking met de gemeenten Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland (SED). Het doel van het Jongerenpanel SED is om jongeren hun stem te laten horen binnen de gemeenten en lokale organisaties en verenigingen als het gaat om lokaal beleid en politiek. ‘Ik vind dat er vooral veel over jongeren gepraat wordt, maar te weinig mét de jongeren. Daar willen we met het Jongerenpanel verandering in brengen.' Het Jongerenpanel SED bestaat momenteel uit tien leden. Allemaal jongeren. Samen focussen ze zich op een vijftal vraagstukken: jeugdzorg, duurzaamheid, drugs- en alcoholpreventie, huisvesting en politiek bewust maken van jongeren. Wisse (op de foto midden, onder): ‘Het streven is dat ieder teamlid zich minimaal een uur per week inzet voor het Jongerenpanel. Zelf ben ik nogal fanatiek en zet me gemiddeld zo’n 4 uur per week in. Ik vind namelijk dat jongeren te weinig betrokken worden bij beleidsvorming, terwijl de keuzes juist grote gevolgen hebben voor onze generatie en onze toekomst. Ik maak me er graag hard voor dat wij gehoord worden. Er worden nog teveel besluiten genomen over jongeren, zonder echt te luisteren naar wat wij ervan vinden en hoe het in de praktijk uitpakt.’ Drank en drugs De SED-gemeenten staan open voor de stem van de jongeren en ondersteunen het Jongerenpanel. ‘Momenteel werken wij voornamelijk reactief. Dat betekent dat de gemeenten bij ons een hulpvraag neerleggen, die wij als jongerenpanel oppakken. Zo gaven de gemeenten aan dat drugs- en alcoholpreventie onder jongeren momenteel extra aandacht verdient. Wij gaan dan in gesprek met de jongeren, maar ook met onder andere ervaringsdeskundigen, beleidsmedewerkers en raadsleden. Zo kunnen we een goed onderbouwd advies geven met inzichten vanuit alle betrokken partijen.’ Huisvesting Op de agenda van het Jongerenpanel staat ook huisvesting. ‘Wij vinden dit vraagstuk heel belangrijk. Huisvesting voor jongeren is sowieso een probleem in Nederland, maar zeker ook in de SED gemeenten. Wij denken dat de gemeenten niet beseffen hoe een groot probleem het is. De huurprijzen rijzen de pan uit, studieschulden lopen op en veel jongeren hebben door corona het afgelopen jaar niet of nauwelijks kunnen werken. En als er dan wel gewerkt wordt, dan is het startsalaris niet toereikend om te kopen. En dan is er ook nog de woningnood. Wij vinden het belangrijk dat we daarover in gesprek gaan met de gemeenten. Dat wij uit ervaring vertellen waar wij als jongeren tegenaan lopen, maar dat we ook met mogelijke oplossingen komen. Want doen we er nu niets aan, dan wordt het in de toekomst een nog groter probleem. Deze zomer gaan we ons daarover buigen. En ja, ik zal ook daar fanatiek mee aan de slag gaan. Want, hoe gezellig het ook is om thuis te wonen, ook ik wil straks een eigen plekje en dat lijkt nu nog lang niet mogelijk te zijn.’ Jongerenpanel iets voor jou? Wil jij ook meepraten en meedenken in het Jongerenpanel en ‘gewoon es vrijwillig doen’? Laat het ons weten! Binnenkort start er ook een Jongerenpanel in Hoorn en daarvoor zoeken we nog panelleden! Interesse? Neem contact op met Karlijn Schouten via [email protected] of bel/whatsapp naar 06-82141279.
Lees meer

Mans, Paul en Dennis knappen kinderfietsen op

| Doe es gewoon vrijwillig

Mans Semler is een handige fietsenopknapper en Paul Buis is een regeltalent. Samen zijn ze een paar weken geleden begonnen met de Stichting Kinderfietsjes Actie. Maar Mans heeft al een tijdje ervaring met het opknappen van kinderfietsen voor kinderen die dat goed kunnen gebruiken. ‘Binnenkort gaat fiets nummer tweeduizend naar een nieuwe eigenaar, een mijlpaal!’ Het fietsenproject begon in het huis van Mans. Zijn schuur stond vol fietsen, net als de tweede schuur. Zo langzamerhand raakte de achtertuin ook volgebouwd. Daarom parkeerde hij de fietsen die hij kreeg en vond in de keuken en zelfs in de woonkamer. ‘Er stonden zo’n 95 kinderfietsen in mijn huis,’ vertelt hij. ‘Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Ik was ze aan het opknappen om ze met Sinterklaas en Kerst te geven aan kinderen die een fiets nodig hebben. Dat is gelukt, en ondertussen is het bij mij thuis weer wat overzichtelijker.’ Klein budget Maar de fietsen lieten Mans niet los. Na zijn werk als postbode is hij altijd in de weer, sleutelen en repareren. Voor het goede doel, uiteraard. ‘Gezinnen die van een klein budget moeten rondkomen, hebben meestal geen geld voor een mooie passende kinderfiets. Die kunnen zich bij ons melden, bijvoorbeeld via stichting Leergeld, en dan regelen wij een knappe fiets voor ze.’ En die fietsen komen uit zichzelf bij Mans terecht, vertelt hij. ‘Mensen komen ze gewoon brengen, in alle soorten en maten. En overal is vraag naar. De laatste tijd zijn vooral damesfietsen populair, daar willen jongens ook wel op rijden. Kennelijk maken ze daar indruk mee op de meisjes!’ Sponsoren en donateurs helpen mee Paul sloot zich aan bij het vrijwilligersinitiatief van Mans, om een beetje orde in de chaos te brengen. ‘Ik heb veertig jaar ervaring als horeca-ondernemer, maar nu hoef ik niet meer te werken en ik vind het leuk om Mans te helpen. We kennen elkaar van vroeger en we vullen elkaar goed aan. We hebben nu een stichting opgericht, we hebben nette bedrijfskleding en een goeie plek waar we alle spullen en fietsen kunnen opslaan. Alle fietsen zijn gelabeld en netjes weggezet en ik zorg voor sponsoren, bijvoorbeeld bedrijven in de buurt die ons willen helpen. Zo kregen we van een bedrijf een heleboel accessoires voor de fietsen: mandjes, snelbinders, fietsverlichting en bellen. Mooi he? Andere dingen kopen we van de bijdrage van donateurs. Wij verdienen niks, en de kinderen betalen niks voor hun fiets.’ Paul Brief naar Wendy De stichting krijgt ondertussen hulp van twee stagiairs van de Praktijkschool en een extra hulp, Dennis, op maandag. ‘Het is tijd dat dit initiatief landelijke bekendheid krijgt,’ zegt Paul. Hij is bezig met brieven naar Wendy van Dijk en prinses Irene om aandacht te vragen voor de stichting, en voor de feestelijke uitreiking van de tweeduizendste fiets. ‘Waarom wij dit allemaal doen? Het is zo’n mooi moment als iemand hier z’n fiets kan komen ophalen. Als een kind blij is, zijn wij nog veel blijer. Eigenlijk zijn het allemaal onze kindjes.’ Doe es gewoon vrijwillig Wil jij ook ‘es gewoon vrijwillig doen’? Laat het Vrijwilligerspunt Westfriesland weten door een mail te sturen naar [email protected] of te bellen naar 0229-216499. Je kunt je ook direct aanmelden via deze campagnepagina Het team met v.l.n.r. Mans, Paul en Dennis
Lees meer

Bouwbedrijf Rinkel & Smit pakt vrijwilligersklussen aan

| Doe es gewoon vrijwillig

Via de Westfriese Uitdaging worden bedrijven gekoppeld aan vrijwilligersorganisaties die extra handen kunnen gebruiken. Bouwbedrijf Rinkel & Smit uit Wervershoof is zo’n bedrijf dat regelmatig een vrijwilligersklus oppakt. Jan-Willem Smit: ‘Zo’n vier of vijf keer per jaar doen we een projectje van een dag of twee. Mijn compagnon en ik gaan er zelf op af, we vinden het echt leuk om te doen.’ Al een jaar of vier zet het bouwbedrijf van Jan-Willem Smit zich af en toe in voor goede doelen. Onbetaald pakken ze dan een klus op waar die organisatie zelf de kennis of de kunde niet voor heeft. ‘We hebben bijvoorbeeld een kantoortje gemaakt bij een dierenopvang. Of kisten gemaakt voor een speel-o-theek in de bibliotheek. Voor ons is het een dag werk, soms twee, maar als je het gereedschap en de handigheid niet hebt, ben je er waarschijnlijk veel langer mee aan het studderen.’ Vanzelfsprekende zaak Voor Jan-Willem is het de gewoonste zaak van de wereld om af en toe vrijwilligerswerk te doen. ‘Het loopt prima met ons bedrijf, we hebben de tijd en de energie. Dan vind ik het vanzelfsprekend om je in te zetten voor andere mensen. Bovendien krijgen wij er ook een goed gevoel van. Die blije gezichten als de klus geklaard is doen me goed. We dragen iets positiefs bij aan de maatschappij, en ja, dat vind ik belangrijk.’ Staat als een huis In het najaar werd het bouwbedrijf gematcht via de Westfriese Beursvloer. De Westfriese Beursvloer is dé ontmoetingsplek voor non-profit organisaties en maatschappelijk betrokken bedrijven uit West-Friesland. Een uur lang wordt er actief gehandeld, terwijl de portemonnees gesloten blijven. De handel is namelijk gericht op vraag en aanbod van mensen, materiaal, kennis en klussen. De Westfriese Beursvloer is een initiatief van Vrijwilligerspunt in samenwerking met de Westfriese Uitdaging en vindt dit jaar op 25 november plaats. Tijdens de laatste Beursvloer had wijkcentrum De Bonte Veer in Enkhuizen hulp nodig bij het onderhoud van het restaurant. ‘De tafels waren wat wankel, de stoelen stonden niet meer stevig. Dus we hebben begin dit jaar alles nagelopen, overal de schroeven stevig aangedraaid en zo’n vijfhonderd viltjes geplakt onder de stoelpoten. Dat staat allemaal weer als een huis. In een paar uur waren we klaar, en de vrijwilligers daar dachten dat we er dagen werk aan zouden hebben.’ Niet gek dat mensen die die niet zo handig zijn als Jan Willem en zijn medewerkers, zo’n klus niet goed kunnen inschatten. ‘Daarom helpen we nu ook bij een ander project, de skeelerbaan in Medemblik. De vrijwilligers kunnen het werk wel doen, maar weten niet waar ze moeten beginnen en hoe ze het kunnen aanpakken. Daar helpen we niet door het werk uit handen te nemen, maar we geven advies hoe ze het werk zelf kunnen uitvoeren.’ Pluim De volgende klus? Dat weet Jan Willem nog niet. Wel is duidelijk: hij draagt het vrijwilligerswerk een warm hart toe. ‘De mensen die de Westfriese Beursvloer organiseren, mogen ook best eens een pluim krijgen. Het is belangrijk dat dit bestaat.’ Westfriese Beursvloer Op donderdag 25 november vindt de 12e Westfriese Beursvloer plaats op een nog nader te bepalen locatie. Organisaties en bedrijven kunnen zich hier aanmelden voor de Westfriese Beursvloer . Deelname is gratis! Meer informatie? Neem contact op met Brigitta Posch via [email protected] of bel 0229-216499. Foto: Jan-Willem Smit (links op de foto): ‘Iets positiefs bijdragen aan de maatschappij, dat vind ik belangrijk.’ Rechts staat zijn compagnon Rob Rinkel, in het midden de winnares van de Kaagloop, een sportevenement dat wordt gesponsord door het bouwbedrijf.
Lees meer

