Do's en don'ts

Do:

  • Deelnemers zoveel mogelijk aan het woord laten om te oefenen met de taal, iedereen op zijn eigen niveau.
  • Herhaal of vat samen wat een deelnemer zegt. Je weet dan zeker of het klopt wat je begrepen hebt en zo horen de andere deelnemers nogmaals wat er gezegd is en meteen in goed Nederlands. (impliciete feedback)
  • Zoveel mogelijk zelfde niveau deelnemers bij elkaar indelen, dit geeft het beste leerrendement voor iedereen.
  • Varieer in werkvormen met je deelnemers tijdens de bijeenkomst; doe ook eens een (taal)spelletje.
  • Doe een opdracht of spelletje eerst voor zodat duidelijk wordt wat de bedoeling is. Speel een spelletje de eerste keer ‘open’ zodat iedereen kan zien wat de bedoeling is.
  • Hou halverwege de les een pauze zodat iedereen even kan ontspannen.
  • Zorg dat iedereen in je groepje aan bod komt, geef een langzamere deelnemer voldoende tijd om een antwoord te formuleren.
  • Thema avonden afspreken, op verschillende manieren met een onderwerp aan de slag.


Don’t:

  • Deelnemers onvoorbereid of hardop teksten laten lezen.
  • Teveel willen uitleggen, beperk je tot wat relevant is voor de deelnemers
  • Niet te lang zelf aan het woord zijn, leg uit wat de bedoeling is en geef dan het woord aan je deelnemers

Powered by Deed‌mob Tools ·