Door vrijwilligerswerk weet Fleur waar haar hart ligt

| Doe es gewoon vrijwillig

Fleur Neefjes begon al op haar twaalfde met vrijwilligerswerk. Nu, 15 jaar later, enthousiasmeert ze bij Jong Westfriesland in Actie van Vrijwilligerspunt jongeren om ook vrijwilligerswerk te gaan doen. “Veel jongeren kennen de waarde van vrijwilligerswerk niet. Vrijwilligerswerk heeft mij super veel gebracht en daarom zet ik me nu graag in om jongeren ook enthousiast te maken voor vrijwilligerswerk.” “Ja, ik was wel jong hoor, toen ik begon als vrijwilliger! Ik zat toen op handbal en werd door de handbalvereniging gevraagd of ik wilde fluiten. Er was namelijk een tekort aan vrijwillige scheidrechters. Samen met een vriendin hebben we een training gevolgd en ik heb gefloten, totdat ik stopte met handbal. Daarna heb ik vrijwilligerswerk gedaan op festivals in o.a. Bovenkarspel. Te gek was dat. Ik was een echte diehard: stond van 12 uur ’s middags tot laat in de avond achter de bar. We hadden een vast clubje, dus kenden elkaar na een aantal festivals goed. Geweldige tijd.” Kinderen Fleur heeft de studie Maatschappelijk Werk & Dienstverlening gedaan. “Die studie heb ik wel afgerond, maar ik wist niet zeker of dit wel was, waar ik in verder wilde. Ik ben toen gaan werken in de Kaasfabriek. Hoewel het heel leuk werk was, gaf dat me niet genoeg voldoening. Ik wilde er wat bij doen en ging op zoek naar vrijwilligerswerk. Ik kwam terecht bij een stichting die zich inzette voor kinderen onder de armoedegrens. Ik zat in het bestuur en organiseerde uitjes voor de gezinnen en het jaarlijkse Sinterklaasfeest en hielp mee met het inzamelen van cadeaus voor de kids. En toen wist ik dat ik ook met kinderen wilde werken.” Suriname En die wens om te werken met kinderen, trok Fleur naar Suriname. “Drie maanden heb ik vrijwilligerswerk gedaan in Suriname. Dat heeft enorm veel indruk op me gemaakt. Ik was 22 jaar en stapte alleen op het vliegtuig naar een vreemd, ver land. Daar kwam ik terecht bij een kindertehuis, waar ik de ‘mamma’ van de kinderen ontlastte door de kinderen van school te halen, activiteiten te doen, of te helpen met huiswerk. Een mooie leerzame tijd. Maar ook verdrietig. Vooral dat ik wegging was super emotioneel. Het meisje dat me de eerste weken nog vuil aankeek, huilde het hardst. Daar ging weer iemand weg. Door al deze ervaringen in vrijwilligerswerk wist ik wel zeker wat ik wilde doen: werken met kinderen én activiteiten organiseren. Ik ben toen de opleiding Leasure en Event Management gaan doen. En die combinatie met mijn eerste studie, bleek een hele goede combinatie.” Jong Westfriesland in Actie Door vrijwilligerswerk heeft Fleur ontdekt wat ze echt wil doen. “Vrijwilligerswerk heeft mij heel veel gebracht. Ik weet nu waar mijn hart ligt. Maar ik heb ook in de jaren een netwerk opgebouwd. Daarnaast geeft vrijwilligerswerk me echt plezier. Je kunt doen wat je zelf leuk vindt, maar je helpt ook anderen. Vooral jongeren denken dat als je vrijwilligerswerk doet, je eraan vastzit. Dat is niet zo. Je kunt ook af en toe vrijwilligerswerk doen. En je kiest zelf wat je doet. Met Jong Westfriesland in Actie willen we jongeren laten zien dat je met vrijwilligerswerk niet alleen iets voor de maatschappij kunt betekenen. Je ontdekt ook je passie en talenten én je werkt aan je persoonlijke ontwikkeling. En ik kan het weten…”
Lees meer

Ans deelt liefde voor lezen via Samenvoorlezen

| Doe es gewoon vrijwillig

Haar hele leven is ze al een boekenwurm. Dus toen Ans van Dijk een oproep zag van Samenvoorlezen, op zoek naar voorlezers, wist ze meteen: dat is iets voor mij. Inmiddels heeft ze de afgelopen jaren al zo’n vijftien kinderen voorgelezen. ‘En ik lees al die kinderboeken eerst zelf. Ik moet toch weten wat ik voorlees?’ De eerste keer voorlezen kan ze zich nog goed herinneren. Samen met de begeleider van het project belde ze aan bij een gezin uit Sudan. ‘Zij ging even praten met de ouders, ik ben gaan zitten op de bank en haalde de boekjes uit mijn tas. En vanaf dat punt loopt het vanzelf: de kinderen kiezen een boekje, ik sla het open en ons avontuur begint.’ Gek op lezen Het voorlezen zit Ans in het bloed. Ze is niet alleen voorlezer voor Samenvoorlezen, ze leest ook voor bij een kinderdagverblijf en sinds kort leest ze elke woensdagochtend een verhaaltje voor aan de kleintjes in de bibliotheek in Bovenkarspel. ‘Ik ben gek op lezen, anders begin je niet aan dit vrijwilligerswerk,’ zegt Ans. ‘Mensen die geen tijd hebben om te lezen? Daar snap ik niks van, daar heb ik altijd tijd voor. Ik lees alles wat los en vast zit, al van jongs af aan. Niet alleen romans, maar ook boeken over tuinieren en over reizen. En kinderboeken, want om het goed voor te lezen, moet ik een boek natuurlijk wel kennen.’ Voorleestrucs Inmiddels heeft Ans goeie voorleestrucs. Ze begint altijd met prentenboeken, liefst met zo weinig mogelijk tekst. ‘Dan kunnen vader en moeder in hun eigen taal ook met dat boekje aan de slag.’ Kleine kinderen hebben maar een korte aandachtspanne, dat weet Ans heel goed. ‘Een uur voorlezen is voor jonge kinderen gauw te lang. We doen dan ook spelletjes. Ik neem bijvoorbeeld memory-kaartjes mee, en dan vraag ik of ze de olifant willen pakken, of de kever. En zo oefenen we toch het Nederlands een beetje.’ En ze betrekt de kinderen bij het voorlezen, bijvoorbeeld door ze een rol te laten spelen bij het verhaal. Bij één boek heeft ze vingerpoppetjes, waar de kinderen tijdens het lezen mee kunnen spelen. Van de Gruffalo heeft ze een jubileumuitgave gekocht. ‘De kaft vouw je uit tot een theater, zo kun je het verhaal van de Gruffalo naspelen. Kinderen vinden het prachtig, dat heb ik bij het kinderdagverblijf uitgeprobeerd. Als ik zo’n mooi boek zie in de boekenwinkel, kan ik het niet laten liggen!’ Voor grotere kinderen kiest ze andere boeken. ‘Ik kijk naar het leesniveau, dat wordt ook op boeken aangegeven. Maar na leesniveau AVI 5 houdt dat een beetje op. Dan bepalen we gewoon samen welk boek leuk is om te lezen. Liever iets met grotere letters, dat leest makkelijker. Een meisje van tien, waar ik nu al jaren voorlees, wil beginnen aan het Dagboek van een Muts. Nog nooit van gehoord, maar het lijkt me erg leuk.’ Corona: slim zijn Door de corona-maatregelen moet Ans afstand houden van de grote kinderen die ze voorleest. Hoe moet dat nou, als je niet samen in het boek kunt bladeren? Daar heeft Ans iets op gevonden. ‘Ik leen bij de bibliotheek twee exemplaren van hetzelfde boek. Dan zitten we tegenover elkaar aan tafel, met voldoende afstand, en lezen we in hetzelfde boek. Lezen we toch samen, maar dan op afstand!’ Kinderen uit alle windstreken Ze was de afgelopen jaren voorlees-Ans voor kinderen uit alle windstreken. ‘Sri Lanka, Sudan, Turkije, Polen, Eritrea, Irak en Iran,’ somt ze op. Dat contact met andere culturen is voor Ans een bonus van haar werk. ‘Ik ben al eens bij mensen uitgenodigd om te blijven eten, heel bijzonder. Het leren kennen van andere culturen vind ik een verrijking.’ Dat niet iedereen dat zo ziet, vindt ze lastig. ‘Een gezin waar ik heb voorgelezen, is weggepest uit hun huis door mensen die niet wilden dat er buitenlanders woonden. Om heel verdrietig van te worden. De mensen waren doodsbang. Ze wonen nu ergens anders, het gaat goed met ze, maar ik schaam me ervoor dat dit in Nederland, bij mij in de buurt, gewoon kan gebeuren.’ Wie leest wie voor? Voorlezen is heel goed voor de taalontwikkeling, zeker voor kinderen die een andere moedertaal spreken. Zo heeft het voorlezen ook effect op grotere kinderen, en zelfs de ouders pikken er wat van op. ‘Eigenlijk is het niet echt voorlezen, maar samen lezen. Ik lees en de kinderen lezen met me mee. Daar steken ze veel van op. Een meisje waar ik al jaren voorlees, heeft nu een ‘goed’ op haar rapport voor Nederlands. Daar ben ik heel trots op. Een vriendinnetje van een van de voorleeskinderen zei: voorlezen is toch voor baby’s? Zeker niet, zei ik. We lezen toch samen? En later als ik oud ben, kunnen jullie mij voorlezen.’
Lees meer

Anke helpt met de Nederlandse taal

| Doe es gewoon vrijwillig

Nederlands is echt niet zo makkelijk onder de knie te krijgen, als het niet je moedertaal is. Het verschil tussen ‘de’ en ‘het’ is lastig, net als de woordvolgorde en de d’s en de t’s. En dan de uitspraak! Onmogelijk! Vraag maar aan Anke Eenkoren (55), die elke week Nederlandse les geeft aan Slawomir Kulesza uit Polen. ‘De videolessen die we tijdens corona zijn begonnen, bevallen goed. Daar gaan we gewoon mee door.’ Slawomir Kulesza wil zich graag doorontwikkelen op zijn werk, maar dan moet zijn Nederlandse taalbeheersing een stuk beter worden. Dus zocht hij een taalmaatje via Vrijwilligerspunt Westfriesland, en dat werd Anke. ‘We spreken elkaar elke week, soms overdag en soms ’s avonds, afhankelijk van zijn werkschema want hij werkt in de ploegendienst. Dan kletsen we eerst wat over hoe het gaat en wat er de afgelopen week is gebeurd, en daarna gaan we aan de studie. Eerst werkten we met materiaal van internet, maar nu nemen we vooral het huiswerk door van zijn vrouw. Zij heeft Nederlandse les aan het ROC Horizon college, en de lesmaterialen waar zij mee naar huis komt, zijn ook het uitgangspunt voor onze lessen.’ Nederlandse uitspraak Lastig, die Nederlandse taal, dat merkt Anke zelf ook. ‘Mijn Nederlands is goed, maar soms merk ik toch dat bepaalde dingen niet zo eenvoudig uit te leggen zijn. Waarom schuiven we soms met de volgorde van woorden? En hoe zit het met een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord? Dat vindt Slawomir erg lastig, en het is niet altijd eenvoudig uit te leggen omdat het voor mij zo logisch is.’ De komende tijd besteedt ze in de lessen aandacht aan de Nederlandse uitspraak. ‘Bij Vrijwilligerspunt heb ik om ondersteuning gevraagd, want ik wil graag weten hoe ik dat goed in de lessen kan verwerken. Binnenkort gaan we er keihard mee aan de slag.’ Digitale lessen Anke combineert het vrijwilligerswerk als Taalmaatje met haar drukke baan als projectmanager bij gemeenten. Videobellen via een programma als Teams is voor haar de normaalste zaak van de wereld. ‘Ik kan het iedereen aanraden, voor taallessen zoals dit is het ideaal. Slawomir en ik kennen elkaar alleen digitaal! Doordat we de lessen op deze manier doen, kost het echt niet meer dan een half uur per week. Ik kan het makkelijk in mijn werkschema voegen, en Slawomir ook. We gaan hier na corona gewoon mee door op deze manier.’ Word ook Taalvrijwilliger Wil jij ook anderen helpen die moeite hebben met de Nederlandse taal? Dit kunnen volwassenen of kinderen zijn, anderstalig of Nederlandstalig, mensen die vooral willen spreken of mensen die graag beter willen lezen en schrijven. Vrijwilligerspunt heeft verschillende projecten die ondersteuning bieden op het gebied van taal en kan op wisselende momenten bij al deze projecten vrijwilligers gebruiken. Bijvoorbeeld als Taalmaatje, net als Anke! Wil je liever een groep lesgeven? Of samen met andere taalvrijwilligers helpen? Dat kan ook! Wil jij ook ‘es gewoon vrijwillig doen’? Laat het Vrijwilligerspunt Westfriesland weten door een mail te sturen naar [email protected] of te bellen naar 0229-216499. Je kunt je ook direct aanmelden via deze campagnepagina .
Lees meer

Frans zorgt voor het Groene Kerkje

| Doe es gewoon vrijwillig

In de jaren zeventig redden betrokken Lambertschagers hun eeuwenoude Groene Kerkje van de sloopkogel. Frans Groen is beheerder, met een team van vrijwilligers zorgt hij ervoor dat de kerk netjes wordt onderhouden en dat culturele evenementen in de kerk vlekkeloos verlopen. ‘Als de vrijwilligers er niet zouden zijn, kon het kerkje wel sluiten.’ Het Groene Kerkje is gebouwd in 1395 als Nederlands Hervormde kerk voor de mensen van Lambertschaag. Maar eind jaren vijftig raakte de kerk in onbruik, mensen kerkten in buurdorp Abbekerk. ‘In de leegstaande kerk werden toen door de gemeente wat activiteiten georganiseerd, maar dat liep niet echt,’ vertelt beheerder Frans Groen. ‘Het gebouw werd slechter. Totdat een groep mensen in het dorp een stichting oprichtten om de kerk te redden. In 1980 was de restauratie gereed en nu is het Groene Kerkje een cultureel gebouw in Lambertschaag.’ Timmeren, schoonmaken, koffiezetten Er wordt getrouwd, er worden concerten gegeven en het erfgoed wordt zorgvuldig onderhouden. Allemaal vrijwilligerswerk, vertelt Frans. ‘Er is nu een timmerman bezig met het restaureren van een oude kerkbank die door de bonte knaagkever te pakken is genomen. Een vakman, die zich meldde dat hij graag vrijwilligerswerk wilde doen voor het kerkje. Ook hebben we een team gastvrouwen die ik kan bellen als we een evenement hebben, zij ontvangen dan gasten, zorgen voor de koffie en ruimen na afloop alles weer op. En we hebben een paar vrijwilligers die met klusjes helpen. Kijk, de grote renovaties besteden we natuurlijk uit, gelukkig krijgen we daar wat subsidie voor zodat we dat eens in de zoveel jaar financieel kunnen rondbreien. Maar de reparatie van afbrokkelend stucwerk en kleine schilderklussen in de kerk proberen we zoveel mogelijk zelf te doen. Op deze manier kan het Groene Kerkje blijven bestaan. Muziek in de kerk Frans kwam eind jaren negentig vanuit Amsterdam naar Lambertschaag. Waarom? ‘Vanwege de muziek. Ik ben muzikant, maar in Amsterdam had ik buren naast, boven en onder mijn huis. Hier kon ik de consistorie bewonen, het kleine huis op het terrein dat oorspronkelijk bedoeld was om rondreizende dominees te huisvesten. In de loop van de tijd heb ik het huisje beetje bij beetje opgeknapt. En gelukkig kan ik hier muziek maken wanneer ik maar wil, daar stoor ik niemand mee.’ Niet alleen uit het consistoriehuisje, maar ook vanuit de kerk klinkt af en toe muziek, want er worden concerten gegeven. ‘Een paar jaar geleden kregen we een oude concertvleugel cadeau, afkomstig uit 1896. Die is helemaal gerestaureerd. Zo’n mooi instrument in de kerk maakt het een stuk makkelijker om hier concerten met piano te houden.’ Spinrag in de toren Speciaal voor het NLdoet-weekend heeft Frans wat opruim- en schoonmaakklussen bewaard. ‘Spinrag weghalen bijvoorbeeld, want dat duikt overal op. De vloer moet worden geschrobd, de tuin heeft wat aandacht nodig en we moeten de ramen lappen.’ Nieuwe vrijwilligers die willen klussen of schoonmaken blijven het hele jaar welkom, zegt hij. ‘We werken met een groep enthousiaste mensen, maar af en toe stoppen er ook weer mensen. Het werk blijft hetzelfde, dus extra hulp blijft welkom.’ Zo blijft het beeldbepalende kerkje bewaard voor de toekomst, want dat is het doel. ‘Lambertschaag zonder het torentje van het Groene Kerkje? Dat kan écht niet.’ Doe es gewoon vrijwillig Ook 'gewoon es vrijwillig doen'? Vul dan het aanmeldformulier in op de campagnepagina .
Lees meer

Sandra geeft fietsles aan een nieuwkomer

| Doe es gewoon vrijwillig

Thuis stilzitten en niks doen? Nee, dat past niet bij Sandra Paauw (27). Ze leert nu een Somalische vrouw fietsen, als onderdeel van de Maatschappelijke Diensttijd. ‘Toen we begonnen had ze nog nooit op de fiets gezeten, en nu moet ik soms zeggen: wacht even op mij!’ Maatschappelijke Diensttijd (MDT) is een intensief vrijwilligerstraject voor jongeren tot 27 jaar. In zes maanden verrichten ze tachtig uur vrijwilligerswerk bij verschillende organisaties, en ondertussen werken ze aan hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. Bij MDT horen ook gratis trainingen en persoonlijke begeleiding. ‘Aan het einde krijg je een certificaat, en dat staat weer goed op m’n cv,’ zegt Sandra. ‘Het is heel gevarieerd, je kunt zelf kiezen welke klussen je aanspreken en wat niet.’ Remmen is lastig In maart begon Sandra met haar vrijwilligerswerk. Een Somalische vrouw wilde graag leren fietsen, maar hoe dan? Sandra kwam helpen. ‘Ik vroeg me van tevoren wel af hoe dat zou gaan. Ik spreek bijvoorbeeld geen Engels en ja, hoe communiceer je dan? Maar ik vind het fantastisch. Twee keer per week zijn we een paar uur aan het oefenen met fietsen en inmiddels gaat het best goed. Ze vertelde laatst dat ze naar de Action was geweest. Hoe dan, vroeg ik. Op de fiets! Ik vroeg haar of ze wel voorzichtig was, want het remmen gaat nog niet zo goed, dus daar moesten we allebei om lachen. Ja, inmiddels kan ze al best goed fietsen.’ Uitgenodigd voor Suikerfeest Sandra voelde zich direct welkom bij het Somalische gezin. ‘Als ik kom, staan de kinderen al te dringen bij de voordeur. Inmiddels doen we ook andere dingen dan alleen fietsles. Ingewikkelde papieren en formulieren bewaren ze tot ik er ben, en toen ik de uitnodiging voor corona-vaccinaties op de mat zag liggen, heb ik dat ook uitgelegd. Ik speel gezellig met de kinderen en toen het Suikerfeest was, werd ik ook uitgenodigd. Ik word echt blij van dit vrijwilligerswerk.’ Inmiddels draait Sandra ook als vrijwilliger mee op de kinderboerderij en het Rode Kruis, en ze deed mee aan een speciale wandelactiviteit in de Week van het Geluk, waarbij ouderen en jongeren tijdens een wandeling met elkaar in gesprek gingen over geluk. ‘Van tevoren had ik geen idee wat ik me erbij moest voorstellen, maar ik liep met twee aardige mensen uit Enkhuizen en we hadden een interessant gesprek onderweg. Ik vind het goed om af en toe iets te doen waarvan je vooraf niet weet wat het precies is. Heel leerzaam.’ MDT aanrader voor iedereen Wat Sandra betreft is de MDT een aanrader voor iedereen. ‘Eigenlijk zou dit een vak moeten zijn op de middelbare school, ik leer hier veel van: grenzen aangeven en prioriteiten stellen bijvoorbeeld, dat kon ik hiervoor niet zo goed. Met mijn begeleiders van MDT evalueer ik hoe het gaat, en ik haal tips uit de cursussen. De diensttijd is goed voor je persoonlijke ontwikkeling, je komt op andere plekken en in nieuwe situaties. En je maakt andere mensen blij. Als ik het zo op een rijtje zet, zou ik geen reden kunnen verzinnen om het niet te doen. Kom op, we moeten het toch samen doen in deze wereld!’ Lees hier meer over MDT
Lees meer

Rianne geeft gymles op Leekerweide

| Doe es gewoon vrijwillig

Normaliter is het iedere maandagavond raak in Wognum: in een sporthal komt een vaste club sporters van Leekerweide bij elkaar om weer een avond flink te trainen. “Ik geef al vijf jaar gymles aan deze groep mensen met een lichamelijke of een geestelijke beperking", vertelt vrijwilliger Rianne Beekes (21). “Dat we dit jaar door corona niet hebben kunnen trainen, was voor iedereen lastig.” De gymlessen van Rianne zijn afwisselend, maar elke keer weer een groot succes. "Ik vraag vaak aan het einde van de les: wat zullen we volgende week doen? We doen steeds iets anders. Soms tikspelletjes, soms een sport of een wedstrijdje. Vooral basketbal is hartstikke populair. En als er wordt gescoord, is de hele groep aan het juichen!" Combineer zorg en beweging Het begon als een stage, want Rianne doet de mbo-opleiding sport en beweging. "Eigenlijk komt dat door mijn zus", vertelt ze. "Ik wilde graag iets met beweging doen, want ik sport zelf heel graag. En mijn zus werkt bij Leekerweide. Zij kwam op het idee om dat te combineren: zorg en beweging. Het past perfect bij me. De stage vond ik zo leuk, dat ik ben gebleven als vrijwilliger." Zelfvertrouwen Rianne is vriendelijk en rustig, maar haar trainingen zijn best pittig. Dat moet ook, zegt ze: "Lekker bewegen, die hartslag omhoog en de spieren aan het werk zetten. Ik zie de deelnemers per week fitter en soepeler worden. Sporten is voor iedereen goed, dus ook voor deze doelgroep. En ik merk het ook aan gedrag: sommige deelnemers waren in het begin afwachtend en verlegen, maar die zijn helemaal opgebloeid. Mooi wat sport kan doen." IJsje na de les Want samen gymmen is ook erg gezellig. "Als iemand jarig is, delen ze meestal ook in de groep uit en dan zingen we voor de jarige", vertelt Rianne. "Van de laatste les voor de zomerstop maakten we ook altijd wat bijzonders, zoals buiten sporten met een lekker ijsje achteraf. Nu we elkaar een tijd niet hebben gezien, is dat echt niet leuk. De deelnemers zien elkaar alleen bij het sporten, en nu dus al een jaar niet." De groep sporters is al sinds de oprichting van de groep min of meer hetzelfde, maar nieuwe deelnemers blijven altijd welkom. "Mensen kunnen altijd een keertje komen kijken of meedoen." Na de zomer gaat het weer beginnen, gelukkig. "Ik kan niet wachten", zegt Rianne. "En de deelnemers ook niet, dat weet ik zeker." Vrijwilligersprijs Medemblik Rianne was genomineerd voor de Vrijwilligersprijs Medemblik 2020 die Vrijwilligerspunt Westfriesland ieder jaar voor de gemeente Medemblik organiseert. Helaas kwam zij niet als winnaar van de categorie 'Jongeren tot 23 jaar' uit de strijd, maar dat ze genomineerd was, is natuurlijk al geweldig! Vrijwilligerspunt heeft een filmpje van haar gemaakt, die je hieronder kunt bekijken.
Lees meer

Dick brengt het museum op stoom

| Doe es gewoon vrijwillig

Sinds vier jaar mag Dick Reinold de meeste machines van het voormalig stoomgemaal ‘Vier Noorder Koggen’ in het Stoommachinemuseum in Medemblik bedienen. De benodigde stoom wordt in het museum zélf geproduceerd. “Het is niet gewoon maar hout in brand steken, maar economisch stoken. Niet dat je heel Medemblik staat op te warmen, terwijl er geen pufje stoom uit de stoommachines komt.” 20 jaar geleden werd Dick door zijn overbuurman, die daar verteller/rondleider was, gevraagd om vrijwilliger te worden bij het Stoommachinemuseum. “Dat was toen nog te vroeg. Ik werkte in een productiebedrijf met machines, dus stoommachines trok me zeker, maar ik had er gewoonweg nog geen tijd voor. Maar toen ik met pensioen ging, reageerde ik op de vrijwilligersvacature van administrateur voor vriendenvereniging van het Stoommachinemuseum. Het gesprek was in de horeca van het museum. Vlak na het gesprek werd ik door een medewerker van het museum gevraagd of ik niet ook vrijwilliger in het museum wilde worden. Ik kreeg een rondleiding en ik was meteen verkocht. Ik besloot beide te gaan doen.” Interne opleiding Sleutelen aan auto’s, motoren en brommers deed Dick al in zijn vrije tijd, maar stoommachines onderhouden en bedienen, is toch echt een vak apart. “Het is niet zo dat je gelijk machinist of stoker wordt, daar moet je voor opgeleid worden. Met alleen hout in brand steken, krijg je namelijk nog geen stoom. Het museum biedt interne opleidingen aan, dus eigenlijk kan iedereen, ook als je niet technisch bent onderlegd, machinist of stoker worden.” Meer vrijwilligers Er werken 80 vrijwilligers in het museum, maar meer is nodig. “Dat lijkt misschien veel, maar we zijn minimaal zes dagen per week open en er is veel werk te doen. En het zijn ook voornamelijk ouderen, die het straks misschien niet meer kunnen. Dus we hebben vooral ook jongeren nodig. Zonder vrijwilligers zou het museum niet open kunnen.” Interactie Iedere vrijdag werkt Dick in het museum. “Als de machines op stoom moeten worden gebracht, ben ik er al voor openingstijd van het museum. Heb je elektriciteit nodig, dan zet je dat aan met een druk op de knop, maar voor stoom moet je geduld hebben. Is de ketel echt koud, dan kan het wel drie dagen duren. Ik vind vooral de interactie met de bezoekers leuk. Als ik aan het werk ben, ben ik geconcentreerd bezig, maar maak altijd even tijd om bezoekers uitleg te geven. Laatst bleef een dame me maar vragen stellen. Extra leuk, want het zijn toch veelal mannen die interesse hebben in stoomtechniek. Onderling hebben we het ook erg leuk. We zijn een hecht team en staan voor elkaar klaar. Ook als je ‘gewoon’ even je ziek en zeer wilt delen.” Stookdiploma Vooral kinderen vinden ons museum geweldig. En helemaal als ze zelf hout in het vuur mogen gooien. Sommigen vinden het eng, want zo’n ketel is toch heel groot en heet. Maar de meesten willen wel. Ze krijgen na afloop een stookdiploma en daar zijn ze dan super trots op! Hopelijk hebben we ze zo enthousiast gemaakt, dat ze onze vrijwilligers van de toekomst worden.”
Lees meer

Piet redt boten in nood

| Doe es gewoon vrijwillig

Boot in nood op het IJsselmeer? Dan gaat de pieper van schipper Piet Winterhoff, de KNRM moet in actie komen. Binnen tien minuten zitten vrijwilligers van de reddingsmaatschappij in een boot op het water. ‘We moeten als vrijwilligers op elkaar kunnen vertrouwen, zeker als we bij windkracht 8 uit moeten varen.’ Zo’n veertig keer per jaar wordt de hulp van de Koninklijke Nederlandse Reddings Maatschappij (KNRM) ingeroepen. Vooral in de zomer, als het IJsselmeer vol ligt met zeilers en andere watersporters. ‘Dan kan het voorkomen dat we drie keer op een dag in actie komen. Als we worden opgeroepen, gaan we zo snel mogelijk naar het boothuis. De eerste die er is, laat alvast de boot in het water, de rest trekt snel het pak aan. De schipper gaat bellen: wat is het probleem precies? En hoe acuut is het?’ Meestal gaat het om technische problemen: een brandje aan boord, een probleem met de mast of met de motor. ‘Soms is een persoon te water of een boot aan de grond gelopen. Of er is ergens een onbemande boot gevonden, of een kite zonder surfer. Reden om je zorgen te maken. We gaan erop af, altijd met minimaal drie mensen, en we zien wat er aan de hand is. Dan voelen we adrenaline en spanning, maar door de training blijven we kalm.’ Matrozen in de problemen De actie van een paar weken geleden, toen jonge matrozen in de problemen kwamen door de harde wind staat Piet nog goed bij. ‘Den Oever vroeg of we wilden helpen, ze redden het niet alleen. Onderweg hoorden we dat meer dan twintig jonge mensen van de marine door de harde wind richting Friesland dreven op hun rubberen boten. Eentje was in het water geraakt, iemand anders had zich bezeerd. Gelukkig is alles goed afgelopen, maar dat weet je niet op het moment dat je er naartoe vaart.’ Modelbouw Piet raakte al jong geïnteresseerd in de reddingsmaatschappij. ‘Als kind bouwde ik modelboten, ik vroeg de KNRM of ik bouwtekeningen van hun schip kon krijgen om na te maken. Zo kwam ik met ze in contact. Ik vond het werk boeiend, maar ik kon er niet bij: ik woonde te ver van het station. Acht jaar geleden kon ik toch meedoen: ik werk in Medemblik, dus vanaf mijn werk ben ik snel bij het bootshuis.’ De bemanning komt elke week bij elkaar om te oefenen, een paar keer per jaar trainen ze samen met het buurtstation Andijk. ‘Het is wel de bedoeling dat alle vrijwilligers daar altijd bij aanwezig zijn, ja. Je moet toch je kennis op peil houden. En het is goed om elkaar te kennen, je moet op elkaar kunnen vertrouwen. Niet alleen als we in het zonnetje lekker genieten van het varen, maar ook als we bij windkracht 8 ergens op af moeten.’ Zeebenen een pre Vrijwilligers tekort? Absoluut! ‘We zijn nu maar met een man of veertien, en als je bedenkt dat er altijd minimaal drie of vier mensen oproepbaar moeten zijn, dan begrijp je dat we extra hulp kunnen gebruiken. Een aantal aspirant-leden konden door corona niet instromen, en we zoeken meer mensen. Affiniteit met watersport is een pre, maar mensen hoeven geen ervaren zeeman te zijn. Ze krijgen na een beginnersintroductie een uitgebreide opleiding van de KNRM, die ongeveer drie jaar duurt.’ In die tijd halen vrijwilligers hun vaarbewijs, marifoontraining, een EHBO-opleiding met extra informatie over onderkoeling en verdrinking en ze doen verschillende veiligheidstrainingen. Het mooiste van die opleiding? ‘De helikoptertraining is spectaculair. Ik heb nu vier keer in een helikopter gevlogen, maar nog niet één keer ben ik normaal ingestapt, altijd via een lijn vanaf een bootje omhoog gehesen. Absoluut spannend, een beetje eng ook wel, maar echt geweldig.’
Lees meer

Hans maakt van kniehoog onkruid een gezellige tuin

| Doe es gewoon vrijwillig

Groene vingers? Niet per se, maar Hans de Vries werkt graag in de tuin. In corona-tijd helpt hij mensen die door omstandigheden hun eigen tuin niet kunnen bijhouden. ‘Als mensen het niet zelf meer redden, kunnen ze beter snel hulp inroepen, dan de tuin te verwaarlozen.’ Vijftien tuintjes heeft Hans al onder handen genomen. Heel klein, heel groot, een puinhoop of maar een beetje onkruid, hij heeft overal al op zijn knieën tussen gezeten. ‘Een mevrouw vroeg me of ik de viooltjes uit haar tuin in een grote pot zou kunnen zetten. Ze zat sinds kort in een rolstoel, en dan kon ze ze toch nog zelf verzorgen. Ik ging aan de slag, maar kwam er al snel achter waarom zij de enige in Enkhuizen was die het hele jaar bloeiende violen in de tuin had: het waren kunstplanten.’ Koppie doen, praatje maken Bel je Hans, dan komt hij eerst even kijken. Wat voor tuin is dit, kan hij er wat van maken? Maar hij heeft er nog nooit eentje geweigerd. ‘Ik ben natuurlijk geen hovenier,’ zegt hij. ‘Ik vind tuinieren gewoon wel leuk. Bestrating leggen, een schutting zetten: dat kan ik echt niet, daar moet je iemand anders voor hebben. En het kan gebeuren dat ik per ongeluk iets verkeerd snoei. Meestal gaat het goed en de tuinen knappen er enorm van op als ze weer even stevig onder handen zijn genomen.’ De eigenaars van de tuinen trouwens ook, vertelt Hans. ‘We doen een koppie, maken een praatje. Bij sommige mensen is de wereld erg klein, en door corona is dat nog erger geworden.’ Onkruid tussen stenen Wie zijn hulp nodig heeft, kan op ‘m rekenen. Hans stelt geen moeilijke vragen, maar gaat gewoon aan de slag. ‘Een paar uurtjes aan de slag en de tuin ziet er weer gezellig uit. De heg knippen, het onkruid tussen de stenen weg.’ Het zijn niet altijd mensen die door een fysieke handicap of een hoge leeftijd niet meer kunnen schoffelen of spitten, ook jonge mensen hebben de hulp van Hans nodig. ‘Je kunt het niet altijd aan iemand zien waarom ze het niet redden met de tuin. Mensen kunnen alle soorten problemen hebben. Het maakt mij niet uit.’ Hooien Een tip van Hans: bel niet te laat. ‘Mensen schuiven het een tijdje voor zich uit, ze vinden het moeilijk om hulp in te roepen. Of misschien denken ze dat ze binnenkort wel weer aan de tuin toekomen, of dat familie wel wil bijspringen. Maar als het onkruid al een tijdje kan woekeren, is het lastig om het er helemaal uit te krijgen. Soms lijkt het wel hooien! En volwassen onkruid heeft dikke, taaie wortels, die trek je niet zo makkelijk uit de grond.’ Dan maar tegels in de hele tuin? Makkelijk onderhoud, geen ruimte voor onkruid... Maar Hans vindt dat een slecht idee. ‘Waar moet het water heen? Wat blijft er voor de vogels en de insecten? Nee, een tuin kun je beter groen houden. Dat betekent niet dat je er veel werk aan hebt. Kies bijvoorbeeld voor bodembedekkers, dan groeit het mooi vol en krijgt het onkruid geen kans meer. Laat een paar struiken staan en kies bloeiende perkplanten en bloemen voor de bijen. Op bepaalde plekken kun je straatsteentjes leggen, zodat je er lekker kunt zitten of makkelijk overal bij kunt komen.’ ‘Vraag naar mij’ Aan de muur hangt binnenkort een portretje dat een tevreden klant, een kunstenaar, van hem gaat tekenen, ‘als bedankje, prachtig toch?’ en als het tuinleven weer begint, komt Hans weer in de spieren. Bij vertrouwde adressen, verwacht hij. ‘Tegen een paar mensen heb ik gezegd: bel in de lente weer naar het Vrijwilligerspunt en vraag maar naar mij. Het gaat niet alleen om de tuin, het gaat ook om het sociaal contact.’ Foto: Hans samen met Hillie Groot waar Hans ook de tuin doet.
Lees meer

Marlies zorgt voor vierduizend dieren

| Doe es gewoon vrijwillig

Een uit het nest gevallen ekster, een verzwakte reiger of een egel met schurft, ze krijgen allemaal liefde en zorg bij vogel- en egelopvang De Bonte Piet. Vrijwilliger Marlies Testroote zorgt een dag per week als vrijwilliger voor alles wat daar fladdert, piept en kwaakt. ‘We zien de Nederlandse natuur van heel dichtbij, dat is prachtig. ’ Als meisje had Marlies altijd al dieren onder haar hoede. Een vogelnestje dat uit de boom tuimelde, en jahoor, dan zorgde kleine Marlies voor die jonge vogeltjes. ‘Het heeft altijd in me gezeten, ik was van jongs af aan al met dieren begaan. Daarom vind ik dit vrijwilligerswerk ook zo mooi. We staan hier dichtbij de Nederlandse natuur, we zien alle dieren wel zo’n beetje binnenkomen. Van egeltjes en jonge eendjes tot grote zwanen en roofvogels, en alles ertussen, het heeft hier allemaal wel eens in een hok gezeten.’ Roeren met de snavel Bij De Bonte Piet werkt een groep van ongeveer vijftig vrijwilligers, en nieuw bloed is altijd welkom. De klussen: voeren, medische zorg geven aan de dieren en schoonmaken, veel schoonmaken. ‘Voor elk dier moeten we verzinnen hoe we ze het beste kunnen voeren. Een lepelaar kun je bijvoorbeeld geen schaaltje vogelvoer geven, die is gewend om met zijn snavel door het water te roeren om zijn voedsel te pakken. Dus hebben we een grote plastic kuip gevuld met water, en daar zijn eten in gedaan. Ging perfect. Eenden zijn makkelijk te voeren, ijsvogels juist heel lastig. Die willen verse visjes opduiken, en dat kunnen we niet nabootsen.’ Poep De medische kant van het verzorgen van dieren spreekt Marlies het meeste aan. ‘Ik heb een medische achtergrond, dus daarmee ben ik wel vertrouwd , hoewel mensen natuurlijk heel anders zijn dan dieren. Ik kijk graag met de dierenarts mee en ik ben altijd geïnteresseerd in die kant van de dierenzorg. Maar ik moet ook eerlijk zijn over ons vrijwilligerswerk: we zijn veel tijd kwijt met schoonmaken van de dierenverblijven. Mensen die vies zijn van poep gaan het hier niet naar hun zin hebben, want die beesten maken er een grote bende van.’ Eerste vliegles De Bonte Piet heeft het druk en het wordt steeds drukker. ‘Het afgelopen jaar wandelen mensen vaker buiten, ze hebben meer aandacht voor de natuur. Dan valt ze sneller iets op: een eend met een rare vleugel of een gewonde vleermuis in de schuur. Vorig jaar hebben we ruim vierduizend dieren geholpen.’ Terwijl we praten wordt een jonge ekster binnengebracht, in een kartonnen doosje. Hij kijkt helder uit zijn ogen en hij ziet er gezond uit, maar hij had een ongelukkige plek uitgekozen om na zijn eerste vliegles te landen: in een tuin omsingeld door hongerige huiskatten. Marlies: ‘We schrijven ‘m in en geven hem een plekje. Als hij groot genoeg is, laten we hem weer vrij.’ Egels in een slaapzak De egels hebben een speciale plek in het hart van Marlies. ‘Normaal gesproken vangen we ze alleen in het najaar en de winter op, maar nu krijgen we het hele jaar egels binnen. Het waren er afgelopen jaar twee keer zoveel als het jaar daarvoor. Sommige hebben longworm, een ziekte die ze krijgen via de hondenpoep van besmette huisdieren. Zo’n beest is dan doodziek en erg benauwd. En soms zijn ze door een kat of hond te pakken genomen, of ze hebben schurft.’ In een boekenkast met vakken liggen, elk in hun eigen badstof slaapzakje, een stuk of twintig egels te slapen. In het najaar start het adoptieprogramma van De Bonte Piet weer. ‘Mensen geven dan een egel een naam en ontvangen regelmatig updates hoe het met ‘hun’ egel gaat. Is het beestje sterk genoeg, dan mag hij in de eigen tuin worden uitgezet, als die tenminste egelvriendelijk is. Via die adopties krijgen we weer wat geld, want alles in deze opvang wordt gedaan door vrijwilligers en twee beheerders, en van het geld dat we krijgen kunnen we materialen en voer kopen.’ Vrij laten Wat is het mooiste aspect van haar vrijwilligerswerk? ‘Dieren weer vrijlaten, zonder twijfel. Het zijn wilde dieren en dat moet zo blijven. We knuffelen niet met ze, we maken ze niet tam. Een wild dier komt hier voorbij, en uiteindelijk laten we het weer vrij.’ Wil je ook 'es gewoon vrijwillig doen'? Meld je aan via het aanmeldformulier op deze pagina .
Lees meer

Merel komt elke week op de koffie

| Doe es gewoon vrijwillig

Eens per week springt Merel Stroet op de fiets om een kopje koffie te drinken bij haar bezoekbuddy. ‘Soms kijken we een film, soms kletsen we even, soms gaan we naar buiten. Het maakt niet uit, het gaat om een gezellige middag.’ Merel nam even een tussenjaar om te werken in de horeca, zodat ze kon bedenken welke kant ze op zou gaan met haar opleiding. Maar toen kwam corona, dus haar plan viel in het water. ‘Ik heb me meteen aangemeld om vrijwilligerswerk te gaan doen,’ vertelt ze. ‘Anders ga ik me vervelen. En met vrijwilligerswerk maak ik iemand anders ook blij.’ Via het Oranje Fonds werd ze gekoppeld aan Eric-Jan, een man van in de vijftig met niet-aangeboren hersenletsel. ‘De eerste keer ging ik samen met de begeleider van de vrijwilligersorganisatie bij hem langs, om kennis te maken. We kunnen het goed met elkaar vinden, dus nu ga ik ongeveer eens per week even bij hem langs voor een bakkie koffie.’ Genoeg te bespreken Het leeftijdsverschil tussen de twee is groot, maar dat maakt niet uit. ‘We hebben genoeg om te bespreken, bijvoorbeeld over reizen die hij heeft gemaakt en over alle dingen die hij nu nog doet. Hij geeft bijvoorbeeld computerles, dus daar hebben we het over. Of we doen een puzzel, soms buiten. En soms kijken we een film of spelen we een spelletje. Ik ben ook blij dat er steeds meer horeca opengaat, dan kunnen we weer een keertje koffiedrinken in de stad of ergens naartoe.’ Goede filmtips Eric-Jan had van tevoren niet zo’n beeld van een bezoekvrijwilliger, maar met Merel klikt het goed. ‘Ze vertelde bij de kennismaking over films die ze mooi vindt. Marvel-films, daar hou ik niet zo van. Maar ik had nog een aantal filmtips die zij niet had gezien, dus die hebben we samen bekeken. En die vond ze hartstikke goed. Kijk, dan ziet zij ook een keer een goeie film, mijn goede smaak dring ik haar dan op. Gelukkig kan zij er ook om lachen, als ik dat zeg.’ Inspirerend Dit is relaxt, laagdrempelig vrijwilligerswerk, volgens Merel. ‘We hebben geen diepe gesprekken, het moet gewoon een gezellige middag zijn. Toch leer ik er veel van. Ik vind het inspirerend hoe hij, ondanks alles wat hij heeft meegemaakt en de beperkingen van het hersenletsel, zoveel onderneemt. Je moet zelf iets van je leven maken, dat laat hij me wel zien.’ Wil jij ook ‘es gewoon vrijwillig doen’? Meld je aan via de campagnepagina !
Lees meer

Marijcke vertelt verhalen in de Verteltuin

| Doe es gewoon vrijwillig

Er was eens, lang geleden, in een land hier ver vandaan, een wondertuin waar herinneringen veranderen in verhalen, en de vertellingen weer herinneringen worden. Hoewel, die tuin is hier niet ver vandaan, maar gewoon in Hem. En lang geleden is ook niet waar, de tuin bestaat in het hier en nu. ‘Voorlezen is heerlijk, waarom zou dat alleen voor kinderen zijn?’, vindt Marijcke Faas van de Verteltuin. De kiem voor de Verteltuin werd gezaaid in de jeugd van Marijcke. ‘Ik herinner me dat ik werd voorgelezen, vroeger, als klein meisje. Een beeld van een bolderkar, een mannetje en de maan, meer weet ik niet van het verhaal. Maar het gevoel dat het voorlezen me gaf, staat me helder voor de geest. Ik voelde me gelukkig en geborgen, het voorlezen gaf me een gevoel van veiligheid. Zo ontstond het idee voor de Verteltuin: een plek waar volwassenen mooie verhalen krijgen voorgelezen.’ Voor grote mensen Marijcke moest tegen de nodige vooroordelen opboksen toen ze het idee voor haar tuin ging delen. ‘Voorlezen? Dat is toch voor kleine kinderen? Maar mijn voorleesvoorstellingen zijn echt bedoeld voor grote mensen. Het is heerlijk om te worden voorgelezen, en waarom mogen alleen kinderen ervan genieten?’ Toegegeven: een vertelvoorstelling begint vaak met een kinderverhaal. Iets eenvoudigs, om er even in te komen. ‘Veel kinderverhalen zijn helemaal niet kinderachtig. Ik lees graag het verhaal voor van de uil die tranenthee gaat trekken. Dat verhaal vertelt me dat je een tijd verdrietig kunt zijn, maar dat je er ook voor kunt kiezen om daarna niet meer verdrietig te zijn.’ Daarna komen korte verhalen van Herman Pieter de Boer, Annie MG Schmidt of Guy de Maupassant aan de beurt, of andere schrijvers, afhankelijk van het publiek. Intuïtief weet Marijcke altijd de juiste verhalen uit te kiezen. Natuur barst uit elkaar De Verteltuin zit in een prachtige ronde kas, in een groot park achter het woonhuis van Marijcke, aan de Hemmerbuurt. De kersenboom bloeit, de walnotenboom bot uit, en bij het watertje gaan misschien ijsvogels broeden of jagen: de natuur barst er zo’n beetje uit z’n voegen. Het onderhoud van die anderhalve hectare natuur wordt helemaal gedaan door Marijcke, met behulp van vrijwilligers. Zo zijn de bestuursleden van de stichting vrijwilligers, net als de mensen die helpen bij het onderhoud van het park. ‘Door kleine subsidiepotjes en een initiatief als NLdoet kan ik toch af en toe planten kopen, of materialen om klussen in het park uit te voeren. Er is hier altijd van alles te doen. Nu zijn de hoge ramen van de kas toe aan een schoonmaakbeurt, maar dat kan ik niet alleen. Iemand moet de ladder even vasthouden, of erop durven balanceren!’ Stille tuin Door de corona-maatregelen was het stil in de tuin, maar daar komt snel verandering in. ‘In mei kan ik weer op kleine schaal voorstellingen geven.’ Goed nieuws, want Marijcke heeft de mensen gemist. ‘Zo’n stille periode brengt van alles, maar ik ben blij als ik weer mijn verhalen en mijn verteltuin kan delen met mensen.’
Lees meer

Frans is al ruim 40 jaar vrijwilliger

| Doe es gewoon vrijwillig

Sinds 1972 restaureert, renoveert en bouwt Stichting Stadsherstel Hoorn historisch waardevolle objecten in de gemeente Hoorn. Dit jaar is Frans Zwerver 42 jaar bestuurslid bij deze stichting. “Het is mooi om te zien hoe je samen met mensen die een verschillende achtergrond hebben, iets moois kunt neerzetten voor de gemeenschap.” Frans komt van katholieken huize en kon altijd al vol bewondering kijken naar de architectuur van kerken. “Dat heeft me altijd al gefascineerd. Dus toen ik in 1979 door een bestuurslid van Stadsherstel Hoorn gevraagd werd zijn functie als penningmeester over te nemen, zei ik direct ‘ja’. Ik zocht iets om naast mijn serieuze werk als accountant te doen en met mijn interesse voor architectuur, zag ik hier meteen leuk vrijwilligerswerk in. Veel wist ik nog niet van architectuur, dus ik heb me flink ingelezen." Elk bestuurslid heeft een andere achtergrond en andere interesses. "En dat is de kracht van Stadsherstel Hoorn. Want doordat we onze kennis en interesses met elkaar delen en bij elkaar brengen, kunnen we samen gebouwen renoveren en teruggeven aan de gemeenschap. Maar ook meer waarde geven! Zo hebben wij de Ridderikhoffpanden op de Roode Steen gerestaureerd, waar bijna 75 jaar lang het toneelkostuumbedrijf Ridderikhoff gehuisvest was. In 2002 hebben we het pand gerestaureerd en gerenoveerd, waardoor we veel historie hebben kunnen behouden. Nu zit er een restaurant in, waar jongeren met een verstandelijke beperking voor leer- en dagbesteding terecht kunnen. Dat is toch geweldig?!” Veel vrijheid Terwijl je bij een vaste baan altijd rekening houdt met je gewerkte uren, is dat bij vrijwilligerswerk heel anders, vindt Frans. “Je vindt het leuk en je krijgt er veel voor terug en dan maakt het niet uit hoeveel tijd je erin steekt. Al moet je er natuurlijk wel tijd voor máken. En het mooie is, dat je veel vrijheid hebt in hoe je je vrijwilligerswerk invult. Je bepaalt zelf hoe lang, op welk moment en wat je eruit wilt halen.” Fascinatie voor kerken Zijn fascinatie voor kerken kon Frans helemaal kwijt in het restauratieproject van de Michaëlskerk in Westerblokker. “De kerk was er door jaren leegstand slecht aan toe en miste sinds 1972 zijn toren. Stadsherstel reconstrueerde in 2013 de kerktoren en in 2018 werd de hele kerk ingrijpend gerestaureerd en kreeg een nieuwe bestemming. We hebben de Westerblokkerse gemeenschap “hun” kerk weer teruggeven. En dat is echt het allermooiste van dit vrijwilligerswerk: we hebben samen iets gecreëerd, met onze kennis, interesse en vooral plezier, voor een ánder." Lintje In 2019 kreeg Frans het lintje Lid In de Orde van Oranje-Nassau van de burgemeester Michiel Pijl van de gemeente Drechterland uitgereikt voor zijn 40 jaar vrijwilligerswerk bij Stadsherstel. "Dat was echt een verrassing. Zolang ik een bijdrage kan leveren als vrijwilliger van Stadsherstel Hoorn, wil ik graag dit mooie werk voortzetten.” Foto genomen in de Michaëlskerk door Bas Zwerver
Lees meer

Susan wijst je de weg

| Doe es gewoon vrijwillig

Moet je worden opgenomen in het Dijklander Ziekenhuis in Hoorn? Dan is er zeker kans dat je wordt verwelkomd door Susan Boes. Om de week op maandagmiddag brengt opnamegastvrouw Susan patiënten naar de juiste afdeling: ‘Deze service wordt enorm gewaardeerd. Mensen zijn vaak al zenuwachtig en dan is het fijn als iemand je de weg wijst en een babbeltje met je maakt.’ Onder de indruk Zo’n zeven jaar geleden besloot Susan op zoek te gaan naar vrijwilligerswerk. ‘Ik had geen werk en mijn man was veel voor werk van huis. Ondanks dat ik ons jonge gezin draaiende hield, wilde ik er iets bij doen. Ik ben een echt mensen-mens en kom uit de zakelijke dienstverlening. Vrijwilligerswerk in een ziekenhuis trok me enorm. Ik heb zelf ervaren hoe belangrijk vrijwilligers zijn in de zorg en wat je een ander als vrijwilliger kunt bieden. Mijn moeder kwam in de laatste fase van haar leven terecht in een hospice. Wat waren wij onder de indruk van de vrijwilligers aldaar! Tot het einde verzorgden ze met liefde en heel veel geduld mijn moeder. Dat maakte deze verdrietige tijd niet alleen voor mijn moeder, maar ook voor ons een stukje dragelijker. Toen wist ik dat ik ook zoiets wilde doen.’ Opnamegastvrouw houdt meer in dan patiënten naar de juiste afdeling brengen. ‘We bellen taxi’s, helpen de receptie, of brengen afgeleverde bloemen naar de juiste kamer. Geen dag is hetzelfde en er gebeurt altijd wel iets onverwachts. Zo zat ik laatst met een mevrouw op de EHBO, die net hier voor de deur op de stoep was gevallen.’ Levensles Susan vindt vooral het sociale aspect leuk. ‘Je ontmoet zoveel verschillende mensen. De ene zegt liever niks, terwijl de ander gelijk zijn hele leven op tafel legt. En dat zijn soms echt verdrietige verhalen. Dat leert me veel over het leven en dat je er het mooiste van moet maken. Je leven kan namelijk in een keer helemaal anders zijn. Dit vrijwilligerswerk geeft me een heel goed gevoel. De sfeer in dit ziekenhuis is heel goed en ik heb leuke collega’s, die me als een volwaardige collega zien. Dus als het past naast een toekomstige baan, dan blijf ik dit vrijwilligerswerk nog heel lang doen.’ Doe es gewoon vrijwillig Ook ‘es gewoon vrijwillig doen’, bijvoorbeeld als vrijwilliger in de zorg? Vul het aanmeldformulier in , of neem contact met ons op via [email protected] of bel 0229-216499.
Lees meer

Liesbeth wandelt door weer en wind

| Doe es gewoon vrijwillig

‘Eigenlijk zou iedereen dit werk moeten doen', zegt Liesbeth van de Berg. Ze is bezoekvrijwilliger via de Omring en trekt elke week een paar uur uit voor een flinke rolstoelwandeling met een oudere dame. ‘Mensen hebben geen idee hoeveel plezier je iemand kunt doen met zoiets simpels als een bezoekje.’ ‘Mensen die mopperen dat het dagelijks leven saai is geworden door de coronamaatregelen, weten nu hoe een grote groep ouderen zich al langer voelt’, zegt Liesbeth. ‘Mevrouw Vrolijk, die ik bezoek, woont nog min of meer zelfstandig. In huis kan ze zich redden met haar stok, maar ze komt niet buiten omdat ze niet goed kan lopen. Ze ziet alleen de mensen van de thuiszorg en die moeten werken met een stopwatch in hun hand. Af en toe komt haar dochter langs. Het is erg stil, niemand om mee te kletsen. Ze zegt: “als jij niet zou komen, kwam ik nooit buiten.”’ Frisse lucht Want dat was de grote wens van mevrouw: een fijne wandeling. In de rolstoel gaat dat prima. Liesbeth maakt flinke wandelingen met haar, soms wel tien kilometer. ‘Halverwege gaan we op een bankje zitten in de zon, even kletsen, en verder wandelen we lekker buiten. Soms gaan we even langs de supermarkt, maar vaker lopen we gewoon een rondje. Zij vindt het echt heerlijk, een frisse neus halen. Regent het? Ik heb een grote paraplu, zegt ze dan, dus we kunnen evengoed op pad.’ Jas ligt klaar Mensen hebben geen goed beeld bij vrijwilligerswerk, vindt Liesbeth. Misschien houdt dat ze tegen om zich in te zetten. ‘Je hoort wel eens dat oudere mensen veeleisend kunnen zijn, of lastig. Dat is echt niet zo. Mevrouw Vrolijk is juist sociaal, ze heeft veel te vertellen en ze is erg bescheiden. Ze klaagt niet en ze vraagt niet snel om hulp.’ Liesbeth vindt dat iedereen eigenlijk vrijwilligerswerk zou moeten doen. ‘Als ik bij mevrouw kom, ligt haar jas al klaar, zo verheugt ze zich op onze afspraak. Mensen hebben geen idee hoeveel plezier je iemand kunt doen met zoiets simpels als een bezoekje en een wandeling. Ik zeg altijd: ik doe dit in mijn vrije tijd, maar het is leuke vrije tijd.’ Liesbeth van de Berg wil graag anoniem blijven, dus dit is niet haar echte naam. Ook mevrouw Vrolijk heet eigenlijk anders. Op de foto staan dan ook andere mensen. Maar, het verhaal dat "Liesbeth" ons vertelde, is echt! De gegevens van beide dames zijn bij de redactie bekend.
Lees meer

Fred bestuurt de dierenambulance

| Doe es gewoon vrijwillig

Zwaan met een gebroken vleugel? Zwerfkatjes op de parkeerplaats? Gewonde hond langs de autoweg? De Dierenambulance Hoorn e.o. gaat erop af! Een team van ruim dertig vrijwilligers is paraat om dieren te helpen. Voorzitter Fred Perrier: ‘Eigenlijk is iedereen geschikt om op de dierenambulance te werken. Als je maar van dieren houdt, en je wat wilt leren.’ Twee dierenambulances scheuren dag en nacht, zeven dagen per week, door West-Friesland om dieren te helpen. Gewonde dieren, zwerfdieren, dieren die naar de dierenarts moeten en soms ook dode dieren: de dierenambulance is er voor ze allemaal. ‘Gelukkig hebben we die twee ambulances in bruikleen gekregen van Stichting Dierenlot, want die dingen zijn peperduur. Voor de rest draait onze organisatie uitsluitend op vrijwilligers. We zijn afhankelijk van donaties en giften.’ De hort op Het voorjaar hangt in de lucht en dat is voor Fred en andere vrijwilligers een drukke tijd. ‘Helaas hebben we veel verkeersslachtoffers, negen van de tien keer katten. In het voorjaar gaan ongecastreerde katers en ongesteriliseerde poezen de hort op, de liefde achterna. Ze gaan verder van huis en ze zijn onvoorzichtig, ze hebben alleen maar oog voor elkaar. Dat loopt vaak niet goed af. Het ophalen van aangereden dieren is een minder prettige kant van ons werk, waar nieuwe vrijwilligers aan moeten wennen. Ook voor mij, en ik werk nu veertien jaar op de ambulance, kan het nog lastig zijn. Gelukkig zitten we altijd met z’n tweeën op een ambulance, dus je kunt elkaar steunen en er met elkaar over praten, zodat je niet met een rotgevoel naar huis gaat.’ Kale vogel Alles fladdert en bloeit, en Fred staat soms met de meest vreemde kale vogeltjes in zijn handen. ‘Kleine vogeltjes vallen uit het nest, soms worden ze uit het nest gegooid. Die brengen we snel naar de Bonte Piet, waar ze er alles aan doen om ze in leven te houden. Regelmatig hebben we meerkoeten in de wagen, en zelfs voor de zoveelste meerkoet spannen ze zich in bij de Bonte Piet.’ Vechtende zwanen Wat de raarste dieren zijn die hij wel eens heeft opgehaald? ‘Dat wordt altijd gevraagd als we een presentatie geven op school. Een grote leguaan, dat was toch wel bijzonder. En laatst moesten we ergens een kleinere hagedis ophalen, uit India. Een paar keer moesten we een slang vangen. Maar ook vechtende zwanen uit elkaar halen is indrukwekkend. Zwanen hebben vaste broedplekken, als er dan vreemde zwanen in hun territorium komen, worden dat heftige gevechten. Daar moeten wij dan tussen springen, om de indringers naar een andere plek te brengen. Best lastig: welke zwanen horen bij elkaar?’ Collega’s gezocht Werken op de dierenambulance is spannend en dankbaar werk. Fred zoekt nieuwe collega’s, die zich willen inzetten voor dieren die hulp nodig hebben. ‘Iedereen die een redelijke conditie heeft, nieuwe dingen wil leren en van dieren houdt, is van harte welkom. De fijne kneepjes leer je terwijl je hier werkt, inzet en enthousiasme zijn het belangrijkste.’ Iets voor jou? Ook ‘es gewoon vrijwillig doen’, bijvoorbeeld als vrijwilliger Dierenambulance? Neem contact op met Vrijwilligerspunt Westfriesland via [email protected] of bel 0229-216499.
Lees meer
EHBO Stede Broec

Mark maakt iedereen enthousiast voor EHBO

| Doe es gewoon vrijwillig

Tientallen EHBO-ers heeft zijn vereniging al opgeleid, Mark Waterman (rechts op de foto) is als voorzitter van EHBO Stede Broec een gedreven ambassadeur van eerste hulp. ‘Ik denk dat ik echt iedereen enthousiast kan maken over EHBO.’ Evenementen, markten, braderieën: bij de meeste evenementen staat ergens een grote EHBO-tent. En die tent wordt bevolkt door vrijwillige EHBO-ers, die zich inzetten bij zo’n evenement zodat iedereen gezond en gezellig mee kan doen. Meestal grote evenementen, maar als je het EHBO-voorzitter Mark Waterman vraagt, is ook bij kleine evenementen een eerstehulppost nodig. ‘Denk maar aan een buurtfeest met een springkussen. Er stuitert zó een kind af, en weten de aanwezigen dan wat ze moeten doen? Of een klein sporttoernooi, waarbij de scheidsrechter of een coach ook de EHBO doet. Maar ja, die heeft twee petten op, kan niet overal tegelijk zijn. Kijk, je bent als organisator wel verantwoordelijk voor die activiteit, dus regel dan ook de eerste hulp. Je wilt echt niet dat er iets mis gaat.’ Iedereen leert reanimeren Jaren geleden werd hij gegrepen door EHBO na een akelige ervaring. ‘Ik werkte als koerier. Toen ik pakjes aan het bezorgen was in Purmerend, zag ik iemand bij een bushalte zo in elkaar zakken. En ik wist niet wat ik moest doen.’ Dat machteloze gevoel wilde hij nooit meer ervaren, hij ging direct een cursus volgen. Het verklaart ook zijn gedrevenheid voor project Hartslagnu.nl, waarbij de EHBO-vereniging iedereen leert reanimeren en een AED gebruiken. ‘We geven als vereniging gemiddeld twee keer per jaar een basiscursus EHBO waar iedereen aan mee kan doen, in groepjes van maximaal acht mensen. Dan haal je een officieel EHBO-diploma van het Oranje Kruis en kun je ook worden ingezet als EHBO-er, als je dat wilt. Ik denk dat ik echt iedereen enthousiast kan maken voor EHBO, zelfs de stoerste kerels zet ik aan het denken. Eigenlijk met het verhaal over wat mij is overkomen. Ik vraag ze: als er iemand gewond raakt, weet je dan wat je moet doen?’ Stil zitten? Niks voor Mark Hij heeft enorm veel energie, is altijd bezig. Lastig dat door corona-maatregelen alle evenementen werden afgelast, want toen zat Mark ineens thuis met een lege agenda. ‘We zouden dit jaar op het nationale bevrijdingsfestival in Wageningen staan met onze ploeg. Ik vond het een enorme eer: een lokale vereniging, op dat grote nationale festival! Maar helaas, dat ging niet door.’ Mark ging gewoon ander vrijwilligerswerk doen, want stil op de bank zitten is niks voor hem. Tuinieren, hand- en spandiensten, hij is overal voor in. Mark: ‘Het is gewoon fijn om andere mensen te kunnen helpen. En gelukkig trekt het werk alweer aan: sportdagen op school, helpen bij teststraten. Twee fanatieke gekken van onze vereniging staan een paar dagen per week bij een bedrijf om het personeel te temperaturen. Zo hebben we onze begroting dit jaar toch rond gekregen.’ Geen storm in de tent Wat is het mooiste evenement voor een EHBO-er? Een groot evenement, zoals het EK Wielrennen in Alkmaar of dance event Cube Outdoor in Bovenkarspel, zegt Mark. ‘Dan ben ik echt trots dat wij daar als EHBO-ploeg rondlopen en er mede met andere verenigingen, voor zorgen dat het voor bezoekers goed verloopt.’ Is het leuk als er veel werk is? Blaren doorprikken bij de vierdaagse, veel valpartijen bij zo’n wielerronde? Liever niet, als je het hem vraagt. ‘Loopt het storm in de EHBO-tent, dan is er met het evenement wat mis. Het is voor ons geslaagd als de vrijwilligers rustig een rondje kunnen lopen, bij wijze van spreken. Het mooie van ons werk is het respect van bezoekers, de saamhorigheid tussen de vrijwilligers. Als er dan iemand in de EHBO-tent komt die je snel kunt oplappen zodat hij of zij toch een fijne dag heeft, dan doen we het geweldig.’ EHBO-vlog In juli 2019 maakten we een vlog over het werk van Mark en zijn collega's tijdens evenementen. We bezochten toen het Cube Outdoor Festival in Bovenkarspel. Helaas zit er voorlopig nog niet zo'n evenement in i.v.m. corona, maar als het weer mag zorgen de toppers van de EHBO dat alle partygangers volop kunnen genieten. Kijk je mee hoe dat dat in z'n werk gaat?
Lees meer

Susanne laat mensen hun verhaal doen

| Doe es gewoon vrijwillig

Helpen bij opruimen, een rondje wandelen, even kletsen: daar komt Susanne Boon voor over de vloer. Ze helpt als bezoekvrijwilliger mensen die het om welke reden dan ook niet in hun eentje redden. ‘We hebben allemaal wel eens een periode dat het niet lukt. Dan is het fijn als iemand je even wil helpen.’ Susanne gooide na jaren in het bedrijfsleven het roer om, ze ging de opleiding Social Work doen. Daar horen stages bij en zo rolde ze via MEE & de Wering in het vrijwilligerswerk. ‘Bepaalde dingen die ik uit de boeken ken, zoals gesprekstechnieken, komen in de praktijk voorbij. Heel leerzaam. Maar ik vind het voornamelijk heel leuk. En ook al zou ik met mijn opleiding stoppen, of ik zou totaal ander werk gaan doen, dan zou ik toch als vrijwilliger mensen blijven bezoeken, zeker weten.’ Wat kan weg, wat bewaren we? Met de meeste mensen die ze bezoekt, ontstaat een band. Hoe doet Susanne dat? ‘Ik kan niet zeggen dat ik zoveel bijzonders doe, eigenlijk. Ik help bijvoorbeeld iemand die net is verhuisd bij het uitpakken van verhuisdozen. Dat is voor haar een hele klus, zeker als ze het alleen moet doen. Dus halen we elke keer als ik er ben een doos leeg en ruimen we de spullen op. Zij bepaalt: wat kan weg, wat wil ze bewaren? Lastig hoor, om spullen weg te gooien waar je herinneringen aan hebt. Maar als we weer een doos hebben aangepakt, is de opluchting ook groot.’ Veerkracht weer vinden Ook bezoekt Susanne een vrouw met een chronische ziekte. Lastig te accepteren, dus daar praten ze met elkaar over. ‘Ik luister vooral. Ik laat mensen hun verhaal doen, dat is belangrijk. Het gaat om kleine dingetjes. Samen even een boodschap doen, bijvoorbeeld. Zij vindt het moeilijk om te accepteren dat ze ziek is, zeker op haar leeftijd, ze is begin veertig. Dan is het ook moeilijk om te aanvaarden dat je hulp nodig hebt, bijvoorbeeld met aanpassingen in huis. Maar zo langzamerhand hervindt ze haar veerkracht en ziet ze dat bijvoorbeeld een booster haar bewegingsvrijheid geeft.’ Gelijkwaardig helpen Susanne wil met mensen werken, dat weet ze zeker. ‘Dit vrijwilligerswerk heeft dat alleen maar nog duidelijker gemaakt. Ik zie het zo: we hebben allemaal wel eens een periode dat het niet lukt. Iedereen kan ziek worden, of in de schulden raken, of andere tegenslag meemaken. Dan heb je iemand nodig die je even helpt. Mensen redden zichzelf prima, maar ik help ze een handje. Gelijkwaardig en laagdrempelig, want daar draait het om.’
Lees meer

Koelkast weer vol dankzij Leon

| Doe es gewoon vrijwillig

Boodschappen halen, de tuin opknappen: Leon van Zanten helpt graag een handje. Als corona-hulp ging hij voor een meneer naar de supermarkt. En toen hij hoorde dat de buurvrouw ook boodschappen nodig had? ‘Tja, dan neem ik haar boodschappenlijstje toch ook mee? Ik ben blij dat ik het kan doen.’ Al jaren werkt Leon van Zanten als vrijwilliger in het ziekenhuis. Maar toen kwam corona, en ook het vrijwilligerswerk werd stevig teruggeschroefd. Maar Leon blijft liever bezig. Hij meldde zich aan bij Vrijwilligerspunt Westfriesland als corona-hulp. ‘Iemand had hulp nodig bij de boodschappen. Die persoon heeft COPD en een broze gezondheid en ging daarom liever niet de supermarkt in. Nou, dan ga ik dat toch doen? Ik ben blij dat ik kan helpen.’ Winkelwagen vol Twee keer per week laadde Leon een winkelwagentje vol. Hoe wist hij wat hij moest halen? ‘Dat had de meneer wel slim geregeld, vind ik zelf. Via de webshop van de supermarkt maakte deze meneer zijn lijstje. Dan wist ik precies wat hij moest hebben, welk merk en welke verpakking. En we wisten van tevoren precies wat het kostte. Stond ik in de supermarkt toch te twijfelen omdat iets was uitverkocht of juist in de aanbieding was, dan belde ik even voor overleg. Ging hartstikke goed.’ Twee keer per week Leon haalde ook meteen boodschappen voor de buurvrouw. ‘Meneer vertelde me dat hij normaal gesproken altijd voor zijn buurvrouw boodschappen haalde. Dus dat heb ik ook gedaan. Twee keer per week bracht ik de boodschappen bij ze thuis.’ Na de vakantie is het boodschappen-klusje opgehouden. Dus dook Leon de tuin in bij mensen die daar hulp bij nodig hebben. ‘Ik ben geen professionele tuinman, maar vind het wel heel leuk. Als iemand mij vertelt wat er gedaan moet worden, dan doe ik dat. Dat gaat hartstikke lekker. Die tuin staat er dan weer prima bij en ik kreeg een lekkere kop koffie als bedankje.’ Ik zeg: doen! Vrijwilligerswerk is volkomen vanzelfsprekend voor Leon. ‘Ik kon met vervroegd pensioen, ik heb de tijd . Het is goed om iets voor een ander te doen zonder dat je er iets voor terugkrijgt. Tegen mensen die twijfelen of ze zich zullen opgeven om vrijwilligerswerk te doen, zeg ik: doen. Het geeft zoveel voldoening!’ Wil jij ook ‘es gewoon vrijwillig doen’? Laat het Vrijwilligerspunt Westfriesland en vul je gegevens in op het aanmeldformulier via deze link !
Lees meer

Ernst helpt met lastige formulieren

| Doe es gewoon vrijwillig

Studiefinanciering aanvragen, inschrijven voor een huurwoning en die belastingformulieren – voor veel mensen is het allemaal behoorlijk ingewikkeld. Reken dan maar op planmaatje Ernst Schol, want die kan daar juist heel goed bij helpen. ‘Het wordt allemaal steeds digitaler. Dat kan niet iedereen.’ Na een loopbaan bij bedrijfsverenigingen en in de schuldhulpverlening draaide Ernst Schol de WAO in. Niks doen? Niks voor hem. Hij doet nu al vijf jaar vrijwilligerswerk als planmaatje via Stichting Netwerk. Hij komt bij mensen thuis en helpt ze met praktische dingen: computerklusjes, een stapel rekeningen of ingewikkelde formulieren. ‘Dat is mijn toegevoegde waarde: ik help bij die zaken waar mensen zelf niet uit komen.’ Helemaal uitgekleed Wat komt Ernst zoal tegen? ‘De afgelopen tijd heb ik een oudere vrouw geholpen. Ze woonde zelfstandig, had alles goed op de rit, maar ze werd een beetje vergeetachtig. Daardoor lukte bijvoorbeeld internetbankieren haar niet meer zo goed. Daar heb ik haar een tijd mee kunnen helpen. En dat gold ook voor een meneer die als weduwnaar diep in de schulden was gekomen. Wat bleek? Hij had online contact gehad met hele lieve dames, die hem financieel volledig hadden uitgekleed. En nu zat hij met de problemen. We hebben zijn administratie op orde gebracht, overlegd met schuldeisers en voorbereidingen getroffen voor schuldhulpverlening, want tja, wat kun je anders?’ Uit de dip Door zijn ruime ervaring met regelingen, formulieren en instanties kan Ernst niet alleen praktische hulp bieden, maar ook helpen relativeren. ‘Een man die na een relatiebreuk zo van slag was dat zijn bedrijven failliet gingen, zag helemaal geen uitweg meer. We hebben de situatie uitgerafeld, tot het allemaal behapbaar en overzichtelijk was. Samen konden we bepalen welke zaken hij uit zijn hoofd kon zetten, omdat hij er toch niks aan kon veranderen. Zo raakte hij langzaam uit de dip, maar dat kostte wel tijd.’ Wijkinformatiepunt is open Ernst komt bij mensen thuis als planmaatje, maar hij is ook te vinden in het wijkcentrum. ‘Veel mensen denken dat het wijkinformatiepunt gesloten is vanwege corona-maatregelen, maar deze activiteit gaat door. Elke woensdagochtend tussen 10.00 en 12.00 uur kunnen mensen naar wijkcentrum De Grote Beer komen met formulieren en papieren die ze niet begrijpen. Daar krijgen ze hulp. Het wordt allemaal steeds digitaler, en dat kan niet iedereen. Laatst sprak ik een meneer van ruim tachtig. Hij was absoluut niet dom, had als leraar gewerkt, maar een computer had hij nog nooit gebruikt. Nu moest hij een DigiD aanvragen omdat hij zijn belastingaangifte alleen maar digitaal kon doen. Hoe dan? Het is fijn dat ik mensen zoals deze meneer dan kan helpen.’
Lees meer

Suzanne helpt met de Nederlandse taal

| Doe es gewoon vrijwillig

Suzanne de Ligny is ruim een jaar taalvrijwilliger bij Vrijwilligerspunt Westfriesland. Iedere week helpt Suzanne de Poolse Kamila met de Nederlandse taal. ‘Kamila geeft zelf aan wat ze wil leren en dat is veel, want ze is super gemotiveerd. Ze komt zelfs met Nederlandse liedjes die ze op de radio heeft gehoord, waar ze ieder woord van wil leren.’ Suzanne heeft logopedie als achtergrond, dus is het gewend met taal bezig te zijn. ‘Maar ik wilde meer doen met taal en kwam uiteindelijk bij Vrijwilligerspunt terecht. Taalvrijwilliger sprak me gelijk aan. Als taalvrijwilliger krijg je de tijd om een band op te bouwen met iemand, omdat je voor langere tijd aan elkaar verbonden bent. Hoewel ik maar een uurtje per week bij Kamila thuis lesgeef, zie je elke week verbetering. Dat is zo leuk om te zien! Kamila vindt het belangrijk dat ze de Nederlandse taal goed onder de knie krijgt. Ze heeft een schoonmaakbedrijf en werkt veel samen met Nederlanders.’ Wat eten we vandaag? ‘Ik duik niet met Kamila de grammaticaboeken in. Dat is meer weggelegd voor taalopleidingen. Natuurlijk leg ik wel wat uit, maar het gaat voornamelijk om het vergroten van de woordenschat. Dus veel praten. Over hoe je dag was, over vrienden en familie, of over wat er ’s avonds op tafel komt. En dat is altijd veel lekkers, want Kamila is dol op koken, net als ik. Ik krijg dan ook geregeld Poolse lekkernijen mee naar huis. Leuk om zo ook haar cultuur beter te leren kennen.’ NT2-docent Inmiddels helpt Suzanne ook een alleenstaande Syrische moeder met twee dochters met de Nederlandse taal. Suzanne: ‘Dat zou eigenlijk voor een paar weken zijn, maar ze is zo blij met me, dat ik besloten heb om haar te blijven helpen. Die waardering die ik krijg en blijdschap die ik bij zowel Kamila als dit gezin zie, geeft me echt heel veel voldoening. Zoveel dat ik sinds januari een opleiding volg voor NT2-docent. Zo kan ik straks ook als docent aan de slag met mensen die Nederlands als tweede taal hebben. Maar, ik blijf ook taalvrijwilliger hoor! Veel te leuk!’ Wil jij ook ‘es gewoon vrijwillig doen’? Laat het ons weten via dit aanmeldformulier of bel ons via 0229-216499. Kamila en Suzanne
Lees meer

Piet komt langs voor kleine klussen

| Doe es gewoon vrijwillig

Een muurtje witten, een schilderij ophangen of een lampje vervangen: allemaal kleine klusjes in huis waar vrijwilliger Piet de Vries voor langs komt. ‘Als ik mensen kan helpen, dan doe ik dat natuurlijk graag.’ Geen gereedschapskoffer, geen technisch inzicht of gewoon twee linkerhanden? Maakt niks uit, want klusvrijwilliger Piet de Vries helpt jong en oud met allerlei kleine klusjes in huis. Gordijnrails ophangen, een lampje vervangen of het onkruid wieden; Piet draait z’n hand er niet voor om. ‘Iemand vroeg me om een lampje op te hangen in de badkamer. Kom ik daar, blijkt er gewoon een peertje aan een kaal draadje te hangen. Levensgevaarlijk! Ja, dat heb ik meteen gefikst.’ Creatief type Piet was jaren conciërge op een school in Midwoud, waar hij ook lessen handvaardigheid gaf aan de kinderen. ‘De ene week figuurzagen, de andere week gingen we oude radio’s uit elkaar schroeven. Heel leerzaam om zo’n elektrisch apparaat te slopen en alle onderdelen te sorteren.’ Maar Piets technisch talent ontwikkelde zich ook toen hij dakkappelen ging monteren en lichtstraten plaatsen. ‘Volgens mijn vriendin komt dat door m’n sterrenbeeld, alle Kreeften zijn creatieve types. En dat klopt wel. Ik heb voor mezelf ook mooie kerstversiering gemaakt van spullen die ik her en der bij elkaar heb gescharreld en ik heb daarvan een mooie wanddecoratie gemaakt.’ Vier dagen witten Vaak genoeg komt Piet voor één klus bij iemand langs en pakt hij klus twee en drie gelijk even mee. ‘Iemand wilde een muurtje laten witten en toen ik kwam kijken, zag ik al: dat wordt niks. Ik heb haar voorgesteld om de hele kamer te rollen, inclusief plafond. Haar kinderen gingen ook helpen, die hebben de keuken opnieuw behangen. En toen merkte ik ook dat de tuinpoort klemde, heb ik die ook gerepareerd. Het was een flinke klus, we zijn vier dagen bezig geweest, maar dan is ook alles weer spic en span.’ Jonge god De laatste maanden kan Piet door wat medische omstandigheden minder vaak aan de slag als hij zou willen en grote klussen laat hij even aan zich voorbijgaan. ‘Laminaat leggen is bijvoorbeeld toch behoorlijk inspannend: opstaan, knielen en dan tussen alle meubels door manoeuvreren. Dan kan ik me wel een jonge god voelen, maar in de praktijk valt het tegen.’ Toch kan hij het niet laten. Laatst stond hij toch weer op de ladder. ‘Even een nieuw lampje indraaien bij een oudere meneer in huis, die had knipperlicht in zijn douche. Als ik mensen kan helpen, dan doe ik dat graag. Soms, als het veel werk is, voor een kleine vergoeding. En natuurlijk blijf ik dan ook even kletsen, want veel mensen zijn ook om een praatje verlegen. Want daar gaat het ook om hè? Sociaal contact met mensen is heel belangrijk.’
Lees meer

Guus brengt de administratie op orde

| Doe es gewoon vrijwillig

De rekeningen zijn niet betaald, de aanmaningen stapelen zich op en het overzicht op de financiën is helemaal zoek. Gelukkig kunnen dan via MEE & De Wering vrijwilligers zoals Guus Wessels worden ingeschakeld, die helpen om de boel weer op orde brengen. ‘Een extra potje vinden of besparen is soms het verschil tussen elke dag macaroni of af en toe een stukje vlees.’ Via de coördinator van MEE & De Wering komt Guus in contact met mensen die met de handen in het haar zitten, als het over hun administratie gaat. ‘De problemen zijn heel divers,’ zegt Guus. ‘Soms is door omstandigheden een deel van het inkomen weggevallen, maar de uitgaven blijven hetzelfde. Dan wordt het lastig om rond te komen. Ook zijn er mensen die eigenlijk voldoende inkomen hebben, maar toch houden ze aan het einde van hun salaris nog een stukje maand over. En er zijn mensen die zo diep in de schulden zitten, dat schuldhulpverlening de enige uitweg is. Wat de situatie ook is: ik help om overzicht te krijgen in de administratie, zodat het duidelijk wordt hoeveel binnen komt en wat eruit gaat, en waar dat aan wordt uitgegeven.’ Van jongs af aan Geen verrassing: zijn eigen administratie is altijd spic en span. ‘Het heeft altijd in me gezeten,’ zegt Guus. ‘Ik heb het altijd zo gedaan. Bovendien heb ik altijd gewerkt in de financiële dienstverlening, de laatste jaren als consultant. Dankzij mijn werkervaring, plus wat ik heb geleerd van het bijhouden van mijn eigen huishoudboekje, kan ik nu andere mensen helpen.’ Donderwolk Guus komt bij mensen thuis, bekijkt wat de problemen zijn en geeft tips en helpt om orde in de chaos te scheppen. Regelmatig komt hij weer langs, om te kijken hoe het gaat. Na een maand of drie is de boel meestal weer op orde. Merkt hij weerstand bij mensen, als hij ze komt helpen met de papieren? ‘Natuurlijk hangt zo’n administratieve chaos bij mensen als een donderwolk boven hun hoofd. Een donderwolk waar ze liever voor weg willen vluchten. Maar het verdwijnt niet vanzelf, en als de dreiging blijft, zijn ze eigenlijk allemaal blij met hulp.’ Maak het verschil Het vrijwilligerswerk als budgetcoach geeft Guus veel voldoening. ‘Toen ik stopte met werken vond ik dat best lastig. Ik ging van vijftig uur werken in de week naar een lege agenda, en dat gaf me na een tijd toch het gevoel dat ik niet meer iets bijdroeg aan de maatschappij. Met dit werk weet ik dat ik een verschil maak. Bij één man kwam boven water dat hij recht heeft op huurtoeslag, en dat scheelt elke maand een lekker bedrag, zeker bij een krappe beurs. Soms maakt overzicht over het budget nou nét het verschil tussen elke dag macaroni, of af en toe een stukje vlees.’ Budgetbuddy iets voor jou? Wil jij net als Guus anderen helpen hun financiële organisatie weer op orde te krijgen? Meld je dan aan als budgetbuddy via deze link .
Lees meer

Iedereen leeft op als Romy op bezoek komt

| Doe es gewoon vrijwillig

Het verhaal van Romy is het eerste verhaal van een vrijwilliger die we met je delen in dit Jaar van de Vrijwilliger. Romy doet namelijk al 'gewoon es vrijwillig'! Als bezoekvrijwilliger. Soms hebben mensen de hele dag nog niemand gesproken en de hele week geen bezoek gezien. En dan steekt Romy Spruit haar hoofd om de hoek van de deur: goeiemiddag! Ze bezoekt als vrijwilliger eenzame mensen. ‘Ik heb zo’n mazzel dat ik dit vrijwilligerswerk kan doen, want het is geweldig werk: afwisselend en heel zinvol.’ Als het weer het toelaat, gaan Romy en haar cliënt even een blokje om: naar het winkelcentrum, het park of gewoon een rondje door de wijk. ‘Paraplu mee, capuchon op, want door een beetje regen laten we ons niet afschrikken. Deze mevrouw zit anders de hele dag binnen, het is fijn om dan even een frisse neus te halen.’ En bij een andere cliënt drinkt ze gezellig koffie, de foto-albums op schoot. Of ze kijken samen of ze nog wat stukjes kunnen passen in de grote legpuzzel op tafel, of spelen een spelletje. ‘Allemaal afhankelijk van wat de mensen willen, daar pas ik me op aan. Het gaat voornamelijk om gezelschap en gezelligheid. Sommige mensen zien de hele week niemand behalve de thuiszorg en dan duren de dagen erg lang.’ Liefde voor de zorg Een jaar geleden kwam Romy dit vrijwilligerswerk op het spoor. ‘Helaas moest ik na twintig jaar stoppen als thuiszorgmedewerker. Dit vrijwilligerswerk sluit perfect aan, daar heb ik enorme mazzel mee. Ik hou zó van de zorg! Net als voorheen in mijn werk ga ik alleen op pad, ik bezoek de cliënten waar ik afspraken mee heb. De coördinator van Omring, die dit vrijwilligerswerk begeleidt, gaat met me mee als ik voor het eerst naar een nieuwe cliënt ga en we hebben ook tussentijdse evaluaties. Heel fijn, want er kunnen altijd situaties zijn waar je over wilt overleggen.’ Geen vrienden, geen familie Inmiddels bezoekt Romy drie verschillende cliënten regelmatig, dat kost haar ongeveer vier uur in de week. ‘Soms wat meer, want ik neem gewoon de tijd. Dus het loopt wel eens uit.’ En die cliënten zijn echt niet allemaal hoogbejaard. ‘Welnee, ik bezoek ook iemand die jonger is dan ikzelf. Iedereen kan in een situatie komen dat ze hulp nodig hebben of eenzaam zijn. Je zult maar alleen komen te staan, zonder vrienden of familie in je buurt.’ Afwisseling Wat maakt dit vrijwilligerswerk zo mooi? Romy haalt haar energie uit het werken met mensen. ‘Het is mooi om mensen steeds beter te leren kennen. Kijk, in het begin ben je toch een vreemde voor elkaar, maar na verloop van tijd groeit er een band. Het is heel afwisselend, elk mens is anders. En het is zinvol, dat merk ik aan alles: iedereen kijkt uit naar het bezoek, ze leven ervan op.’
Lees meer